Zorgplan - Nldata.nl

advertisement
van het
PC Federatief SWV Primair Onderwijs
Zoetermeer e/o (34-02)
Schooljaar 2008-2009
Correspondentieadres:
Carry van Bruggenhove 25
2717 XT Zoetermeer
Tel. 079-3517207
Fax : 079-3214274
Email : [email protected]
Website: www.wsns3402.nl
Lijst van gebruikte afkortingen
(P)AB
(Z)MLK
ADHD
BAO
CD
Coco
Cotan
CVI
ESM/SH
IB’er
IOBK
IQ
IZC
LGF
LOM
LZ
LOV
OA
OALT
OOM
PC
PCL
PI
PMPO
PO
REC
RVC
SBD/SBD/OA
SBO
SO
St
SWV
VO
WMO
WPO
WSNS
ZMOK
ZOCO
(Preventieve) Ambulante Begeleiding
(Zeer) Moeilijk Lerende Kinderen
Attention Deficet Hyper Activity Disorder
Basisonderwijs
Centrale Dienst
Collegiale Consultatie
Officieel goedgekeurde toetsen / testen
Commissie Van Indicatiestelling
School voor slechthorende en spraakgebrekkige kinderen
Intern Begeleider
In Ontwikkeling Bedreigde Kleuters
Intelligentie Quotiënt
Interne Zorg Commissie
Leerling Gebonden Financiering
Leer en Opvoedings Moeilijkheden
Langdurig Zieken
(kinderen met een ) Leer en OntwikkelingsVoorsprong
Onderwijs Advies
Onderwijs in allochtone levende talen
Onderwijs Op Maat d.w.z. rekening houden met verschillen in
onderwijsbehoeften van kinderen. In de groep wordt onderwijs
gegeven aan enekele groepen kinderen en aan enkele kinderen die
een eigen programma nodig hebben.
Protestant Christelijk
Permanente Commissie Leerlingenzorg
Pedologisch Instituut
Proces Management Primair Onderwijs
Primair Onderwijs
Regionaal Expertise Centrum
Regionale Verwijzings Commissie
Schoolbegeleidings dienst
Speciale School voor Basisonderwijs
Speciaal Onderwijs
Stichting
Samenwerkingsverband
Voortgezet Onderwijs
Wet Medezeggenschaps Organen
Wet Primair Onderwijs – actueel per 1-8-1998
Weer Samen Naar School
Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen
Zorgcommissie
2
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 ...................................................................................................... 5
1.1 Functies van het zorgplan .............................................................................. 5
1.2 Relatie zorgplan met andere documenten ......................................................... 6
1.3 Vaststelling .................................................................................................. 6
HOOFDSTUK 2 HET SAMENWERKINGSVERBAND ....................................................... 7
2.1 Partners ....................................................................................................... 7
2.2 Kengetallen van het samenwerkingsverband....................................................12
2.3 Strategisch beleid ........................................................................................12
2.4 Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid .................................................14
HOOFDSTUK 3 DE ORGANISATIE VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND ......................15
3.1 Communicatie .............................................................................................15
3.2 Bestuurlijk overleg .......................................................................................15
3.3 Coördinatie groep .........................................................................................15
3.4 PCL ............................................................................................................16
3.5 Centrale Dienst ............................................................................................17
3.6 Klachtencommissie .......................................................................................17
3.7 Werkoverleg Directies ...................................................................................17
3.8 Intern begeleiders ........................................................................................18
3.9 Werkgroepen .................................................................................................18
HOOFDSTUK 4 DE ZORGSTRUCTUUR VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND .................19
4.1 Overzicht van de voorzieningen en de projecten ...............................................19
4.2 Zorg in de basisscholen.................................................................................19
4.3 Zorg in het samenwerkingsverband ................................................................22
4.4 De speciale school voor basisonderwijs (sbo). ..................................................23
4.4.1 Kenmerken van de onderwijsvoorziening voor speciaal basisonderwijs ................23
4.4.2 Opvang voor de jonge zorgleerling .................................................................24
4.4.3 Ambulante begeleiding..................................................................................25
4.4.4 Taakafbakening en afspraken op regionaal niveau met de School Begeleidings
Dienst .........................................................................................................26
HOOFDSTUK 5 Overzicht van personele en materiële middelen ...................................28
5.1. Specificatie van de personele middelen op 1 augustus 2005 ..............................28
5.2 Specificatie van materiële middelen op 1 januari 2006 ......................................28
5.3 Inzet personeel in het speciaal basisonderwijs .................................................28
5.4 Inzet personeel op de basisscholen .................................................................28
HOOFDSTUK 6 TOT SLOT ......................................................................................29
6.1 Aktiepunten voor het schooljaar 2007/2008: ...................................................29
Bijlagen:
- Leerlingenaantallen en verwijzingspercentaage 2000-2005
- Begroting samenwerkingsverband 2007/2008
- Jaarrekening 2005
3
30
31
32
Organisatieschema Samenwerkingsverband
SCOH
UNA
scholengroep
SBO De
Prinsenhof
Zoetermeer
Spectrum
Berkel en
Rodenrijs/
Bergschenhoek
Ver. St. Inst.
Sch. Md Bijbel
Bleiswijk
Besturen-overleg (Algemene Vergadering)
VPCB
PijnackerNootdorp
Dagelijks
Bestuur
Coördinatiegroep
10
Directies
Zoetermeer
(incl. sbo)
10
Schoolteams
Zoetermeer
(incl. sbo)
9
Directies
B-driehoek
9
Schoolteams
B-driehoek
6
Directies
Pijnacker/Nootdorp
6
Schoolteams
Pijnacker/
Nootdorp
Werkoverleg
Directies
IB-overleg
HOOFDSTUK 1
ZORGPLAN: HET KERNDOCUMENT VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND
1.1
Functies van het zorgplan
De functies van ons zorgplan zijn drieledig:
- kwaliteitsdocument
In het samenwerkingsverband werken leraren, directeuren, bestuurders en vele anderen
aan de centrale opdracht: het inrichten van een zorgstructuur waarbij alle leerlingen die
zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen
doorlopen.
Beleidsvorming is hierbij noodzakelijk om tot weloverwogen keuzen te komen. In dit
zorgplan worden de centrale doelen weergegeven van waaruit het samenwerkingsverband
werkt. De inrichting van de zorgstructuur wordt beschreven en de gewenste situatie is,
voor zover mogelijk, in kaart gebracht. De inzet van de verdeling van de middelen kunt u
ook in dit zorgplan lezen.
In het zorgplan van het PC Federatief Samenwerkingsverband Zoetermeer e/o wordt het
beleid - dat de komende jaren gevoerd wordt voor het realiseren van zorg op maat voor
alle leerlingen - uitgebreid beschreven. Dit zorgplan is in eerste instantie bedoeld voor
scholen, bestuur en inspectie. Vanuit dit oogpunt wordt er regelmatig voor informatie (
vooral procedures) verwezen naar de web site van ons samenwerkingsverband.
- planning en verantwoording
Het samenwerkingsverband stelt jaarlijks korte termijn doelen op om de kwaliteit van de
zorgvoorzieningen te verbeteren. Dit gebeurt vanuit een meerjarenperspectief.
Betrokkenen voeren de activiteiten uit en de resultaten ervan worden besproken en in
kaart gebracht. Het samenwerkingsverband toetst de resultaten aan het strategisch
beleid en stelt de volgende korte termijndoelen vast.
Dit proces van plannen, uitvoeren, resultaten in kaart brengen en toetsing aan het
meerjarenperspectief, krijgt zijn weerslag in het zorgplan.
De totstandkoming van het zorgplan voldoet aan twee voorschriften:
- De bevoegde gezagsorganen van de scholen die samenwerken in het
samenwerkingsverband stellen jaarlijks het zorgplan vast. In het reglement van
het samenwerkingsverband staat te lezen hoe het zorgplan zal worden vastgesteld
en op welke wijze er over dit zorgplan in het kader van de medezeggenschap
overleg plaats vindt.
- Het zorgplan wordt onmiddellijk na de vaststelling toegezonden aan de inspectie.
In het zorgplan staan de volgende wettelijk vereiste zaken in ieder geval vermeld:
- de wijze waarop de formatie, bedoeld in artikel 96a en artikel 96b van de WPO en
het daaraan gerelateerde personeel zal worden ingezet
- de beoogde bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten ten aanzien van de
onderwijskundige opvang van de leerlingen die extra zorg behoeven
- de samenstelling, werkwijze en financiering van de permanente commissie
leerlingenzorg als bedoeld in artikel 13e van de WPO
- de procedures voor onderzoek van leerlingen en plaatsing van leerlingen op een
speciale school voor basisonderwijs (sbo)
- de wijze waarop aan de ouders informatie wordt verstrekt over de
zorgvoorzieningen en de criteria die de permanente commissie leerlingenzorg
hanteert
- de wijze waarop de ouders in de gelegenheid worden gesteld informatie te
verstrekken aan de permanente commissie leerlingenzorg
- de wijze waarop wordt voldaan aan artikel 13a, eerste lid van de WPO (de doelen
van het onderwijs en de resultaten die met het onderwijsleerproces worden
bereikt).
-5-
1.2
Relatie zorgplan met andere documenten
- Schoolplan
Scholen voor basisonderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs stellen een
schoolplan en een schoolgids op. De overheid vraagt de scholen dit te doen vanuit het
idee van kwaliteitsdenken (“kwaliteitswet”). Het schoolplan is het beleidsdocument
waarin elke school haar onderwijskundig beleid, personeelsbeleid en de inrichting van de
kwaliteitszorg beschrijft. Via het schoolplan legt de school tevens verantwoording af aan
haar omgeving.
Tussen het zorgplan van het samenwerkingsverband en het schoolplan bestaat een
duidelijke wisselwerking. Het zorgplan beïnvloedt het schoolbeleid; de schoolplannen van
de scholen dragen bouwstenen aan voor het zorgplan van het samenwerkingsverband.
- Weer Samen Naar School is het centrale beleidsterrein in het primair onderwijs. Het
heeft o.a. raakvlakken met: lokaal onderwijsbeleid, versterken van het onderwijs in de
Nederlandse taal, voor- en naschoolse opvang, schoolmaatschappelijk werk, passend
onderwijs en Jeugdzorg. We proberen binnen het samenwerkingsverband de verschillende
aspecten te integreren in een samenhangend beleid voor alle leerlingen.
1.3
Vaststelling
De algemene vergadering stelt uiterlijk 1 maart het concept zorgplan op. De leden vragen
over het concept zorgplan instemming van hun (gemeenschappelijke)
medezeggenschapsorganen. De algemene vergadering stelt jaarlijks voor 1 mei het
zorgplan vast, nadat hierover instemming is bereikt als bedoeld in de WMO met de
betrokken medezeggenschapsraden. Voor de juiste procedure wordt ook verwezen naar
de statuten van de federatie.
