Sessie C. Training en competentie Onderkennen Oorzaak en Gevolg - Een trainingsprogramma om de bewustwording van nieuwe medewerkers voor gevaren te verhogen Ir. Marius van Alphen en Bert Zandvoort, EH&S Specialist Personal Safety, Dow Nederland, e-mail: [email protected] Inleiding Waarom nieuwe medewerkers arbeidsongevallen krijgen Uit gegevens van de US Occupational Safety & Health Administration uit 2007 blijkt, dat eenderde van de arbeidsongevallen plaats vindt met medewerkers die minder dan 1 jaar in dienst zijn. Deze gegevens worden geacht in andere delen van de wereld vergelijkbaar te zijn. Zo beschrijft het TNO-rapport Monitor Arbeidsongevallen in Nederland 2005 de volgende risicogroepen: jongere werkenden (bij ongevallen met letsel en verzuim) en oudere werkenden (bij dodelijke arbeidsongevallen en ziekenhuisopnamen). Uit gegevens van DOW Benelux BV in Terneuzen over de periode 2006-2008 blijkt, dat bij 56% van de in totaal 25 OSHA-recordable arbeidsongevallen medewerkers zijn betrokken, die minder dan 1 jaar in dienst zijn. Ter vergelijking: het aantal nieuwe medewerkers over deze periode bedraagt circa 4% per jaar. Oorzaken waarom nieuwe medewerkers relatief vaak bij arbeidsongevallen zijn betrokken (The Dow Chemical Company 2007): 1. Werkgevers gaan ervan uit dat nieuwe medewerkers meer weten dan zij feitelijk weten. 2. Nieuwe medewerkers zijn vaak bang om vragen te stellen. 3. Nieuwe medewerkers zijn niet bekend met gevaren of wat te doen in een noodsituatie. 4. Training is meestal gericht op wat te doen en niet noodzakelijkerwijs op wat te vermijden of niet te doen. 5. De werkomgeving laat niet duidelijk genoeg merken dat veiligheid prioriteit nummer één is. Waarom is dit een probleem voor DOW Vanwege de leeftijdsopbouw in de werknemerspopulatie bij DOW Benelux B.V. in Terneuzen zal de komende vijf jaar circa 20 procent van de huidige medewerkers met pensioen gaan. Dat betekent, dat er op een populatie van circa 2.000 medewerkers alleen al door natuurlijk verloop 400 bij komen. We zullen de komende jaren dus veel nieuwe collega’s krijgen. Vaak goed opgeleide jonge mensen die nog weinig ervaring hebben. Het is de taak van de meer ervaren collega’s onder ons om deze jonge mensen te helpen in het onderkennen van gevaren. Informatie en tools zijn er voldoende. Waar het nog aan ontbreekt is inzicht in de onderlinge relatie tussen onze programma’s. In ons systeem hebben we al veel elementen waarmee we de barrière bij het voorkomen van incidenten proberen te verhogen. Voorbeelden zijn: Risico Inventarisatie & Evaluatie Leer Ervaringen Rapporten (LER’s) Veiligheidsobservatie programma Basisoorzaken analyse Start Werk Analyse Veilig Werk Vergunningen Training Procedures. De algemene veiligheidstraining voor nieuwe medewerkers bij DOW bestaat uit de volgende onderwerpen: 1 Poortintroductie (veiligheidsfilm voor alle medewerkers, contractors, chauffeurs en bezoekers) 2 Veiligheidsintroductie dag (voor alle medewerkers binnen één maand na indiensttreding) 3 Algemene veiligheidsprocedure kennis (voor alle medewerkers) 4 Operationele veiligheidsprocedure kennis (voor medewerkers in een operationele rol zoals operators en onderhoudsmedewerkers) 5 Veiligheids Checklist Aannemers Ontwikkeling Veiligheidsbewustzijn Jonge mensen, die net met hun carrière zijn begonnen, hebben weinig ervaring met en blootstelling gehad aan mogelijke gevaren. De kans op een persoonlijk letsel of het veroorzaken van een