Het rijk heeft steeds minder te doen.

advertisement
BINNENLANDS BESTUUR
Jaargang: 2004, aflevering 36 pagina 95
Auteur: Gijs van Loef
Rijk heeft steeds minder te doen (03/09/2004)
Er is minder werk voor het rijk: uitvoeringstaken zijn geregionaliseerd en de wetgeving ligt
inmiddels voor vijftig procent in handen van de Europese Unie. Het oude machtscentrum kan
omgeturnd worden in een nieuwe overheid: klein en toegankelijk.
De decentralisatie van taken van het rijk naar de lagere overheid en de wijzigingen in het
kiesstelsel illustreren een onmiskenbare ontwikkeling: De overheid komt dichter bij de burger,
de gemeente wordt steeds meer het dominerende gezicht van de overheid. Tegelijkertijd wordt de
overheid complexer. De Europese Unie wordt steeds belangrijker. Maar Europa staat
schrikbarend ver van ons af. Op nationaal vlak is in de jaren tachtig en negentig de
verzelfstandiging en privatisering van landelijke overheidsorganisaties tot tweehonderd
zelfstandige bestuursorganen (zbo) doorgevoerd. De overheid komt dus niet alleen dichter bij de
burger, maar wordt ook abstracter en ongrijpbaarder.
De samenleving is onderwijl geëmancipeerd. De burger eist meer eigen beslissingsruimte op en
dat betekent een kleinere en professionelere overheid. Een overheid die met minder geld beter
presteert. Nu is er een probleem: de overheid is niet kleiner en toegankelijker, maar complexer
aan het worden. Dit botst.
Het probleem zit bij het oude machtscentrum: de rijksover-heid - de dertien departementen en de
zbo-wolk eromheen. Het rijk heeft steeds minder te doen. Uitvoeringstaken zijn geregionaliseerd
en gelokaliseerd en wetgeving wordt steeds meer Europees. Nu al is vijftig procent van alle
wetgeving Europees. De rijksoverheid wordt leeg maar zit nog steeds aan het stuur. Zij beschikt
over de twee belangrijkste bestuursinstrumenten: de inning en de verdeling van het geld en de
wet- en regelgeving. De rol van de rijksoverheid moet opnieuw gedefinieerd worden.
De rijksoverheid moet in ieder geval drastisch inkrimpen. Formatief op de beleidsfuncties met,
stel, tachtig procent. De nieuwe rijksoverheid kan uit vijf beleidsministeries bestaan, vijf
hoogwaardige kenniscentra: Een Europaministerie, dat alle wetgeving coördineert en voor het
Nederlandse belang in Europa staat; een Veiligheidsministerie; een Projectenministerie, dat de
fysieke infrastructuur regelt en over countervailing-power beschikt ten opzichte van de
marktconsortia; een ministerie voor Samenlevingsvraagstukken dat de ketens regisseert van
onderwijs, sociale zekerheid en gezondheidszorg; en een ministerie voor de Leefomgeving.
Daarnaast een internetportal voor een overzicht van en de omgang met wetgeving en regels. Dan
zijn er nog enkele bijzondere, stafachtige organisaties nodig, onder andere om de zaken van het
Koninkrijk te regelen en voor het beheer van de eigen middelen. Plus een paar toezichthoudende
organen. De rijksoverheid als coördinerend, hoogwaardig beleidscentrum van een kleine en
toegankelijke overheid.
Download