Het bestuur van het PC Federatief Samenwerkingsverband Zoetermeer e/o (34-02)
Plaats
Datum
Handtekening voorzitter
-6-
HOOFDSTUK 2
2.1
HET SAMENWERKINGSVERBAND
Partners
De deelnemende besturen aan ons federatief SWV zijn:
UNA Scholengroep Zoetermeer
C. van Bruggenhove 2
2717 XV Zoetermeer
Admin.nr: 40.377
Spectrum Ver. voor PC Onderwijs
Postbus 96
2260 AB Bergschenhoek
Adm.nr.: 82.317
Ver. voor Prot. Chr. Basisonderwijs Pijnacker-Nootdorp
Postbus 22
2630 AA Nootdorp
Adm.nr.: 78.782
Ver. tot St. en Instandhouding voor Scholen met de Bijbel
te Bleiswijk
Breitnerstraat 2
2665 XD Bleiswijk
Adm.nr.: 82.577
St. Chr. Onderwijs Haaglanden
Postbus 18546
2502 EM Den Haag
Adm.nr.: 70.176
De deelnemende scholen voor basisonderwijs zijn:
De Oranjerie
Sumatra 11
2721 GG Zoetermeer
079-3434277
E: [email protected]
W: www.oranjerie.info
Brinnr: 28DC00
Kon. Beatrixschool
W. Alexanderpltsn 8-9
2713 VM Zoetermeer
T: 079-3169184
/ F: 079-3169160
E: [email protected]
W: www.konbeatrixschool.nl
Brinnr: 15WH00
Noordeinde
Bijvoetplan 45
2728 DC Zoetermeer
T: 079-3319620 / F: 079-3319621
E: [email protected]
W: www.noo.vcoz.nl
Brinnr: 15YJ00
Pr. Bernhardschool
Osylaan 10
2722 CV Zoetermeer
T: 079-3311167 F: 079-3437957
E: [email protected]
W: www.prinsbernhardschool.nl
Brinnr: 15RM00
-7-
Pr. Clausschool
Straspad 1
2719 VG Zoetermeer
T: 079-3616009 / F: 079-3600880
E: [email protected]
Dependance : Oranjeschool
Florasingel 17a
2719 HP Zoetermeer
T: 079-3617749 / F: 079-3600890
E: [email protected]
W: www.claus-oranjeschool.nl
Brinnr: 24CR00
Pr. Amaliaschool
Overwater 3
2715 BT Zoetermeer
T: 079-3213293 / F: 079-3230505
Dependance
Oostergo 31
2716 AP Zoetermeer
T: 079-3213422
Nevenvestiging
Kerkenbos 22
2716 PH Zoetermeer
T: 079-3210476 / F: 079-3219869
E: [email protected]
W: www.prinsesamaliaschoolzoetermeer.nl
Brinnr: 16DI00
Pr. Florisschool
Hazerswoudestraat 250
2729 CN Zoetermeer
T: 079–3315022 / F : 079-3313911
E: [email protected]
W: www.prinsflorisschool.nl
Brinnr: 27MC00
Pr. Margrietschool
locatie : Antigonéschouw 12
2726 KE Zoetermeer
T: 079-3315443/F: 079-3319049
locatie Carry van Bruggenhove 4
2717 XV Zoetermeer
T: 079-3212292
E: [email protected]
W: www.prinsesmargrietschool.nl
Brinnr: 16JW00
De Hofvijver
locatie Forelsloot 4
2724 CA Zoetermeer
T: 079-3315481 / F: 079-3318026
locatie Velddreef 324
2727 CV Zoetermeer
T: 079-3413037 / F: 079-3312399
E: [email protected]
W: www.dehofvijver.nl
Brinnr: 16IR00
Pr. W. Alexanderschool
Electrablauw 1
2718 JT Zoetermeer
T: 079-3610308
/ F: 079-3619896
E: [email protected]
W : www.pwaschool.nl
CBS Boterdorp
Brinnr: 21OL00
Brinnr: 05MJ00
-8-
De Fijnspar 1
2661 BB Bergschenhoek
T: 010-5214555
E: [email protected]
W: www.cbsboterdorp.nl
CBS De Acker
Stampioendreef 5
2661 SR Bergschenhoek
Postbus 117
2660 AC Bergschenhoek
T: 010 - 5211555
Nevenvestiging :
Groeneweg 127
2661 KV Bergschenhoek
T: 010-5210628
E: [email protected]
W: www.cbsdeacker.nl
Brinnr: 25KR00
CBS De Regenboog
Eiberplein 3
2661 BP Bergschenhoek
T: 010-5214017
E: [email protected]
W: www.cbsderegenboog.net
Brinnr: 07XI00
Pr. Johan Frisoschool
Oudelandselaan 133
2652 CJ Berkel en Rodenrijs
T: 010-511 25 21
E: [email protected]
W: www.pjfschool.nl
Brinnr: 07LA00
Pr. Mauritsschool
Orionstraat 1
2651 GS Berkel en Rodenrijs
T: 010-5117078 F: 010-5115010
E: [email protected]
W: www.pmschool.nl
Brinnr: 04OJ00
CBS Prinses Máxima
Annie M.G. Schmidtlaan 6
2652 HJ Berkel en Rodenrijs
T: 010-5190786
E: [email protected]
W: www.prinsesmaximaschool.nl
Brinnr.: 28CK00
Pr. W. Alexanderschool
Chrysantenhof 18
2651 XK Berkel en Rodenrijs
T: 010-5112043 / F: 010-5148996
E: [email protected]
W: www.pwabasisschool.nl
Brinnr: 08VK00
CBS De Poort
Dorpsstraat 44
2665 BJ Bleiswijk
T: 010-5212635 / F: 010-5212635
E: [email protected]
W: www.cbsdepoort.nl
Brinnr: 07XM00
-9-
CBS De Wiekslag
IJsvogellaan 1
2665 ES Bleiswijk
T: 010-5290399 / F: 010-5290409
E: [email protected]
W: www.cbsdewiekslag.net
Brinnr: 05MM00
CBS De Regenboog
Kon. Julianastraat 1
2631 BK Nootdorp
T: 015-3109519 / F: 0153108266
Dependance:
‘s-Gravenweg 5
2631 PM Nootdorp
015-3619684
E: [email protected]
W: www.deregenboog.net
Brinnr: 04UW00
Beatrixschool
Julianalaan 2
2641 HC Pijnacker
T: 015-3698718
E: [email protected]
W: www.beatrixschoolpijnacker.nl
Brinnr: 12XN00
CBS Ackerweide
Gantellaan 7
2642 JK Pijnacker
T: 015-3612304
E: [email protected]
W: www.ackerweide.nl
Brinnr: 27CK00
Nieuw Koningshof
Duivestein 23
2641 LG Pijnacker
T: 015-3694106
F: 015-3692927
E: [email protected]
W: www.nieuwkoningshof.nl
Brinnr: 11YJ00
W. Alexanderschool
Groen van Prinstererlaan 1
2641 CA Pijnacker
T: 015-3692183 / F: 015-3694112
E: [email protected]
W: www.wa-school.nl
Brinnr: 12HQ00
PCB Triangel
Florijnstraat 7
2645 HH Delfgauw
015-2562963
E: [email protected]
W: www.pcbtriangel.nl
Brinnr: 04ND00
- 10 -
De deelnemende speciale school voor basisonderwijs is:
De Prinsenhof
C. van Bruggenhove 25
2717 XT Zoetermeer
079-3517207
Dependance:
Reigersblauw 43
2718 KM Zoetermeer
079-3620735
E: [email protected]
W: www.nldata.nl/prinsenhof
- 11 -
Brinnr: 19PQ00
2.2
Kengetallen van het samenwerkingsverband
a. Aantal scholen
2008/09
25
1
A aantal basisscholen
B aantal speciale scholen
26
C totaal aantal scholen
b. Leerlingenaantallen (teldatum 1-10-2007)
A
B
C
D
E
totaal aantal basisschoolleerlingen
totaal aantal leerlingen op de speciale school
totaal aantal leerlingen in het samenwerkingsverband
deelnamepercentage samenwerkingsverband
aantal leerlingen volgens 2%-deelname criterium
6716
179
6895
2,60 %
134
c. Leerlingenstromen
Aantal aanmeldingen bij PCL in 2004/2005
Aangemeld van buiten het swv
Met beschikking naar ander swv
Aangemeld vanuit het swv
terugplaatsingen binnen eigen verband
2.3
71
17
2
54
0
Strategisch beleid
2.3.1 Uitgangspunten
Bij het vaststellen van de koers van het swv gaan wij uit van de volgende
uitgangspunten:
Kwalitatief goed onderwijs en voldoende ontwikkelingskansen realiseren voor alle kinderen
die onze scholen bezoeken. Daarbij staat binnen de levensbeschouwelijke, de pedagogische
en onderwijskundige visie het kind centraal, met niet alleen cognitieve, maar ook sociale en
creatieve aspecten. Het gaat om kennis, inzicht, attitudes en vaardigheden in samenhang.
Respect en vertrouwen zijn sleutelwoorden. Dit alles gebaseerd op de Bijbel.
Het zorgplan is bedoeld om reguliere en extra middelen zó aan te wenden dat kinderen, die
belemmeringen ondervinden in hun ontwikkeling, tijdig en professioneel begeleid worden om
zich zo optimaal mogelijk te ontplooien. We gaan er van uit dat een voorziening voor
speciaal basisonderwijs, met name De Prinsenhof speciale school voor PC basisonderwijs,
voor bepaalde kinderen nodig blijft.
De inzet en verdeling van de middelen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van regulier
en speciaal basisonderwijs binnen het samenwerkingsverband.
Het raamwerk wordt ontwikkeld vanuit de overtuiging dat op alle scholen kwaliteitsverbetering wenselijk en mogelijk is. Binnen elke reguliere school zal door de schoolorganisatie aan de professionaliteit en attitude van de leraren gewerkt moeten worden om de
deskundigheid in pedagogisch en didactisch opzicht te vergroten.
De directies van de bao-scholen zijn eerstverantwoordelijken voor de vormgeving van
onderwijs op schoolniveau. Zij ontwikkelen een visie op onderwijs in hoofdlijnen (in nauw
overleg met betrokkenen) en geven sturing aan het proces zodat binnen de gestelde kaders
goed gewerkt kan worden.
De leraren zijn verantwoordelijk voor onderwijs, de klassensituaties en de interactie met de
kinderen. Zij houden rekening met verschillen in kennis, vaardigheden, sociaal-emotionele
aspecten en gedrag tussen kinderen. Zij zijn verantwoordelijk voor het leren van alle
kinderen, ook voor het leren van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Zij worden
- 12 -
hierbij mede ondersteund door de intern begeleider.
