Productenboek - Mondriaan.eu

advertisement
Productenboek
Verslavingspreventie
1
Productenboek
Dit productenboek is een staalkaart van
de verschillende interventies die binnen
de afdeling Verslavingspreventie van
Mondriaan worden uitgevoerd. Het
algemene doel van Verslavingspreventie
is voorkomen dat mensen - met name
jongeren - in de problemen komen door
alcohol of andere drugs.
2
3
Verslavingspreventie:
bewezen, betrouwbare basis
Medewerkers zetten daartoe preventieve (op effectiviteit getoetste of best
practice) interventies in, waarbij steeds de boodschap wordt uitgedragen
verantwoord om te gaan met alcohol, andere drugs en gokken. Met
verantwoord gebruik wordt bedoeld dat elk individu een persoonlijke en
sociaal verantwoorde keuze maakt met betrekking tot zijn of haar gebruik.
De afdeling Verslavingspreventie richt zich met haar interventies vooral op
(risico)jongeren en hun intermediairen. De preventieboodschap wordt
uitgedragen binnen een aantal leefgebieden van (risico)jongeren, zodat zij
steeds met dezelfde boodschap worden geconfronteerd. Die leefgebieden
vindt u in dit boek terug als de domeinen: vrije tijd, school en thuis.
Boodschap:
verantwoord omgaan
met alcohol, andere drugs
en gokken
4
Mondriaan verslavingspreventie is een van de
initiatiefnemers in het overleg tussen alle
aanbieders van Verslavingspreventie Nederland
(VPN). In deze landelijke samenwerking zijn een
aantal speerpunten voor het beleid van de
komende jaren geformuleerd. Zo willen we komen
tot één screeningsmethode volgens het
zogenaamde stoplichtmodel (zie onderstaande
model). Het is daarbij ons ideaal dat er in elke
regio van Nederland (net als in Zuid Limburg) een
minimaal aanbod voor wat betreft verslavings­
preventie is. Daarom wordt momenteel een
landelijk basispakket verslavingspreventie in
Nederland beschreven waarin een optimale mix
van interventies is opgenomen die een preventie­
keten vormt, die zo effectief als mogelijk dient te
worden.
Om de effectiviteit van preventieve interventies
objectief te laten vaststellen, wordt samenge­
werkt met het RIVM. In de Centrum Gezond
Leven-database ‘Loket gezond leven’ zijn
interventies opgenomen die in ieder geval goed
beschreven, theoretisch goed onderbouwd of
bewezen effectief zijn. Ook in dit productenboek
wordt daaraan, bij de beschrijving van onze
producten, gerefereerd. Een heel goed voorbeeld
is de, binnen Mondriaan ontwikkelde, interventie
Moti-4, die ingezet wordt bij jongeren met een
verhoogde kwetsbaarheid voor versla­ving. Moti-4
ontving begin 2012 het predicaat “theoretisch
goed onderbouwd” van het RIVM. Ons beleid is er
op gericht ook andere kwetsbare groepen, zoals
licht verstandelijk beperkten of kinderen van
verslaafde ouders of ouders met psychische
problemen die mede door hun genetische aanleg
een verhoogd risico hebben, extra aandacht te
geven.
De analyse van VWS in haar nota ‘Gezondheid
dichtbij’ (2011) laat zien dat er vooral aandacht
nodig is voor de geestelijke gezondheid. Immers,
een groot deel van de ziektelast wordt
veroorzaakt door psychische aandoeningen
waaronder verslavingsproblematiek.
Het is van belang dat mensen:
- zich bewust worden van de eigen mogelijk­
heden om de psychische gezondheid te
bevorderen
- dat mensen met verslavingsproblemen
vroeg gesignaleerd worden
- met preventie worden bijgestuurd.
Dit voorkomt nieuwe gevallen van verslavings­
problematiek en vermindert het aantal mensen
met chronische verslaving. Investeren in
verslavingspreventie levert veel op, zowel qua
winst voor de publieke gezondheid als
maatschappelijke winst, zoals gereduceerde
overlast, agressie en criminaliteit. Allerlei studies
laten zien dat het werken met effectieve
interventies een kostenbesparing kan opleveren.
Zoals onze Amerikaanse collega’s het formuleren:
“An ounce of prevention is worth a pound of care”.
Het verder aantonen van deze kosteneffectiviteit
van preventie krijgt de komende jaren extra
aandacht.
5
Inhoudsopgave
Volgens de principes van stepped care, waarbij interventies ‘zo licht als mogelijk, en zo zwaar als nodig
is’ worden aangeboden, bieden we afgestemd op de vraag van de klant preventie in alle gradaties aan.
Hiermee willen we bereiken dat mensen:
• een gezonde en veilige omgeving hebben, waarbij de gezonde en veilige keuze de makkelijke en
aantrekkelijke keuze is.
• goede, betrouwbare, toegankelijke informatie over middelengerelateerde leefstijlfactoren. Deze
informatie is op maat en sluit aan bij hun belevingswereld en informatiebehoefte. Ze geeft tips en
handvatten, zodat mensen weerbaar worden en om leren gaan met verleidingen uit het dagelijks
leven.
• op tijd herkennen wanneer er middelengerela­teerde gezondheidsrisico’s zijn, waardoor mensen in
problemen dreigen te raken.
• gericht en tijdig kunnen worden geholpen wanneer sprake is van (lichte) problemen.
In onderstaand model worden deze principes van stepped care, de screening volgens het
stoplichtmodel en het basispakket verslavingspreventie samengevat:
A: Risicoinventarisatie (van omgeving of wijk)
Ondersteunen en
Faciliteren van fysieke
Omgeving
Gezonde fysieke
Omgeving
inrichten
B: Trendanalyse en advies
C: Signaleren collectieve gezondheidsrisico's
(agendasetting)
D: Voorlichten en bewustmaken in persoon
Voorlichten en
bewustmaken
E: Voorlichten en bewustmaken on line
Zelfredzaamheid
versterken
F: Ondersteunen/faciliteren professionals
Vroeg signaleren
en adviseren
G: Screenen en Advies geven FTF
H: Screenen en Advies geven on line
Er op tijd
bij zijn
I: deelname netwerken
Bieden van
lichte interventies
J: Psycho-eduactie en/of
korte training in persoon
K: Psycoeducatie en/of
korte training on line
Behandelen
Terugvalpreventie
Bijsturen
met preventie
Behandelen
Bijsturen met
Zelfhulp en zelfmanagement
Ik wens u veel lees- en bladerplezier en wellicht vormt dit boek een extra impuls om met ons in gesprek
te gaan over uw wensen met betrekking tot preventie.
Introductie
Verslavingspreventie: bewezen, betrouwbare basis
1
3
1. Domein Vrije Tijd 6
6
7
8
9
10
11
12
13
13
14
15
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4 Coffeeshops Jeugd- & Jongerenwerk Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Rapid Assesment en Response (RAR), veldonderzoek Outreachende Verslavingspreventie Moti-4 Veilig uitgaan & genotmiddelen Instructie Verantwoord Alcoholgebruik (IVA) Barcode Eerste Hulp bij Drank- en Drugsincidenten in het Uitgaanscircuit (EHBDU)
Uit in Zuid
2. Domein Onderwijs
16
16
18
19
2.1. De gezonde school en genotmiddelen
2.2 HBO en Universiteiten
3.1 Opvoedingsondersteuning
3. Domein Thuis
19
20
21
22
3.1.1 Triple P tieners (Positief Pedagogisch Programma) 3.1.2 Homeparty 3.2. Kinderen van Verslaafde Ouders (KVO)
4. Overkoepelend Domein 24
24
25
26
27
28
28
29
30
31
32
33
4.1 4.2
4.3
4.4 4.5 4.6 4.6.1. 4.6.2 4.7 4.8 4.9 Informatieverstrekking en advies
Voorlichtingsbijeenkomst Informatiemarkten, studiedagen en workshops Training en cursussen Consultatie Open en Alert: alcohol- en drugspreventie in risicosettings
Open en Alert voor de jeugdhulpverlening
Open en Alert voor LVB-settings
Campagnes Beleidsadvisering Preventieprogramma Vroegsignalering Alcohol (PVA) Hans Dupont Manager Verslavingspreventie Mondriaan
[email protected]
Oktober 2012
6
7
1. Domein Vrije Tijd
1.1
Coffeeshops
Het gebruik van cannabis onder jongeren is hoog.
De verkoop van cannabisproducten in gedoogde
coffeeshops vindt plaats onder voorgeschreven
omstandigheden. Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat
er geen verkoop aan minderjarigen plaatsvindt.
Excessief gebruik kan in sporadische gevallen tot
problemen leiden.
Resultaten
Gemeenten, coffeeshopexploitanten en -personeel,
buurtbewoners en politie.
- Binnen de lokale overlegstructuur is er
overeenstemming over het coffeeshopbeleid,
al dan niet vastgelegd in een convenant.
- Coffeeshoppersoneel heeft kennis over
middelen en vroegsignalering.
- Gebruikers zijn (door het personeel)
geïnformeerd over verantwoord gebruik.
- Informatiezoekend gedrag wordt gestimuleerd.
- Indien nodig wordt doorverwezen naar
de hulpverlening.
Doelstelling
Kritische succesfactoren
Intermediaire doelgroep
Het realiseren van een goede samenwerking met
bovenstaande doelgroep. Dit is noodzakelijk om
een goede afstemming te realiseren met
betrekking tot het beleid, om gedegen voor­
lichting en eventueel begeleiding te kunnen
bieden aan coffeeshopbezoekers.
