11‐4‐2013 Lesinhoud Thermo regulatie • Anatomie/fysiologie • Meetmethoden • Hyperthermie/hypothermie – Oorzaken – Verschijnselen – Behandeling VICV/BVF/SEH Jan Pouwels 2013 april 2013 Jan Pouwels 1 Anatomie & Fysiologie april 2013 Jan Pouwels 2 homeothermie vs. poikilothermie de mens is homeotherm: • Homeothermie vs. Poikilothermie – Voordelen: ‐ Effectieve chemische reacties ‐ Constante lichaamstemperatuur C li h – Nadelen: ‐ Kleine range in levensvatbare lichaamstemperatuur (27‐42 ºC) ‐ Kost veel energie • Kerntemperatuur vs. Schiltemperatuur • Thermo‐regulatie mechanisme april 2013 Jan Pouwels 3 warmteproduktie • basaal metabolisme: • topsport: • 1° C per uur • 1° C per 15 min. april 2013 Jan Pouwels april 2013 Jan Pouwels 4 kerntemperatuur vs. schiltemperatuur 5 april 2013 Jan Pouwels 6 1 11‐4‐2013 Circadiane ritme Delta T ( ‐ T) • Verschil tussen kern en schil • Normaal: + 2 ‐ 4 ° C • Afwijkend: ≥ 4 ‐ 7° C • Vasoconstrictie • Vasodilatatie Kern‐ en schiltemperatuur laten tegengestelde patronen zien april 2013 Jan Pouwels 7 Thermo‐regulatie mechanisme april 2013 Jan Pouwels 8 Thermo‐regulatie mechanisme • Sensoren – Huid, CZS • Thermostaat – Setpoint S i • Effectoren – Balans april 2013 Jan Pouwels 9 Thermo‐regulatie mechanisme Warmte afgifte Warmte produktie Basaal metabolisme Spieractiviteit Hormonen • balans april 2013 Jan Pouwels 10 Thermo‐regulatie mechanisme Hitte produktie in rust Zweetklieren Arteriolen Hitte produktie in actie huid en spieren borst en buikorganen huid en spieren hersenen borst en buikorganen andere hersenen andere Temp stijging van 0,5 °‐ 1° per uur Temp stijging van + 1° per 15 min. april 2013 Jan Pouwels 11 april 2013 Jan Pouwels 12 2 11‐4‐2013 Thermo‐regulatie mechanisme Thermo‐regulatie mechanisme Warmte afgifte • • • • Radiatie 65% R di i 65% Evaporatie 30% Convectie 10% Conductie 5% april 2013 Jan Pouwels gedrag autonome zenuwstelsel • Extra kleding • Rillen/klappertanden • Activiteiten • Kippevel • Vasoconstrictie 13 april 2013 Jan Pouwels Meetmethoden hypothermie Bloedtemperatuur (SG/PICO): • invasief maar betrouwbaar Tympanometrie (oorthermometer): • makkelijk maar onbetrouwbaar • niet geschikt bij hypothermie • Therapeutische hypothermie – Post reanimatie – Hoge ICP Oesophagaal: • betrouwbaar Oraal: • makkelijk maar onbetrouwbaar (invloeden) •niet geschikt bij hypothermie Rectaal: • betrouwbaar, continu, niet comfortabel, complicaties (contra‐incdicaties) • Primaire hypothermie – accidenteel Blaastemperatuur: • betrouwbaar, continu april 2013 Jan Pouwels • Secundaire hypothermie 15 32° ‐ 35° C • Matig: 28° ‐ 32° C • • • • • • • • • •Verstoorde thermoregulatie • Centraal zenuwstelsel • Endocrinologisch • Onvoldoende energie g • Neuromusculaire ziekten •Warmteverlies • Huidziekten, brandwonden • Iatrogeen • Infecties/sepsis/shock april 2013 Jan Pouwels 16 hypothermie Indeling hypothermie • Mild: 14 • Ernstig: < 28° C april 2013 Jan Pouwels 17 april 2013 Jan Pouwels 18 3 11‐4‐2013 