Aangeboren of aangeleerd? Een lesbrief bij het onderwerp aangeboren en aangeleerd gedrag. Inleiding Deze korte lesbrief is gemaakt ter ondersteuning van een eventueel onderwijsleergesprek of klassengesprek over aangeboren en aangeleerd gedrag. De lesbrief kan worden ingezet als introductie bij blok 4 uit Thema 1 (Wie ben ik?). Zonder het begrip te noemen richt deze lesbrief zich op het proces van socialisatie. Socialisatie is het eigen maken door iemand van gewoontes en gebruiken van een bepaalde groep en het overbrengen van gewoontes en gebruiken van de ene generaties op de andere. Er worden twee niveaus van socialisatie onderscheiden: primaire socialisatie en secundaire socialisatie. Bij primaire socialisatie gaat het om het proces van socialisatie dat plaats vindt in een gezin. Bij secundaire socialisatie gaat het om het proces dat bijvoorbeeld op school en bij vrienden plaatsvindt. In deze lesbrief leren leerlingen het verschil tussen aangeleerd en aangeboren gedrag door het lezen van korte teksten en het maken van enkele opdrachten. Daarna maken ze een poster over hun eigen aangeleerde en aangeboren gedrag. De poster kan worden ingezet bij een eventueel onderwijsleergesprek of klassengesprek. Benodigdheden Voor het maken van de poster hebben leerlingen papier nodig voor de poster, kladpapier, kleurpotloden of stiften en eventueel een foto van zichzelf. Antwoorden Opdracht 1. A. Wat is het belangrijkste verschil tussen de mening van de moeder van Stefan en de vader van Marcel? - De moeder van Stefan zegt dat de agressiviteit komt door de invloed van gewelddadige films. En dus aangeleerd worden. De vader van Marcel zegt dat de agressiviteit al in Stefan zit. En dus aangeboren is. B. Met welke mening ben jij het eens? - Eigen mening. Opdracht 2. A. Hoe heet het gedrag dat je overneemt van anderen? - Aangeleerd gedrag B. Hoe heet het gedrag dat je van je ouders hebt geërfd? - Aangeboren gedrag C. Is vloeken volgens de poster (bron 1 met de papegaai) aangeleerd of aangeboren gedrag? Waar kun je dat aan zien? - aangeleerd. De papegaai is een naprater. Die zegt wat het geleerd wordt. Een kind vloekt niet uit zichzelf. Wanneer ouders vloeken, gaat een kind hen napraten en leert zo vloeken. D. Bekijk bron 2 die over roken gaat. Wat willen de makers van de poster duidelijk maken? - gedrag (en dus ook roken) wordt door anderen gekopieerd. Aangeleerd gedrag is gekopieerd gedrag E. Voor wie is deze poster gemaakt? Leg je antwoord uit. - Voor de ouders die roken. F. Jongens roken vaak in groepjes. Waarom is dat denk je? - Om erbij te horen gedraag je je zoals de groep laat zien. Wanneer enkelen in de groep roken ga je dat gedrag kopiëren. Opdracht 3. A. Heb jij de zelfde muzieksmaak als je vrienden? - Eigen antwoord B. Lijkt jouw kledingstijl op die van je vrienden? - Eigen antwoord Opdracht 4. A. Bedenk welke uiterlijke kenmerken je van je moeder en je vader hebt. - Eigen antwoord B. Bedenk welke karakter eigenschappen je van je moeder en je vader hebt. - Eigen antwoord