Coxarthrose ‘Best-Evidence Protocol’ Een manueel therapeutisch behandelprotocol voor patiënten met coxarthrose in de eerstelijns gezondheidszorg Behandelprotocol Februari 2008 Professional Master fysiotherapie- Orthopedische Manueel Therapie; Cohort 2005 Auteurs: A. Kleijn Fysiotherapeut Gezondheidscentrum de Roerdomp Nieuwegein, Professional Master Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Hogeschool Utrecht/Academie voor Gezondheidszorg Utrecht, Fysiotherapie. M. van der Hart Fysiotherapeut Gezond Plus Wormerveer, docent lichamelijke opvoeding, Physical rehabilitation trainer, Professional Master Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Hogeschool Utrecht/Academie voor Gezondheidszorg Utrecht, Fysiotherapie. R. Schuurmans Fysiotherapeut Preventie Centrum Almere, Professional Master Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Hogeschool Utrecht/Academie voor Gezondheidszorg Utrecht, Fysiotherapie. S. Hartman Fysiotherapeut Meander Medisch Centrum Amersfoort, Professional Master Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Hogeschool Utrecht/Academie voor Gezondheidszorg Utrecht, Fysiotherapie. J. de Boer Fysiotherapeut Den Ommelanden, CIOS, Professional Master Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Hogeschool Utrecht/Academie voor Gezondheidszorg Utrecht, Fysiotherapie. D. van Nunen Fysiotherapeut Club Fysiotherapie 's-Hertogenbosch en Nieuwegein, Professional Master Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Hogeschool Utrecht/Academie voor Gezondheidszorg Utrecht, Fysiotherapie. Projectbegeleider: Drs. E.J. de Raaij Fysiotherapeut, Manueel therapeut, Fysiotherapiewetenschapper Ad Fysio De Lier. Projectbegeleider Professional Master Orthopedische Manuele Therapie, Hogeschool Utrecht Projectcoördinator: Drs. R.P.S. van Peppen Stafmedewerker Onderwijsontwikkeling Professional Master Fysiotherapie, Hogeschool Utrecht Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 2 INHOUD ALGEMENE INFORMATIE 4 Principe 4 Inclusiecriteria 4 Frequentie van bezoeken en duur van de behandeling 4 Eerste bezoek 4 Follow-up bezoek 4 Boostersessie 5 Schematisch overzicht gehele behandelperiode 5 MANUELE VERRICHTINGEN 6 MEDISCHE TRAINING 15 Behandelprotocol voor patiënten met een VAS-Score van 0 - 30 15 Behandelprotocol voor patiënten met een VAS-Score van 31 - 60 17 Behandelprotocol voor patiënten met een VAS-Score van 61 + 20 MEETINSTRUMENTEN 23 Dutch WOMAC 23 VAS Score 25 Ziekteperceptie Vragenlijst IPQ-K 26 BIJLAGEN 27 Gebruik van goniometer 27 Patiëntendossier / Registratieformulier 31 Logboek / Huisoefenschema 32 Flowchart 35 Meetregistratie formulier 36 Begrippenlijst 37 Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 3 ALGEMENE INFORMATIE Principe De patiënten worden behandeld met manuele verrichtingen en medische training middels het protocol. In het geval dat deze behandeling op welke manier dan ook schadelijk is voor de gezondheid van de patiënt is afwijking van het protocol toegestaan. Deze afwijkingen dienen te worden gemotiveerd en geregistreerd op de registratieformulieren. Inclusiecriteria - Aangetoonde CA of; - Verwezen via orthopeed of; Via HA / DTF + aanwezigheid van 4/7 klinische symptomen (voor matig tot ernstige arthrose) Frequentie van bezoeken en duur van de behandeling - De duur van een bezoek is 25 minuten. - De duur van een behandelperiode is maximaal 6 weken, of korter indien de opgestelde behandeldoelen en gewenste uitkomsten zijn behaald. - De frequentie van bezoeken is 2 maal per week, in combinatie met thuisoefeningen. Gewrichtsspleet ≤ 2.5 mm - leeftijd ≥ 60 jaar - pijnduur ≥ 3 maanden - geen pijnverergering bij zitten - pijn bij palpatie in de lies - verminderde exorotatie Gewrichtsspleet ≤ 1.5 mm - leeftijd ≥ 60 jaar - pijn bij palpatie over lig. inguinale - verminderde exorotatie - verminderde endorotatie - verminderde adductie - benig eindgevoel - spierkrachtverlies van abductie van de heup Eerste bezoek - Anamnese en manueel therapeutisch lichamelijk onderzoek ter vaststelling van de range of motion (capsulair patroon) van het heupgewricht met gebruik van een goniometer (zie bijlage; Gebruik van Goniometer) en indicatiestelling op basis van klinische symptomatologie (zie inclusiecriteria). - Bepalen van baseline middels VAS-stijfheid, VAS-pijn, WOMAC en de IPQ-K (voor evaluatief gebruik). Op basis van de VAS-pijn worden de patiënten gecategoriseerd in drie groepen voor de intensiteit en frequentie van de medische training / huiswerkoefeningen. - Geef thuisoefeningen en adviezen voor activiteiten van het dagelijks leven en het werk. De promotie van veilig en regelmatig oefenen is van groot belang voor een optimale uitkomst van de behandeling. - In het geval van inflammatie dient de graad van deze inflammatie te worden bepaald. Naast pijnmedicatie kunnen rust en oefeningen binnen de pijnvrije zone worden aangeboden. - Informatie verstrekking over arthrose, het belang van lichamelijke beweging, voeding en de inhoud van het behandelprotocol Follow-up bezoek - Herbepaal de pijn van de patiënt elke twee weken middels de VAS. Indien nodig kunnen de behandeldoelen en interventies worden aangepast en bijgesteld. - Gebruik het protocol (zie overzicht). - Geef thuisoefeningen, patiënteducatie en adviezen voor activiteiten van het dagelijks leven en het werk. De promotie van veilig en regelmatig oefenen is van groot belang voor een optimale uitkomst van het behandeling. - Herbepaal in de laatste week van de behandelperiode eventuele veranderingen middels goniometer, WOMAC, IPQ-K en VAS-pijn en VAS-stijfheid. Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 4 Boostersessie - Vindt plaats aan het einde van de behandelperiode. - Vindt telefonisch plaats 8 weken na het beëindigen van de behandeling. - Herhaal en promoot het belang van activiteiten als wandelen, fietsen en zwemmen. - Herhaal de thuisoefeningen, de patiënteducatie en adviezen voor activiteiten van het dagelijks leven en het werk. Faseplanning en legenda Fase Wanneer 1 Voorlichting Week 1 2 Metingen Week 1 Week 2 Week 4 Week 6 3 Interventie 1 4 Interventie 2 4.1 Interventie 3 5 Booster Wat Voorlichting / uitleg protocollen: - Algemeen arthrose, bewegen, voeding - Manuele Verrichtingen programma - Medisch Trainingsprogramma - Lichamelijk onderzoek - VAS - Goniometer - Dutch WOMAC - IPQ-K Manuele Verrichtingen (max 9 keer) Medische Training / Huiswerkoefeningen Week 1 t/m 5 Week 2 t/m 6 Indien van toepassing Week 2 t/m 5 Medische Training VAS > 3.0 / Huiswerkoefeningen Voorlichting en instructie ter bevordering van therapietrouw en thuis-oefeningen Week 6 Schematisch overzicht gehele behandelperiode Fase 1 Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 2 3 4 5 Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 5 MANUELE VERRICHTINGEN Manipulatie Uitgangshouding van de patiënt is ruglig met ontbloot bovenlichaam, om verschuivingen te voorkomen. De manipulatie wordt uitgevoerd volgens de tractie manipulatie techniek. De handen van de therapeut worden net boven het enkelgewricht geplaatst. Alle manipulaties worden uitgevoerd in lichte abductie ter voorkoming dat de femurkop in het acetabulaire oppervlak slaat. De eerste manipulatie wordt uitgevoerd in de maximum loose packed position van het heupgewricht. Met elke volgende manipulatie wordt het heupgewricht in een meer beperkte stand geplaatst (hetgeen per patiënt verschilt). In totaal kan een maximum van 5 manipulaties toegediend worden. De laatste manipulatie wordt uitgevoerd in de meest beperkte positie van het heupgewricht. Tussen de manipulaties door kunnen geleidactieve bewegingen van het heupgewricht worden uitgevoerd ter ontspanning. Ter beoordeling van het succes van een manipulatie kan na elke manipulatie het ‘eindgevoel’ van het heupgewricht getest worden middels een tractietest en passieve heupflexie. Dit wordt vergeleken de contralaterale heup. Indien het eindgevoel van de behandelde heup overeenkomt met de contralaterale heup, dan wordt geconcludeerd dat er een optimaal resultaat is behaald. Figuur 1. Tractiemanipulatie vanuit de maximum loose packed position (30° flexie, 30° abductie, 15° exorotatie) Figuur 2, tractie manipulatie met eventuele lumbale vergrendeling Spierrekken Het rekken van musculatuur is een geïntegreerd onderdeel van het manuele verrichtingen programma. Elke behandeling start met het rekken van verkorte spieren. De volgende musculatuur (groepen) worden gerekt: m. iliopsoas, m. quadriceps, femoris, m. tensor fascia latae, m. sartorius, m.m. adductors and m. gracilis. De uitgangshouding is in lig. De patiënt dient een reksensatie te ervaren. Het daadwerkelijke rekken wordt 8 tot 10 seconden vastgehouden. Het rekken van de musculatuur (groepen) wordt twee maal herhaald. Totale tijd: 10–15 minuten Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 6 1 Therapie voor de iliopsoas. Spier duidelijk verkort Uitgangshouding: Patiënt (P): ligt met het heupgewricht enigszins naar voren ten aanzien van het behandelbank scharnier (zodat het voeteneinde van de behandelbank omhoog kan worden gezet); rechter been over de rand van de bank, voet op de vloer; ter voorkoming van lumbale lordose (wat pijnlijk kan zijn), kan de voet voorwaarts op de vloer geplaatst worden en door de therapeut (T) zijn voet worden gestabiliseerd. Dit flecteert de heup verder, vlakt de lordose af en voorkomt dat P de rek kan vermijden; een kussen kan onder de buik worden geplaatst voor toename van flexie van de lumbale wervelkolom (en daarmee het effect van de rek); het bekken wordt gestabiliseerd met een band. T: staat met het gezicht naar P’s rechter zijde ter hoogte van P’s rechter knie. Handvatting: T’s linker hand stelt de hoek in van het voeteneinde van de bank. T’s rechter hand wordt op de dorsale zijde van P’s linker dij geplaatst, net distaal van het tuberositas ischiadicum. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T’s linker hand beweegt langzaam het voeteneinde van de bank omhoog en extendeert daarmee geleidelijk aan volledig P’s heup. Stimulatie van Antagonisten: T beweegt zijn linker Fig. 1 a. Startpositie hand naar de dorsale zijde van het bovenbeen net proximaal van de knie. T vraagt P om verder te bewegen in de richting van de rek, en geeft weerstand aan die beweging ter stimulatie van P’s antagonisten. Opmerkingen: Indien het voeteneinde van de bank niet omhoog kan worden gezet, T gebruikt zijn linker hand voor het dragen van P’s been net boven de knie, en kan zo geleidelijk aan het been omhoog brengen en daarmee de heup extenderen. Indien 0° in de heup (buikligging) niet mogelijk is, techniek eventueel uitvoeren in ruglig via korte zijde van de bank met afhangend been. Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 7 1.1 Therapie voor de iliopsoas. Maximale rek Uitgangshouding: Patiënt (P): Buiklig; de romp in een rechts lateraal flexie; rechter been over de rand van de bank met de voet op de vloer; ter voorkoming van lumbale lordose (wat pijnlijk kan zijn), kan de voet voorwaarts op de vloer geplaatst worden en door de therapeut (T) zijn voet worden gestabiliseerd. Dit flecteert de heup verder, vlakt de lordose af en voorkomt dat P de rek kan vermijden; de positie van de rechter voet reguleert de lumbale lordose, hetgeen belangrijk is bij het behandelen van patiënten met lage rugklachten; een kussen kan onder de buik worden geplaatst voor toename van flexie van de lumbale wervelkolom (en daarmee het effect van de rek); het bekken wordt gestabiliseerd met een band; de linker knie is geflecteerd met de linker heup volledig in endorotatie. T; staat schuin, kijkend naar P’s rechter zijde, ter hoogte van P’s bovenbeen. Handvatting: T’s linker hand omvat P’s onderbeen, net boven de enkel. Na het omhoog brengen van het voeteneinde van de bank (zie uitvoering), T’s rechter hand kan gebruikt worden ter stabilisatie van P’s linker bovenbeen aan de dorsale zijde, net distaal van het tuberositas ischiadicum; hiermee neemt de rek toe. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T Fig. 1 a. Startpositie gebruikt zijn rechter hand voor het langzaam omhoog brengen van het voeteneinde van de bank, en extendeert en endoroteert geleidelijk en volledig P’s heup. Stimulatie van Antagonisten: T beweegt zijn linker hand naar de dorsale zijde van het bovenbeen net proximaal van de knie. T vraagt P om verder te bewegen in de richting van de rek, en geeft weerstand aan die beweging ter stimulatie van P’s antagonisten. Opmerkingen: Indien de band ter stabilisatie van het bekken niet in staat is om P’s bekken op de plaats te houden nadat het voeteneinde van de bank omhoog is gebracht, kan T’s rechter hand over P’s rechter bovenbeen worden geplaatst om zo het bekken naar ventraal richting de bank te duwen. Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 8 2 Therapie voor de rectus femoris. Spier duidelijk verkort Uitgangshouding: Patiënt (P): Buiklig; bekken (en daarmee de origo van de rectus femoris) gefixeerd op de behandelbank met een band; rechter been over de rand van de bank, voet op de vloer; ter voorkoming van lumbale lordose (wat ook pijnlijk kan zijn), kan de voet voorwaarts op de vloer geplaatst worden en door de therapeut (T) zijn voet worden gestabiliseerd. Dit flecteert de heup verder, vlakt de lordose af en voorkomt dat de P rek kan vermijden; een kussen kan onder de buik worden geplaatst voor toename van flexie van de lumbale wervelkolom (en daarmee het effect van de rek); rechter knie is gebogen. T: Staat aan de rechter zijde van P aan het uiteinde van de bank. Handvatting: T’s linker hand omvat de ventrale zijde van P’s enkel. T’s rechter hand stabiliseert P’s bovenbeen net distaal van het tuberositas ischiadicum. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T flecteert geleidelijk en volledig P’s knie totdat de hiel de bil raakt. Opmerkingen: Stimulatie van Antagonisten: niet aangeraden; kan kramp veroorzaken. Fig. 1 a. Startpositie Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 9 2.1 Therapie voor de rectus femoris. Maximale rek Uitgangshouding: Patiënt (P): Buiklig; bekken (en daarmee de origo van de rectus femoris) gefixeerd op de behandelbank met een band; rechter been over de rand van de bank, voet op de vloer; ter voorkoming van lumbale lordose (wat ook pijnlijk kan zijn), kan de voet voorwaarts op de vloer geplaatst worden en door de therapeut (T) zijn voet worden gestabiliseerd. Dit flecteert de heup verder, vlakt de lordose af en voorkomt dat de P rek kan vermijden; een kussen kan onder de buik worden geplaatst voor toename van flexie van de lumbale wervelkolom (en daarmee het effect van de rek); de linker heup wordt in hyperextensie gehouden door middel van het omhoog brengen van het voeteneinde van de bank; de linker knie is gebogen. T: Staat schuin aan de rechter zijde van P aan het uiteinde van de bank. Handvatting: T’s linker hand omvat de ventrale zijde van P’s enkel. T’s rechter hand stabiliseert P’s bovenbeen net distaal van het tuberositas ischiadicum. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T flecteert geleidelijk en volledig P’s knie totdat rek optreedt en houdt de knie in deze positie. Vervolgens wordt meer rek opgegeven door het geleidelijk extenderen van de heup Opmerkingen: Stimulatie van Antagonisten: niet aangeraden; kan kramp veroorzaken. Fig. 1 a. Startpositie Eenmaal in de eindstand kan verdere rek worden verkregen door het meer omhoog brengen van het voeteneinde van de bank. Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 10 3 Therapie voor de tensor fascia latae Uitgangshouding: Patiënt (P): ligt op de linker zijde; rechter heup en knie zijn 90° geflecteerd, het onderbeen en voet liggen op de bank of een kussen; linker heup is geëxtendeerd en geëxoroteerd met de knie in ongeveer 90° flexie; het bekken is gefixeerd met een band; een stevig kussen onder het middel ondersteunt het bekken en de lage rug. T staat achter P ter hoogte van P bovenbeen. Handvatting: T’s rechter hand omvat van de ventrale-laterale zijde P’s knie en bovenbeen en de onderarm ondersteunt de laterale zijde van het onderbeen van P. T’s linker hand fixeert en controleert het bekken. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T extendeert, adduceert en exoroteert geleidelijk en volledig P’s heup. Stimulatie van Antagonisten: T beweegt zijn linker hand naar de mediale-dosale zijde van het bovenbeen, net proximaal van de knie. T vraagt P om verder te bewegen in de richting van de rek en geeft weerstand aan die beweging ter stimulatie van P’s antagonisten. Opmerkingen: Maximale rek wordt verkregen wanneer P’s linker knie maximaal is geflecteerd. Fig. 1 a. Startpositie Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 11 4 Therapie voor de diepe spieren (sartorius) Uitgangshouding: Patiënt (P): ligt op de linker zijde; rechter heup en knie beide circa 90° gebogen, terwijl de knie, het onderbeen en de voet op de bank of kussen rusten; linker heup volledig geëxtendeerd met de knie circa 90° gebogen; bekken is gestabiliseerd met een band; eventueel kan een kussen onder de zijde geplaatst worden ter ondersteuning van het bekken en de lumbale wervelkolom. Therapeut (T) staat achter de P aan het uiteinde van de bank, ongeveer ter hoogte van P’s bovenbeen. Handvatting: T’s linker hand omvat P’s rechter knie en bovenbeen vanaf de ventrale/laterale zijde. T’s rechter hand omvat P’s onderbeen net boven de enkel. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T extendeert adduceert en endoroteert geleidelijk en volledig P’s heup. Stimulatie van Antagonisten: T houdt dezelfde handvatting. T vraagt P om verder te bewegen in de richting van het rekken, en geeft weerstand aan deze beweging om P’s antagonisten te stimuleren. Opmerkingen: de iliopsoas, gluteus medius en minimus en tensor fascia latae worden ook licht Fig. 1 a. Startpositie gerekt in bovenstaande procedure. De sartorius kan ook gerekt worden met deze techniek als P’s linker knie is geëxtendeerd in plaats van geflecteerd. Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 12 5 Therapie voor de adductoren (Hoofdzakelijk het rekken van de lange adductoren, uitgezonderd de gracilis. Heup 45º geflecteerd. Uitgangshouding: Patiënt (P): ruglig; linker heup geflecteerd in ongeveer 45° met de voet op de bank; rechter heup in extensie en abductie; de band fixeert het bekken; rechter onderbeen hangt over de rand van de bank; voor het voorkomen van lordose wordt de lumbale wervelkolom geflecteerd met een kussen onder de thorax of door het hoofdeind omhoog te zetten. Therapeut (T): Staat aan de rechter zijde van de P. Handvatting: T’s linker hand omvat de mediale zijde van P’s onderbeen net boven de enkel; linker onderarm ligt op de mediale zijde van P’s onderbeen en knie; T’s rechter hand stabiliseert en controleert P’s bekken aan de heterolaterale zijde. Uitvoering: Gebruikmakend van deze handvatting, T abduceert geleidelijk en volledig de heup van P. Stimulatie van Antagonisten: T’s linker hand beweegt naar de laterale zijde van P’s knie. T vraagt P om verder te bewegen in de richting van het rekken, en geeft weerstand aan deze beweging om P’s antagonisten te stimuleren. Opmerkingen: T kan, indien nodig, variëren in de Fig. 1 a. Startpositie mate van abductie door middel van een variërende positie van P’s voet op de bank. Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 13 6 Therapie voor de adductoren (inclusief de gracilis) Uitgangshouding: Patiënt (P): ligt op de rechter zijde; rechter heup en knie zijn volledig geflecteerd; linker been is geëxtendeerd; het bekken is gestabiliseerd met een band. P kan eventueel zijn eigen rechter knie met twee handen omvatten (dit helpt lordose te voorkomen). T: Staat achter de patiënt aan het uiteinde van de bank. Handvatting A: T’s linker hand omvat van mediaaldorsaal P’s enkel. T’s rechter hand omvat van dorsaal P’s bovenbeen, net proximaal van de knie en reikt naar de mediale-ventrale zijde (zie afbeelding). Handvatting B: T’s linker hand omvat van mediaaldorsaal P’s enkel. T’s rechter hand fixeert P’s linker bekken. T plaatst zijn rechter voet ter steunname op de bank ter plaatse van P’s bekken. T’s knie fixeert P’s bekken samen met T’s hand. Uitvoering A: Gebruikmakend van deze handvatting, T adduceert, endoroteert en extendeert geleidelijk en volledig P’s heup. Uitvoering B: Gebruikmakend van deze handvatting, T verlengd P’s linker been en adduceert, endoroteert en extendeert geleidelijk en volledig P’s heup. Stimulatie van Antagonisten: T verplaatst beide handen naar de laterale zijde van het been. T vraagt P om verder te bewegen in de richting van het rekken, en geeft weerstand aan deze beweging om P’s antagonisten te stimuleren. Fig. 1 a. Startpositie Opmerkingen: Flecteren van de knie excludeert de gracilis bij het rekken. Omdat de exacte functie van de adductoren afhangt van de heup positie dient altijd gerekt te worden in de meest beperkte positie. Fig. 1 b. Eindpositie Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 14 MEDISCHE TRAINING BEHANDELPROTOCOL VOOR PATIËNTEN MET EEN VAS-SCORE VAN 0 - 30 Frequentie: 1 x per week. 1. Functiestoornis: Interventie: Spierfunctie Actieve oefeningen Functiestoornis Uitgangshouding Actie Doel Functiestoornis in spierfunctie Dimensie: Actieve stabiliteit en coördinatie Stand op knie Eén been gebogen in heup 90 graden en knie 90 graden, met de voet plat op de vloer, met andere been in knielende positie Een voet voor de andere voet Stand Provoceren gewichtverplaatsing door oefeningen met bal, oefentol etc. Volledig gewicht dragen Verbeteren van spierfunctie Functiestoornis in spierfunctie Dimensie: Kracht Zie boven Zie boven, als ook passen met aangedane been eerst etc. Volledig gewicht dragen Verbeteren van spierfunctie 2. Beperkingen: Interventie: Coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Actieve oefeningen van vaardigheden Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Stand/zit Loopoefeningen met toenemende graad van complexiteit Bestijgen van trap Afstemming van looppatroon Afstemming zitten, opkomen uit stoel Buigen, hurken Verbeteren van coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 15 3. Beperkingen: Interventie: Bewegend functioneren Actieve oefeningen van vaardigheden Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in bewegen: lopen / fietsen Stand/zit Lopen, fietsen, indien gewenst een fietsergometer of loopband Verbeteren van bewegend functioneren 4. Patiënteducatie, adviezen en thuisoefeningen A. Het promoten van oefeningen in het algemeen is van groot belang. Dit betreft activiteiten zoals lopen, fietsen en zwemmen. B. Advies voor het afstemmen van activiteiten. Met betrekking tot sporten: - reductie van sport of training met momenten van springen - aanpassen van sport of training met langdurige dynamische belasting Met betrekking tot huishouden, werk en vrijetijdsbesteding: - voorkom langdurige statische belasting C. Thuisoefeningen, afgeleid van de oefeningen zoals gespecificeerd in 1 tot 3, zijn van groot belang voor een optimale uitkomst van de behandeling. D. Instructie over belastbaarheid en belasting van de heup en knieregio. Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 16 MEDISCHE TRAINING BEHANDELPROTOCOL VOOR PATIËNTEN MET EEN VAS-SCORE VAN 31 - 60 Frequentie: 2 x per week. 1. Functiestoornis: Interventie: Spierfunctie Actieve oefeningen Functiestoornis Uitgangshouding Actie Doel Functiestoornis in spierfunctie Dimensie: Actieve stabiliteit en coördinatie Ruglig ‘Bruggetje maken’ met weerstand op bekken, een of twee voeten voor steunname grond Voet voor steunname op grond of muur, weerstand op bekken Niet-aangedane been strekken, weerstand op bekken /been In de hoek van de vloer, aangedane been op ‘rola’, weerstand tegen been Weerstand tegen bekken, lateraal, voorwaarts en achterwaarts Behoud van bekkenstand (horizontaal) Verbeteren van spierfunctie Omrollen met gebruik van het been Driedimensionale beweegpatronen met het been Driedimensionale beweegpatronen met het been Verbeteren van spierfunctie Idem Zijlig Kruiphouding Zit Stand/Stand op 1 been Dimensie: Kracht Ruglig/Zijlig Ruglig Kruiphouding 2. Beperkingen: Interventie: Idem Idem Idem Idem Idem Coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Actieve oefeningen van vaardigheden Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Stand/Zit/Lig Afstemming van looppatroon Afstemming zitten, gaan liggen, opkomen uit stoel, uit bed Buigen, hurken, knielen Verbeteren van coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden 3. Beperkingen: Coxarthrose – Best Evidence Protocol Bewegend functioneren Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 17 Interventie: Interventies voor verminderen van belasting Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in bewegen: lopen Stand Voorschrijven en aanleren van een wandelstok (contralateraal), in overeenstemming tot de behoeften van de patiënt en de visie van de therapeut Verminderen van belasting 4. Beperkingen: Interventie: Persoonlijke verzorging Actieve oefeningen van vaardigheden Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in het aankleden Stand/zit Oefenen van aankleden, in het bijzonder het aantrekken van rok, broeken, sokken, kousen en schoenen inclusief schoenveters Verbeteren van persoonlijke verzorgingsvaardigheden 5. Beperkingen: Interventie: huishoudelijke vaardigheden Actieve oefeningen van vaardigheden Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in huishoudelijke activiteiten Stand/zit Oefenen van boodschappen doen, koken etc. Verbeteren van huishoudelijke activiteiten 6. Patiënteducatie, adviezen en thuisoefeningen A. Het promoten van oefeningen in het algemeen is van groot belang. Dit betreft activiteiten zoals lopen, fietsen en zwemmen. Alle oefeningen moeten worden uitgevoerd binnen de belastbaarheid van de patiënt. B. Advies voor het afstemmen van activiteiten. Met betrekking tot sporten: - beëindiging van sport of training met momenten van springen - beëindiging van sport of training met momenten van rennen - reductie van sport of training met langdurige dynamische belasting Met betrekking tot huishouden, werk en vrijetijdsbesteding: Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 18 C. reductie van trappen beklimmen reductie van momenten van tillen of dragen, beide met het oog op de omvang en duur voorkom langdurige statische belasting voorkom langdurige dynamische belasting Thuisoefeningen, afgeleid van de oefeningen zoals gespecificeerd in 1 tot 5, zijn van groot belang voor een optimale uitkomst van de behandeling. D. Instructie over belastbaarheid en belasting van de heup en knieregio. Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 19 MEDISCHE TRAINING BEHANDELPROTOCOL VOOR PATIËNTEN MET EEN VAS-SCORE VAN 61 + Frequentie: 2 x per week. 1. Functiestoornis: Interventie: Bewegingsuitslag Actief gestuurde oefeningen Functiestoornis Uitgangshouding Actie Doel Functiestoornis in bewegingsuitslag Dimensie: Arthrogeen en myogeen Zijlig In de richting van flexie en extensie, met manuele ondersteuning van het been Tot de grens van de bewegingsuitslag Abductie zoals boven beschreven Tot de grens van de bewegingsuitslag Behoud van bewegingsuitslag Ruglig 2. Functiestoornis: Interventie: Idem Spierfunctie Actieve oefeningen Functiestoornis Uitgangshouding Actie Doel Functiestoornis in spierfunctie Dimensie: Kracht Ruglig Isometrisch, in het bijzonder richting extensie en abductie Lichte manuele weerstand Behoud van spierfunctie Functiestoornis in spierfunctie Dimensie: Actieve stabiliteit Ruglig, knie geflecteerd tot 90 graden, voet op de vloer Weerstand dichtbij het gewricht Lichte manuele weerstand Behoud van spierfunctie 3. Beperkingen: Interventie: Coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Actieve oefeningen van vaardigheden Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Stand/Zit/Ruglig Afstemming van looppatroon Afstemming zitten, gaan liggen, opkomen uit stoel, uit bed Verbeteren van coördinatie / elementaire sensormotorische vaardigheden Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 20 Buigen, hurken, knielen 4. Beperkingen: Interventie: Bewegend functioneren Interventies voor verminderen van belasting Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in lopen Stand Voorschrijven en aanleren van een wandelstok (contralateraal) Verminderen van belasting 5. Beperkingen: Interventie: Persoonlijke verzorging Actieve oefeningen van vaardigheden (inclusief assisterende en adaptieve middelen en hulp van andere personen) Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in