Producten
In overleg met de samenwerkingspartners worden
één of meerdere van de volgende producten
ingezet:
- Veldonderzoek: het in kaart brengen van
coffeeshops en de aard van de bezoekers.
- Een cursus voor het personeel van
coffeeshops.
- Preventieactiviteiten in coffeeshops.
- Een preventieconvenant met coffeeshops.
- Het entameren van een coffeeshop­­samen­werkingsverband.
- Hasj-en wiet week: een selectieve
preventieve interventie.
- Regionale uitvoering van landelijke
publiekscampagnes.
8
1.2
Jeugd- & Jongerenwerk
Er is overleg met kerngemeenten over lokaal
beleid in het kader van dit programma. Er wordt
een samenwerkingsverband onderhouden met
relevante instellingen/instituten. Met de
exploitanten van de (gedoogde) coffeeshops en
andere relevante intermediairen vindt overleg
plaats over samenwerkingsmogelijkheden.
Het Jeugd- en Jongerenwerk is bij uitstek een
vindplaats voor jongeren die experimenteren met
genotmiddelen. Preventiemedewerkers worden
regelmatig geconsulteerd door jongerenwerkers.
Er is behoefte aan voorlichting en ondersteuning.
In dit kader wordt ook gewerkt met Open en Alert
(zie 4.6).
Intermediaire doelgroep
Jeugd- en jongerenwerkers en hun
leidinggevenden.
Doelstelling
Jeugd- en jongerenwerkers en hun leiding­
gevenden worden ondersteund bij het opzetten
van een drugs- of preventiebeleid. Hierbij worden
hen de benodigde kennis en vaardigheden
aangeleerd om problemen vroegtijdig te
signaleren en jongeren te kunnen begeleiden. Via
deze ondersteuning worden risicojongeren in het
Jeugd- en Jongerenwerk bereikt.
Producten
Resultaten
- Jeugd-en jongerenwerkers hebben meer
kennis over de verschillende middelen,
gebruik en verslaving.
- Jeugd-en jongerenwerkers hebben meer
kennis van en vaardigheden in het signaleren,
begeleiden en verwijzen bij (problematisch)
gebruik.
- Jeugd-en jongerenwerkers hebben
meer kennis over preventiemethodieken
en -materialen.
- Jeugd-en jongerenwerkers weten waar
en hoe ze kunnen doorverwijzen.
Kritische succesfactoren
Er zijn goede en regelmatige contacten met
jeugd- en jongerenwerkers. Jongerenwerkers
krijgen de tijd en middelen van hun eigen
organisatie om de geplande activiteit(en) met
(risico)jongeren uit te voeren. Jongeren worden
door jongerenwerkers actief benaderd om deel te
nemen aan activiteiten.
Het aanbod is gebaseerd op landelijk gebruikte
materialen (Trimbos Instituut). In overleg worden
één of meerdere van de volgende producten
aangeboden:
- Cursus/voorlichting over de verschillende
middelen, het gebruik en verslaving.
- Cursus/voorlichting over het signaleren,
begeleiden en verwijzen bij problematisch
gebruik.
- Cursus/voorlichting over
preventiemethodieken en materialen.
- Ondersteuning bij het opzetten van
preventiebeleid in het Jeugd- en
Jongerenwerk. - Ondersteuning bij het
opzetten van activiteiten voor jongeren.
9
1.3
Drugs Informatie en
Monitoring Systeem (DIMS)
DIMS is een service waarbij (uitgaans)drugs
worden getest. De aangeleverde drugs worden
naar de landelijke testservice gestuurd. De uitslag
wordt via een beveiligde website meegedeeld aan
de preventiewerker. Deze heeft voorafgaand aan
de test een gesprek met de aanvrager.
Rechtstreekse doelgroep
Potentiële, experimenterende en frequente
gebruikers van party- en smartdrugs.
Doelstelling
Het voorkomen van incidenten die zich kunnen
voordoen na gebruik van partydrugs. Zicht krijgen
op de belangrijkste verschuivingen in de
afzonderlijke drugsmarkten, in het soort gebruikte
drugs, andere wijzen van gebruik en in nieuwe
combinaties van drugs. Voorkomen dat
onwenselijke of riskante producten worden
geconsumeerd door informatie over de inhoud
van de aangeleverde pil beschikbaar te stellen.
Door middel van gesprekken de leverancier en
gebruiker voorzien van informatie en advies. Het
opstellen van een vast protocol en een
waarschuwingscampagne starten bij een lokale of
landelijke melding van een verontrustende uitslag
na analyse in het laboratorium (Red-Alert).
Activiteiten
Op afspraak op verschillende locaties in de regio:
- Contact met aanleveraars
- Informatieverstrekking
- Verzending
- Administratie/registratie
- Uitvoeren van Red Alert Campagnes
10
1.4
Rapid Assesment en
Response (RAR), veldonderzoek
Resultaten
Consumentenvoorlichting: de consument heeft
inzicht in hetgeen hij of zij gebruikt, kent de
analyse-uitslag van de aangeleverde pil en de
risico’s die gepaard gaan met het gebruik ervan.
De instelling en eventuele relevante partners zijn
bekend met relevante informatie over riskante
drugs of andere ontwikkelingen op de
gebruikersmarkt. In het geval van een
verontrustende uitslag worden er landelijke
waarschuwingcampagnes ‘Red Alert’ gevoerd.
Kritische succesfactoren
Bekendheid van de testservice onder
consumenten en intermediairen zoals jongerenen straathoekwerkers. Bekendheid met de risico’s
en de landelijk vastgestelde beheersmaatregelen.
De RAR is een vorm van actieonderzoek,
exploratief en inductief, met een doorlopend
proces van dataverzameling en analyse. De
beleidsrelevantie van de bevindingen heeft
prioriteit. De focus van de RAR ligt niet op
wetenschappelijke methodologische perfectie.
Het is een op de doelgroep toegespitst praktisch
instrument dat relatief snel ingezet en uitgevoerd
kan worden. De kracht van de RAR ligt met name
op het bij elkaar brengen van relevante gegevens
en kennis van verschillende - deels bestaande bronnen.
Rechtstreekse doelgroep
De doelgroep wordt bepaald in overleg met de
opdrachtgever en mogelijk de geformeerde
klankbordgroep. Voorbeelden: jongeren in het
uitgaanscircuit, jongeren op hangplekken of
jongeren in bepaalde wijken.
Doelstelling
In een relatief korte periode van 6 tot 8 maanden
inzicht krijgen in een bepaalde problematiek en de
verspreiding hiervan in een bepaald gebied of
regio. Het doen van aanbevelingen op het gebied
van interventies, voorzieningen en regels.
Activiteiten
De RAR maakt gebruik van een mix van veel
gebruikte onderzoeksmethoden. Hiermee wordt
een betrouwbaar beeld gegeven van een
complexe problematiek. De volgende methoden
zijn in hierin opgenomen: - Literatuuronderzoek (lokaal, regionaal
en landelijk).
- Open en gesloten interviews met
sleutelfiguren in de stadsdelen, het
professionele netwerk en met de
rechtstreekse doelgroep jongeren.
- Praktijkobservaties.
- Focusgroepen met jongeren en sleutelfiguren.
Tijdsinvestering
De RAR wordt in een periode van zes maanden
in drie fasen uitgevoerd:
Opstartfase:
2 maanden (literatuuronderzoek,
netwerkontwikkeling en operationalisatie
onderzoek)
Onderzoeksfase:
3 maanden (veldwerk)
De analysefase:
1 maand (analyse van gegevens en
eindrapportage)
Gemiddeld betreft het een tijdsinvestering van
420 uur, verdeeld over de drie fases. Het kan
noodzakelijk zijn het aantal uren bij te stellen
afhankelijk van de omvang van de opdracht.
Resultaten
De RAR:
- geeft op een kwalitatieve manier inzicht
in de lokale stand van zaken wat betreft het
problematisch gebruik van alcohol en andere
drugs.
- verkent de mogelijkheden voor preventie.
- creëert draagvlak voor preventie.
- doet aanbevelingen op het gebied van
interventies, voorzieningen en regels.
Kritische succesfactoren
- Een goede samenwerkingsrelatie met
o.a. welzijnswerk, politie, gemeente.
- Bekendheid met relevante sleutelfiguren.
- Samenstellen van een klankbordgroep.
- Volgen landelijke ontwikkelingen.
11
1.5
Outreachende
Verslavingspreventie
1.6
Moti-4
Een deel van de jongeren die hun vrije tijd
doorbrengen op straat worden niet of slecht
bereikt door instellingen voor preventie met
betrekking tot signalering van middelengebruik.
Zij worden ook niet bereikt via projecten op
school of door het verenigingsleven. Met name
deze jongeren vormen een risicogroep. Ook
wetenschappelijke onderzoeken, o.a. door
Hazekamp (1985)1, stellen vast dat vaak
laagopgeleide jongeren behoefte hebben aan
plekken waar geen toezicht is. Dit geringe
toezicht door volwassenen gecombineerd met
een sterke groepsvorming zouden aanleiding
kunnen geven tot riskant experimenteergedrag.
Producten
Rechtstreekse doelgroep
Resultaten
Jongeren in de leeftijd van 12 tot 24 jaar, die
experimenteren met alcohol, andere drugs of
gokken en die niet bereikt worden via reguliere
kanalen en bestaande activiteiten. Er kan sprake
zijn van beginnend problematisch gebruik.