Pathofysiologie hypothermie CZS • • • • Bewustzijnsdaling Onbetrouwbare GCS Autoregulatie tot 25° C EEG & SSEP: – Abnormaal v.a. 33,5° C – EEG = 0 v.a. 20° C • 20° ‐ 25° C: geen vegetatieve reflexen • Hypoxie tolerantie: – Tot 22° C = 18 ‐ 24 min. – Tot 10° C = 64 – 80 min. (Dierexperimenteel) Pathofysiologie hypothermie cardiovasculair renaal endocrinologisch & metabolisme • Vasoconstrictie • Koude diurese • wisselende glycemie • lipiden metabolisme • Na+ en K+ verstoringg – overvulling, koude diurese – vasoconstrictie – minder ADH • Cardiac Output ↓ • Bradycardieën • Ritmestoornissen gastro‐intestinaal • • • – Verlengde QT‐tijd – < 27° C ÆVF – < 20° C Æ VF !!! • ECG‐afwijkingen • Leukopenie, trombopenie, denaturatie proteïnen april 2013 Jan Pouwels stolling • stollingsstoornissen • D.I.S. respiratie 19 Hypothermie behandeling • • • • AMV ↓ hypoxie en hypercapnie bronchoconstrictie (a.g.v. nervus vagus stimulatie) verschuiving O₂‐dissociatie curve april 2013 Jan Pouwels 20 Hypothermie behandeling • Opwarmen – – – – <34° C geen darmmotiliteit leverfunctie ↓ < 25° C pancreasnecrose Passief (verwijder koude kleding, isolatie) Externe warmte (infusen (level I), gas, warmtedekens) Blaas/maag/thorax spoelen Blaas/maag/thorax spoelen EC‐circulatie (hart/longmachine) • Vitale functies bewaken/ondersteunen/overnemen • Voorkom verdere afkoeling (sedatie/verslapping) • Komt medicatie aan bij ernstige hypothermie? • Hypothermie beschermt, langdurige h i b h l d i reanimatie kan zinvol zijn • Wanneer wel/niet reanimeren en hoe ? – After‐drop – Koude diurese april 2013 Jan Pouwels 21 april 2013 Jan Pouwels Hypothermie 22 Hyperthermie • koorts (koude rilling) To CPR or not to CPR ? • warmtestuwing • maligne hyperthermie • maligne neuroleptisch syndroom • gestoorde thermoregulatie: – metabolisme ↑ – afgifte ↓ – hypothalame of CZS‐dysfunctie april 2013 Jan Pouwels 23 april 2013 Jan Pouwels 24 4 11‐4‐2013 hyperthermie Hyperthermie pathofysiologie • • • • • • • • • april 2013 Jan Pouwels compensatiemechanismen CZS Æ bewustzijnsdaling/delier/coördinatie ↓ leverfalen endotheel beschadigt nierfalen, ARDS, rhabdomyolyse hemodynamiek ↓ lactaatacidose, hyperkaliaemie stolling ↓ (DIS) > 42° C denaturatie proteïnen 25 april 2013 Jan Pouwels 26 27 april 2013 Jan Pouwels 28 Behandeling hyperthermie • Afkoelen: – Blanket roll, Bair hugger, Cold packs, Spray lauw water – Cool guard – Cave: verminderde afgifte door vasoconstrictie a.g.v. koelen • Bewaak/corrigeer vitale functies – Resp. insuff., hartfalen, lever‐ nierfalen, rhabdomyolyse, DIS, convulsies, delier, • Vochtresuscitatie • Corrigeer electrolytenstoornissen april 2013 Jan Pouwels Opwarmen ja of nee ? • Casus 1: • Casus 2: Patiënt komt binnen met een geïsoleerd neurotrauma Patiënt komt binnen na een trauma met een epiduraalbloeding, aangezichtsfrakturen h f k en een bekkenfraktuur Temperatuur: 34,1 34 1 HD: stabiel Resp: PRVC Temp: 33,9 HD: instabiel Resp: PC april 2013 Jan Pouwels 29 5