het aankleden Stand/zit Oefenen van aankleden, in het bijzonder het aantrekken van rok, broeken, sokken, kousen en schoenen inclusief schoenveters Verbeteren van persoonlijke verzorgingsvaardigheden 6. Beperkingen: Interventie: Huishoudelijke vaardigheden Actieve oefeningen van vaardigheden (inclusief assisterende en adaptieve middelen en hulp van andere personen) Beperking Uitgangshouding Actie Doel Beperking in huishoudelijke activiteiten Stand/zit Oefenen van boodschappen doen, koken etc. Verbeteren van huishoudelijke activiteiten 7. Patiënteducatie, adviezen en thuisoefeningen A. Het promoten van oefeningen in het algemeen is van groot belang; echter zonder toename van pijn. Fietsen en zwemmen worden gepromoot indien deze activiteiten geen pijn veroorzaken. B. Advies voor het afstemmen van activiteiten. Met betrekking tot sporten: - beëindiging van sport of training met langdurige belasting tijdens lopen Met betrekking tot huishouden, werk en vrijetijdsbesteding: - beklimmen van trappen stap voor stap met het voorkeursbeen eerst en indien mogelijk voorkom traplopen Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 21 - voorkom statische belasting - voorkom dynamische belasting - voorkom momenten van tillen of dragen C. Thuisoefeningen, afgeleid van de oefeningen zoals gespecificeerd in 1 tot 6, zijn van groot belang voor een optimale uitkomst van de behandeling. D. Instructie over belastbaarheid en belasting van de heup en knieregio. Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 22 MEETINSTRUMENTEN Dutch WOMAC Roorda LD, Lankhorst GD. 2003 Instructie Wilt u de vragen beantwoorden door het aankruisen van één van de hokjes? veel Ο erg veel Ο veel Ο erg veel Ο 1. Als u het kruisje in het meest linkse hokje plaatst dan geeft u aan dat u geen pijn heeft geen Ο gering Ο matig Ο 2. Als u het kruisje in het meest rechtse hokje plaatst dan geeft u aan dat u erg veel pijn heeft geen Ο gering Ο matig Ο 3. Let op: Plaats alstublieft geen kruisjes buiten de hokjes.! Geef aan hoeveel pijn, stijfheid of beperkingen u hebt ervaren tijdens de afgelopen 48 uur door een kruisje te zetten in een van de hokjes. Onderstaande vragen betreffen de hoeveelheid pijn die u hebt ervaren als gevolg van uw heup. Wilt u bij elke situatie aangeven hoeveel pijn u hebt ervaren tijdens de afgelopen 48 uur. 1. Hoeveel pijn had u - bij het lopen op een vlakke ondergrond? - bij het trap op- of aflopen? - 's nachts in bed? - tijdens zitten of liggen? - wanneer u rechtop staat? geen Ο Ο Ο Ο Ο gering Ο Ο Ο Ο Ο matig Ο Ο Ο Ο Ο veel Ο Ο Ο Ο Ο erg veel Ο Ο Ο Ο Ο Onderstaande vragen betreffen de gewrichtsstijfheid (en niet de pijn) die u hebt ervaren als gevolg van uw heup tijdens de afgelopen 48 uur. Met gewrichtsstijfheid bedoelen we het gevoel dat uw gewricht minder soepel beweegt. 2. Hoe erg was uw gewrichtsstijfheid - ‘s morgens als u voor het eerst wakker wordt? - na het zitten, liggen of rusten later op de dag? Coxarthrose – Best Evidence Protocol geen Ο Ο een beetje Ο Ο matig Ο Ο erg Ο Ο Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie heel erg Ο Ο 23 Onderstaande vragen betreffen uw dagelijks functioneren. Hiermee bedoelen we het vermogen u te verplaatsen en voor uzelf te zorgen. Wilt u voor elk van de onderstaande activiteiten aangeven hoeveel moeite u tijdens de afgelopen 48 uur hebt ervaren als gevolg van uw heup. 3. Hoeveel moeite had u bij - trap aflopen? - trap oplopen? - opstaan vanuit een stoel? - staan? - bukken naar de grond? - lopen op een vlakke ondergrond? - instappen / uitstappen van een auto? - winkelen? - sokken / kousen aantrekken? - opstaan van bed? - sokken / kousen uittrekken? - in bed liggen? - in / uit bad gaan? - zitten? - gaan zitten op / opstaan van het toilet? - zware huishoudelijke werkzaamheden? - lichte huishoudelijke werkzaamheden? geen Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο gering Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο matig Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο veel Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο erg veel Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Somscore Er kan één somscores worden opgemaakt die per dimensie, pijn, gewrichtsstijfheid en fysiek functioneren kan worden berekend. De antwoordcategorieën worden hierbij gescoord van 0-4: 0 = geen, 1 = gering, 2 = matig, 3 = veel, 4 = erg veel / heel erg. De somscore varieert hierdoor van 0-96, de somscore pijn van 0-20, de somscore gewrichtsstijfheid van 0-8 en de somscore fysiek functioneren van 0-68. Gestandaardiseerde somscore totaal = ((96 - somscore totaal) * 100) / 96. Gestandaardiseerde somscore pijn = ((20 - somscore pijn) * 100) / 20. Gestandaardiseerde somscore gewrichtstijfheid = ((8 - somscore gewrichtsstijfheid) * 100) /8. Gestandaardiseerde somscore fysiek functioneren = ((68 - somscore fysiek functioneren) * 100) / 68. Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 24 VAS Score In te vullen door de fysiotherapeut Naam patiënt : ………………………………………………………………… Fysiotherapeut: ………………………………………………………………… Datum: ………………………………………………………………… Met dit formulier willen wij een indruk krijgen van de pijn die u heeft. Wilt u alstublieft op onderstaande lijn met een duidelijk zichtbare pen een haaks streepje zetten wat overeenkomt met de mate van uw pijn. Markeer met een duidelijke pen op onderstaande lijn hoeveel pijn u heeft ervaren afgelopen week. Geen pijn ______________________________________________ Zeer hevige pijn Markeer met een duidelijke pen op onderstaande lijn hoeveel stijfheid u heeft ervaren afgelopen week. Geen stijfheid ______________________________________________ Zeer erge stijfheid Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 25 Ziekteperceptie vragenlijst IPQ-K De Raaij E.J., Schröder C.D., Kaptein A.A. 2007 Omcirkel alstublieft bij elke vraag het getal dat uw mening het beste weergeeft 1. Hoeveel beïnvloedt uw ziekte uw leven? 