ongeval is dan groot. Ze kennen de installatie nog niet voldoende en een bedieningsfout is snel gemaakt. Een in eerste instantie kleine spill veroorzaakt door een bedieningsfout (ongeval) kan leiden tot het volledig verliezen van een installatie. Met de tijd neemt de ervaring en bekwaamheid toe. Deze toename is kwalitatief weergegeven in figuur 1. Ze herkennen de gevaren en het aantal letsels en ongevallen zal daardoor afnemen. Hoog Voorzichtig/Oplettend Optimaal Gewenning Alert Bekwaamheid id Waarderen van gevaar Alertheid Laag Onervaren Ervaren Ervaring, Taakbekendheid Figuur 1: Ontwikkelen van veiligheidsbewustzijn Uit de analyse van vele ongevallen is gebleken, dat werkervaring niet alleen positieve effecten heeft op veiligheidsbewustzijn, maar dat er ook gevaarlijke kanten aan zitten. Wanneer iemand met zijn carrière begint, is men oplettend en voorzichtig. Met de loop der jaren neemt de voorzichtigheid af. Hoe groter de ervaring en de taakbekendheid hoe gemakkelijker van de afgesproken werkwijzen wordt afgeweken. Het is toch altijd goed gegaan dus wordt een shortcut genomen, procedures niet meer voorafgaand aan het werk gelezen. Men denkt het allemaal wel te weten. Met andere woorden, het onderbuik gevoel van de incidentenonderzoekers bij DOW zegt, dat de oplettendheid voor gevaren minder wordt en dat er meer risico’s worden genomen tijdens het werk. In de praktijk blijkt dat het aantal ongevallen met de ervaring wel minder wordt maar dat de ernst van het ongeval of letsel vaak sterk toeneemt (Monitor Arbeidsongevallen 2005). Men neemt blijkbaar veel meer risico’s. Hoog 3 2 5 - 10 % 10 - 15 % Hottap, TRA Kritische procedure, heetwerk klasse 1 verondersteld risico (perceptie) 1 Laag 4 10 - 15 % 60–75% Niet-routine procedure Dagelijkse activiteiten Laag Hoog Frequentie Figuur 2: Effect frequentie van werk op risico perceptie Als we beide effecten samen nemen blijkt dat de grootste kans op ongevallen bij de jonge onervaren werkers ligt, dat de kans in eerste instantie afneemt tot er een optimum ontstaat en dat daarna de kans bij het ouder worden weer toeneemt (zie figuur 1). Het is dus eigenlijk wel curieus, dat we bij DOW jonge onervaren medewerkers laten begeleiden door oudere. Naast werkervaring is er nog een andere factor die meespeelt bij de kans op ongevallen of letsel. Het betreft de frequentie waarmee werk wordt uitgevoerd. In figuur 2 wordt in vier kwadranten een relatie gelegd tussen de frequentie waarmee bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd en het verondersteld risico. Met verondersteld risico (perceptie) wordt de risico beoordeling van de uitvoerenden bedoeld. De gegevens in figuur 2 komen uit het Dow incidenten registratiesysteem (GIRD: Global Incident Registration System). De y-as is de risicoperceptie, dus geredeneerd vanuit de uitvoerende. Het is vaak aangetoond dat bij het regelmatig uitvoeren van dezelfde taak de perceptie van de uitvoerende voor de risico’s afneemt. Bijvoorbeeld het werken met elektriciteit vind een leek gevaarlijk maar een elektriciën werkt er elke dag mee en die zal het geheel anders ondervinden. Repeterende taken worden in dat geval ondervonden als weinig risicovol en bij dat type werk zou de elektriciën een ongeval kunnen overkomen. Hieronder worden de werkzaamheden uit figuur 2 nader toegelicht: • In het eerste kwadrant staan werkzaamheden die weinig worden uitgevoerd met een verondersteld laag risico. Hier gebeuren over het algemeen