De zorg-breedte d.w.z. de mogelijkheid en capaciteit voor opvang van kinderen met
problemen verschilt van school tot school. Welke capaciteit elke school heeft, zal tot
uitdrukking gebracht moeten worden in het schoolzorgplan. Dit schoolzorgplan vormt de
basis van het gesprek tijdens de schoolbezoeken.
We erkennen het recht van een aantal kinderen op speciale onderwijsvoorzieningen. We
menen dat het aantal kinderen, dat speciaal basisonderwijs nodig heeft, op korte termijn niet
drastisch kan verminderen. De omvang en capaciteit van het speciaal basisonderwijs zal
onderwerp van discussie zijn in de overlegorganen van directies en besturen. We streven
naar een deelnamepercentage van 2 %. Dit ligt onder het landelijke gemiddelde van 3,4 %
(bron PMPO) Het uitgangspunt hierbij 1. de bekostiging is hierop gebaseerd en 2. zoveel
mogelijk middelen bij het BAO houden.
Er zal gezocht moeten worden naar een efficiënte inzet van de deskundigheid en
verworvenheden van het speciaal basisonderwijs in het totaal onderwijsbestand binnen het
samenwerkingsverband. We streven er naar om de kwaliteit, die in het sbo aanwezig is, niet
te laten verdwijnen. Er treedt een verschuiving op richting regulier onderwijs, omdat er meer
werk gedaan wordt in het voortraject.
De rol van de ouders/verzorgers bij onderzoek en verwijzing is vooraf duidelijk geformuleerd.
In de gehanteerde procedures en besluitvorming zal de verantwoordelijkheid van
ouders/verzorgers voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind voorop staan. Voor
nadere informatie hierover verwijzen wij naar de folder.
Tenslotte dient dit plan bruikbaar te zijn voor alle scholen van ons samenwerkingsverband.
We streven naar praktische handreikingen voor de invulling. Onnodige overlegsituaties op
tussenniveaus moeten zoveel mogelijk vermeden worden. Inzet van personeel en materiële
middelen zal zoveel mogelijk rechtstreeks ten goede komen aan onderwijs op maat voor elk
kind. We streven naar kwaliteitsverbetering op alle scholen in een klimaat van openheid,
betrokkenheid en goed overleg, zo dicht mogelijk bij de praktijk.
2.3.2 Samenhang met andere beleidsterreinen
Het WSNS proces maakt deel uit van een breder innovatiebeleid gericht op de succesvolle
invoering van de WPO. Op dit moment loopt een groot aantal innovatieprojecten. Het is
wenselijk aan te sluiten bij deze innovatieprojecten voor zover deze het zorgbeleid van
het samenwerkingsverband aangaan. Te denken valt dan aan:
- de ontwikkelingen rond passend onderwijs
- lokaal onderwijsbeleid met betrekking tot het gemeentelijke achterstandenbeleid, de
onderwijsbegeleiding, de zorgadviesteams per gemeente
Leerling Gebonden Financiering (LGF)
Kinderen met een geïndiceerde handicap hebben op grond van het landelijke
integratiebeleid, toegang tot de reguliere basisschool. Ouders hebben dus keuzevrijheid
van onderwijs : de speciale school (bijvoorbeeld ZMOK, Pedologisch Instituut, Kinderen
met ernstige gehoor- en/of spraakproblemen )of met “een rugzak’” naar een basisschool
naar keuze.
In die rugzak zitten middelen om uw kind extra ondersteuning bij het leerproces te
geven. Om voor zo’n rugzak in aanmerking te komen moet het kind aangemeld worden
bij een commissie voor indicatiestelling (CVI). Op grond van landelijk vastgestelde
normen bepalen zij of het kind in aanmerking komt voor indicering. Daarbij zijn de
ouders formeel verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens die nodig zijn voor
indicatie. Ook wanneer het kind al een basisschool bezoekt kan het, als het voldoet aan
de criteria, van deze regeling gebruik maken. Binnen ons samenwerkingsverband is
afgesproken dat een kind met een “rugzak” in principe geen gebruik kan maken van de
speciale school voor basisonderwijs. Daar waar het in het belang van het kind is kan de
PCL in uitzonderlijke gevallen besluiten om een beschikking af te geven voor SBO De
Prinsenhof.
- De wijze waarop de extra zorg voor jonge kinderen is ingericht maakt expliciet deel uit
van dit zorgplan. Het principe daarbij is dat de extra zorg voor jonge kinderen zoveel
mogelijk in de basisscholen wordt vorm gegeven, met centraal ingerichte ondersteuning
Dit kan gebeuren met hulp van bijv. de MHR, OA en PAB.
- 13 -
2.4
Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid
In de afgelopen jaren is er binnen ons swv hard gewerkt. We kunnen bogen op de volgende
kwalitatieve en kwantitatieve resultaten:
- Kwalitatieve resultaten van de afgelopen vier jaar
1. Eén gelijke Interne Zorg Commissie-structuur
a. één vorm van aanleveren van standaardgegevens (zoals laatst de enquete)
etc.
b. één LVS (voorkeur voor Cito)
c. één toets en test-systematiek
2. De CG en de groep IB-idee benadrukt het belang van het evalueren van de HP-nen
sterk.
3. Elke school gebruikt zo veel mogelijk COTAN-gecertificeerde toetsen en tests.
4. IB-idee wordt gestimuleerd:
a. bijeenkomsten op lokale schaal;
b. één van de bijeenkomsten kan als middagprogramma van het werkoverleg
fungeren;
c. de benodigde fré’s worden hiervoor gegeven;
d. één directeur of ib’er is voor de coördinatie verantwoordelijk;
e. de coordinerende directeuren hebben één bijeenkomst over hun aanpak in
deze.
5. We hebben procedures opgezet voor inhoudelijk overleg en het actief begeleiden
van kinderen die speciale zorg nodig hebben met behulp van interne
zorgcommissies en deskundigen uit het expertisecentrum. De invulling is per
school verschillend.
6. Er zijn diverse studiebijeenkomsten en onderwijsdagen georganiseerd in het kader
van WSNS voor directies en i.b.’ers.
7. Er is eenheid bereikt over het gevoerde beleid tot nu toe en voor de toekomst.
8. Aan de hand van tweejaarlijkse schoolbezoeken door leden van de
coördinatiegroep wordt de zorgverbreding verder in kaart gebracht.
9. Vanuit de school voor speciaal basisonderwijs is een systeem voor ambulante
begeleiding opgezet en dit wordt jaarlijks verder ontwikkeld.
10. Bijna alle intern begeleiders hebben de cursus meesterlijk coachen gevolgd.
11. In het schooljaar 2006-2007 hebben de intern begeleiders een cursus rondom
dyslexie gevolgd. Op elke school is in het schooljaar 2007-2008 een duidelijk
dyslexiebeleid aanwezig
12. We hebben de signalering, diagnostisering remediëring en evaluatie (van het
handelingsplan) verbeterd.
13. Flexibel doorverwijzen naar de speciale onderwijsvoorzieningen waar dat nodig is.
De te volgen procedure is die van aanmelding bij de CVI van het desbetreffende
REC.
14. Profilering en specialisatie van de sbo-school tot expertisecentrum. Brede inzet
van deskundigen in het voortraject, zodat de Permanente Commissie Leerlingzorg
zich bij aanmelding van kinderen een duidelijk beeld kan vormen over het kind en
de problematiek en zo ook een duidelijk advies kan geven aan school en ouders.
- Kwantitatieve resultaten
- Het verwijzingspercentage naar de SBO vertoont de laatste 2 jaar een lichte
daling en ging van 2,97 % naar 2,72 % in 2006 naar 2,6 % in 2007. Het uitgangspunt
blijft echter dat de kinderen de zorg verdienen die ze nodig hebben.
- Binnen het samenwerkingsverband werken ambulant begeleiders vanuit de speciale
school voor basisonserwijs.. Zij hebben er mede voor gezorgd dat er minder kinderen
naar de SBO verwezen worden en mede door hun begeleiding op de basisschool konden
blijven.
- 14 -
HOOFDSTUK 3
DE ORGANISATIE VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND
Voor de organisatie binnen ons swv verwijzen wij naar de statuten van de federatie.
Vanuit de algemene vergadering van besturen wordt een dagelijks bestuur gekozen. Deze
werkt nauw samen met de coördinatoren, welke aangesteld zijn door de algemene
vergadering. De coördinatiegroep wordt gekozen uit en door het werkoverleg van
directies.
Vanuit een visie op onderwijs op maat kan een zorglijn geformuleerd worden waarin diverse
stappen en vormen te onderscheiden zijn.
Stap 1. Onderwijs op maat in het reguliere onderwijs
Stap 2. Kwaliteitseisen voor leerlingenzorg op schoolniveau. We verwijzen hier naar de
taakomschrijving IB / IZC in hoofdstuk 4.2.3.
Stap 3. Resultaat interne probleembespreking en afspraken over extra hulp binnen de school
aan kinderen die belemmeringen ondervinden.
Stap 4. Inschakeling van externe deskundigen uit het speciaal onderwijs e.a.
Stap 5. Verwijzing naar speciale onderwijsvoorzieningen
Stap 6. De Speciale School voor Basisonderwijs (SBO).
Stap 7. Terugplaatsing
3.1 Communicatie
Het samenwerkingsverband biedt ouders op verschillende manieren informatie over de
beschikbare zorgvoorzieningen.
- Elke school geeft in de schoolgids aan hoe de zorgstructuur er op school en in het
samenwerkingsverband uit ziet en op welke manier ouders er gebruik van kunnen
maken.
- Het samenwerkingsverband beschikt over een informatiefolder waarin onder andere
staat vermeld hoe de procedure verloopt van de bovenschoolse zorgvoorzieningen,
hoe ouders kunnen aanmelden bij de PCL en hoe en bij wie zij bezwaar kunnen
maken tegen de genomen beslissing. Deze folder is te verkrijgen bij elke school van
het samenwerkingsverband.
3.2 Bestuurlijk overleg
Het bestuur van het PC Federatief SWV Primair Onderwijs Zoetermeer e/o wordt gevormd
door 1 vertegenwoordiger per bestuurlijke partner.
Het federatieve bestuur voert taken uit, vastgelegd in de statuten van de federatie o.a.
- Het vaststellen van het zorgplan
- Het vaststellen van het financieel jaaroverzicht
- De zorg voor de voortgang van de activiteiten
Het bestuur komt tenminste 5 x per jaar bijeen voor de uitvoering van haar taken.
3.3
Coördinatie groep
- De algemene vergadering van het PC Federatief SWV Primair Onderwijs heeft een
algemeen coördinator aangesteld die gedetacheerd is vanuit het SCOH.