Excessieve harddruggebruikers- en verslaafden
behoren niet tot de doelgroep.
Doelstelling
Voorkomen dat experimenteren ontaardt in
problematisch gebruik of afhankelijkheid.
Jongeren duidelijk maken dat de risico’s van
gebruik van genotmiddelen in de middelen zelf
zitten, maar ook in de persoon die gebruikt en in
de omgeving waarin die persoon zich bevindt.
Jongeren voorlichten over de risico’s van
genotmiddelen. Gebruik kan soms (direct)
onherstelbare schade aan de gezondheid
opleveren, mede afhankelijk van de mate van
gebruik en van het gebruikte middel.
Er wordt een integraal aanbod gedaan. Dit aanbod
wordt, in samenwerking met andere instellingen,
afgestemd op de jongeren en ingebed in het
bredere preventieaanbod van Mondriaan.
Mogelijke producten zijn: - Veldonderzoek.
- Informatie en advies (laagdrempelig
aanbod op locatie).
- Consultatie.
- Peer- education.
Jongeren (bij voorkeur uit de doelgroep)
geven voorlichting aan leeftijdgenoten.
- Voorlichting op maat.
Jongeren worden buiten school om bereikt met
voorlichting over genotmiddelen. Jongeren
hebben meer informatie over genotmiddelen,
gebruik en misbruik. Jongeren worden geprikkeld
om na te denken over het eigen gebruik van
genotmiddelen. Jongeren krijgen de kans
individueel te praten over eigen gebruik met een
medewerker verslavingspreventie. Indien nodig
vindt een adequate verwijzing naar de
hulpverlening plaats.
Kritische succesfactoren
Samenwerking met die instellingen die in dezelfde
regio met risicojongeren werken.
Inbedding in de samenhangende preventieaanpak
van Mondriaan gericht op jongeren in hun
leefomgeving, binnen de drie domeinen die van
jongeren van bijzonder belang zijn:
school, thuis en vrije tijd.
1. Hazenkamp, J.L. (1985)
Rondhangen als tijdverdrijf.
Amsterdam: VU-Uitgeverij
12
Moti-4 is een geïndiceerd preventieaanbod
bestaande uit 4 gesprekken. Het uiteindelijke doel
is problematisch gebruik voorkomen en waar
mogelijk terug te dringen. Jongerenbegeleiders
en hulpverleners signaleren dat er veel jongeren
zijn die nog niet verslaafd zijn, maar waarbij het
middelengebruik wel problematische vormen
dreigt aan te nemen. De stap naar hulpverlening is
voor deze jongeren vaak te groot, of er is (nog)
geen sprake van problematisch gebruik/
verslaving. In het vier-gesprekken-traject wordt
de jongere bewogen om het eigen gebruik kritisch
te onderzoeken. Het traject wordt op maat
uitgestippeld. Het vier-gesprekken-traject is een
preventief aanbod en geen hulpverleningsaanbod.
Het kan wel dienen als voorportaal voor de
hulpverlening.
Doelgroep
Jongeren van 14 tot 24 jaar, waarvan bekend is
dat ze op een (beginnend) problematische manier
bezig zijn met middelengebruik, gokken of gamen.
Kenmerken
-
-
-
-
Flexibel en laagdrempelig
Gesprekken op maat
Brugfunctie naar de hulpverlening
Betrekken van verwijzers en ouders
Doelstelling
- Jongere krijgt inzicht in eigen gebruik
- Jongere krijgt meer kennis over het middel
en gevolgen van gebruik
- Jongere denkt na over wat hij wil met zijn
gebruik (bewustwording)
- Jongere krijgt handvatten om nu of in de
toekomst zijn gebruik te verminderen of zelfs
ermee te stoppen
- Jongere is versterkt in zelfvertrouwen en
denkt na over levensdoelen
- Verwijzers/ouders worden kundiger
in begeleiden van de jongere
- Jongere wordt eventueel doorverwezen,
overgedragen aan hulpverlening/overige
begeleiding.
Resultaten
- Er wordt preventief ingespeeld op
problematisch gebruik van jongeren
- Er bestaat een laagdrempelig, vroegtijdig
interventieaanbod bij middelengebruik voor
problematisch gebruikende jongeren
- De stap naar hulpverlening voor deze jongeren
wordt minder hoogdrempelig of er is (nog)
geen sprake van problematisch gebruik/
verslaving
Het preventief aanbod dient als voorportaal voor
de hulpverlening en concentreert zich rond het
leefgebied middelengebruik.
Kritische succesfactoren
Alle preventiemedewerkers werken volgens de
handleiding van Moti4. Bij grotere problematiek
op andere leefgebieden dient men hiervoor door
te verwijzen. Wanneer de jongere reeds elders
hulpverlening of begeleiding ontvangt dient er
een goede terugkoppeling en taakverdeling plaats
te vinden.
Kwaliteit en effectiviteit
Beoordeling I Theoretisch goed onderbouwd
Datum beoordeling 12-04-2012
Omschrijving beoordeling
Moti-4 is een interventie die beginnend
problematisch middelengebruik/gokgedrag
of gamegedrag bij jongeren van 14-24 jaar wil
terugdringen. De commissie vindt de interventie
goed beschreven en verantwoord en een goed
aanknopingspunt om gedrag te beïnvloeden.
De commissie erkent de interventie als
Theoretisch goed onderbouwd.
13
1.7 Veilig uitgaan &
genotmiddelen
In het uitgaanscircuit gebruiken jongeren alcohol
en andere drugs. Riskant middelengebruik leidt
tot gezondheidsrisico’s en kan allerlei ernstige
gevolgen hebben, zoals verkeersongevallen en
gewelddelicten. Deze risico’s worden vaak
onderschat.
Rechtstreekse doelgroep
Jongeren van 12 tot 24 die bij het uitgaan drugs
(willen gaan) gebruiken.
Intermediaire doelgroep
Politie, horecapersoneel, horecaondernemers,
portiers en personeel van spoedeisende
hulpdiensten zijn belangrijke intermediairen en
samenwerkingspartners.
Doelstelling
Jongeren van 12 tot 24, die bij het uitgaan drugs
(willen gaan) gebruiken, stimuleren om informatie
en eventueel hulp te zoeken. Bekendheid geven
aan de landelijke website www.uitgaanendrugs.nl
(Trimbos Instituut) als betrouwbare
informatiebron.
Bewustwording bij deze doelgroep van de risico’s
van middelengebruik tijdens het uitgaan.
Riskant middelengebruik voorkomen.
14
1.7.1 Instructie Verantwoord
Alcoholgebruik (IVA)
Producten
- Basiscursus over middelenkennis voor
intermediairen.
- Cursus EHBD-u (zie 1.7.3). - Deelname aan structureel netwerkoverleg. - Beleidsadvies inzake veilig uitgaan en
horecaconvenanten.
- Uitzetten van informatiemateriaal voor
bezoekers van uitgaansgelegenheden.
- Trainen van barpersoneel door middel van de
Instructie Verantwoord Alcoholgebruik en
BARCODE Cursus (zie 1.7.2).
- Trainen en inzetten van peers
(leeftijdsgenoten) bij grote feesten en
evenementen (zie 1.7.4).
- Consultatie aan samenwerkingspartners.
- DIMS (Drugs Informatie en Monitoring
Systeem, zie 1.3).
- Themagerichte campagnes (zie 4.7).
Resultaten
Eigenaren en ondernemers van
horecagelegenheden beschouwen Mondriaan als
expertisecentrum op het gebied van alcohol- en
drugspreventie.
De IVA is een landelijk gestandaardiseerde
instructie met een verplichtend karakter. De IVA
wordt afgesloten met een certificaat. Volgens de
Drank -en Horecawet dient horecapersoneel in
het bezit te zijn van dit certificaat.
Intermediaire doelgroep
Het barpersoneel van paracommerciële
instellingen met name in het sociaal-cultureel
werk, sportverenigingen, scholen en
studentenverenigingen.
Doelstelling
Het bevorderen van kennis ten aanzien van
verantwoord alcohol schenken, conform de
Drank- en Horecawet. Het volgens deze wet
kwalificeren van horecapersoneel.
Resultaten
Gekwalificeerd barpersoneel.
De doelgroep heeft in toenemende mate
kennis over:
- de Drank- en Horecawet
- alcohol en alcoholgebruik
- verantwoord schenken.
Kritische succesfactoren
Gemeenten dienen zich bewust te zijn van
hun taak t.a.v. deze wettelijke maatregel.
Een goede samenwerkingsrelatie met
het welzijnswerk.
Positieve evaluaties door de doelgroep.
Activiteiten
Aanmeldingsgesprek
Voorbereiding
Reistijd
Uitvoering
Registratie/administratie/certificering
Kritische succesfactoren
- Samenwerkingspartners wachten
incidenten niet af.
- Activiteiten vinden plaats binnen een
preventieve en integrale aanpak.
- Samenwerkingspartners dragen
maatschappelijke verantwoordelijkheid.
- Samenwerking met organisatoren van
horecanetwerken, evenementen en feesten.
15
1.7.2 Barcode
De Barcode is een landelijk gestandaardiseerde
instructie. De Barcode wordt afgesloten met een
certificaat. De Barcode is een prima aanvulling/
invulling van lokaal alcoholbeleid.
Intermediaire doelgroep
Het barpersoneel van commerciële bedrijven.
