Huidmiddelen - Wikiwijs Maken

advertisement
Huidmiddelen
Hoofdstuk 8
Farmacotherapie in de apotheek
Okt 2015
Inhoud
 De
huid
 Toedieningsvormen
 Keuze toedieningsvorm
De huid (Latijn: cutis)
 Grootste
orgaan; oppervlak: 1,5 tot 2 m2
 Bestaat uit:

Opperhuid (epidermis)
 Bescherming

tegen invloeden van buitenaf
Lederhuid (dermis)
 bevat
bloedvaatjes, talgklieren, lymfekliertjes,
zenuwuiteinden

Onderhuids bindweefsel (subcutis)
 warmte,
energieopslag, bescherming tegen stoten
De huid
Toedieningsvormen
 Vloeibaar
 Halfvast
(smeerbaar op de huid)
 Vast (niet smeerbaar)
Toedieningsvormen: vloeibaar
 Oplossingen
(solutio)
 Oplossingen in water, alcohol of propyleenglycol
 Bijv. depvloeistof
 Schudsels (lotion)
 Combinatie vaste stof en vloeistof
 Bijv. zinkoxideschudsel
 Smeersel (linimentum)
 Vet verdeeld in water (vloeibare emulsie)
 Bijv. Lanettesmeersel voor op behaarde
hoofdhuid
Toedieningsvormen: halfvast
 Gel



(mucilago)
Vloeistoffen die verdikt zijn tot een halfvaste
massa
Vaak dik genoeg voor in een tube
Vb. carbomeerwatergel
 Crème



(cremor)
Mengsel van water en vetten met emulgator
Gemakkelijk afwasbaar
> 20% vaseline  vette creme
Toedieningsvormen: halfvast
 Zalf


(unguentum)
Vastere massa dan crèmes, bevat geen water
Onderverdeling:
 Vette
zalf  alleen vet (+ gnm)
watervrij met vaseline en paraffine
 Emulgerende zalf  vet + emulgator (+ gnm)
water opneembaar, hechten makkelijk op vochtige huid,
makkelijk afwasbaar, bv. Lanettezalf
 Hydrofiele zalf  macrogolzalf
water opneembaar, indrogend effect
 Uitzondering:

Koelzalf
Vet + emulgator + water = crème
Toedieningsvormen: halfvast
 Pasta


(pastae)
Hoog gehalte vaste stof (vaak meer dan 50%)
Onderverdeling:
 Stijve
pasta  vaste stof + vet
bijv. zinkoxidepasta
 Weke pasta  vaste stof + olie (+ evt. water)
bijv. zinkoxide-kalkwaterzalf (ZOK-zalf)
 Waterige pasta  vaste stof + water
Toedieningsvormen: vast
 Strooipoeders


(conspergentia)
Resorbeerbare strooipoeders, mogen (na
sterilisatie) gebruikt worden op wonden, bv.
resorbeerbaar strooipoeder
Niet-resorbeerbare strooipoeders, bevatten vaak
talk, op intacte huid, bv. strooipoederbasis
Keuze toedieningsvorm
 De
gouden regel:
Nat op nat
Vet op droog
Keuze toedieningsvorm
 Nattende
huid
 indrogend zinkoxidesmeersel of ZOK-zalf
 Na behandeling huid afdekken; na wisseling
verband de huid schoonmaken met olie (bv.
paraffine)
 Omslag gedrenkt, in bv. Water
 Droge huid
 Uitdroging tegengaan, bv. Vette crème, (vette)
zalf
 Zalf geeft huid glanzend laagje, dus overdag
crème en ‘s nachts zalf
Keuze toedieningsvorm
 Behaarde
(hoofd)huid
 Behandelen met oplossingen en gelen:
makkelijk afwasbaar
 Bv. lanettesmeersel
 Mondslijmvlies
 Moet
goed hechten aan slijmvlies
 Hypromellosezalf
Download