West-Afrika, grondstoffenrijk maar industriearm Luc Zwartjes 1. Fysisch kader van West-Afrika: a. Duid op de kaart de belangrijkste reliëfeenheden aan: gebergteketen (bruine lijn), plateua (geel) en vlakte (groen) b. Teken de isohyeet van 500 mm aan. c. Duid de belangrijkste rivieren aan Welke mogelijke hindernissen/troeven biedt het fysisch kader van West-Afrika op vlak van transportmogelijkheden? ........................................................................................................ 2. Nigeria als voorbeeld 2.1 Een rijk land … Ga naar de site International Minerals Statistics and Information, http://minerals.usgs.gov/minerals/pubs/country/ Zoek de kaart van de grondstoffen in Nigeria. Duid op de kaart van Nigeria aan: - de vindplaatsen van de belangrijkste grondstoffen - de belangrijkste industriecentra en havens aan - de belangrijkste transportverbindingen (bevaarbare rivieren, spoorwegen, autowegen) Ontleed daarna de industriële situatie van Nigeria a.h.v. het schema. Welke conclusie kun je trekken voor Nigeria? ........................................................................................................ ........................................................................................................ 2.2 … maar met politieke, sociale en ecologische problemen Lees het eerste artikel over Nigeria, en ga ook naar de site http://allafrica.com/photoessay/nigeria_oil/ over de milieuproblemen in Nigeria. Er komen een hele resem factoren aan bod die de problemen in Nigeria verklaren. Groepeer de factoren, geef telkens de oorzaken en gevolgen. ........................................................................................................ ........................................................................................................ ........................................................................................................ In het tweede artikel worden een aantal oplossingen naar voor geschoven. Ga je daarmee akkoord? Vind je die oplossingen aanvaardbaar/haalbaar, of moet er een andere weg gevolgd worden? ........................................................................................................ ........................................................................................................ Nigeria's natuurlijke rijkdom is een vloek Standby, 01/09/2000 De ironie van het lot wil dat de overvloedigst met grondstoffen en ertsen begiftigde landen niet zelden ook de allerarmste bevolkingen hebben. Een toeval is dat niet. Nigeria heeft sinds zijn onafhankelijkheid, veertig jaar geleden, nagenoeg 300 miljard dollar aan de olie verdiend en desondanks de materiële situatie van zijn bevolking niet weten te verbeteren: het geld werd gestolen, verspild of op zijn minst ongelukkig besteed. Het is een voorbeeld waarover te mediteren valt door weldenkende mensen die menen dat met een grootscheeps ,,Marshallplan'' de problemen van de onderontwikkeling op te lossen vallen. Sommige olielanden hebben van hun overvloedige inkomsten beter gebruik gemaakt dan andere, maar over zijn geheel genomen is de recente geschiedenis van de olierijke landen geen opwekkend verhaal. De Iraanse oud-minister van Financiën Jahangir Amouzegar, een gerespecteerd econoom die ook lid van de raad van bestuur van het IMF is geweest, kwam vorig jaar in zijn boek Opec: Windfalls and Pittfals tot de ongelooflijke vaststelling dat het inkomen per inwoner in dertien landen (waaronder Nigeria) die vanaf 1973-74 de grootste transfer van rijkdom teweegbrachten die ooit in vredestijd had plaatsgevonden, in 1994 lager was dan in de tien jaar vóór ze hun grote slag sloegen. In plaats van de bankiers van de wereld te worden, kwamen ze bij de club van de schuldenaars terecht. Als zoveel landen op zulke korte tijd zoveel rijkdom in rook kunnen doen opgaan, mag men de vraag stellen of er een vloek rust op personen of landen die te snel rijk worden, aldus Amouzegar. Een bijkomende oorzaak van het zwakke presteren van die economieën is hun volatiliteit en kwetsbaarheid voor prijsschokken in beide richtingen. De prijzen van producten zoals ruwe olie, koffie, rubber en ertsen zijn notoir wisselvallig. In de praktijk blijkt het zeer moeilijk meevallende inkomsten verstandig te besteden, en een ineenstorting van de prijzen leidt tot nog grotere ellende. Erger nog dan de verduistering en de verspilling van de bodemrijkdom en de bedrogen verwachtingen van de bevolking zijn de grotere risico's van gewelddadige plundering en gewapend conflict. In een recent rapport, Economic Causes of Civil Conflict and their Implications for Policy, onderzocht de Wereldbank een vijftigtal burgeroorlogen uit de periode 1960-1999. Het blijkt dat landen met een gediversifieerde economie weinig kans lopen op een burgeroorlog, maar landen die voor hun inkomen sterk afhankelijk zijn van de export van edelstenen, koffie of andere grondstoffen des te meer. Opstandelingen in kwetsbare landen plunderen de natuurlijke rijkdommen om hun wapenaankopen te financieren, grote aantallen jonge, pover opgeleide soldaten te betalen en hun rebellie in stand te houden. Die groepen produceren niets en moeten zich dus een economische activiteit kunnen toeëigenen zonder dat die ineenstort onder het gewicht van hun roof. Landen die schatten in de ondergrond hebben zitten, moeten bijna hopen dat ze nooit worden ontdekt en geëxploiteerd. FT. Afrika kan economisch succes van Aziatische Tijgers evenaren als het Westen helpt Kom naar voren, Afrikaanse leeuwen Standby, 22/06/2000 Peter Hain Om te slagen in het nieuwe millennium moet Afrika het maximum halen uit de nieuwe technologieën en nieuwe wegen vinden om de oude technologie te gebruiken. Communicatie die gebaseerd is op mobiele telefoons, e-mail en het Internet doet de kosten gevoelig dalen om afgelegen gebieden met elkaar te verbinden. Zonne-energie zou van de grond kunnen komen in het Afrikaanse klimaat en voor voldoende elektriciteit kunnen zorgen voor verlichting, verwarming en communicatie en voor het koelhouden van levensbelangrijke geneesmiddelen in afgelegen plattelandsgebieden. Met voorafbetalingssystemen zoals die in zuidelijk Afrika worden uitgeprobeerd, zou de remmende factor van de kapitaalkosten kunnen worden vermeden. Leeuw-economieën steken de kop op waar de Afrikanen er zelf klaar voor zijn en bereid zijn om ze op te bouwen. Maar ook de wereldgemeenschap heeft een rol te spelen. Daarom voert Groot-Brittannië het internationale peloton aan dat streeft naar een volledige schuldkwijtschelding voor de armste landen. Geïndustrialiseerde landen moeten Afrika meer toegang geven tot hun markten. Ze moeten zich meer inspannen om een einde te maken aan het illegaal wegzuigen van de Afrikaanse minerale rijkdommen, zoals de ,,bloeddiamanten''. En ze moeten ermee ophouden wapens te verkopen aan de Afrikaanse landen in oorlog en aan de rebellentroepen. Het Westen kan het zich niet permitteren om Afrika af te schrijven. Oorlog, aids, corruptie en milieucatastrofes hebben geen nationale grenzen. Een continent waar 10 procent van de wereldbevolking woont, maar dat slechts 1 procent van het bbp van de wereld voortbrengt, is een gigantische gemiste markt voor handel en investeringen. Een Afrika dat in rep en roer staat door zulke problemen, is een bedreiging voor de wereldgemeenschap die vrede, stabiliteit en voorspoed wil. Het is van cruciaal belang dat de geïndustrialiseerde landen samen met Afrika de uitdaging aannemen. De Afrikaanse leiders kunnen, samen met de rest van de wereldgemeenschap, hun leeuwen doen brullen.