weinig ongevallen. Ongeveer 10 tot 15 % van het totaal. Door de lage frequentie is de blootstelling aan mogelijke gevaren laag en werkt een goede basiskennis preventief. • Bij werk met hoog risico dat vaak wordt uitgevoerd (kwadrant 2) is meestal veel aandacht voor veiligheid. Veel van de procedures zijn voor dergelijk werk geschreven. De veilig werk vergunning is een typische barrière die hier veel wordt toegepast. • Bij werk met een hoog risico dat we weinig doen (kwadrant 3) blijft de alertheid een grote rol spelen. Hiervoor worden taak-risico-analyses gemaakt en speciale veiligheidsprogramma’s opgesteld. Een voorbeeld zijn onderhoudsstops. • Vooral tijdens werkzaamheden waarvan we denken dat ze nauwelijks of geen risico kennen en die we vaak uitvoeren vinden de meeste ongevallen plaats (kwadrant 4). Dit is het kwadrant waar we onze meeste werktijd besteden maar waar we ook vaak vergeten wat we eigenlijk aan het doen zijn en we min of meer op de automatische piloot werken. De consequenties van ongevallen in dit kwadrant zijn vaak lager dan in de kwadranten met hoog risico maar we moeten ons blijven afvragen hoe we ook in de laag risico/hoge frequentie kwadrant ongevallen kunnen voorkomen. Een voorbeeld zijn Loss of Containments (LOC’s). Die vinden over het algemeen plaats tijdens normale werkzaamheden, niet in periodes van veronderstelde hoge risico’s zoals bij onderhouds-stops. Voor hoog risico werk hebben we veel aandacht bij de voorbereiding en tijdens de uitvoering. Dus we zien ook dat dan meestal weinig ongevallen en LOC’s plaats vinden. Typerende beheersmaatregelen die we voor de verschillende kwadranten nemen zijn: 1. Basiskennis, vakmanschap en training. 2. Werkvoorbereiding, Start-Werk-Analyse (Last-Minute-Risc-Analysis) en Procedures. 3. Taak-Risico-Analyse, Veiligheid-, Gezondheid-, Milieuprogramma’s. 4. Training, vakmanschap en procedures. Als ook de laatste barrière faalt en we toch een letselongeval krijgen dan is het zaak dit goed te onderzoeken en te begrijpen waar de barrière heeft gefaald. Bij de analyse van een groot aantal ongevallen zijn belangrijke bevindingen gedaan die de rol van kennis, ervaring en gedrag op het plaatsvinden van ongevallen illustreert. Soort Incident Tegen iets lopen, vallen Verwonden tijdens werken aan flensen Blootstelling bij openen van leidingen en apparatuur Bekneld bij verplaatsen leidingen en apparatuur Gebruik vorkheftruck Geraakt tijdens verplaatsen van lasten (takelen) Geraakt tijdens steigerbouw Geraakt tijdens snijden Overige Percentage 16% 12% 12% 10% 6% 4% 4% 4% 32% Figuur 3: Gegevens van Terneuzen Six Sigma Safety Site project 2003-2004 In figuur 3 staat een overzicht van de resultaten van het Terneuzen Six Sigma Safety Site project 2003 - 2004. Veel van de ongevallen vinden plaats bij activiteiten die we regelmatig uitvoeren. De groep “Overige” bevat onder andere ongevallen zoals val van ladder, grijpen in brandende doek, snijden aan scherpe rand, blootstelling bij isoleren, vinger tussen deur. Deze resultaten komen overeen met de gegevens uit figuur 2 waar we zien dat 60 – 75 % van de ongevallen plaats vinden tijdens routine werkzaamheden. Nadere analyse van bovengenoemde ongevallen leert dat: ¾ ongeveer 90% van de letsels had kunnen worden voorkomen indien het gevaar onderkend was; ¾ bij 75% van de letsels het gevaar voor het slachtoffer herkenbaar had moeten zijn; ¾ in 50% van de gevallen anderen aanwezig waren, die hadden kunnen