Allemaal katten Katten zijn zoogdieren: ze geven hun jongen melk Jonge katjes worden blind geboren. Een kattin zorgt voor de kittens tot ze groot genoeg zijn om alleen voor hun voedsel te zorgen. In één nest kunnen verschillende kleuren kittens zitten Katten hebben best een eigen plekje in huis: een kattenmand Jonge poesjes leren veel door te spelen. Katten die veel binnen zitten, hebben een krabpaal nodig. Daar spelen en slapen ze op. Maar ze oefenen ook hun scherpe nagels. Katten kunnen erg goed klimmen. Wanneer een kat valt, komt ze altijd op haar pootjes terecht. Katten zijn roofdieren. Ze vangen vaak vogeltjes en muizen. Ken je ook Tom en Jerry? Katten die binnen leven, hebben een kattenbak nodig. In de kattenbak liggen korreltjes of steentjes. Daarin ‘verstopt’ de kat haar uitwerpselen. Katten hebben speciaal kattenvoer en vers drinkwater nodig. Voor katten die binnen en buiten leven is een kattenluikje een goede oplossing. Dan hoeft de deur niet altijd open en kan de poes toch altijd binnen. Nog meer katten leeuw De leeuw leeuwin welpen De tijger De luipaard