Hindoeïsme Hindoes geloven dat je na je dood terugkomt in een ander wezen (dier of mens). Hoe je terugkomt, hangt af van hoe je in je vorige leven hebt geleefd > karma. Hindoes geloven in 1 God > Brahman. Brahman heeft geen vorm of lichaam, maar kan wel de gedaante van een mens aannemen. De belangrijkste 3 zijn: 1. Brahma 2. Vishnu 3. Shiva In Nederland leven niet zoveel Hindoes. De Hindoes die hier leven komen uit Suriname en India. Hindoes kunnen thuis bidden bij hun huisaltaar of in de Hindoetempel. Als je de Hindoetempel binnengaat moet je je schoenen uittrekken. De voorganger in de Hindoetempel heet pandit. Een pandit heeft verschillenden taken: - rituelen opdragen - voorgaan in de tempel - preken - vertellen Een dienst in de Hindoetempel bestaat uit 2 delen: 1. Puja = het offerritueel 2. preek = voorlezen uit de heilige boeken Tijdens de puja worden bloemen, eten en gras geofferd aan de goden Tijdens de preek wordt er voorgelezen uit de heilige boeken. Deze boeken heten veda’s. In de veda’s staan verhalen van de goden en wijze lessen. De veda’s zijn oude boeken. Ze zijn geschreven in het sanskriet. Hindoes kennen 10 regels. 5 regels die je niet moet doen: - iets dood of kapot maken - niet liegen - niet stelen - niet jaloers zijn - niet hebberig zijn 5 regels die je wel moet doen: - jezelf verzorgen - tevreden zijn - vriendelijk en geduldig zijn - goed leren - je geest aan Brahman, God geven Als Hindoes sterven worden ze gecremeerd.