ingrijpen; ¾ in 25% van de gevallen het slachtoffer met iemand anders werkte die had kunnen ingrijpen; ¾ in eenderde van de gevallen het slachtoffer zichzelf in een gevaarlijke positie (line of fire) plaatste. De boodschap uit bovenstaande is, dat veel ongevallen zijn te voorkomen wanneer het slachtoffer zich beter bewust is van de gevaren waaraan hij is blootgesteld. Ook anderen, die in de omgeving zijn of waarmee samen het werk wordt uitgevoerd, spelen hierbij een rol. Zij hadden het gevaar ook kunnen onderkennen en kunnen ingrijpen. Methoden en technieken De basis van het OOG-programma In de reeks van maatregelen om ongewenste gebeurtenissen te voorkomen speelt de bewustwording van gevaren voordat een taak wordt uitgevoerd een belangrijke rol. Vaak is het de laatste barrière tegen ongevallen en incidenten. Bewustwording is een complexe zaak omdat naast procedures en kennis en kunde ook het momentane gedrag een factor is. Om dit gedrag te beïnvloeden is OOG ontwikkeld. OOG is een methode om werkzaamheden (taken) te analyseren voordat ze worden uitgevoerd en de informatie die zo ontstaat te gebruiken voor het verhogen van de kennis en procedures (indien aanwezig) te verbeteren. Uitgangspunten bij het opstellen van het OOG-programma zijn: Jonge onervaren mensen hebben de grootste kans op een ongeval Veel ongevallen vinden plaats bij routine werk De kennis van gevaren helpt incidenten te voorkomen Procedures zijn nodig Risico-analyse helpt ongevallen reduceren. Specifieke training voor nieuwe medewerkers (OOG) Het algemene leerdoel van het OOG-programma is de bewustwording van gevaren en risico’s op de werkplek tijdens uitvoeren van taken. Meer specifiek het herkennen van gevaarsignalen, leren van ervaringen uit het verleden, opstellen van een Taak Risico Analyse. Hiervoor is een methode ontwikkeld om taken te analyseren voordat ze worden uitgevoerd en de informatie die zo ontstaat te gebruiken voor het verhogen van het veiligheidsbewustzijn. Voor het uitvoeren, registreren en rapporteren is een website ontwikkeld die een overzichtelijke toegang biedt tot leerervaringen uit het verleden. De doelstelling van de methode wordt gerealiseerd door taken uit te voeren onder toezicht van een mentor. De mentor stelt samen met de medewerker de takenlijst op en begeleidt hem bij de uitvoering. Het OOG programma is ingebed in de bestaande DOW procedures en gebruikt methoden die bekend zijn vanuit meerdere programma’s. Hoe werkt de OOG-procedure? De uitvoering van de OOG-procedure kent drie fases, namelijk activiteiten voorafgaand aan, tijdens de uitvoering van en na beëindiging van de taak. Met een taak wordt een enkelvoudige opdracht bedoeld zoals: het wisselen van een filter het boren van een gat staande op een ladder het verplaatsen van een object met een vorkheftruck het doen van een analyse gebruik van een slijptol onder bepaalde omstandigheden. Ook heel gewone dagelijkse bezigheden, waar we vaak niet bij stil staan maar waarbij wel relatief veel ongevallen plaats vinden, kunnen onderwerp zijn van een OOG-analyse. Het gaat daarbij niet alleen om werkzaamheden die vastgelegd zijn in een procedure maar ook routine taken waarbij vakmanschap een directe rol speelt. De Risico Inventarisatie en Evaluatie is een mogelijke bron voor risicovolle taken in een afdeling. Van belang is dat de taak goed omschreven wordt met een goed gekozen sleutelwoord om later de informatie die is verzameld terug te kunnen vinden