Doelstelling
Het bevorderen van kennis ten aanzien van
verantwoord alcohol schenken, conform de
Drank- en Horecawet. Het volgens deze wet
kwalificeren van horecapersoneel.
Activiteiten
Aanmeldingsgesprek
Voorbereiding
Reistijd
Uitvoering
Registratie/administratie/certificering
Voor mensen die werken in het uitgaanscircuit is
het belangrijk te weten welke drugs er gebruikt
worden, op welke manier alcohol gebruikt wordt
en hoe ze kunnen omgaan met problemen en
acute gezondheidsverstoringen.
Intermediaire doelgroep
De EHBDU cursus is een landelijk gestandaar­
diseerde cursus voor horecamedewerkers,
securitypersoneel, taxichauffeurs, EHBO mede­
werkers en anderen die werkzaam zijn in het
uitgaanscircuit.
Doelstelling
Gekwalificeerd barpersoneel.
De doelgroep heeft in toenemende mate
kennis over:
- de Drank-en Horecawet
- alcohol en alcoholgebruik
- verantwoord schenken.
• Het bevorderen van kennis ten aanzien van
drank- en drugsgebruik in het uitgaanscircuit.
• Vergroten van kennis over de invloed van
omgevingsfactoren en persoonlijke factoren
op gezondheid.
• Vergroten van kennis over mogelijke
gezondheidsverstoringen die mede door
drank- en drugsgebruik veroorzaakt worden.
• Vergroten van kennis over hoe adequaat hulp
te bieden als er drank- of drugsgebruik in het
spel is.
Kritische succesfactoren
Activiteiten/ onderdelen van de cursus
Kwaliteit en effectiviteit
• Genotmiddelen & Gezondheidsverstoringen.
Genotmiddelen die gebruikt worden in
het uitgaansleven.
De werking van genotmiddelen in
het lichaam: signalen.
Uitgaansscènes en trends in gebruik.
Resultaten
Gemeenten dienen zich bewust te zijn van hun
taak t.a.v. deze cursus als integraal onderdeel van
hun aanpak. Een goede samenwerkingsrelatie met
het welzijnswerk. Positieve evaluaties door de
doelgroep.
Beoordeling
Theoretisch goed onderbouwd
Datum beoordeling
14-09-2010
Omschrijving beoordeling
Barcode richt zich op horecapersoneel met als
doel dat het personeel een bijdrage levert aan het
voorkomen van riskant gebruik van alcohol en
drugs en het beperken van eventuele negatieve
gevolgen voor de gebruiker en diens omgeving.
16
1.7.3 Eerste Hulp bij
Drank- en Drugsincidenten in het
Uitgaanscircuit (EHBDU)
Resultaten
Gekwalificeerd personeel.
De doelgroep weet hoe te handelen bij alcohol- en
drugs gerelateerde incidenten.
Kritische succesfactoren
Bewustheid van gemeenten en
evenementenorganisaties over het belang van
veilig uitgaan en de rol van omgevingsfactoren en
genotmiddelen hierin.
Een goede samenwerking met EHBO
verenigingen en het uitgaansleven.
1.7.4 Uit in Zuid
In het uitgaansleven vindt onder jongeren veel
recreatief gebruik van alcohol en drugs plaats.
Onder de noemer “Uit in Zuid” zetten wij peers
(leeftijdgenoten) in om jongeren voor te lichten
over genotmiddelen.
Doelgroep
Jongeren in het uitgaanscircuit. Bezoekers van
festivals en buurtevenementen.
Doelstelling
- Het bevorderen van kennis over
genotmiddelen bij bezoekers
- Onderhouden van netwerk met grote festivals
- Profileren van de afdeling verslavingspreventie
bij uitgaande jongeren
- Bekend maken van preventief aanbod van
verslavingspreventie
Activiteiten
De activiteiten rondom Uit in Zuid zijn geclusterd
in Veiligheid, Voorlichting en Voorschriften.
• Veiligheid
-DIMS (zie 1.3)
-Cursus EHBDU (zie 1.7.3)
• Voorlichting
-Preventieve activiteiten (op maat)
tijdens het festivalseizoen
-Campagnes
• Voorschriften
-Barcode cursus (zie 1.7.2)
-Instructie Verantwoord Alcoholschenken
(zie 1.7.1)
Overkoepelend nemen we nog deel aan de
werkgroep evenementen van het Trimbos
Instituut.
Resultaten
- Bezoekers van festivals en buurtevenementen
zijn bekend met de afdeling
verslavingspreventie van Mondriaan
- Bezoekers hebben toegenomen kennis over
de risico’s van genotmiddelengebruik
Kritische succesfactoren
- Goed netwerk met organisaties die peers
leveren (hogescholen, jongerenwerk)
- Organisatoren van festivals en evenementen
zien het belang in van middelenvoorlichting
binnen hun setting
- Peers zijn getraind in het uitdragen van
de preventieboodschap
• Acute situaties en eerste hulp.
Specifieke risico’s en acute gevaren van
alcohol- en drugsgebruik.
Houding van de hulpverlener.
Bieden van adequate eerste hulpverlening.
17
2. Domein Onderwijs
2.1. De gezonde school en
genotmiddelen
Voor scholen die aandacht willen schenken aan
alcohol, tabak en drugs is er het preventie­
programma De gezonde school en genotmiddelen
(DGSG). DGSG bestaat al meer dan 20 jaar en is
ontwikkeld door het Trimbos-instituut. De kracht
van DGSG is de brede opzet. Naast voorlichting
aan leerlingen is er aandacht voor een goed
schoolbeleid en het betrekken van ouders.
Ook is er binnen het programma speciale
aandacht voor het signaleren en begeleiden van
leerlingen die problematisch alcohol of drugs
gebruiken. Deze gezamenlijke aanpak op school
maakt jongeren weerbaar op het gebied van
alcohol, roken en drugs.
Activiteiten
Intermediaire doelgroep
De school heeft een beleid over genotmiddelen
geïntegreerd in het schoolgezondheidsbeleid.
Docenten hebben kennis over de meest gebruikte
genotmiddelen. Zij kunnen gebruik signaleren en
kennen de verwijsmogelijkheden. Ouders zijn
actief betrokken bij de gezonde school en
genotmiddelen.
Docenten, directie, onderwijsondersteunend
personeel en ouders.
Rechtstreekse doelgroep
• Groep 7 en 8 van het basisonderwijs
• Voortgezet onderwijs
• Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO)
Het programma richt zich op zowel leerlingen,
ouders, als het schoolpersoneel.
18
Scholen krijgen bij de uitvoering van DGSG
ondersteuning van de afdeling verslavings­
preventie. Deze ondersteuning kan bestaan uit:
• Instructie van scholing en docenten.
• Ouderavonden en oudercursussen.
• Ondersteuning bij het invoeren van
een schoolreglement over genotmiddelen.
•Consultatie.
• Variërend lesaanbod:
-Elektronische leeromgeving
-Lesboekjes
-Workshops
Resultaten
Kritische succesfactoren
Bekendheid bij scholen met de gezonde school
en genotmiddelen.
Samenwerking en goede afstemming met o.a.
GGD’en, RIAGG’s en andere samenwerkings­
partners die gericht zijn op schoolgezondheids­
beleid.
Kwaliteit en effectiviteit
Kwaliteit en effectiviteit
Theoretisch goed onderbouwd
Onder voorbehoud theoretisch goed onderbouwd
Beoordeling
Beoordeling
Datum beoordeling
Datum beoordeling
Omschrijving beoordeling
Omschrijving beoordeling
12-04-2012
De gezonde school en genotmiddelen
basisonderwijs is een lesprogramma voor
groep 7 en groep 8 van de basisschool. Het doel
is om met interactieve voorlichting te bereiken
dat leerlingen niet beginnen met roken en het
gebruik van alcohol uitstellen. De commissie
vindt het een leuke interventie met aansprekende
werkvormen. De commissie heeft De gezonde
school en genotmiddelen basisonderwijs erkend
als Theoretisch goed onderbouwd.
13-12-2011
De interventie De gezonde school en
genotmiddelen voor het MBO (www.mborokendrinkendrugs.nl) richt zich op jongeren in
het middelbaar beroepsonderwijs (16-25 jaar).
Het doel is alcohol- en drugsgebruik bij deze
jongeren te voorkomen, beperken en
verminderen.
Kwaliteit en effectiviteit
Beoordeling
Theoretisch goed onderbouwd
Datum beoordeling
06-06-2006
Omschrijving beoordeling
Beoordeeld door het Panel
Jeugdgezondheidszorg en Preventie, welke
is opgegaan in de Erkenningscommissie.
De interventie ‘De gezonde school en
genotmiddelen’ is door het panel beoordeeld
als ‘deels effectief’. Aangescherpte criteria voor
bewezen effectiviteit maken een herbeoordeling
door de Erkenningscommissie noodzakelijk.
In afwachting daarvan is het paneloordeel
‘deels effectief’ hier vervangen door ‘theoretisch
goed onderbouwd’. Zie voor meer informatie
de Databank Effectieve Jeugdinterventies
19
3. Domein Thuis
2.2 HBO en Universiteiten
Studenten van HBO en Universiteit vormen
een doelgroep als het gaat over preventie van
middelengebruik, gokken en gamen. Zij zijn ook
de toekomstige intermediairen in het beroepen­
veld, een reden om hun goed toe te rusten met
kennis over genotmiddelen en het omgaan met
verslavingsgerelateerde problematiek.
