- In het eerste gedeelte van Nativité horen we groepen van 5

advertisement
Programma van het concert op zondag 24 juni 2012
in de Petruskerk te Berlicum.
Willem Hörmann, orgel.
--Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621):
- Allein Gott in der Höh sei Ehr
- Balletto del Granduca
Johann Sebastian Bach (1685-1750):
- Toccata, en
- fuga in d, BWV 538
Marcel Dupré (1886-1971)
Symphonie-Passion Op. 23 in 4 delen:
- Le Monde dans l’attente du sauveur
- Nativité
- Crucifixion
- Résurrection
De twee werken van Sweelinck bestaan uit enkele delen
die tesamen één geheel vormen; van het Balletto valt
het werelds karakter duidelijk op. Ook in de toccata
en fuga horen we verschillende karakters: de toccata
is
gecomponeerd
voor
verschillend
klinkende
toetsenborden;
een muziekwerk
“als
het
leven
zelf”, vol
variatie en afwisselend, met fragmenten die herhaald
worden maar dan de tweede keer nét even anders klinken
en waarin mineur en majeur elkaar opvolgen.
Niet toevallig is voor dit laatste concert gekozen
voor ernstige én opgewekte muziek. We nemen afscheid
en zien uit naar de opmaat naar een nieuw begin. En de
vier thema’s die in de Symphonie-Passion aan de orde
komen staan symbool voor de gebeurtenissen van vandaag
en de toekomst: in afwachting, geboorte, kruisiging en
opstanding.
Marcel Dupré (Rouen 1886) was, omgeven door op zeer
hoog niveau geschoolde muzikale familieleden, al jong
een zeer bekend organist, improvisator en componist.
In
1920
speelde
hij
in
10
concerten
alle(!)
orgelwerken van J.S.Bach uit het hoofd. Al op jonge
leeftijd bespeelde hij de beroemdste orgels over de
gehele wereld waarbij vooral zijn
improvisatietalent
zeer veel indruk maakte. Ook de vierdelige SymphoniePassion ontstond na improvisaties en zoals meerdere
orgelwerken van Dupré zijn ook hier Gregoriaanse
thema's als uitgangspunt genomen.
- In Le Monde dans l’attente du Sauveur (De wereld in
verwachting van de Redder) verklankt Dupré de hoop,
verwachting, de sensatie van de spanning om de
naderende
komst
van
Christus.
Door
snelle,
onregelmatig aaneengeregen groepjes van twee of drie
noten ontstaat een ingehouden spanning die na enkele
minuten tot stilstand komt. Na een korte stilte volgt
de kalme melodie van Jesu Redemptor Omnium; daarna
wordt de spanning opnieuw opgevoerd. Aan het einde van
dit deel combineert Dupré deze kalme melodie met de
eerder omschreven snelle noten en vervolgens stevent
het werk af op een slot met statige akkoorden.
- In het eerste gedeelte van Nativité (geboorte) horen
we groepen van 5 stijgende of dalende noten die een
kalme wiegende beweging vormen. daarna horen we de
herders rustig wandelend op weg gaan. Hun tocht wordt
gaandeweg hoorbaar spannender, en naar een kalm einde
toe lopend, horen we de melodie van “adeste fidelis”
(wij komen tezamen) in het slot verwerkt.
- Crucifixion (kruisiging) verklankt de gang naar
Golgotha en de kruisinging; met enige fantasie kunnen
we de gebeurtenis in al zijn dramatiek meebeleven. Aan
het eind ervan wordt de melodie van het Stabat mater
geciteerd.
- Résurection (opstanding) is een toccata die langzaam
opgebouwd wordt; aan het begin een zacht, duister
klankbeeld door een- en tweestemmig contrapunt dat
gaandeweg plaatsmaakt voor een steeds nadrukkelijker
herhaald drietonig motief, uitlopend in een kort
slotdeel bestaande uit heftige akkoorden. Gedurende
het hele werk horen we de melodie van Adoro te devote
erdoorheen;
aan
het
begin
laag
in
de
lange,
begeleidende pedaaltonen, aan het slot horen we dit
thema in het pedaal en in de manuaalpartijen, maar nu
forser en door het eerder genoemde drietonig motief
heen, waarna het thema uiteindelijk in kolossale
slotakkoorden wordt verwerkt.
--Introductie Commissie Orgelfonds Sint Norbertus
--Olivier Messiaen (1908-1992):
- Apparation de l’Église éternelle (“de verschijning
van de eeuwige kerk”)
Net als bij het normale requiem zien we bij dit
“requiem voor een orgel” ook
de positieve kant: straks horen we een nieuw prachtig
orgel in een nieuwe waardige opvolger van de SintPetruskerk.
Daarom liever geen applaus na afloop van dit concert
maar een oorverdovende stilte waarin we het geluid van
het orgel in ons bewaren en meenemen naar de toekomst.
Met veel genoegen kijk ik terug naar de concerten die
ik jaarlijks vanaf 1986
op dit orgel mocht geven en dank hierbij de mensen die
me daarbij tot steun waren waaronder Wim Reynier,
Gerda Coolen, de registranten, de medewerkers van Pels
en van Leeuwen Orgelbouw en u, publiek.
wh
Download