0 1 2 3 4 helemaal geen invloed 2. Hoe lang denkt u dat uw ziekte zal duren? 0 1 2 3 4 een zeer korte tijd 5 6 7 8 9 10 zeer veel invloed 5 6 7 8 9 10 mijn hele leven 6 7 8 9 10 zeer veel controle 7 8 9 10 zeer veel 3. Hoeveel controle vindt u dat u heeft over uw ziekte? 0 1 2 3 4 5 helemaal geen controle 4. Hoeveel denkt u dat uw behandeling kan helpen bij uw ziekte? 0 1 2 3 4 5 6 helemaal niet 5. Hoe sterk ervaart u klachten door uw ziekte? 0 1 2 3 4 helemaal geen klachten 6. Hoe bezorgd bent u over uw ziekte? 0 1 2 3 helemaal niet bezorgd 4 7. In welke mate vindt u dat u uw ziekte begrijpt? 0 1 2 3 4 helemaal geen begrip 5 6 7 8 9 10 veel ernstige klachten 5 6 7 8 9 10 zeer bezorgd 5 6 7 8 9 10 zeer veel begrip 8. Hoeveel invloed heeft de ziekte op uw stemming? (Bijvoorbeeld: maakt de ziekte u boos, bang, van streek of somber?) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 helemaal zeer veel geen invloed invloed 9. Noem s.v.p. de drie belangrijkste factoren die naar uw opvatting uw ziekte hebben veroorzaakt, in volgorde van belangrijkheid. De belangrijkste oorzaken voor mij zijn: 1. ………………………………………… 2. ………………………………………… 3. ………………………………………... Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 26 BIJLAGEN Gebruik van goniometer Heupflexie Testpositie - Patiënt in ruglig - Sta knieflexie toe (ter voorkoming van beperking door hamstrings) - Stabiliseer het bekken ter voorkoming van rotatie - Flecteer de heup Goniometer Plaatsing - Draai-as – trochanter major - Stilstaande arm – op één lijn met de middellijn van het bekken - Bewegende arm – op één lijn met het femur (laterale epicondyl) Normale Bewegingsuitslag - 121.0º + of - 6.4º (American Academy of Orthopaedic Surgeons) - 100.0º (American Medical Association) Normaal Eindgevoel - Capsulair Heupextensie Testpositie - Patiënt in buiklig - Stabiliseer het bekken ter voorkoming van rotatie - Extendeer de heup Goniometer Plaatsing - Draai-as – trochanter major - Stilstaande arm – op één lijn met de middellijn van het bekken - Bewegende arm – op één lijn met het femur (laterale epicondyl) Normale Bewegingsuitslag o o - 12.0 + of - 5.4 (American Academy of Orthopaedic Surgeons) o - 30.0 (American Medical Association) Normaal Eindgevoel - Capsulair of ligamenteus Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 27 Heupabductie Testpositie - Patiënt in ruglig - Stabiliseer het bekken ter voorkoming van bekkenkanteling - Abduceer de heup Goniometer Plaatsing - Draai-as – spina iliaca anterieur superieur (SIAS / ASIS) - Stilstaande arm – op één lijn met met tegenovergestelde SIAS / ASIS - Bewegende arm – op één lijn met het femur (middenvan de patella) Normale Bewegingsuitslag o o - 41.0 + of - 6.0 (American Academy of Orthopaedic Surgeons) o - 40.0 (American Medical Association) Normaal Eindgevoel - Capsulair of ligamenteus Heupadductie Testpositie - Patiënt in ruglig - Stabiliseer het bekken ter voorkoming van bekkenkanteling - Abduceer tegenovergestelde heup om te testen been te laten adduceren - Adduceer de heup Goniometer Plaatsing - Draai-as – spina iliaca anterieur superieur (SIAS / ASIS) - Stilstaande arm – op één lijn met met tegenovergestelde SIAS / ASIS - Bewegende arm – op één lijn met het femur (middenvan de patella) Normale Bewegingsuitslag o o - 27.0 + of - 3.6 (American Academy of Orthopaedic Surgeons) o - 20.0 (American Medical Association) Normaal Eindgevoel - Capsulair of ligamenteus Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 28 Endorotatie Heup Testpositie - Patiënt zit op de bank - Knie gebogen - Stabiliseer distale uiteinde van bovenbeen - Endoroteer de heup Goniometer Plaatsing - Draai-as – middelpunt van de patella - Stilstaande arm – verticaal - Bewegende arm – op één lijn met het onderbeen (tibia) Normale Bewegingsuitslag o o - 44.0 + of - 4.3 (American Academy of Orthopaedic Surgeons) o - 40.0 (American Medical Association) Normaal Eindgevoel - Capsulair Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 29 Exorotatie Heup Testpositie - Patiënt zit op de bank - Knie gebogen - Stabiliseer distale uiteinde van bovenbeen - Exoroteer de heup Goniometer Plaatsing - Draai-as – middelpunt van de patella - Stilstaande arm – verticaal - Bewegende arm – op één lijn met het onderbeen (tibia) Normale Bewegingsuitslag o o - 44.0 + of - 4.8 (American Academy of Orthopaedic Surgeons) o - 50.0 (American Medical Association) Normaal Eindgevoel - Capsulair Coxarthrose – Best Evidence Protocol Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 30 Naam patiënt: ……………………… Therapeut: ……………………… Diagnose: …………………….. Bijzonderheden: ……………………. Patiëntendossier / Registratieformulier Behandelprotocol Coxarthrose Datum Behandelverloop Algemeen Rektechnieken Evjenth Anders MT / HWO Educatie Adviezen HWO Iliopsoas Quadriceps femoris Tensor fascia latae Logboek Sartorius Adductoren Gracilis MT / HWO Educatie Adviezen HWO Iliopsoas Quadriceps femoris Tensor fascia latae Logboek Sartorius Adductoren Gracilis MT / HWO Educatie Adviezen HWO Iliopsoas Quadriceps femoris Tensor fascia latae Logboek Sartorius Adductoren Gracilis MT / HWO Educatie Adviezen HWO Iliopsoas Quadriceps femoris Tensor fascia latae Logboek Sartorius Adductoren Gracilis Coxarthrose – Best Evidence Protocol Medische training therapie componenten Bewegingsuitslag Spierfunctie Coördinatie/ elementaire sensomotorische vaardigheden Bewegend functioneren (bv lopen, fietsen) Persoonlijke verzorging Huishoudelijke vaardigheden Bewegingsuitslag Spierfunctie Coördinatie/ elementaire