Doelgroep
Studenten, directie en leidinggevenden, docenten
en overige medewerkers aan HBO scholen en
Universiteiten.
Doelstelling
Het signaleren, begeleiden en verwijzen
van studenten met problemen rondom
genotmiddelen. Kennisvermeerdering bij
studenten over de werkwijze van
verslavingspreventie: het informeren van
de toekomstige intermediairen.
Het ontwikkelen en actueel houden van een
genotmiddelenbeleid dat zowel medewerkers
als studenten handvatten biedt om met
genotmiddelengebruik om te gaan.
20
3.1 Opvoedingsondersteuning
Activiteiten
Resultaten
Workshops en evenementen.
Werving van jongeren voor het peerproject.
(zie 1.7)
Opgroeiende jongeren komen voor de keuze
te staan of zij al dan niet met drugs willen
experimenteren. Het goed begeleiden van deze
experimenteerfase is van eminent belang. Ouders
spelen hierbij een belangrijke rol. Uit vragen die
ouders/opvoeders stellen aan de afdeling
preventie blijkt dat zij zich vaak onzeker voelen in
hun opvoedingsactiviteiten met betrekking tot het
gebruik van genotmiddelen door (hun) kinderen.
Resultaten
Intermediaire doelgroep
Kritische succesfactoren
Deskundigheidsbevordering voor docenten,
mentoren en studentbegeleiders.
Deskundigheidsbevordering voor studenten.
Consultatie.
Kennis over genotmiddelen bij studenten is
toegenomen: Studenten zijn kritisch over hun
eigen gebruik en kunnen dit onderbouwen.
Kennis over preventie bij studenten is
toegenomen: Studenten weten hoe zij in hun
toekomstige beroep om kunnen gaan met
genotmiddelengebruik.
Docenten en studentbegeleiders zijn toegerust in
kennis over genotmiddelen en vroegsignalering.
Indien nodig kan er een doorverwijzing gedaan
worden naar de hulpverlening.
Kritische succesfactoren
HBO en Universiteiten zijn bekend met de
afdeling verslavingspreventie.
Voldoende PR mogelijkheden voor de
preventieafdeling.
Kennis van scholen en hun gezondheidsbeleid.
Ouders en opvoeders van jongeren in de leeftijd
van 12 tot 24 jaar, die nog geen alcohol of andere
drugs gebruiken of hiermee experimenteren.
Ouders zijn beter geïnformeerd en daarmee
beter in staat het onderwerp alcohol en drugs
te bespreken.
Ouders zijn vaardiger in het communiceren met
hun kinderen, in het bijzonder wat betreft alcohol
en andere drugs. Ouders zijn zich bewust van hun
mogelijkheden om hun kinderen te begeleiden als
er sprake is van middelengebruik.
Goede samenwerking met Centra voor Jeugd en
Gezin en andere opvoedingsondersteunings­
punten in regio, stad of wijk.
Doelstelling
Het vermeerderen van kennis over de
verschillende middelen, het gebruik en verslaving.
Ouders en opvoeders ondersteunen en hand­
vatten aanreiken in het communiceren met hun
kinderen. Ouders en opvoeders bewust maken
van de mogelijkheden om hun kinderen te
begeleiden als er sprake is van middelengebruik.
Activiteiten
- Informatieverstrekking en consultatie.
-Ouderavonden.
- Cursus ‘Uw puber en alcohol, roken en blowen’
(3 bijeenkomsten).
- Cursus ‘Alcohol, drugs en opvoedings­
ondersteuning’ (5 bijeenkomsten).
Homeparty (zie 3.1.2)
- Triple p tieners (zie 3.1.1).
- Landelijk netwerkoverleg.
21
3.1.1 Triple P tieners
(Positief Pedagogisch Programma)
Triple P voor tieners maakt deel uit van een
programma voor opvoedingsondersteuning aan
ouders met kinderen in de leeftijd van 12 - 16 jaar.
Het is een laagdrempelig en integraal programma
waarbij preventie van (ernstige) emotionele- en
gedragsproblemen bij kinderen centraal staat.
Triple P bevordert competent ouderschap. Inzet
van Triple P tieners binnen de verslavingszorg is
door het Trimbos Instituut onderzocht.
Verslavingspreventie Mondriaan nam deel aan dit
onderzoek. Het onderzoek heeft uitgewezen dat
Triple P tieners goed past binnen het aanbod van
de verslavingspreventie en dat deze werkwijze
significant positieve effecten op kindgedrag,
opvoedingsvaardigheden en middelengebruik
heeft.
Intermediaire doelgroep
3.1.2 Homeparty
Resultaten
Competenter opvoedingsgedrag bij het omgaan
met gedrag- en faseproblemen.
Minder gebruik van dwingende en negatieve
disciplinevormen.
Betere communicatie over opvoedingskwesties
tussen ouders onderling.
Minder opvoedingsstress.
Kritische succesfactoren
Goede samenwerking met Centra voor jeugd en
gezin en andere opvoedingsondersteuningspunten
in regio, stad of wijk.
Positieve evaluaties en onderzoeksresultaten.
Bekendheid van dit aanbod bij relevante
intermediairen.
Bekendheid van dit aanbod bij ouders.
Ouders van kinderen tussen 12 en 16 jaar.
Doelstelling Preventie van (ernstige) emotioneleen gedragsproblemen bij kinderen door het
bevorderen van competent ouderschap en
zelfvertrouwen van ouder, mede daar waar het
gaat om genotmiddelen.
Kwaliteit en effectiviteit
Activiteiten
Oordeel
-Werving.
- Uitvoering Triple P tieners, niveau 3
(4 individuele gesprekken met ouder(s)).
- Uitvoering Triple P tieners,
niveau 4 (vanaf 2013).
-Evaluatie.
- Deelname aan landelijk overleg.
Theoretisch goed onderbouwd
06-06-2006
http://www.nji.nl
Erkenning
Erkend door Panel Jeugdgezondheidszorg
en Preventie d.d. 06/06/2006
Theoretisch goed onderbouwd
Een homeparty is een methode om moeilijk
bereikbare (autochtone en allochtone) ouders
voor te lichten. Dit gebeurt op een laagdrempelige
manier door middel van bijeenkomsten in de
thuissituatie. De gastouder nodigt daarbij zelf
andere ouders uit. Vaak wordt dit product ingezet
bij wijkgericht werken.
Intermediaire doelgroep
Ouders van jongeren tussen 10 en 16 jaar.
Doelstelling Moeilijk bereikbare ouders
voorlichten over middelengebruik.
Kwaliteit en effectiviteit
Beoordeling
Theoretisch goed onderbouwd
Datum beoordeling
17-12-2009
Omschrijving beoordeling
De interventie Homeparty is door de commissie
erkend als een theoretisch goed onderbouwde
wervingsmethode. De interventie richt zich op
moeilijk bereikbare ouders en licht hen voor over
genotmiddelengebruik bij jongeren.
Activiteiten
Voorbereiding
Werving
Programma
Uitvoering
Evaluatie/vervolg
Administratie/registratie
Resultaten
De feitelijke en betrouwbare kennis bij ouders
m.b.t. alcohol, andere drugs, gokken en gamen is
toegenomen. Ouders weten waar ze meer
informatie kunnen vinden over middelen.
Ouders kennen tips voor het bespreekbaar maken
van het gebruik van middelen binnen de
opvoeding.
De genoemde doelgroep is in voldoende mate
bekend met het aanbod en de hulpverlenings­
mogelijkheden van de Verslavingszorg van
Mondriaan.
Kritische succesfactoren
Voldoende ouders die hun huis willen openstellen.
Goede samenwerkingsrelatie met diverse
instellingen op wijkniveau.
Positieve evaluaties door de doelgroep.
22
23
3.2. Kinderen van Verslaafde Ouders
(KVO)
Onderzoek wijst uit dat één op de drie kinderen
van ouders met verslavingsproblemen vroeg of
laat zelf ook ernstige psychische of
verslavingsproblemen ontwikkelt.
Intermediare doelgroep
Alle personen uit de omgeving van deze kinderen,
zoals (pleeg)ouders, familieleden of professionals.
(Eind)doelgroep
Kinderen in de leeftijd van 0-24 jaar met
verslaafde ouders.
Doelstelling
Voorkomen dat deze kinderen psychische en/of
verslavingsproblemen.
Activiteiten
De preventieactiviteiten zijn gericht op
verschillende leeftijdsgroepen. Centraal staan
de beschermende factoren. Ook bij ouders staan
deze factoren centraal.
Aan de cursussen nemen ook Kinderen van
Ouders met Psychische Problemen (KOPP) deel.
Voor kinderen en jongeren.
- Preventie op maat gesprek (individuele
gesprekken) voor kinderen van verslaafde
ouders.
- Cursus voor deze kinderen in de leeftijd van
4-8 jaar in de wijk: Piep zei de Muis.
Deze cursus bestaat uit vijftien bijeenkomsten
voor kinderen, vier voor hun ouders.
- Cursus voor deze kinderen in de leeftijd van
8-12 jaar. Deze Doe-Praatgroep bestaat uit
acht bijeenkomsten voor kinderen en een
bijeenkomst voor hun ouders.
- Cursus voor deze kinderen in de leeftijd van
12-16 jaar. Deze Tiener/Pubergroep bestaat uit
acht bijeenkomsten voor kinderen en een
bijeenkomst voor hun ouders.
