3.Krachten Weerstand - deel 1 1. HAVO/VWO Module: Elektriciteit 2 3. Weerstand - deel 1 3 Weerstand - deel 1 versie 3 3 weerstand deel 1 1 Amperemeter 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Voltmeter HAVO / VWO Aa Voltmeter (meten van spanning) nt e ke ni ng V Parallel aansluiten V 3 weerstand deel 1 2 Weerstand 3.Krachten Weerstand - deel 1 1. Ampèremeter - + HAVO / VWO Aa Ampèremeter (meten van stroom) nt e ke ni ng A In serie aansluiten A 3 weerstand deel 1 3 Verschillende weerstanden 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 HAVO / VWO Weerstand Aa Weerstand 3 weerstand deel 1 nt e ke Hoe makkelijk of moeilijk bewegen de elektronen door een materiaal. ni ng 4 Oefening weerstand 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 HAVO / VWO Verschillende weerstanden 3 weerstand deel 1 5 Oefening stroomsterkte 3.Krachten Weerstand - deel 1 1. HAVO / VWO Oefening weerstand Goede geleider Slechte geleider 3 weerstand deel 1 Kleine weerstand Grote weerstand Koper Grafeen Metaal IJzer Rubber Steen Lucht Plastic 6 Wet van Ohm HAVO / VWO 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Oefening stroomsterkte 3 weerstand deel 1 Hoe groter de weerstand Hoe kleiner de stroom Hoe groter de spanning Hoe groter de stroom Hoe kleiner de spanning Hoe kleiner de stroom Hoe kleiner de weerstand Hoe groter de stroom 7 4 stappenplan HAVO / VWO 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Wet van Ohm U I=U/R U=I.R R=U/I Aa U = spanning (Volt - V) nt e I = stroomsterkte (Ampère - A) ke Aa I nt e ke ni ng R Aa ni ng nt e ke ni ng U I R R = weerstand (Ohm - Ω) 3 weerstand deel 1 8 Voorbeeld 1 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 HAVO / VWO 4-stappenplan Aa Stap 1 nt e ke ni ng · Wat moet ik uitrekenen? · Welke formule heb ik nodig? Stap 2 Aa Stap 3 Aa nt e ke ni ng · Vul de gegevens van stap 2 in de formule van stap 1 in. Stap 4 nt e ke ni ng · Welke gegevens heb ik nodig? Aa nt e ke ni ng · Controleer je antwoord van stap 3 · Grootheid = antwoord + eenheid 4-stappenplan 1. Formule 2. Gegevens 3. Berekening 4. Resultaat 3 weerstand deel 1 9 Uitwerking voorbeeld 1 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Voorbeeld 1 Een fietslampje wordt aangesloten op een spanningsbron. De voltmeter geeft 6 volt aan en de ampèremeter 1,5 A. Bereken de weerstand van het lampje. HAVO / VWO 1. Formule: 2. Gegevens: 3. Berekening: O pd ra ch t O pd ra ch t O pd ra ch t 6V 1,5 A V 4. Resultaat: A O pd ra ch t ? 3 weerstand deel 1 10 Voorbeeld 2 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Uitwerking vb 1 HAVO / VWO 1. Formule: I = U / R dus R = U / I Een fietslampje wordt aangesloten op een spanningsbron. De voltmeter geeft 6 volt aan en de ampèremeter 1,5 A. Bereken de weerstand van het lampje. 2. Gegevens: U=6V I = 1,5 A 3. Berekening: R = U / I R = 6 / 1,5 R=4 6V 1,5 A V 4. Resultaat: R=4Ω A ? 3 weerstand deel 1 11 Uitwerking voorbeeld 2 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Voorbeeld 2 Een elektrisch apparaat wordt aangesloten op een spanningsbron. De voltmeter geeft 230 volt aan. De weerstand van het apparaat is 2 kΩ. Bereken de stroomsterkte door het apparaat in mA. HAVO / VWO 1. Formule: 2. Gegevens: 3. Berekening: O pd ra ch t O pd ra ch t O pd ra ch t 230 V ? V 4. Resultaat: O pd ra ch t 2 kΩ 3 weerstand deel 1 12 Voorbeeld 3 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 Uitwerking vb 2 Een elektrisch apparaat wordt aangesloten op een spanningsbron. De voltmeter geeft 230 volt aan. De weerstand van het apparaat is 2 kΩ. Bereken de stroomsterkte door het apparaat in mA. 230 V ? V HAVO / VWO 1. Formule: I=U/R 2. Gegevens: U = 230 V R = 2 kΩ R = 2000 Ω 3. Berekening: I = U / R I = 230 / 2000 I = 0,115 4. Resultaat: I = 0,115 A I = 115 mA 2 kΩ 3 weerstand deel 1 13 1. 3.Krachten Weerstand - deel 1 VWO Huiswerk Op dr ac ht Opdrachten/werkboek H3: maken/nakijken: Opdracht 24 t/m 27 (blz. 58) Opdracht 1 t/m 8 (blz. 72) 3 weerstand deel 1 14