in het OOG-archief. Voorafgaand worden de volgende gegevens betreffende de taak verzameld en bestudeerd: • Is de werkprocedure duidelijk • Leerervaringen (LER’s) uit het verleden, incidenten uit DOW’s incidenten registratie systeem • Beschikbare EH&S procedures • Mogelijke gevaren • Eventueel uitwerken van een Taak Risico Analyse Tijdens het uitvoeren van de taak (met begeleider) worden de verzamelde gegevens vergeleken met de waargenomen gevaren. Tevens wordt kritisch bekeken of de beschrijving van de werkprocedure overeen komt met de praktijk. Na afloop van de taak worden alle gegevens in het OOG werkdocument verzameld. De Taak Risico Analyse wordt eventueel aangepast en het geheel wordt besproken met de mentor. Na goedkeuring van de mentor wordt het document opgeslagen in het OOG-archief. Hoe werkt de OOG-website? Voor het verzamelen van gegevens wordt op de intranet site van DOW een werkdocument gecreëerd. Alle middelen voor de OOG procedure zijn te vinden via deze OOG website. Via de verschillende menu’s zijn de data te vinden en is het OOG werkdocument te verkrijgen en te archiveren. De medewerker begint met het registreren van zijn werkzaamheden/taak en mentor. Vervolgens geeft de medewerker aan uit welke stappen de taak bestaat en welke gevaren en beheersmaatregelen bij deze stappen horen. Voor de risico indeling en classificering wordt dezelfde methode gebruikt als voor de formele Risico Inventarisatie en Evaluatie. Dit heeft voor de medewerker het leereffect, dat hij de DOW-terminologie voor het beschrijven van risico’s leert kennen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid, dat de nieuwe medewerker risico’s ziet die nog niet in de formele RI&E van de afdeling zijn opgenomen. In dat geval dient dit via het afdelings veiligheidsteam naar de Arbodienst terug gekoppeld te worden. Figuur 4: voorbeeld OOG document op website met oorzaken en gerelateerde incidenten Daarna geeft hij aan welke mogelijke oorzaken aan de basis van een incident zouden kunnen liggen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen directe oorzaken en basisoorzaken. De deelnemer kiest mogelijke oorzaken uit een standaardlijst, die ook gebruikt wordt bij incidenten analyse. Aan de hand van deze mogelijke oorzaken krijgt hij via de website toegang tot voorbeelden van leerervaringen van incidenten uit het verleden, waarbij dezelfde oorzaken een rol speelden (zie figuur 4 voor een voorbeeld van een onderdeel van de OOG-website). Hij kan deze informatie bekijken en via de DOW incidenten database en leerervaringen database nadere gegevens van deze incidenten bekijken. Ook zijn er links naar externe informatiebronnen. Via hetzelfde werkdocument heeft hij toegang tot afdelingsprocedures, veiligheidsprocedures en complete incidenten registratiesysteem van DOW wereldwijd. Hij kan hieruit die informatie filteren, die een relatie hebben met de gevaren van zijn taak. Voor gevorderden is er tevens de mogelijkheid om direct een Taak Risico Analyse stappenplan in te vullen volgens de geldende DOW EH&S procedure. Het uiteindelijke stappenplan geeft een totaal overzicht van de taak, de risico’s en de maatregelen. De mentor beoordeelt of de taak voldoende wordt begrepen en of het OOG werkdocument goed is uitgewerkt. Zonodig worden een aantal onderdelen herhaald. Na goedkeuring wordt het OOG document in het OOG archief opgeborgen ter referentie. Resultaten Het OOG-programma geldt voor alle Dow medewerkers en regie