- De algemene vergadering wijst voor een periode van 3 jaar 4 leden, waarvan
tenminste één lid van de speciale school voor basisonderwijs, voor de
coördinatiegroep aan op voordracht van het werkoverleg van directies.
- De coördinatoren geven leiding aan het werkoverleg waaraan alle scholen binnen de
federatie met een vertegenwoordiger deelnemen.
- De coördinatoren zijn tevens adviseur van het dagelijks bestuur en de algemene
vergadering. Zij worden vertegenwoordigd door de algemeen coördinator.
- De algemeen coördinator roept de coordinatiegroep maandelijks bijeen.
- 15 -
Voor de leden van de coördinatiegroep is in het werkoverleg van de directies een
huishoudelijk reglement vastgesteld.
De coördinatoren zijn belast met
-
de coördinatie van de bovenschoolse activiteiten vermeld in het zorgplan;
Het verzamelen van relevante gegevens om te coördineren;
Het coördineren en initiëren van gewenste ontwikkelingen;
Het inzichtelijk maken van de opbrengsten en resultaten van het SWV;
Adviseren van het besturenoverleg;
Contacten onderhouden met andere verbanden.
De algemeen coördinator fungeert als ambtelijk secretaris onder toezicht van het
bestuur. Dit is momenteel Jan de Niet Deze voert ook het secretariaat van het
samenwerkingsverband. Dit secretariaat is het aanspreekpunt voor administratieve
aangelegenheden met betrekking tot de federatie als bedoeld in artikel 13c van de
WPO.
De coördinatiegroep bestaat op 1 augustus 2007 uit de volgende personen:
Ard Verrips (voorzitter)
Bert Mulder
Rob Wilschut
Wil Prins
Jan de Niet (algemeen coordinator)
Een adviseur namens OnderwijsAdvies (Paulien Stoffer) woont zoveel mogelijk de
bijeenkomsten van de coördinatiegroep bij.
3.4 PCL
Functie
Er wordt gewerkt volgens een continuüm van zorg. Zorg op niveau 1, 2 en 3 bestaat
voornamelijk uit consultatieve hulpverlening, eventueel met onderzoek en begeleiding
van de onderwijsbegeleidingsdienst. Op niveau 4 komt de PCL in beeld. Niveau 5 is de
speciale school voor basisonderwijs. De streefrichting voor deelnamepercentage van de
SBO is vastgesteld op 2%. Uitgangspunt is echter dat ieder kind de hulp krijgt die het
nodig heeft. Binnen het samenwerkingsverband zijn criteria uitgewerkt voor
toelaatbaarheid tot de SBO, op basis van kindkenmerken. Deze criteria staan beschreven
in hoofdstuk 4.4.1 van dit zorgplan. Deze criteria zijn ook bedoeld om achteraf bij
beroepsprocedures te kunnen verantwoorden waarom een kind niet is toegelaten tot de
SBO.
Het takenpakket bevat meerdere functies en taken:
1.
De beoordelingstaak
2.
Toewijzingsfunctie
3.
Signaleringsfunctie
4.
Bemiddelingsfunctie
Bevoegdheden
De PCL heeft de volgende bevoegdheden
- Afgeven van een beschikking voor toelaatbaarheid tot “sbo De Prinsenhof”
- Bemiddeling voor verwijzing naar een andere basisschool
- Toewijzen van ambulante begeleiding
- Doorverwijzen naar andere instanties
Samenstelling
In de PCL hebben zitting:
- Bert Mulder, basisschool directeur uit Zoetermeer
- Eric Jan Huijser, basisschool directeur uit Lansingerland
- Jan de Niet interim manager
- Ans de Ridder, ortho-pedagoog
- 16 -
De leden van de PCL zijn op naam benoemd door het bestuur van het
samenwerkingsverband op voordracht van het werkoverleg van directies.
Verder wordt de PCL ondersteund door een administratieve kracht. Op afroep kan een
ambulant begeleider aanwezig zijn. De PCL laat zich desgewenst verder adviseren door
externe deskundigen vanuit het onderwijsveld, jeugdhulpverlening en justitie. Bij
afwezigheid van een lid wordt een beroep gedaan op personen die eerder lid van de PCL
zijngeweest.
Voor de werkwijze waaronder onderwijskundig rapport, procedure voor onderzoek en
plaatsing, betrokkenheid ouders en klachtenregeling (bezwaar en beroep) wordt
verwezen naar de web site.
3.5 Centrale Dienst
De federatie heeft een centrale dienst (= een school zonder leerlingen om het
Brinnummer te krijgen zodat er middelen beschikbaar kunnen worden gesteld.)
De centrale dienst heeft als brin-nummer 26VM.
Aan de centrale dienst kan onderwijs ondersteunend personeel worden verbonden
alsmede personeel dat is benoemd of aangesteld op de zorgformatie van de
scholen die door de leden in stand worden gehouden.
Het bestuur beheert de centrale dienst. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat
het personeel verbonden aan de centrale dienst.
De federatie is aangesloten bij een commissie van beroep.
Het bestuur voert ten aanzien van de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van het
beheer van de centrale dienst decentraal georganiseerd overleg. (zie artikel 20
statuten federatie).
De algemene vergadering kan besluiten tot de oprichting van een WSNS fonds dat
door het bestuur wordt beheerd. Het WSNS fonds is bedoeld voor gezamenlijke inzet
van zorgmiddelen binnen de federatie.
In de bijlage verdeling financiële middelen wordt opgenomen welk deel van de
zorgmiddelen van de scholen door de leden wordt afgedragen aan het WSNS
fonds.
Het bestuur zet de middelen van het WSNS fonds in conform de besluitvorming
over het zorgplan in de algemene vergadering (zie artikel 19 statuten federatie).
Werkwijze
Het bestuur reserveert middelen voor de werkzaamheden van een administratiekantoor
(Dyade Rotterdam) welke zorgt voor de verdeling van de middelen zoals vermeld in de
bijlage van het zorgplan, welke is goedgekeurd in de algemene vergadering van de leden
van de federatie. Jaarlijks zorgt dit administratiekantoor ervoor dat er een financiële
verantwoording afgelegd wordt. Tevens krijgt het bestuur elk kwartaal een overzicht van
de gedane uitgaven en de eventuele inkomsten binnen het samenwerkingsverband.
Inzet van personele en financiële middelen
Hiervoor wordt verwezen naar de bijlage verdeling van de financiële middelen.
3.6 Klachtencommissie
We zijn aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van de Besturenraad P.C.O.,
Postbus 907, 2270 AX Voorburg.
3.7 Werkoverleg Directies
De directeuren van de scholen uit het SWV komen 2 x per jaar bijeen. Dit overleg is
vooral gericht op:
- Het voorbereiden van het zorgplan
- Het doen uitvoeren van activiteiten uit het zorgplan
- Het bespreken van de verdeling van de middelen
- Het evalueren van het tot nu toe gevoerde beleid
- Gezamenlijke deskundigheids bevordering
- 17 -
3.8 Intern begeleiders
De intern begeleiders zijn binnen de scholen de motoren op het gebied van de
zorgbreedte. De coördinatiegroep wil deze bijeenkomsten stimuleren en daarom ook
faciliteren. Het krijgt een verplichtend karakter.
Bijeenkomsten worden gepland.
Vervanging wordt vergoed.
Alle IB’ers worden geacht aanwezig te zijn.
Paulien Stoffer (OA), Aafke Sizoo (Regio Pijnacker/Nootdorp), vacature (regio
Zoetermeer) en Marleen Kroes (regio Lansingerland) zijn voortrekkers voor de
bijeenkomsten van de IB’ers.
Een aantal keer per jaar wordt er voor hen een netwerkbijeenkomst georganiseerd
gericht op:
- De afstemming van de leerlingenzorg binnen de scholen
- Intervisie over praktijkproblemen
- Collegiale ondersteunig
- Bespreken van actuele onderwerpen
Daarnaast bestaat er het regio overleg. Hier kunnen problemen per regio besproken
worden. Deze bijeenkomsten kunnen ook door i.b.’ers van een andere regio bezocht
worden.
In het schooljaar 2006-2007 hebben de intern begeleiders een aantal studieochtenden
over dyslexiegevolgd. Op elke school is een duidelijk dyslexiebeleid aanwezig.
3.9 Werkgroepen
Sinds enige jaren zijn diverse werkgroepen bezig geweest met de uitwerking van diverse
beleidsvoornemens of procedures. De opdrachten worden beschreven in bepaalde
hoofdstukken van het zorgplan. Het instellen van werkgroepen gebeurt door het
werkoverleg of door coördinatiegroep.
- 18 -
HOOFDSTUK 4
4.1
DE ZORGSTRUCTUUR VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND
Overzicht van de voorzieningen en de projecten
4
5
6
Typering, zorgvoorziening of project
De PCL en de verdere ontwikkeling hiervan (hfdst. 3.4.2.)
Regelmatige bijeenkomsten van het werkoverleg (zie statuten federatie)
Regelmatige bijeenkomsten van het netwerk van i.b.’ers (organisatie zie
pab)
Uitbouwen van een zorgnetwerk voor het jonge kind (hfdst. 4.4.1.)
Een interne zorgcommissie op de basisscholen (hfdst. 3 stap 3)
Controle, uitwerking en ondersteuning door leden van de coördinatiegroep
7
Werkgroep bestudering: Nieuwe Zorgplan
8
Dyslexiebeleid op elke school aanwezig en beschreven
1
2
3
Kwaliteitsbeleid
Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het
onderwijs dient ertoe om:
1.
Zicht te krijgen en te houden op de kwaliteit van alles wat er gebeurt, waarmee en
hoe.
2.
Goede kwaliteit te behouden.
3.
Kwaliteit te verbeteren.
Als het gaat om de kwaliteit van scholen, dan verdient het aanbeveling om de richtlijnen
van de inspectie met betrekking tot kwaliteitskenmerken, te volgen.
Kwaliteitszorg heeft een externe component, de Inspectie die normen stelt, maar ook een
interne component, gebaseerd op de eigen uitgangspunten, de missie en de identiteit.
Kwaliteitszorg draait om de mensen die het moeten waarmaken en het staat ten dienste
van de kinderen en hun ouders.
In het ontwikkelen van kwaliteitszorg zullen we zowel de externe component, als de
interne component aan de orde zijn. We willen immers voldoen aan de wettelijke eisen
die gesteld worden, maar ook aan de eigen normen zoals we deze beleven en uitdragen
in ons onderwijs. Naast het oordeel van de inspectie is zelfevaluatie minstens zo
belangrijk en uiteraard de mening van de ouders en zo mogelijk de leerlingen.
