werkboek pluspunters groep 4 g oep 4

naam
werkboek pluspunters g
groep
oep 4
43
Maak goede sommen.
1 getal per som.
3
+
3
+
3
+
3
+
+
+
= 24
+
+
+
= 32
+
+
+
= 36
16 –
–
–
=
28 –
–
–
=
24 –
–
–
=
40 –
–
–
=
44
= 12
20 –
–
–
=2
24 –
–
–
=3
20 –
–
–
=5
30 –
–
–
=3
+
+
– 6=
+
+
– 10 =
+
+
– 8=
+
+
– 12 =
44
Welke getallen?
Vul in.
Seppe
Thijs
1
7
Isa
Lore
De som van de getallen is 8.
Het getal van Thijs is 6 meer dan
het getal van Seppe.
Ze hebben allebei een oneven getal.
De som van de getallen is 12.
Het getal van Isa en Lore is hetzelfde.
Anna
Hamza
Kato
Finn
De som van de getallen is 8.
Het getal van Kato is 4 minder dan
het getal van Anna.
Ze hebben allebei een even getal.
De som van de getallen is 16.
Het getal van Hamza is 8 meer dan
het getal van Finn.
Noor
Amin
Jente
Jesse
De som van de getallen is 11.
Het getal van Jente is 5 minder dan
het getal van Noor.
De som van de getallen is 18.
Het getal van Jesse is 6 meer dan
het getal Amin.
Zoë
Amber
Yusuf
De som van de getallen is 13.
Het getal van Zoë is 5 minder dan
het getal van Yusuf.
Sara
De som van de getallen is 20.
Het getal van Sara is 12 meer dan
het getal van Amber.
45
45
Welk cijfer hoort erbij?
Vul in.
+
–
x
+
+
46
x
=
3
= ................
+
=
= ................
x
=
= ................
–
=
= ................
+
=
= ................
x
=
= ................
x
=
= ................
+
=
= ................
–
=
= ................
x
=
= ................
+
=
= ................
+
=
= ................
+
=
= ................
+
=
= ................
x
=
= ................
+
=
= ................
46
Wie zit waar?
Vul in.
Hanne zit links naast Lieke.
Kim zit naast Hanne.
Jana zit niet naast Kim.
Marie zit niet in het midden.
Jolien zit niet in het midden.
Julia zit naast Jolien.
Dilara zit rechts naast Julia.
Maud zit in het midden.
Lisa zit aan de rand.
Kasper zit links naast Maud.
Nour zit naast een jongen.
Lotte zit aan de rand.
Fatma zit naast Britt.
Britt zit aan de rand.
Joni zit links van Lotte.
47
47
Zoek steeds de goede figuur.
Vul in.
Heeft strepen.
Is niet rond.
Minder dan 5 zijden.
Niet vierkant.
Niet zwart of wit.
Geen zwart bolletje.
3 hoeken.
Geen strepen.
Niet zwart.
Niet wit.
Niet grijs en geen strepen.
Geen hoeken.
Niet grijs en geen strepen.
Meer dan 4 zijden.
Geen zeshoek.
Zwart bolletje.
Wit.
Meer dan 3 zijden.
Meer dan 5 hoeken.
Niet rond.
Geen driehoek of vierkant.
Niet zwart of wit.
Geen hoeken.
Geen strepen en geen zwart bolletje.
Niet grijs en geen strepen.
Geen zwart bolletje.
Geen hoeken.
Niet zwart.
48
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
r
s
t
u
v
x
y
z
48
Betaal steeds met 4 of 5 munten.
5
cent
10
cent
10
cent
5
cent
10
cent
20
cent
50
cent
1
euro
2
euro
5
cent
samen 30 cent
samen 1 euro
samen 50 cent
samen 2 euro
samen 80 cent
samen 3 euro
samen 1 euro
samen 4 euro
samen 1 euro en 10 cent
samen 5 euro
samen 1 euro en 20 cent
samen 5 euro en 50 cent
49
49
Maak goede sommen.
Vul +, – of x in.
10
2
5 = 25
10
5
10 = 25
10
2
5 = 17
10
5
10 =
10
2
5 = 15
10
5
10 = 60
10
2
5= 3
10
5
10 = 40
10
2
5= 7
10
5
10 = 500
5
Maak goede sommen.
Vul een getal in.
50
x 5 + 6 = 16
+ 10 + 5 – 10 = 10
x 3 + 6 = 15
+ 12 – 12 + 8 = 16
x 2 + 9 = 17
– 15 + 10 + 5 = 20
x2– 7=9
– 6 + 6 + 10 = 18
x5– 6=9
+ 8 – 5 – 10 = 5
x 3 + 6 = 21
+ 15 – 3 – 10 = 5
x 4 – 12 = 8
– 13 + 5 + 10 = 20
x 5 – 12 = 18
– 8 – 6 + 10 = 12
x 4 + 6 = 30
+ 12 – 8 – 4 = 10
x 5 – 10 = 30
+ 15 + 4 – 12 = 8
50
Verdeel in 4 gelijke delen.
Teken rechte lijnen.
Gebruik je liniaal.
51