- Themabijeenkomsten voor jongeren vanaf
16 jaar. Het zijn acht themabijeenkomsten.
24
Voor ouders
- Preventie op maat gesprek voor ouders met
een middelenprobleem en voor pleegouders
van kinderen van verslaafde ouders.
- Moeder- kind begeleiding. Deze interventie
richt zich op (aanstaande) moeders met een
psychisch en/of verslavingsprobleem met een
kind jonger dan 10 maanden. Doel is het
positieve contact tussen moeder en kind te
verbeteren.
- Kleintje KOPP/KVO is voor aanstaande ouders
en ouders met kinderen tot 18 maanden.
Ondersteuning vindt plaats met de cursus: “Als
je pas een baby hebt.” Deze cursus bestaat uit
acht bijeenkomsten van twee uur.
- Voorlichting aan ouders met een
middelenprobleem
- KopOpOuders face-to-face groep. Een
ouderondersteuningsgroep bestaande uit acht
bijeenkomsten.
- E-healthprogramma KopOpOuders in
samenwerking met het Trimbos-Instituut.
Dit is een stepped-care programma voor
ouders met stress, psychische en/of
verslavingsproblemen. Het biedt een
informatieve website met video’s, een forum.
•Kortdurende e-mailondersteuning
•KopOpOuders 0nline zelfhulpcursus
bestaande uit vijf modules voor
de individuele ouder.
•KopOpOuders online groepsinterventie
bestaande uit acht bijeenkomsten.
Voor hulpverleners en andere betrokken
Resultaten
• De ontwikkeling van psychische en/of
verslavingsproblematiek wordt voorkomen
door al om een vroeg stadium contacten te
leggen met deze zeer kwetsbare doelgroep en
bovenstaande activiteiten aan te bieden en zo
de risicofactoren te verminderen en de
beschermende factoren te versterken.
• Het isolement waarin kinderen en ouders soms
zitten, wordt doorbroken.
• Ouders en professionals hebben handvatten
om kinderen te begeleiden en door te
verwijzen
• De omgeving is op de hoogte van de
risicofactoren die een kind kwetsbaar maken
voor het ontstaan van problemen.
De omgeving weet hoe zij het kind tegen deze
problemen kunnen beschermen.
• Er is een lage drempel voor eventuele
hulpverlening.
• Er is een goede samenwerking tussen alle
personen die bij het kind betrokken zijn.
Kwaliteit en effectiviteit
Theoretisch goed onderbouwd
19-02-2010
KopOpOuders is een online cursus voor ouders en
partners van ouders met psychische en/of
verslavingsproblemen met minimaal één kind in
de leeftijd van 1-18 jaar. De cursus is gericht op het
bevorderen van het psychosociaal welbevinden
van de kinderen door vergroting van de
opvoedcompetentie van de ouders. De cursus
bestaat uit 8 wekelijkse bijeenkomsten van
anderhalf uur in een gesloten chatbox. Zes weken
na de afronding volgt een terugkombijeenkomst.
Kritische succesfactoren
Samenwerking met het programma Kinderen van
Ouders met Psychische Problemen (KOPP) van
Mondriaan Kinderen & Jeugdigen, Riagg
Maastricht en Orbis GGZ. Samenwerking met het
welzijnswerk bij de activiteit ‘Piep zei de Muis’.
Bekendheid van het product bij verwijzende
instellingen.
Voldoende draagvlak bij subsidiërende instanties.
Goede ketenzorg voor jeugdigen.
- Consultatie aan professionals in
de vorm van een casuïstiekbespreking.
- Voorlichting aan professionals
- Scholing en deskundigheidsbevordering voor
professionals binnen en buiten Mondriaan
25
4. Overkoepelend Domein
4.1 Informatieverstrekking
en advies
Het gaat hierbij meestal om eenmalige,
informatieve contacten zowel face to face, als
telefonisch of per e-mail.
De inhoud van de contacten betreft:
- voorlichting in gesprekken aan ouders (vaak
met een kind) over middelen en/of zo nodig
motivering tot verdere hulpverlening.
- algemene informatieverstrekking over
middelen en hun effecten.
- advies over het gebruik en risicobeperking.
- uitleen van materialen en folderverstrekking.
Daarnaast:
- Informatie over het aanbod van de
Verslavingszorg.
- Zelf afhandelen van vragen of eventueel
doorverwijzen naar andere afdelingen of
instellingen.
- Inlichten van de media op basis van
actualiteiten.
Rechtstreekse doelgroep
Inwoners van Zuid-Limburg, inclusief eigen
medewerkers en media, die vragen hebben op
het gebied van middelen, het gebruik, preventie
en het hulpverleningsaanbod.
4.2
Voorlichtingsbijeenkomst
Resultaten
De gestelde vragen worden accuraat beantwoord
of doorverwezen. De genoemde doelgroep is in
toenemende mate bekend met het aanbod en de
hulpverleningsmogelijkheden van de
Verslavingszorg van Mondriaan.
Kritische succesfactoren
De Verslavingszorg van Mondriaan dient bekend
te zijn bij het algemene publiek. De drempel om
gebruik te kunnen maken van dit product dient
laag te zijn.
Een voorlichtingsbijeenkomst is een eenmalige
bijeenkomst op verzoek van een groep vraag­
stellers. Volgens een standaard programma wordt
informatie verstrekt. De bijeenkomsten vinden
meestal plaats op de locatie van de vraagsteller.
Rechtstreekse doelgroep
Algemene publieksgroepen die vragen hebben
over genotmiddelen en het gebruik ervan.
Doelstelling
- Het vergroten van kennis over en inzicht
in middelengebruik, in speciale preventie­
projecten en hulpverleningsmogelijkheden.
- Het waar mogelijk aanreiken van handvatten
aan intermediairen met betrekking tot de
opvoeding en begeleiding van kinderen en
jongeren die middelen gebruiken.
Activiteiten -Aanmeldingsgesprek
-Programma-afstemming/
materiaalontwikkeling
-Uitvoering
- Reistijd -Registratie/administratie
Resultaten
De doelgroep:
- heeft in toenemende mate kennis over
de verschillende middelen en hun effecten,
gebruik en verslaving.
- is aangezet tot meningsvorming over
de genotmiddelen, gebruik en verslaving.
- is in toenemende mate bekend met het
aanbod en de hulpverleningsmogelijkheden
van de Verslavingszorg van Mondriaan.
Kritische succesfactoren
De Verslavingszorg van Mondriaan dient
bekend te zijn bij de doelgroep.
Er dient een samenwerkingsrelatie te zijn
met gezondheids- en welzijnsinstellingen die
een informatiefunctie hebben voor het algemene
publiek.
Actuele ontwikkelingen dienen gevolgd
te worden.
Doelstelling
Op een laagdrempelige manier informatie
verschaffen of eventueel doorverwijzen.
Activiteiten Activiteiten vinden zoveel mogelijk
plaats tijdens kantoortijden in de regiobureaus
door preventiewerkers.
26
27
4.3
Informatiemarkten,
studiedagen en workshops
Het preventieteam neemt deel aan
informatiemarkten door middel van een
informatiestand met een interactief aanbod, zoals
interactieve (digitale) kennistesten, het uitreiken
van promotiemateriaal en folders.
Rechtstreekse doelgroep
Het algemene publiek of specifieke doelgroepen
zoals jongeren of intermediairen.
Doelstelling
Het algemene publiek op een laagdrempelige
manier voorzien van informatie, eventueel
thematisch afgebakend.
Activiteiten
-Voorgesprek
-Voorbereiding
- Uitvoering (2 pers.)
- Reistijd (2 pers.)
-Registratie/administratie
Resultaten
Eén- of meerdaagse cursussen of trainingen
worden op maat ontwikkeld voor een specifieke
intermediaire doelgroep.
Bestaande cursussen zijn:
- Cursus “Verslaving, alcohol,
andere drugs, gokken”.
- Training “Signaleren, begeleiden, verwijzen”. - Cursus “Voorlichting in de groep”.
- Cursus voor coffeeshopeigenaren en
- personeel (zie 1.1)
- Instructie Verantwoord Alcoholgebruik
(zie 1.7.1)
- Barcode (zie 1.7.2)
Intermediaire doelgroep
Elke intermediaire doelgroep.
Doelstelling
Afhankelijk van de vraag is de doelstelling
kennisvermeerdering t.a.v. middelen en
achtergronden van gebruik, omgaan met gebruik
of het opzetten van activiteiten voor jongeren.
Het algemene publiek heeft zijn kennis over
middelengebruik, verslaving en ten aanzien van de
aangereikte thema’s vermeerderd. De genoemde
doelgroep is in toenemende mate bekend met het
aanbod en de hulpverleningsmogelijkheden van
de Verslavingszorg van Mondriaan.
Activiteiten
Kritische succesfactoren
Resultaten
Een goede samenwerkingsrelatie met relevante
instellingen.
Afstemming van informatie met andere
instellingen.
Toegankelijke en aantrekkelijke materialen ten
behoeve van de diverse doelgroepen.
De verstrekte informatie moet een meerwaarde
hebben voor de doelgroep.
28
4.4 Training en cursussen
-Aanmeldingsgesprek
-Voorbereiding
-Reistijd
-Uitvoering
- Registratie/administratie/certificering
Gespreksvoering. Gekwalificeerd (horeca)personeel.
De genoemde doelgroep is in toenemende mate
bekend met het aanbod en de hulpverlenings­
mogelijkheden van de Verslavingszorg van
Mondriaan.