Het ontwikkelen, invoeren en hanteren van een systeem voor kwaliteitszorg kost de
nodige tijd en energie. Regelmatig zijn er zaken kunnen belemmerend werken en er
kunnen momenten komen waarin de ambities (tijdelijk) moet worden bijgesteld vanwege
personele of andere problemen. Toch dat mag geen excuus zijn om niet te werken aan
kwaliteitszorg. Op het niveau van het samenwerkingsverband moet het punt
kwaliteitszorg bespreekbaar gemaakt worden; het gaat hier dan om de kwaliteit van de
zorg. In de coördinatiegroep is dit onderwerp komend jaar dan ook een actiepunt.
4.2
Zorg in de basisscholen
4.2.1. Onderwijs op maat in het reguliere onderwijs
Algemene kenmerken:
a. Een goed pedagogisch klimaat in de school. Door de hele school heen is een duidelijke en
gemeenschappelijk gedragen visie op onderwijs en opvoeding.
b. De realiteit op de meeste van de scholen is, dat er wordt lesgegeven aan verschillende
groepen leerlingen in een jaargroep, met een enkele leerling waaraan de stof individueel
wordt aangeboden. Dat geldt ook voor kinderen met een leer- en ontwikkelingsvoorsprong.
- 19 -
c. Formulering van minimumdoelstellingen wat betreft de basisvaardigheden. Dit omvat
niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar ook de persoonlijke ontwikkeling van de
kinderen. Er zal gestreefd moeten worden naar doelstellingen per leerling, wanneer zij
ver onder of ver boven de minimumdoelstellingen functioneren.
d. In het onderwijs wordt getracht de leerlingen in toenemende mate zelfstandig te laten
functioneren. Leraren zullen mogelijkheden moeten bieden aan de kinderen om zich
houdingen, vaardigheden, kennis en inzicht eigen te maken met een zelfstandigheid die
aangepast is aan het ontwikkelingsniveau.
e. Er zijn in school afspraken over regelmatige toetsing, registratie van vorderingen
(signalering) op cognitief en sociaal-emotioneel terrein (Toetskalender). Alle leerlingen
worden regelmatig besproken met daaruit voortvloeiende actiepunten om zo nodig extra
hulp te geven.
Er kan sprake zijn van actiepunten op school-, groeps- of individueel niveau uitgewerkt in
handelingsplannen.
g. Bewaking van de kwaliteit van de geboden hulp en evaluatie. Om zorg op maat te
bereiken wordt gewerkt met een cyclisch model van signaleren, diagnosticeren, remediëren en evalueren.
4.2.2 Kwaliteitseisen voor leerlingenzorg op schoolniveau.
a. De school hanteert een samenhangend systeem van leerlingenzorg op schoolniveau. Er
is een leerlingvolgsysteem voor de basisvaardigheden en de persoonlijke ontwikkeling.
Een goed leerlingvolgsysteem is gebaseerd op toetsen en observaties die het mogelijk
maken de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen te registreren.
Al in de onderbouw bij de kleuters wordt de basis gelegd, door systematisch te observeren en te registreren en de informatie in een leerlingdossier vast te leggen. Er dient
een toetskalender te worden opgesteld waarin de signalerende toetsen voor de
basisvaardigheden en de persoonlijke ontwikkeling worden opgenomen.
Er zijn op schoolniveau afspraken gemaakt t.a.v. leerlingbesprekingen en er is een vaste
procedure voor bespreking en analyse van de gegevens.
Kinderen die dat nodig hebben kunnen rekenen op extra begeleiding die uitgaat van een
aanpassing van het onderwijs. Hiervoor worden handelingsplannen opgesteld, die op
gezette tijden worden geëvalueerd. De interne zorgcommissie heeft tot taak de
realisering van bovengenoemde afspraken binnen de school te waarborgen.
b. De school hanteert bij onderwijsproblemen een vaste procedure, die waarborgt dat
kinderen tijdig extra hulp kunnen krijgen. We verwijzen hier naar de door het WSNSverband vastgestelde procedure. Dit betekent dat in het (meerjarig) formatieplan al
wordt aangegeven welk deel van de formatie bestemd is voor extra hulp. Daarbij geldt
als richtlijn, dat er op school de voor WSNS beschikbare gelden gebruikt moeten worden
voor verbetering van de zorg op schoolniveau, b.v. voor interne begeleiding en remedial
teaching.
c. Jaarlijks wordt - mede op basis van informatie uit het leerlingvolgsysteem - de
effectiviteit van het onderwijs in school geëvalueerd en worden veranderingsonderwerpen
voor het nieuwe schooljaar vastgesteld, en wordt nagegaan of reeds doorgevoerde
veranderingen tot de gewenste effecten hebben geleid. De resultaten van deze evaluatie
worden schriftelijk vastgelegd. De inbreng van de medewerkers van de schoolbegeleiding
kan hierbij worden betrokken.
d. De directie bevordert en evalueert jaarlijks tijdens de functioneringsgesprekken de
deskundigheid van de leraren tot het geven van onderwijs dat afgestemd is op de
specifieke onderwijsbehoeften van kinderen. In het schoolplan wordt opgenomen welke
nascholingsactiviteiten zullen plaatsvinden en welke leraren hieraan zullen deelnemen.
Ook dienen er op schoolniveau afspraken gemaakt te zijn ten aanzien van de begeleiding
- 20 -
en ondersteuning van nieuwe leraren of van leraren met een nieuwe taak (eventueel
middels het systeem van collegiale ondersteuning).
e. De leden van de coördinatiegroep leggen om het jaar bij elke school de zgn.
schoolbezoeken af, waarbij als vast punt de kwaliteitseisen voor leerlingenzorg op
schoolniveau ter sprake komen. De bedoeling van deze schoolbezoeken is o.a. om de
kwaliteit te verbeteren en de problemen rondom de leerlingenzorg zoveel mogelijk in
kaart te brengen en op te lossen. Dit gebeurt op basis van datgene wat in het
schoolzorgplan beschreven staat.
4.2.3 Resultaat interne probleembespreking en afspraken over extra hulp aan kinderen
die belemmeringen ondervinden.
a. Elke school beschikt over een interne procedure voor signalering, diagnostisering,
remediëring en evaluatie van de handelingsplannen We verwijzen hier naar de door het
WSNS-verband vastgestelde( vast te stellen) modellen en procedures.
b. Elke basisschool heeft een interne zorgcommissie;
- Minimale bezetting is de IB’er en de (adjunct)directeur van de school. De IZC kan
worden uitgebreid met andere teamleden en of externe deskundigen.
- De taken en bevoegdheden van de interne zorgcommissie worden duidelijk
omschreven en passen binnen het gehele schoolbeeld inzake leerlingenzorg.
- de verantwoordelijkheid voor de de hulp ligt bij de interne zorgcommissie.
- Algemene taakomschrijving van de IB’er in casu interne zorgcommissie.
1. Algemeen bewaken van de uitvoering van afspraken omtrent risicokinderen en het
systeem van leerlingenzorg op school.
2. Signalering van problemen, bewaken van de toetskalender en bespreken van
ontwikkelingen n.a.v. groepsoverzichten.
3. Voorbereiden en organiseren van leerlingbesprekingen.
4. Vastleggen van beslissingen om zelf verder te gaan, de externe deskundigen van het
expertisecentrum te consulteren en het inlichten van de ouders.
5. Analyseren van gegevens en regelen van pedagogisch-didactisch onderzoek.
6. Bewaken van nauwgezet hanteren van leerlingdossiers.
7. Evalueren van de effecten van de extra hulp met de betrokkenen.
8. Functioneren als contactpunt bij het inroepen van hulp door externen.
9. De interne zorgcommissie kan eventueel met beleidsvoorstellen richting directie
komen.
- 21 -
4.3
Zorg in het samenwerkingsverband (staat ook vermeld op de web site)
PROCEDUREBESCHRIJVING LEERLINGENZORG IN FEDERATIEF SAMENWERKINGSVERBAND WSNS
34-02 PC ZOETERMEER E.O.
Aanmelding bij de
CVI van een REC
Niveau 5 a
Preventieve ambulante
begeleiding door SBO
Niveau 5 b
Plaatsing bij de
S.B.O.
Niveau 4
Aanmelding bij de P.C.L.
Verwijzing naar
RIAGG
fysiotherapie
logopedie arts etc.
Niveau 2
Speciale
leerlingenzorg binnen
de basisschool met
inbreng van de
schoolbegeleider van
de SBD/OA en/of
collegiale consultatie
door de preventief
ambulant begeleider
Niveau 3
Aanmelding bij
SBD/OA voor
individueel
onderzoek
Bao-Bao-plaatsing
Terugplaatsing
Ambulante
begeleiding
Begeleiding van
systeemaspecten
door de SBD/OA
Niveau 1
Speciale leerlingenzorg binnen de basisschool
met inbreng van de interne begeleider en evt.
van de remedial teacher
Basisniveau
Reguliere leerlingenzorg door de basisschool
ingebed in de interne begeleiding op groepsen schoolniveau
Beleid en management
-visie op zorg voor leerlingen
Procedure leerlingenzorg
Binnen niveau 1:
1) Dagelijks worden kinderen geobserveerd. Het werk wordt nagekeken en gegevens
worden geregistreerd. De methode-gebonden toetsen worden afgenomen.
2) Eén, twee of driemaal per jaar (afhankelijk van de toets) worden methodeonafhankelijke toetsen afgenomen voor lezen, taal en rekenen.
3) De leerkracht registreert de observatie- en toetsgegevens. Deze worden
opgenomen in het leerlingvolgsysteem.
4) Drie maal per jaar worden de leerlingen in de leerlingbespreking besproken.
Binnen niveau 2:
5) Wanneer blijkt dat een leerling speciale zorg nodig heeft, dan wordt deze in het
intern zorg overleg besproken. De intern begeleider stelt samen met de
groepsleerkracht een handelingsplan op. De ouders worden hiervan op de hoogte
gebracht.
6) Zo nodig wordt de schoolbegeleider of de preventief ambulant begeleider
geconsulteerd.
7) Voor leerlingen met een vertraagde of versnelde ontwikkeling is het mogelijk om
een individuele leerweg te volgen.
Vanaf niveau 3, 4, 5a en 5b afhankelijk van de bevindingen.
- 22 -
4.4 De speciale school voor basisonderwijs (sbo).
(uitgebreide versie op de web site) )
- Algemene kenmerken van de speciale onderwijsvoorziening.
Inhoudelijk gezien is speciaal basisonderwijs niet alleen onderwijs in kleinere groepen,
maar zal het kindgericht denken en handelen het speciale klimaat bepalen. De
standaards voor onderwijs op maat en een systeem voor leerlingzorg in de school gelden
ook voor het speciaal basisonderwijs. Ook hier gelden de kerndoelen als uitgangspunt en
moet aangegeven worden wanneer en waarom wordt afgeweken. In het pedagogischdidactisch handelen is veel aandacht voor rust, regelmaat en structuur, maar ook voor
zelfstandigheid en uitdaging. Hoewel de groepen in het sbo gemiddeld kleiner zijn dan in
het basisonderwijs, is de eigenheid van het speciaal basisonderwijs niet in getallen te
vatten. Er is sprake van een gradueel verschil in intensiviteit van ondersteuning. De aard
van de instructie, de duur van de verwerkingsfase en de wijze van feedback geven is
afhankelijk van de hulpvraag en de individuele mogelijkheden van de kinderen. Binnen de
speciale basisonderwijsvoorziening is het toekomstperspectief van de kinderen zeer
heterogeen.