sensomotorische vaardigheden Bewegend functioneren (bv lopen, fietsen) Persoonlijke verzorging Huishoudelijke vaardigheden Bewegingsuitslag Spierfunctie Coördinatie/ elementaire sensomotorische vaardigheden Bewegend functioneren (bv lopen, fietsen) Persoonlijke verzorging Huishoudelijke vaardigheden Bewegingsuitslag Spierfunctie Coördinatie/ elementaire sensomotorische vaardigheden Bewegend functioneren (bv lopen, fietsen) Persoonlijke verzorging Huishoudelijke vaardigheden Professional Master Fysiotherapie – Orthopedische Manuele Therapie 31 Logboek / Huisoefenschema Huisoefenschema Een dagboek Coxarthrose Inleiding Dit is het huisoefenschema voor u als heup arthrose patiënt. In de eerste bijeenkomst in het fysiotherapeutische centrum is uitgelegd hoe deze te hanteren. Als u hierover vragen hebt naast de uitleg in de beschrijving van dit dagboek, raadpleeg dan uw behandelend therapeut. maken. Dit ten gunste van uw pijn en dagelijks functioneren. Iedere activiteit die u uitvoerd, toegespitst op uw heup aandoening, kunt u vastleggen door middel van dit dagboek. Noteer in de aangegeven vakken in het bijgevoegde dagboek op welke dag u, welke activiteit heeft toegepast, voor hoe lang en wat uw bevindingen hierbij waren. U kunt bij deze activiteiten denken aan bijvoorbeeld; wandelen (al dan niet met uw hond), fietsen, nordic walking, fitness of zwemmen. Als u nevenactiviteiten onderneemt die niet hierboven beschreven worden of met de therapie te maken hebben beschrijf deze dan. Voorbeeld: Dit dagboek heeft als doelstelling uw betrokkenheid met uw aandoening te vergroten en om uw activiteiten buiten de therapie om overzichtelijk te maken. Werkwijze Naast de toegepaste therapie in de fysiotherapeutische praktijk met betrekking tot uw heup, wordt van u verwacht dat u met regelmaat zelf aan uw aandoening werkt om het behandelresultaat zo optimaal mogelijk te Datum Activiteit Duur 22-4-07 Wandelen 20 min Opmerking Vrijwel geen klachten Belangrijke contactgegevens …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. Week 1 Datum Activiteit Duur Week 2 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Week 3 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Week 4 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Week 5 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Opmerkingen Week 6 Datum Activiteit Duur Opmerkingen 33 Week 7 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Week 9 Datum Activiteit Duur Week 8 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Week 10 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Week 11 Datum Activiteit Duur Opmerkingen Opmerkingen Week 12 Datum Activiteit Duur Opmerkingen 34 FLOWCHART Coxarthrose – ‘Best Evidence Protocol’ Aanmelding Verwijzing: Lokalisatie, graad arthrose Andere pathologie Gegevens aanvullend onderzoek, medicatie Inclusiecriteria: aangetoonde CA of; verwezen via orthopeed of; via HA / DTF + aanwezigheid van 4/7 klinische symptomen Exclusiecriteria: symptomatologie in beide heupen reactief arthritis beeld in de betreffende heup angst voor manipulatieve therapie leeftijd < 55 en > 85 jaar hevige klachten van de lage rug uitgebreid cardiopulmonaal lijden onvoldoende kennis van de Nederlandse taal buiten het fysiotherapeutisch referentiekader vallende psychosociale factoren Diagnostisch proces (Aanvullende) anamnese: Gezondheidsprobleem Hulpvraag Functioneren Therapeutisch proces Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Voorlichting / uitleg protocollen: Algemeen arthrose, bewegen, voeding Medisch trainingsprogramma Manuele verrichtingen programma Manuele verrichtingen: 2 keer per week gericht op mobiliteit en flexibiliteit; Medische training: VAS pijn ≤ 3.0 1 keer per week gericht op spierfunctie, coördinatie en bewegend functioneren Medische training: VAS pijn 3.1 – 6.0 2 keer per week gericht op spierfunctie, coördinatie, bewegend functioneren, persoonlijke verzorging en huishoudelijke vaardigheden Medische training: VAS pijn 6.1 + 2 keer per week gericht op bewegingsuitslag, spierfunctie, coördinatie, bewegend functioneren, persoonlijke verzorging en huishoudelijke vaardigheden Communicatieve verrichtingen: Evaluatie: Gedrag en levensstijl Week 1 en 7 Tractiemanipulatie van MLPP naar de meer beperkte stand Spierrekken: m. iliopsoas, m. quadriceps femoris, m. tensor fascia latae, m. sartorius, mm. adductores, m. gracilis Inzicht in de aandoening artrose en de therapie Bevorderen van een positieve manier van omgaan met klachten VAS stijfheid VAS pijn Dutch WOMAC Goniometer IPQ-K Bevorderen van therapietrouw Week 1, 3, 5, 7 Week 6 Week 6 VAS pijn Communicatieve verrichtingen: Boostersessie - Voorlichting en instructie ter bevordering van therapietrouw en thuis oefenprogramma Auteurs: M. van der Hart, A. Kleijn, R. Schuurmans, J. de Boer, S. Hartman, D. van Nunen Begeleiders: E. de Raaij, R. van Peppen Professional Master Orthopedische Manuele Therapie, Hogeschool Utrecht Januari 2008 35 Meetregistratie formulier VAS- Pijn Week 1 VASStijfheid Goniometer Flexie Extensie Abductie Adductie Exorotatie Endorotatie ……… Flexie Extensie Abductie Adductie Exorotatie Endorotatie ……… ……… ……… ……… ……… ……… WOMACPijn WOMACStijfheid WOMACADL IPQ-K ° ° ° ° ° ° Week 2 Week 4 Week 6 ……… ……… ……… ……… ……… ° ° ° ° ° ° 36 Begrippenlijst Spierfunctie Het vermogen een correcte contractie uit te voeren Coördinatie Samenwerking tussen verschillende spieren voor het tot stand komen van een bepaalde beweging Mobiliteit Beweeglijkheid Flexibiliteit De absolute bewegingsmogelijkheid in een gewricht of een serie gewrichten Lichamelijk functioneren Het uitvoeren van lichamelijke functies en dagelijkse routine-activiteiten, zoals lopen, tillen, bukken, horen en zien