Nieren Nieranatomie: Nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken. Om de nier een vethoudend bindweefselvlies. Nierschors en niermerg bevatten ongeveer 1 miljoen niereenheden (nefronen). Deze bestaan uit een nierkanaaltje, die monden uit in verzamelkanaaltjes en die komen uit in de nierbekkens. Een nierkanaaltje bestaat uit uit twee gekronkelde delen en een lus (lis van henle) . In de nierschors een nierkapsel (kapsel van Bowman), een aanvoerende arteriole en een afvoerende arteriole en een kluwen van haarvaten (glomerulus). Functie: Uitscheiding van afvalstoffen, (o.a. ureum). Lichaamsvreemde stoffen (medicijnen), overtollig water en overtollige zouten, zodat het interne milieu constant blijft. Werking: De diameter van de aanvoerende arteriole (aftakking van nierslagader) kleiner dan de aanvoerende arteriole. De bloeddruk in de glomeruli is zo hoog dat er daar 20% van het bloedplasma in het nierkapsel wordt geperst. Dit vocht bestaat uit kleine molekulen, zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en eiwitten. Dit vocht heet voor-urine. De cellen van het kapsel zijn niet actief betrokken, verbruiken dus geen zuurstof. Er stroomt ongeveer 1500 liter bloed dagelijks door het bloed, waarvan ongeveer 180 liter voorurine wordt gevormd. De cellen van de wand van de nierkanaaltjes halen de opgeloste nuttige stoffen uit de nierkanaaltjes en geven ze terug aan het bloed. De cellen worden voorzien van voedingsstoffen en zuurstof door de haarvaten in de nier. De stoffen worden ook afgegeven aan het nierweefsel tussen de haarvaten. Hierdoor wordt ook weer water aan de voor-urine onttrokken aan de urine in de verzamelkanaaltjes.