Bij de groepsleraren en overige deskundigen in het sbo is sprake van een sterk besef van
gezamenlijke verantwoordelijkheid en een professionele aanpak die multi-disciplinair is.
Planmatig werken en reflectie op het handelen met de kinderen moet in de sbovoorziening nog frequenter en systematischer zijn dan in het reguliere onderwijs.
- De omvang van de voorziening moet in het samenwerkingsverband bepaald worden.
Een beperkt aantal leerlingen zal aangewezen blijven op opvang in aparte kleinschalige
voorziening voor speciaal basisonderwijs. Uitgangspunt is dat 2% van het aantal
leerlingen van ons swv gebruik zal maken van de speciale school voor basisonderwijs
(sbo). Dit deel van het zorgbudget zal hiervoor gereserveerd worden. Mocht het
verwijzingspercentage hoger komen te liggen dan blijft dit een onderwerp van discussie
binnen het swv. Het belang van het kind moet echter wel centraal staan!
Als gemeenschappelijk kenmerk van kwetsbare leerlingen kan worden genoemd dat zij
door een samenspel van factoren zijn vastgelopen in het onderwijs en/of leer- en ontwikkelingsachterstanden hebben.
Een ortho-pedagogische benadering en ortho-didactisch handelen is noodzakelijk.
Een ortho-pedagogische benadering houdt o.m. in dat er interdisciplinair gewerkt wordt
om de verstoorde ontwikkeling van het kind weer te herstellen
Het wezenlijke van ortho-didactisch handelen is dat de onderwijsleersituatie zich voegt
naar het niveau van het kind en steeds de vraag stelt welke stappen het kind aan kan en
de middelen en omgevingsvariabelen daaraan aanpast
4.4.1 Kenmerken van de onderwijsvoorziening voor speciaal basisonderwijs
Toelatingscriteria
De voorziening voor speciaal basisonderwijs (sbo ) richt zich voornamelijk op :
a) Kinderen met beperkte intellectuele mogelijkheden met consequenties voor het
cognitief gebied en leervorderingen. Bij vaststelling van de intellectuele
mogelijkheden spelen de taalontwikkeling, het abstractievermogen, het
redeneervermogen, de geheugenfactor, het tempo van denken en handelen
een belangrijke rol. Medische zaken beïnvloeden vaak deze factoren. De
schoolarts kan hierin een rol spelen. Het IQ (verbaal, performaal en totaal) ligt
duidelijk onder het normale spreidingsgebied. Het aanwezige of te verwachten
leerrendement dient in overeenstemming te zijn met de ondergrensbepaling en
de minimumstreefdoelen van de sbo-voorziening. Over het algemeen is er
sprake van leerachterstand op verschillende gebieden. In didactisch opzicht
functioneren de leerlingen tot op een niveau van groep 5 van het
basisonderwijs. De leerlingen zijn niet in staat het reguliere onderwijs te
volgen. Er is sprake van een verminderde aanleg en de schoolprestaties blijven
in het begin of midden van het traject van de basisschool steken.
b) Kinderen met ernstige vormen van leerstoornissen zoals dyslexie, dyscalculie
- 23 -
en dysorthografie die niet in het reguliere basisonderwijs verholpen kunnen
worden. Daarbij spelen ook sterke stoornissen in de leervoorwaardensfeer,
zoals concentratie en taakspanning een rol. De kinderen moeten over
voldoende intellectuele mogelijkheden beschikken om zich de aangeboden
leerstof eigen te maken. De leerproblemen mogen niet primair het gevolg zijn
van gedragsproblemen, maar kunnen wel de oorzaak vormen.
c) Kinderen met een complex van factoren van neurologische, psychologische en
pedagogische aard dat leidt tot probleemgedrag. (Zoals kinderen met
concentratiestoornissen en hyperactief gedrag (adhd), meervoudige
ontwikkelingsstoornissen en reactieve gedragsproblemen.)
d) Kinderen met persoonlijkheidsontwikkelingen die verstoord zijn b.v. autistiform
gedrag, psychose, neurose en electief mutisme. Kinderen die vallen onder de
criteria van de REC’s zoals kinderen met zeer beperkte aanleg (zmlk), primaire
gedragsproblemen, ernstige taal-/spraakstoornissen en ernstige lichamelijke
en/of psychische handicaps worden naar andere voorzieningen voor speciaal
onderwijs verwezen.
Plaatsingsdata
Er kunnen alleen kinderen toegelaten worden die een beschikking van de PCL van ons swv
hebben. De meeste kinderen worden geplaatst na de zomervakantie. Verder zijn er nog 3
data waarop leerlingen met een beschikking op De Prinsenhof geplaatst worden: 1
september, 1 januari en 1 april.
In het geval van kinderen die verhuisd zijn en die al van een sbo afkomstig zijn kan er ook
tussentijds geplaatst worden, mits zij een beschikking van de PCL van ons swv gekregen
hebben.
4.4.2 Opvang voor de jonge zorgleerling (zie web site)
Er is binnen ons samenwerkingsverband een observatiegroep opgestart bij de SBO
“De Prinsenhof”.
Observatiegroep:
. Aandachtspunten zijn:
 Deskundigheid van het begeleidingsteam, het zorgplatform, en de permanente
Commissie Leerlingenzorg op het gebied van het jonge kind uitbreiden.
 Deskundigheid van de leerkrachten van de SBO op het gebied van het jonge kind
uitbreiden.
 Inzet van andere hulpverleners: fysiotherapie, logopedie, speltherapie, e.d.
 Ongeveer 80% van de huidige populatie kinderen van de observatieafdeling krijgen
fysiotherapie en/of logopedie.
 Onderwijsondersteunend personeel: inzet klassenassistent(e). (gerealiseerd)
 Welke doelgroep kan worden opgevangen: kinderen met ongeveer dezelfde, of een
breed scala aan hulpvragen?
 Niet meer dan 16% van de kinderen van de observatiegroep mag afkomstig zijn
van buiten het samenwerkingsverband (b.v. MKD, Sophia, JKZ). Ook deze kinderen
moeten via de PCL worden aangemeld.
 Verkenning van het voorschoolse traject.
 Netwerkvorming.
Op welke functies richt de observatiegroep zich:
1) Onderwijsfunctie: Het verzorgen van speciaal basisonderwijs voor de meer complexe
jonge risicoleerlingen uit het SWV.
2) Observatie en diagnostische functie: De (tijdelijke) taak om een vage
probleembeschrijving om te zetten in een heldere hulpvraag plus het aanreiken van
een adequaat handelingsplan, zodat de betreffende leerling misschien weer kan
terugkeren naar het reguliere onderwijs.
- 24 -
3) Schakelfunctie: Het doorstromen- en terugplaatsen van leerlingen binnen het SBO en
het reguliere onderwijs. Dit vereist een adequate plaatsingssystematiek. Hierbij kan
gedacht worden aan ambulante begeleiding.
4) Ondersteuningsfunctie: Het verzorgen van collegiale consultatie van collega’s in het
reguliere basisonderwijs en expertise-overdracht in het daadwerkelijk effectief
omgaan met jonge risicoleerlingen. Hierdoor kan het preventief denken en handelen
mede bevorderd worden.
5) Ontwikkelfunctie: Nieuwe middelen en methodieken ontwikkelen.
Toelatingscriteria:
Kinderen die in aanmerking zouden komen voor plaatsing in de observatiegroep zijn
kinderen in de leeftijd tussen 4 en 6 jaar waarvan de cognitieve ontwikkeling stagneert of
dreigt te stagneren door:
 (een) ontwikkelingsachterstand (en);
 complexe problematiek;
 onduidelijke problematiek;
 een aan autisme verwante contactstoornis;
 gedrags- en/of emotionele problemen die niet reactief van aard zijn;
 gedrags- en/of emotionele problemen die reactief van aard zijn;
 zintuiglijke problemen;
 motorische problemen;
 problemen in de werkhouding, taakgerichtheid en/of concentratievermogen.
Contra-indicaties:
Niet toelaatbaar tot de observatiegroep zijn kinderen die vallen binnen de criteria van de
REC’s:
- met een gediagnosticeerde zwakzinnigheid;
- met zintuiglijke en motorische handicaps, waarvoor gespecialiseerde
voorzieningen bestaan;
- met psychiatrische problematiek, waarvoor specifieke behandeling noodzakelijk is;
- met een onvermogen voor beïnvloeding door anderen.
Wat te doen bij aanmelding nieuwe leerling? (Zie gewone procedure PCL Hfdst. 3.4)
Plaatsing:
Een samenvatting onderwijskundige rapport wordt aan de leerkracht van de
observatiegroep gegeven, nadat het kind is toegelaten.
Na 2 weken observatie en gewenning wordt er een handelingsplan opgesteld.
Observatiegroep en daarna…………………..
 De beschikking voor plaatsing in de observatiegroep is 1 jaar geldig.
In de maand april geeft de commissie van begeleiding Van De Prinsenhof een
advies aan de PCL over alle leerlingen na de observatieperiode. Alle leerlingen
worden in april in de PCL besproken.
 Het blijkt dat in de afgelopen drie jaar 21 kinderen overgeplaatst zijn naar de
speciale school voor basisonderwijs.
 In 4 gevallen is de observatieperiode met een jaar verlengd.
 Vanwege de vaak complexe problematiek zal terugplaatsing naar het
basisonderwijs een uitzondering zijn. De uitslagen van de testen en de afgegeven
beschikking van de PCL worden met de ouders besproken.
4.4.3 Ambulante begeleiding (zie web site)
- Ambulante Begeleiding
Hieronder verstaan we hulp die door de Speciale School voor Basisonderwijs gegeven
wordt ten behoeve van leerlingen die van de SBO terug zijn geplaatst in het
basisonderwijs. Ook de hulp t.b.v. leerlingen die op de wachtlijst van de SBO staan vallen
onder de ambulante begeleiding.
- 25 -
Een speciale groep betreft die kinderen, die aangemeld zijn bij de PCL, maar na
onderzoek door hen niet toelaatbaar tot de SBO verklaard zijn. Deze kinderen kunnen in
aanmerking komen voor preventieve ambulante begeleiding.
Als een aanvraag voor ambulante begeleiding door de PCL wordt afgewezen is er de
mogelijkheid om in beroep te gaan.
- Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB)
Hieronder verstaan we hulp die door de SBO gegeven wordt of ten behoeve van de
begeleiding van leerlingen op basisscholen met de bedoeling om plaatsing in het speciaal
onderwijs te voorkomen. De begeleiding wordt in principe aan de intern begeleider van
de basisschool gegeven. In overleg kan deze hulp direct aan de leerkracht of aan het
team worden gegeven. Aanvullend kán er ook directe bemoeienis met de leerling zijn.
Deze hulp wordt gegeven na aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingzorg.
De preventieve ambulante begeleiding kan bestaan uit:
- het doen van een observatie;
- diagnostisch onderzoek naar aanleiding van gesignaleerde problemen;
- hulp/ondersteuning geven bij het maken van een handelingsplan;
- eventuele coaching in de klas;
- regelmatige evaluatie en eventuele bijstelling van het handelingsplan.
- Collegiale Consultatie
Collegiale consultatie is gericht op de intern begeleider van het basisonderwijs, die
ondersteuning wil bij een probleem waar hij/zij tegen aan loopt in de zorgverbreding.
Het gaat om:
- een probleem met een specifieke leerling
- een probleem met een bepaalde categorie leerlingen
- informatie rond methoden en werkwijzen
De consultatie bestaat uit het samen praten over het probleem, zodanig dat de intern
begeleider en vervolgens de leerkracht zelf weten hoe zij verder moeten.
Hieruit kan eventueel ook gerichte hulp voortvloeien in de vorm van preventieve
ambulante begeleiding. Als het gaat om systeemgerichte begeleiding dan wordt verwezen
naar de SBD/OA.
Als tijdens het verlenen van de ambulante begeleiding blijkt dat of de basisschool en/of
de ouders zich niet aan de afspraken houden welke vermeld staan in het handelingsplan
ambulante begeleiding, dan spreekt de ambulante begeleider in eerste instantie de i.b.’er
van de betreffende school hierop aan. Als dit geen resultaat heeft dan meldt hij/zij dit in
de PCL. Een van de coördinatoren zal dan contact opnemen met de directie van de
betreffende basisschool. Als ook dit niet tot resultaten leidt dan wordt de ambulante
begeleiding stop gezet.
4.4.4. Visie op de toekomst van de speciale school voor basisonderwijs
Mede door de ontwikkeling rondom de herijking van de zorg is het noodzakelijk dat ook
de SBO zich bezint op haar onderwijsconcept. Er is een initiatief om de werkwijze op de
sbo van ons samenwerkingsverband grondig te veranderen. Het leren en onderwijzen
moet anders ingericht worden. Het team van De Prinsenhof heeft in het schooljaar 20052006 al een onderwijsdag georganiseerd waarin diverse vormen van speciaal basis
onderwijs zijn besproken. In het schooljaar 2006-2007 is in de maanden september en
oktober op onderwijsdagen verder gesproken over een nieuwe onderwijsvorm. Het besef
is aanwezig dat niet direct herhaald moet worden wat de basisschool al heeft gedaan. Dat
blijkt bij kinderen op de SBO niet te werken. Meer van hetzelfde is niet de oplossing. Het
is beter om het kind op de SBO praktisch bezig te laten zijn om van daaruit te leren.
Kinderen leren zelf en ook van andere kinderen. Het is niet zo dat alleen de leraren
kinderen dingen leren. Leraren worden meer begeleider. Kinderen op de SBO-scholen
vertonen over het algemeen relatief veel gedragsproblemen. Frustratie door het niet
kunnen en concentratiestoornissen zijn vaak de oorzaak hiervan. De SBO wil door een
nieuw onderwijsconcept de motivatie en inzet vergroten en het verzet en boosheid
verminderen. In het schooljaar 2005-2006 en 2006-2007 is de visie verder ontwikkeld en
- 26 -
wordt het vernieuwde onderwijsconcept in de praktijk getoetst voor er defnitief met het
nieuwe concept gewerkt gaat worden. SBO De Prinsenhof wordt bij dit proces begeleid
door Jan Hooiveld van het APS. In het schooljaar 2007-2008 is men volgens een nieuw
concept aan het werk gegaan.
- 27 -
HOOFDSTUK 5 Overzicht van personele en materiële middelen
5.1
Specificatie van de personele middelen op 1 augustus 2005
Hier wordt verwezen naar de bijlage over financiële middelen.
5.2
Specificatie van materiële middelen op 1 januari 2006
Hier wordt verwezen naar de bijlage over financiële middelen.
5.3
Inzet personeel in het speciaal basisonderwijs
Dit onderdeel wordt niet verder uitgewerkt. We verwijzen naar het formatieplan van de
speciale school voor basisonderwijs.
5.4
Inzet personeel op de basisscholen
Voor de inzet van het personeel op de basisscholen wordt verwezen naar de begroting. Na 1
oktober wordt geïnventariseerd hoe de scholen de beschikbare zorgformatie hebben ingezet.
Op de specificatie personele middelen is weergegeven hoeveel fte de betrokken scholen na
aftrek van de overhead beschikbaar hebben op schoolniveau (zie bijlage).
- 28 -
HOOFDSTUK 6
TOT SLOT
- Cyclisch proces van kwaliteitsverbetering van de zorgvoorzieningen.
Dit zorgplan is bedoeld als aanzet tot nog grotere zorg voor de leerlingen die binnen ons
samenwerkingsverband aanwezig zijn.
6.1
Aktiepunten voor het schooljaar 2008/2009:
Aktiepunten voor meerdere jaren:
 Onderhouden van het zorgnetwerk voor het “jonge kind” (continueren).
 Voeren van het werkoverleg m.b.t. beleid (continueren).
 Schoolbezoeken door leden coördinatiegroep
 Binnen ons swv een standpunt innemen wat betreft het passend onderwijs; zo
mogelijk beleid op maken
 meedenken in de koers voor de sbo tot 2010
 Het dyslexieprotocol dat vastgesteld is op elke school goed implementeren
Wat willen we bereiken in het schooljaar 2008-2009
Uitgangspunt voor de aktiepunten:
In ons samenwerkingsverband moet meer de nadruk komen op Sámen Wérken. Dat sluit
aan bij de wens meer sturing te zien vanuit de coördinatiegroep.Hieruit volgt
onderstaande.
1. het vaststellen van een kwaliteitszorginstrument : binnen ons swv wordt gevraagd
een zorgdocument in te vullen in september 2008. Gemeenschappelijke
aktiepunten worden besproken op het scholenbezoek van de leden van de
coordinatiegroep. Een gemeenschappelijk verslag komt terug op het werkoverleg
van de directies. Evalueren januari 2009
2. taakstelling ambulant begeleiders wordt geactualiseerd(actie ambulant
begeleiders SBO De Prinsenhof; gereed november 2008)
3. visie swv herbezien (coördinatiegroep, december 2008)
4. taakomschrijving leden en structuur van de coordinatiegroep actualiseren. Aktie
coordinatiegroep . Evalueren november 2008
5. formeel regelen wie vervanger is van wie bij absentie van coördinatiegroepleden.
Realiseren oktober 2008. Aktie coordinatiegroep; in besturenoverleg in november
2008
6. maken van een jaarverslag via een duidelijk protocol. Evaluatie janauri 2009 op
bijeenkomst met directies en april 2009 in besturenoverleg. Aktie coordinatiegroep
7. bezoeken van IB’ers aan De Prinsenhof.Uitleg nieuwe concept Aktie
coordinatiegroep en directie SBO De Prinsenhof. Evalueren mei 2009.
8. afstemming met hulpverleningsinstellingen over hulp aan kinderen (zat in
Zoetermeer, jeugdpreventieteam in Pijnacker, bovenschoolse zoco in
Bergschenhoek en jeugd advies team in Berkel. Aktie coordinatiegroep. Evaluatie
maart 2008 op bijeenkomst met directies en april 2008 in besturenoverleg
9. participatie in het centale loket model van de gemeente Zoetermeer in het kader
van passend onderwijs. Aktie algemeen coördinator. Evaluatie mei 2009
Volgende zorgplan
Het zorgplan wordt jaarlijks bijgesteld. Het is wel de bedoeling dat initiatieven die in dit
zorgplan beschreven staan, in de toekomst een vervolg zullen krijgen. Dan is er sprake
van een doorgaande lijn en dit is in het belang van de kinderen, leerkrachten en andere
belanghebbenden.
In de bijlagen vindt u o.a. de verantwoording van de financiën en de specifieke financiële
gegevens voor de basisscholen voor het schooljaar 2008-2009.
- 29 -
15RM
15WH
16DI
16DI
16JW
16IR
15YJ
21OL
24CR
27MC
28DC
04UW
27CF
27PD
07XI
05MJ
25KR
28CK
04OJ
08VK
07LA
07XM
05MM
12XN
12HQ
11YJ
04ND
27CK
157
Prinsenhof
19PQ
Totaal bao
Totaal swv
Deelnamepercentage 2007
1-10-2007
1-10-2006
1-10-2005
1-10-2004
385
118
190
354
428
227
419
535
137
359
125
181
365
407
226
379
534
17
164
322
119
187
339
386
213
329
537
136
169
316
115
171
350
378
199
284
505
234
174
306
172
301
182
259
168
233
257
334
373
193
229
492
312
260
334
390
199
189
476
447
306
56
306
75
318
292
123
245
160
372
340
171
122
303
298
250
54
241
153
350
226
340
426
187
133
454
450
383
349
165
301
114
1
203
144
332
249
343
411
191
146
453
445
216
332
92
149
302
151
262
261
276
175
241
344
125
139
288
142
266
261
263
155
227
367
167
133
294
159
264
254
259
135
187
372
233
128
311
163
263
236
236
130
173
390
261
108
319
177
246
230
231
125
161
417
324
264
200
398
24
111
347
206
258
219
222
118
149
432
365
261
209
400
42
109
341
224
263
219
237
110
128
447
377
140
159
175
184
194
193
183
179
6066
6206
5993
6152
6102
6277
6.357
6541
6471
6665
6292
6485
6540
6723
6716
6895
127
266
163
312
151
258
271
279
212
251
344
2,60%
Deelnamepercentage 2006
0,026
0,0272
=
Deelnamepercentage 2005
0,0297
=
2,97%
Deelnamepercentage 2004
0,0291 =
2,91%
Deelnamepercentage 2003
0,0289 =
2,81%
Deelnamepercentage 2001
0,0278
=
0,0258
=
Deelnamepercentage 2000
0,0226
=
Deelnamepercentage 2002
1-10-2003
1-10-2002
1-10-2001
1-10-2000
Brinnr.