contractors die vanaf 1 mei 2008 bij Dow in een technisch uitvoerende functie werkzaam zijn, zoals operators, monteurs en laboratoriummedewerkers. De mentor of begeleider stelt samen met de medewerker de OOG-takenlijst op en begeleidt de medewerker bij het uitvoeren van de OOG-analyses, middels het bespreken en beoordelen. De nieuwe medewerker voert gedurende de eerste twee jaren van zijn werk bij Dow gemiddeld één OOG-analyse per maand uit aan de hand van de OOG-website. Sinds 1 mei 2008 hebben 33 nieuwe medewerkers uit de doelgroep aan de OOG-introductie-training deelgenomen. Verdeeld over de volgende afdelingen zijn de volgende OOG-documenten opgesteld. Afdeling EB/STY/CU Latex/PG Manufacturing Labs Power & Utilities Totaal # doc 5 4 3 22 34 Personen 2 1 1 3 7 Figuur 5: Aantal afgeronde OOG-documenten verdeeld over diverse afdelingen In totaal zijn er tot nu toe 66 documenten opgesteld, waarvan er 34 door de mentor zijn goedgekeurd (status eind 2008). We zitten nu dus nog volop in de implementatie-fase. Onder andere hierdoor is het nog niet mogelijk iets te zeggen over het succes van dit programma met betrekking tot DOW’s ongevalsstatistiek. Het is sowieso gevaarlijk om hierover conclusies te trekken, aangezien we meer activiteiten hebben op veiligheidsgebied dan alleen het OOG-programma. Bovendien is de ongevallen frequentie van DOW in Terneuzen vrij laag (0,13 in 2008), zodat pas over een tijdspad van meerdere jaren een significant relevante conclusie aangaande dit OOG programma getrokken zal kunnen worden. Ter illustratie zijn twee figuren opgenomen, waarin het cumulatief aantal incidenten in de periode 2006-2008 is uitgezet tegen de datum. Figuur 6 laat het cumulatief aantal OSHA-recordable incidenten zien. Uit het verloop van de curve zou kunnen worden geconcludeerd, dat er halverwege 2007 een trendbreuk in ongevalsfrequentie heeft plaatsgevonden. Figuur 7 toont het totaal aantal contacten met de medische dienst naar aanleiding van een incident. Hieronder worden behalve de EHBO- en OSHA-recordable incidenten ook de bezoeken aan de arbodienst die niet tot behandeling hebben geleid verstaan. Uit het verloop van deze curve zou kunnen worden geconcludeerd, dat er geen wezenlijke verandering in ongevalsfrequentie heeft plaatsgevonden over deze periode. # OSHA Incidenten vs Inc Datum 35 30 25 20 15 10 5 0 5-sep- 24-mrt- 10-okt- 28-apr- 14-nov- 1-jun-08 18-dec05 06 06 07 07 08 Series1 Series2 Series3 Linear (Series1) Linear (Series2) Figuur 6: Cumulatief aantal recordable (OSHA) incidenten periode 2006-2008 # EHBO + OSHA Incidenten vs Inc Datum 300 250 200 150 100 50 0 5-92005 Series1 24-3- 10-10- 28-4- 14-11- 1-6- 18-12- 6-72006 2006 2007 2007 2008 2008 2009 Series2 Series3 Linear (Series1) Linear (Series2) Figuur 7: Cumulatief totaal aantal incidenten (OSHA + EHBO) periode 2006-2008 Series 1 geeft het aantal incidenten weer voor 1 mei 2008 (de start van het OOG-programma). Series 2 geeft het aantal incidenten weer na 1 mei 2008, de implementatiefase van het OOG-programma. Series 3 zal kunnen starten, wanneer het OOG-programma zodanig is geïmplementeerd, dat meer dan 90% van de nieuwe medewerkers er minimaal een jaar mee gewerkt heeft. Die fase is dus nog niet ingegaan. Discussie Uit de resultaten blijkt, dat slechts zeven van de 33 nieuwe medewerkers bezig zijn met het samenstellen van OOG-documenten. Dit heeft een aantal redenen: 1. Men ziet het invullen van het OOG-document als een belasting in plaats van een ondersteuning. Deze perceptie kan alleen veranderen, indien de mentoren er uit ervaring achter komen dat het werken met OOG niet alleen tijd kost, maar hen ook tijd scheelt. 