4.5 Consultatie
Afhankelijk van uitgevoerde cursus heeft
de doelgroep:
- In toenemende mate kennis over
de verwijzingsmogelijkheden.
- Een verhoogd inzicht in de diverse aspecten
van effectieve voorlichting.
- Kennis en vaardigheden opgedaan voor het
opzetten van een voorlichtingsprogramma.
- Toegenomen kennis over middelengebruik,
verslaving en hulpverlening bij verslaving.
- Inzicht in de achtergronden van
middelengebruik.
- Toegenomen kennis over signaleren van
gebruik.
- Betere vaardigheden geleerd ten aanzien van
het signaleren en motiveren van de groep.
- Kennis en vaardigheden opgedaan voor het
hanteren van diverse werkvormen.
Kritische succesfactoren
Goede afstemming
en maatwerk in het programma.
Bekendheid met de doelgroep.
Positieve evaluatie door de doelgroep.
Het volgen van landelijke ontwikkelingen.
Consultatie betreft meestal eenmalige contacten
zoals face to face, telefonisch of per e-mail.
Intermediaire doelgroep
Intermediairen zoals jongerenwerkers, docenten,
ouders, politie, hulpverleners, enz.
Doelstelling
- Algemene informatieverstrekking aan
intermediairen. Op een laagdrempelige manier
advies en consultatie verlenen om hun
vaardigheden inzake een actueel voorgelegd
probleem te vergroten of eventueel door te
verwijzen. Bovenstaande doelgroep antwoord
geven op vragen rondom het begeleiden en
verwijzen van jongeren die (problematisch)
middelen gebruiken.
- Het zelf afhandelen van vragen of eventueel
doorverwijzen naar andere afdelingen of
instellingen.
Activiteiten
Afhankelijk van de vraag
Resultaten
De gestelde vragen worden accuraat beantwoord
of doorverwezen. De vaardigheden gericht op
handelen m.b.t. de vraag zijn vergroot. De
genoemde doelgroep is in toenemende mate
bekend met het aanbod en de hulpverlenings­
mogelijkheden van de Verslavingszorg van
Mondriaan.
Kritische succesfactoren
Bekendheid bij de doelgroep.
Samenwerking en afstemming met de doelgroep.
Positieve beoordeling door de doelgroep.
Bekendheid met de sociale kaart.
29
4.6 Open en Alert: alcohol- en
drugspreventie in risicosettings
Open en Alert is ontwikkeld door Mondriaan
verslavingspreventie en het Trimbos-instituut en
wordt landelijk uitgevoerd. Open en Alert is in
2011 erkend als theoretisch goed onderbouwde
interventie door het Centrum Gezond Leven van
het RIVM.
Open en Alert is een preventieprogramma voor
organisaties die te maken hebben met
(problematisch) alcohol- en drugsgebruik door
cliënten en dat willen veranderen. Vaak gaat het
om organisaties die ondersteuning, opvang of
begeleiding bieden aan een specifieke doelgroep,
zoals jongeren, justitiabelen of mensen met een
licht verstandelijke beperking (LVB).
Open en Alert bestaat uit drie bouwstenen:
• Ontwikkelen van een duidelijk en breed
gedragen alcohol- en drugsbeleid
• Deskundigheidsbevordering (scholing) zodat
medewerkers kennis hebben van alcohol en
drugs(gebruik) en vaardigheden beheersen
voor het signaleren en bespreekbaar maken
van middelengebruik
• Opzetten van een structurele samenwerking
met de regionale instelling voor
verslavingszorg zodat er duidelijke afspraken
zijn over consultatie, doorverwijzing en
behandeling.
4.6.1. Open en Alert voor
de jeugdhulpverlening
Landelijke cijfers over middelengebruik laten zien
dat jongeren in de residentiële jeugdhulpverlening
relatief meer middelen gebruiken dan hun
leeftijdsgenoten. Ze beginnen daar al op jonge
leeftijd mee. Daarmee is er een verhoogde kans
op problematisch gebruik en verslaving op latere
leeftijd. Bij jongeren die voor hun 17e jaar
beginnen met cannabis neemt bijvoorbeeld het
risico op harddrugsgebruik en verslaving toe.
Jongeren raken sneller “afhankelijk” van een
middel als we dat vergelijken met volwassenen.
Van experimenteren naar verslaving duurt bij
jongeren vaak maar zes tot achttien maanden.
30
Preventie en hulpverlening bij alcohol- en
drugsgebruik is dan belangrijk.
Binnen de (residentiële) jeugdhulpverlening
worden medewerkers geconfronteerd met
alcohol- en drugsproblematiek. Er is behoefte
aan voorlichting en ondersteuning om dit goed
te kunnen hanteren.
Intermediaire doelgroep
-
-
-
-
-
Directie en leidinggevenden
Medewerkers woongroepen en leefgroepen
Medewerkers jeugd-GGZ
Medewerkers geïndiceerde jeugdzorg
Medewerkers Bureau Jeugdzorg
Doelstelling
Het ontwikkelen en in stand houden van een
samenhangend beleid rondom alcohol, andere
drugs en gokken.
Dit beleid is gericht op:
- Kennisvermeerdering t.a.v. alcohol, andere
drugs, gokken/gamen en het thema verslaving.
- Het vergroten van kennis en vaardigheden ten
aanzien van het signaleren, begeleiden en
verwijzen.
Activiteiten
-Ondersteuning.
-Beleidsadvisering
- Deskundigheidsbevordering in de vorm
van cursussen en workshops.
- Consultatie.
- Ouderavond.
- Voorlichting aan de groep
Resultaten
- Jeugdhulpverleningsinstellingen hebben een
vastgesteld beleid m.b.t. het gebruik van
alcohol en andere drugs.
- Jeugdhulpverleners hebben kennis van
vroegsignalering en kunnen adequaat
doorverwijzen.
- Jeugdhulpverleningsinstellingen beschikken
over een screeningslijst ten behoeve van hun
intakes m.b.t. alcohol- en druggebruik.
Kritische succesfactoren
Goede samenwerkingscontacten met
de (residentiële) jeugdhulpverlening.
Goed afgestemd hulpverleningsaanbod en
verwijsmogelijkheden voor jeugdigen
binnen de Verslavingszorg.
4.6.2 Open en Alert
voor LVB-settings
Mensen met een licht verstandelijke beperking
(LVB) zijn kwetsbaar voor problematisch middelen­
gebruik, niet alleen vanwege het beperkte cogni­
tieve vermogen, maar ook omdat een verstande­
lijke beperking zelden alleen voorkomt.
Bijkomende psychiatrische problematiek maakt
mensen met LVB extra kwetsbaar. Zij lopen nog
meer kans op marginalisering als zij naast de
problemen waarvoor zij hulp krijgen ook alcohol
of drugs gebruiken. Preventie van alcohol- en
druggebruik is daarom bij hen extra belangrijk.
Medewerkers in LVB-settings worden geconfron­
teerd met alcohol- en drugsproblematiek. In de
praktijk blijkt er veel behoefte te zijn aan onder­
steuning, voorlichting en scholing.
Intermediaire doelgroep
- Directie en leidinggevenden van LVB-settings
- Medewerkers VB- instellingen
- Medewerkers orthopedagogische
behandelcentra
- Begeleiders in o.a. sociale werkvoorzieningen
- Medewerkers van organisaties die te maken
krijgen met LVB
Doelstelling
- Het ontwikkelen en in stand houden van een
samenhangend beleid rondom alcohol, andere
drugs en gokken.
Dit beleid is gericht op:
• Kennisvermeerdering t.a.v. alcohol, andere
drugs, gokken en het thema verslaving.
• Het vergroten van kennis en vaardigheden ten
aanzien van het signaleren, begeleiden en
verwijzen.
- Het uitvoeren van het programma
‘Bekijk ’t nuchter’.
Dit programma omvat:
• voorlichting aan doelgroep en ouders
of belangrijke derden,
• uitvoering van de motivatietraining
‘Bekijk ’t nuchter’
Activiteiten
-Beleidsadvisering
- Deskundigheidsbevordering in de vorm
van cursussen en workshops.
-Consultatie.
- Ondersteuning bij het opzetten van een
ouderavond, uitvoeren van voorlichting in
een groep en bij het uitvoeren van de
motivatietraining ‘bekijk het nuchter’.
Resultaten
- LVB -settings hebben een vastgesteld beleid
m.b.t. het gebruik van alcohol, andere drugs,
gokken en gamen.
- Medewerkers in LVB-settings hebben kennis
van vroegsignalering, kunnen genotmiddelen­ gebruik begeleiden en kunnen adequaat
doorverwijzen.
- Binnen LVB-setting wordt op de doelgroep
toegesneden voorlichting gegeven en de
motivatietraining uitgevoerd.
- Ouders, opvoeders en belangrijke derden
krijgen voorlichting over genotmiddelen en de risico’s van gebruik hiervan.
Kritische succesfactoren
Goede samenwerkingscontacten met LVBsettings.
Duidelijke verwijsmogelijkheden binnen
verslavingszorg.
Goed afgestemd hulpverleningsaanbod voor licht
verstandelijk beperkten binnen de
Verslavingszorg.
Kwaliteit en effectiviteit
Theoretisch goed onderbouwd
17-02-2011
De interventie Open en Alert richt zich op
professionals die werken met jongeren in
risicosettings. Het doel is problematisch alcoholen drugsgebruik bij deze jongeren te voorkomen
of verminderen. De commissie vindt de
interventie sympathiek en heeft deze erkend als
theoretisch goed onderbouwd.