Pr.Bernhardschool
Kon.Beatrixschool
Pr.Johan Frisoschool
Pr. Amaliaschool/Constantijn
Prs.Margrietschool
De Hofvijver/Maurits
Noordeinde
Pr. W. Alexanderschool
Pr. Claus/Oranjeschool
Pr. Florisschool/Oranjerie
De Oranjerie
De Regenboog(N)
De Fontein
De Zonnestraal
Regenboog(B)
Boterdorp
De Acker
Pr. Maximaschool
Pr. Mauritsschool
Pr. W. Alexanderschool
Pr. Johan Frisoschool
De Poort
De Wiekslag
Beatrixschool
Willem-Alexanderschool
Nieuw Koningshof
Triangel
Ackerweide
2,72%
2,78%
2,58%
2,26%
- 30 -
269
188
389
Specificatie gegevens basisscholen schooljaar 2007-2008
Aantal lln
1 oktober
T-1
schooljaar
Naam
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Pr.Bernhardschool
Kon.Beatrixschool
Prs.Amaliaschool
Prs.Margrietschool
De Hofvijver
Noordeinde
Pr. W. Alexanderschool
Pr. Clausschool
Pr. Florisschool
Oranjerie
De Regenboog(N)
Regenboog(B)
Boterdorp
De Acker
Pr. Mauritsschool
Pr. W. Alexanderschool
Pr. Johan Frisoschool
Pr. Maximaschool
De Poort
De Wiekslag
Beatrixschool
Willem-Alexanderschool
Nieuw Koningshof
Triangel
Ackerweide
Totaal
Brinnr.
15RM
15WH
16DI
16JW
16IR
15YJ
21OL
24CR
27MC
28DC
04UW
07XI
05MJ
25KR
04OJ
08VK
07LA
28CK
07XM
05MM
12XN
12HQ
11YJ
04ND
27CK
Totaal
6443
07/08
182
259
249
343
411
191
146
453
445
216
340
269
188
389
108
319
177
24
246
230
231
125
161
417
324
0
6443
De school
ontvangt
Inkomsten
van het Rijk
Toegekende
formatiemiddelen
in geld
€ 372.553,94
07/08
€ 10.372,86
€ 14.761,38
€ 14.191,45
€ 19.548,86
€ 23.424,43
€ 10.885,81
€
8.321,09
€ 25.818,17
€ 25.362,22
€ 12.310,65
€ 19.377,88
€ 15.331,32
€ 10.714,83
€ 22.170,57
€
6.155,33
€ 18.181,01
€ 10.087,90
€
1387,75
€ 14.020,46
€ 13.108,56
€ 13.165,56
€
7.124,22
€
9.176,00
€ 23.766,40
€ 18.465,98
0
0
€ 372.553,94
Toegekende
formatiemiddel
en in geld
€ 847.771
07/08
€
23.948
€
34.079
€
32.763
€
45.132
€
54.079
€
25.132
€
19.211
€
59.606
€
58.553
€
28.421
€
44.737
€
35.395
€
24.737
€
51.185
€
14.211
€
41.974
€
23.290
€
3.158
€
32.369
€
30.263
€
30.395
€
16.448
€
21.184
€
54.869
€
42.632
€
€
€ 847.771
- 31 -
De school
ontvangt
Kalenderjaar
Toegekende
middelen in
geld voor
materiële
instandhouding
€ 34.059,19
2007
€
955,73
€ 1.359,48
€ 1.308,37
€ 1.804,12
€ 2.161,88
€ 1.001,72
€
766,62
€ 2.381,65
€ 2.340,76
€ 1.467,42
€ 1.788,79
€ 1.415,70
€
986,39
€ 2.044,33
€
567,30
€ 1.676,35
€
930,17
€
158,64
€ 1.293,04
€ 1.206,16
€ 1.211,27
€
654,19
€
843,29
€ 2.192,55
€ 1.701,91
0
0
€ 34.059,19
Inkomsten van
het Rijk
Kalenderjaar
Toegekende
middelen in geld
voor materiële
instandhouding
€ 43.778,03
2007
€
1.236,07
€
1.758,26
€
1.692,16
€
2.333,33
€
2.796,03
€
1.295,56
€
991,50
€
3.080,26
€
3.027,38
€
1.467,42
€
2.313,50
€
1.830,97
€
1.275,73
€
2.644,00
€
733,71
€
2.168,08
€
1.203,02
€
158,64
€
1.672,33
€
1.559,96
€
1.566,57
€
846,08
€
1.090,65
€
2.835,69
€
2.201,13
€
€
€ 43.778,03
B2
BALANS PER 31 DECEMBER 2006
(na verwerking resultaatbestemming)
1
Activa
31-12-2006
€
31-12-2005
€
€
€
VASTE ACTIVA
1.2
Materiële vaste activa
1.2.2
Inventaris en apparatuur
6.459
-
TOTAAL VASTE ACTIVA
6.459
-
6.459
-
VLOTTENDE ACTIVA
1.5
Vorderingen
1.5.5
Overige vorderingen
1.7
2
35.972
9.364
35.972
9.364
Liquide middelen
650.948
402.519
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
686.920
411.883
TOTAAL ACTIVA
693.379
411.883
Passiva
31-12-2006
€
31-12-2005
€
€
€
VERMOGEN
2.1
Eigen vermogen
2.1.2
Algemene reserve
507.558
TOTAAL VERMOGEN
2.6
Kortlopende schulden
2.6.8
2.6.9
Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva
386.554
507.558
180.659
5.162
TOTAAL PASSIVA
32
386.554
20.502
4.827
185.821
25.329
693.379
411.883
B3
EXPLOITATIEREKENING 2006
2006
€
3
Baten
3.1
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige baten
Totaal baten
4
Lasten
4.1
4.2
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
€
Financiële baten en lasten
5.1
5.2
Financiële baten
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Exploitatiesaldo (-/- is negatief)
€
460.373
54.396
€
202.548
12.761
514.769
215.309
334.955
400
52.677
11.434
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
5
2005
84.735
27.576
2.977
399.466
115.288
115.303
100.021
5.773
72
5.695
41
5.701
5.654
121.004
105.675
33
B4
KASSTROOMOVERZICHT 2006
2006
€
2005
€
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
Exploitatiesaldo
Afschrijvingen
121.004
400
105.675
121.404
Mutaties werkkapitaal
- Vorderingen
- Kortlopende schulden
-26.608
160.493
105.675
-5.323
-5.936
133.885
-11.259
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
(Des)investeringen materiële vaste
activa
-6.860
Mutatie liquide middelen
Beginstand liquide
middelen
Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen
-6.860
-
248.429
94.416
402.519
248.429
308.103
94.416
650.948
34
402.519
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa
Voor een overzicht van de onder ons bestuur staande scholen verwijzen wij naar het bestuursverslag.
1.2.2
Inventaris en apparatuur
Aanschafwaarde
t/m
31-12-2005
-
Afschrijvingen
t/m
31-12-2005
-
Boekwaarde
per
31-12-2005
-
Investeringen
in
2006
6.859
-
-
-
6.859
Totaal materiële vaste activa
Desinvesteringen
in
2006
-
Afschrijvingen
in
2006
400
Boekwaarde
per
31-12-2006
6.459
-
400
6.459
Afschrijvings
percentage
*
* Zie B1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling.
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
31-12-2006
€
€
1.5.5.0
1.5.5
Overige
Overige vorderingen
Kruisposten
Totaal overige vorderingen
35.464
508
9.364
-
Totaal vorderingen
1.7
Liquide middelen
1.7.1
Banken
Totaal liquide middelen
Passiva
2.1
Eigen vermogen
35.972
9.364
35.972
9.364
31-12-2006
€
€
2
31-12-2005
€
€
31-12-2005
€
€
650.948
402.519
650.948
402.519
Mutaties
2006
2.1.2
Saldo
31-12-2005
€
Algemene reserve (publiek)
Totaal eigen vermogen
Resultaat
€
Overige
mutaties
Saldo
31-12-2006
€
€
386.554
121.004
-
507.558
386.554
121.004
-
507.558
* Zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.
Voor een specificatie per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage D4.
2.6
Kortlopende schulden
31-12-2006
€
€
2.6.8
€
31-12-2005
€
Overige kortlopende schulden
Overige
Overige schulden
Totaal overige kortlopende schulden
2.6.9
Overlopende passiva
2.6.9.1
2.6.9.2
Nog te besteden subsidies OCW geoormerkt
Nog te besteden subsidies OCW niet-geoormerkt
180.659
20.502
180.659
5.162
5.162
Totaal overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
35
20.502
4.827
4.827
5.162
4.827
185.821
25.329
B8
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE EXPLOITATIEREKENING
3
Baten
€
3.1
(Rijks)bijdragen OCW
3.1.1.5
3.1.1
(Normatieve) rijksbijdrage OCW
Totaal (Normatieve Rijksbijdrage OCW
3.1.2.1
3.1.2
Geoormerkte subsidies
Totaal overige subsidies OCW
2006
€
449.123
Overige baten
3.5.8.0
3.5.8
Overige
Totaal overige baten
Lasten
€
Personele lasten
4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.3.3.0
4.1.3
Overige personele lasten
Totaal overige personele lasten
-
460.373
202.548
12.761
54.396
12.761
54.396
12.761
514.769
215.309
2006
€
2005
€
€
334.955
4.1.4
Uitkeringen (-/-)
Totaal personele lasten
4.2
11.250
54.396
Totaal baten
4.1
202.548
11.250
Totaal overige baten
4
202.548
449.123
Totaal (Rijks)bijdrage OCW
3.5
2005
€
€
74.735
10.000
334.955
10.000
334.955
334.955
84.735
84.735
400
400
-
Afschrijvingen
4.2.3
Inventaris en apparatuur
Totaal afschrijvingen
4.4
Overige instellingslasten
4.4.1.1
4.4.1.2
4.4.1.4
4.4.1.5
4.4.1
Administratie en beheer
Reis- en verblijfskosten
Telefoon- en portokosten
Kantoorartikelen
Totaal administratie- en beheerslasten
4.4.2.7
4.4.2
Bibliotheek/mediatheek
Totaal inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.4.2
4.4.4.3
4.4.4.7
4.4.4.8
4.4.4.0
4.4.4
Representatiekosten
Kantinekosten
Contributies
Abonnementen
Overige
Totaal overige lasten
14.908
1.696
1.050
4
13.548
1.423
1.064
17.658
114
16.035
-
114
402
33
188
34.282
459
56
11.026
34.905
11.541
Totaal overige instellingslasten
52.677
27.576
4.5
11.434
2.977
Totaal lasten
399.466
115.288
Saldo baten en lasten
115.303
100.021
Leermiddelen
36
5
Financiële baten en lasten
€
5.1
2005
€
€
Financiële baten
5.1.1
Rentebaten
Totaal financiële baten
5.2
2006
€
5.773
5.695
5.773
5.695
Financiële lasten
5.2.1
Rentelasten
Totaal financiële lasten
72
Saldo financiële baten en lasten
37
41
72
41
5.701
5.654
Download