1323 Acromegalietest (OGTT) In deze folder wordt uitgelegd wat de acromegalietest inhoudt en hoe het werkt. Doel van de acromegalietest Uw behandelend arts overweegt bij u de diagnose van een verhoogde groeihormoonproductie (acromegalie). Om dit nader te onderzoeken wordt een orale glucosetolerantietest (OGTT) gedaan, oftewel acromegalietest. Wat is acromegalie? Acromegalie is een niet-aangeboren en zeer zeldzame aandoening van de hypofyse. De hypofyse is een klein kliertje onder aan de hersenen. Het produceert onder meer groeihormoon en prolactine (een hormoon dat o.a. de melkproductie bij vrouwen stimuleert). Als in een bepaald deel van de hypofyse een - meestal - goedaardige tumor zich ontwikkelt die te veel groeihormoon aanmaakt, kan overmatige groei van lichaamsdelen ontstaan en spreken we van acromegalie. . Symptomen Meestal ontwikkelen de symptomen van acromegalie zich heel geleidelijk. Hierdoor kan het lange tijd duren voordat deze herkend worden. De eerste verschijnselen kunnen vermoeidheid en slaapstoornissen zijn. Door de tumor vergroot de hypofyse. Er kan hoofdpijn optreden. De tumor kan ook druk gaan uitoefenen op de oogzenuwen. Deze lopen vlak langs de hypofyse. Hierdoor kunnen problemen ontstaan met het gezichtsvermogen. De handen en voeten worden groter, waardoor ringen, polshorloges en schoenen niet meer passen. Vaak veranderen de gelaatstrekken, vooral door vergroting van de onderkaak. Soms ontstaat overmatige transpiratie en wordt de huid vettig. Ongeveer één derde van de mensen met acromegalie krijgt suikerziekte. Soms is sprake van tintelingen of pijn in de handen. Gevolgen Als acromegalie ontstaat voor het 18e levensjaar, is de groei van het kind nog niet geëindigd. Normaal eindigt de groei meestal tussen de 15 en 17 jaar. Het teveel aan groeihormoon veroorzaakt dan reuzengroei. In sommige gevallen worden door het ontstaan van de tumor andere functies van de hypofyse onderdrukt. Als gevolg hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn van impotentie, onvruchtbaarheid, en onregelmatige menstruatie. Diagnose Op grond van bovenstaande kenmerken wordt de diagnose vermoed. Deze wordt bevestigd door een bloedtest. Hierbij wordt de hoeveelheid groeihormoon gemeten. Indien sprake is van acromegalie, worden verdere tests gedaan om te bepalen of en in hoeverre de andere 13-4-2017 1-2 1323 functies van de hypofyse verstoord zijn. De precieze grootte van de tumor kan vastgesteld worden met een MRI-scan. Orale glucosetolerantietest bij acromegalie (OGTT) Wat is een OGTT? De OGTT is een test waarbij wordt gekeken hoe de waardes van glucose en groeihormoon in het bloed veranderen na het drinken van een glucosedrank. Door het drinken van de glucosedrank zal de glucosewaarde in het bloed stijgen. Normaal reageert het lichaam hierop door onder andere de groeihormoonproductie te verlagen. Dit gebeurt echter niet wanneer er sprake is van een verhoogde groeihormoonproductie. Deze test moet onder de juiste omstandigheden worden uitgevoerd en wordt daarom gedaan op de Dagopname van de afdeling Interne Geneeskunde. Voorbereiding op de test U wordt om 9.00 uur verwacht op de verpleegafdeling Cardiologie (1e verdieping, G-vleugel). U mag plaatsnemen bij de koffiecorner. Op de ochtend van uw bezoek aan de afdeling mag u géén medicijnen innemen, tenzij de arts het anders met u heeft afgesproken. Voor de bloedtest is het belangrijk dat u nuchter bent. Dit betekent dat u de avond voor de bloedtest na 24.00 uur niet meer mag eten, drinken of roken. Ook kauwgom is niet toegestaan, aangezien dit de test kan beïnvloeden. Het onderzoek Tijdens de test zit u rustig in een stoel. U kunt iets te lezen meenemen. Eten en drinken is niet toegestaan, behalve de glucosedrank. Voor de bloedafnames krijgt u een infuus in de linker of rechter arm. Uit dit infuus wordt na 30 minuten op vaste tijden vijf maal bloed afgenomen. U hoeft dus maar één keer geprikt te worden. Halverwege de test krijgt u de glucosedrank te drinken. Na de laatste bloedafname wordt het infuus verwijderd. U mag nu weer eten en drinken. Aansluitend kunt u naar huis. Het onderzoek duurt ongeveer 3 uur. Bijwerking en risico Als bijwerking van de test kan zich enige misselijkheid voordoen. De plaats waar het infuus heeft gezeten kan nog enkele dagen gevoelig blijven. Verder zijn er geen risico’s aan dit onderzoek verbonden. Enkele weken na het onderzoek zal uw behandelend arts de uitslag met u bespreken. Tot slot Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, neem dan gerust contact op met de afdeling Interne dagbehandeling: (036) 868 8986, of de poli Interne geneeskunde: (036) 868 8717. 2-2