• Beschrijving Open en Alert.pdf ( 324 kB)
31
4.7 Campagnes
Bepaalde groepen in de samenleving zijn extra
kwetsbaar voor het ontwikkelen van problemen
m.b.t. alcohol- en/of druggebruik. Landelijk
worden door het Trimbos Instituut campagnes
georganiseerd om dit onderwerp bij deze
doelgroep geconcentreerd in tijd en informatie
middels diverse media onder de aandacht te
brengen. Door aansluiting bij landelijke
campagnes zijn de kosten beperkt.
Rechtstreekse doelgroep
Het algemene publiek of groepen die binnen
specifieke situaties worden benaderd zoals:
sportende of vakantievierende jongeren, nieuwe
studenten, ouders.
Alcohol en Opvoeding
Wij voeren regionaal de campagne “Hoe pak jij dat
aan?” uit. Deze campagne heeft als doel ouders
aan te sporen tot een verantwoorde alcohol­
opvoeding. Het advies aan ouders is: stel
alcoholgebruik bij uw kind zo lang mogelijk uit, in
elk geval tot 16 jaar. Met de campagne willen we
ouders bewust maken van de risico’s van
alcoholgebruik door kinderen. Nee zeggen tegen
alcoholgebruik van kinderen werkt. Met deze
campagne willen we ouders een hart onder de
riem steken en helpen om een scherp nee-beleid
af te spreken met hun kind. En attent te zijn op
riskante momenten in de alcoholopvoeding zoals:
afscheidsfeestjes groep 8, vakantie, feestdagen.
4.8 Beleidsadvisering
Activiteiten
-
-
-
-
-
Informatieverstrekking door middel van
campagnematerialen.
Deskundigheidsbevordering, bestaande
uit cursussen voor vrijwilligers in
studentenverenigingen en het voorlichten van
mentoren, docenten en studenten.
Deelname aan informatiemarkten.
Beleidsadvisering en advisering inzake
alcoholbeleid aan universiteiten, hogescholen,
introductiecommissies, onderwijsinstellingen
en studentenverenigingen.
Het uitdragen van een campagneboodschap in
regionale huis-aan-huisbladen.
Resultaten
De doelgroep die door de campagne wordt
beoogd, is zich bewust van de risico’s van alcoholen/of druggebruik. De effectiviteit van de
preventieboodschap is op regionaal en lokaal vlak
verhoogd.
Hogescholen en universiteiten hebben een
actueel alcoholmatigingsbeleid ontwikkeld.
Kritische succesfactoren
Draagvlak bij universiteiten, studenten­
verenigingen en gemeenten over het bevorderen
van een alcoholmatigingsbeleid en regelgeving
over de verstrekking van alcoholvergunningen.
Samenwerking met scholen en andere instellingen
ter verspreiding van materialen.
Beleidsadvies betreft het gevraagd en ongevraagd
adviseren van beleidsmakers over het te voeren
het beleid met betrekking tot alcohol, andere
drugs, gokken en gamen.
Rechtstreekse doelgroep
Beleidsmakers, zowel op gemeentelijk en
provinciaal niveau, als bij diverse instellingen en
scholen die met gebruik van genotmiddelen in
aanraking komen.
Doelstelling
Kritische succesfactoren
Toegang tot en participatie in lokale overleg­
platforms en netwerken. Beschikbaarheid van
onderzoeksgegevens over de lokale gezond­
heidssituatie en gezondheidsverschillen.
Lokale partijen zijn bekend met het preventief
aanbod van Mondriaan. Bekendheid met het
lokale gezondheidsbeleid. Het volgen van
landelijke beleidsontwikkelingen. Actuele kennis
op het gebied van genotmiddelen en
gezondheids­beleid.
Mondeling of schriftelijk advies aan de doelgroep.
Activiteiten
-Contact/voorgesprek
-Literatuurstudie
- Formuleren van advies
-Registratie/administratie
- Participatie in werkgroepen en netwerken
Resultaten
Beleidsmakers (h)erkennen de Verslavingszorg in
het algemeen en de afdeling Verslavingspreventie
in het bijzonder als adviespartner inzake het
beleid over het gebruik en misbruik van genot­
middelen. Beleidsmakers kennen het standpunt
en het advies van de afdeling Verslavingspreventie
in deze.
Intermediaire doelgroep
Intermediairen die hen begeleiden.
Doelstelling
Landelijke campagnes vertalen naar de behoefte
van de regio en zowel lokaal als regionaal
ondersteunen. De effectiviteit van landelijke
massamediale campagnes kan alleen bereikt
worden aan de hand van lokale concrete
preventieactiviteiten en -interventies. De
activiteiten zijn doelgroepgericht.
32
33
4.9 Preventieprogramma
Vroegsignalering Alcohol (PVA)
In Nederland drinkt 85% van de volwassen
bevol­king (CBS 2003). Tien procent van de
volwassen bevolking is probleemdrinker, 14,2% is
zware drinker (van Dijck en Knibbe, 2005). De
verwacht­ing is echter dat deze groep in werke­
lijkheid vele malen groter is, omdat een groot deel
van de problema­tische drinkers niet voor hulp
aanklopt bij instan­ties. Reden voor de verslavings­
zorg om col­lega-professionals in de eerste lijn te
trainen en ondersteunen bij het in een vroeg­
tijdiger stadium signa­leren van problemen.
Onder­zoek toont aan dat kortdurende interven­
ties (adviesgesprekken en korte motiverende
gesprekken) het herstel van problematisch
gebruik kunnen versnellen. Daarmee kunnen
afhankelijkheid van alcohol worden voor­komen en
kosten bespaard. In het kader van PVA ne­men wij
ook deel aan het landelijk platform ouderen.
Intermediaire doelgroep
Professionals in de eerste lijn, zoals huisartsen,
praktijkondersteuners, psychologen, maatschap­
pelijk werkers, SPVen.
Rechtstreekse doelgroep
Volwassenen die op een schadelijke manier
alcohol gebruiken.
Doelstelling
Het terugdringen van het aantal schadelijke
gebruikers van alcohol onder de volwassen
bevolking door middel van deskundigheids­
bevordering en consultatie aan werkers in de
eerste lijn.
34
Tijdsinvestering
Afhankelijk van de vraag. De deskundigheids­
bevordering wordt op maat gemaakt in overleg
met de professional in de eerste lijn. Patiënt­
gesprekken lopen uiteen van 1 tot 4 gesprekken
(kortdurende interventies). De patiënt wordt
gemotiveerd tot gedragsverandering of verdere
hulpverlening. De patiënt wordt in dit stadium
(nog) niet ingeschreven bij verslavingszorg.
Resultaten
De gestelde vragen worden accuraat beantwoord
of doorverwezen. De vaardigheden gericht op het
vroegtijdig signaleren en bespreekbaar maken van
problematiek zijn vergroot.
De genoemde doelgroepen zijn in toenemende
mate bekend met het aanbod en de hulpver­
lenings­mogelijkheden van de verslavingszorg.
De patiënt heeft na afronding van de kortdurende
interventie daadwerkelijk zijn gedrag veranderd of
is gemotiveerd om verdere hulp te zoeken.
Kritische succesfactoren
-
-
-
-
Bekendheid bij de doelgroep.
Samenwerking en afstemming met
de doelgroep.
Positieve ervaring van de doelgroep.
Bekendheid met de sociale kaart.
Kortdurende interventies ‘Er is inmiddels het nodige epidemio­
logisch onderzoek gedaan naar probleemdrinken in Nederland. En
de cijfers spreken boekdelen: het is echt een substantieel probleem.’
Dat zegt Heleen Riper, programmaleider Vroegsignalering bij het
Trimbosinstituut. Zij is projectleider van het Actieplan Vroegsigna­
lering Alcohol (AVA). ‘Hoe eerder je erbij bent, hoe beter je iets kunt
doen aan probleemdrinken, met relatief lichte interventies.’ Deze
lichtere interventies worden ook wel ‘kortdurende interventies’
genoemd. ‘Denk bijvoorbeeld aan een kort adviesgesprek door de
huisarts, maar ook aan het op zelfstandige basis werken met een
zelfhulpboekje of een zelfhulpprogramma op internet.’ Het is inmid­
dels weten­schappelijk overtuigend aangetoond dat vroegsignalering
en kortdurende interventies effectief zijn.
Bron: www.vroegsignaleringalcohol.nl
35
Mondriaan is een instelling voor geestelijke
gezondheidszorg in Zuid Limburg met meer dan
vijftig locaties. Samen staan zij garant voor een
stevig netwerk op het gebied van de geestelijke
gezondheidszorg en verslavingszorg. Mondriaan
wil mensen met (ernstige) psychische of
psychiatrische problemen een zo normaal
mogelijk leven laten leiden, met een hanteerbaar
perspectief op de werkelijkheid. Mondriaan biedt
mensen goede, veilige, solide en stimulerende
omstandigheden op het gebied van wonen,
werken en leven. Op het gebied van preventie
speelt Mondriaan in de regio een belangrijke rol.
Met gerichte voorlichting en campagnes probeert
zij psychische problemen en verslavingsproblemen
vroegtijdig op te sporen en te voorkomen.
36
37
Postbus 4436
6401 CX Heerlen
www.mondriaan.eu
© Mondriaan mei 2015
Download