2. Onbekend maakt onbemind. De mentoren zijn gewend om zelf te bepalen, wat de nieuwe medewerker aan veiligheidsbewustzijn mee krijgt. De voordelen van dit nieuwe programma zijn niet direct duidelijk. 3. Het OOG-programma is gebaseerd op een computerapplicatie. Dit kan voor sommige, met name de oudere, mentoren een zekere weerstand opwekken. Bovendien maken operators en onderhoudsmedewerkers gebruik van gedeelde computerfaciliteiten. Hierdoor zou het kunnen gebeuren dat de computer niet altijd op het gewenste moment beschikbaar is. 4. Het heeft blijkbaar niet de hoogste prioriteit van alle afdelingsleiders. Hetgeen onder andere blijkt uit het feit dat nog niet op alle afdelingen OOG-coördinatoren zijn aangewezen. Voor regiecontractors is nog geen OOG-introductietraining gegeven. Hierdoor hebben deze medewerkers ook nog niet de kans gehad om met dit programma te werken. De afdelingen die er wel actief mee bezig zijn, zijn hierover erg enthousiast. De nieuwe medewerkers hebben over het algemeen weinig moeite met computergebruik en raken spelenderwijs bekend met het DOW-jargon. De OOG-website helpt hierbij door gebruik te maken van bestaande systemen voor identificeren van risico’s en oorzaken van incidenten. Omdat de toegang tot gegevens via de OOG-website gemakkelijk is, zien de tot nu toe ingevulde documenten er zeer compleet uit. Er zijn door gebruikers geen klachten gemeld, dat het invullen teveel werk was. Wel hoort men een enkele gebruiker klagen, dat hij te weinig gegevens in het document kwijt kan. Dit laatste heeft dan weer te maken met het feit dat men de gegevens wel kwijt kan, zolang het maar op de DOW-manier beschreven wordt. Dat is dan tevens een van de gewenste leeraspecten van het omgaan met de OOG-website. Bijvoorbeeld een medewerker denkt, dat hij het risico waaraan hij bij het werk bloot staat niet kwijt kan in het document, omdat hij moet kiezen uit een aantal voorgeselecteerde risico’s op basis van de Risico Inventarisatie en Evaluatie. Tot nu toe bleek steeds, dat het risico wel beschreven was, maar op een andere wijze (leermoment voor medewerker). Het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn, dat het risico echt niet beschreven is op de OOG-website. In dat geval zal niet de website aangepast worden, maar de achterliggende RI&E (leermoment DOW). Doordat de mentor het OOG-document met de nieuwe medewerker bespreekt, is het beoordelen van het document voor de mentor eveneens een opfriscursus. Zodoende verhogen zowel de nieuwe medewerkers als de geroutineerden hun veiligheidsbewustzijn Hiermee wordt de kans op ongevallen verkleind voor die doelgroepen uit figuur 1 die nu het meest getroffen worden. Literatuur Bureau of Labor Statistics, U.S. Department of Labor, TABLE R39. Number of nonfatal occupational injuries and illnesses involving days away from work by industry, gender, and length of service with employer, 2007. http://stats.bls.gov/iif/oshwc/osh/case/ostb1981.pdf Geraadpleegd 27 januari 2009. DOW Benelux B.V. (2005), Six Sigma Safety Site project 2003 – 2004. The DOW Chemical Company (2007), Engineering Solutions Weekly Safety Message. Venema, Anita, Jettinghoff, Karin, Bloemhoff, Anneke en Stam, Christine (2007). TNO-rapport Monitor Arbeidsongevallen in Nederland 2005.