HET MOMENT HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q y a O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht y a O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF M a F acXF y a O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a •met a het draaipunt •met b een willekeurig punt op de werklijn van z de kracht O r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a 1° Via de definitie O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF 1° Via de definitie =kortste afstand MAAL kracht y a O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a 1° Via de definitie =kortste afstand MAAL kracht = ab . F . sin q O z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a 1° Via de definitie =kortste afstand MAAL kracht = ab . F . sin q O M aF z r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a 2° Via de componenten ( M a F ) x (ab) y Fz (ab) z F y z O r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a 2° Via de componenten ( M a F ) x (ab) y Fz (ab) z F y ( M a F ) y (ab) z Fx (ab) x Fz z O r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF y a 2° Via de componenten ( M a F ) x (ab) y Fz (ab) z F y ( M a F ) y (ab) z Fx (ab) x Fz ( M a F ) z (ab) x F y (ab) y Fx O r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt a ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht M a F abXF 2° Via de componenten ( M a F ) x ( yb ya ) Fz ( zb za ) F y ( M a F ) y ( zb za ) Fx ( xb xa ) Fz ( M a F ) z ( x b x a ) F y ( yb ya ) F x y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht MO F OcXF y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht MO F OcXF 2° Via de componenten y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht MO F OcXF 2° Via de componenten M O F ) x ( yc yO ) Fz ( zc zO ) F y M O F ) y ( zc zO ) Fx ( xc xO ) Fz M O F ) z ( xc xO ) F y ( yc yO ) Fx y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht MO F OcXF 2° Via de componenten ( M O F ) x ( yc ) Fz ( zc ) F y ( M O F ) y ( zc ) Fx ( xc ) Fz ( M O F ) z ( x c ) F y ( yc ) F x y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) q MOMENT = kortste afstand X kracht MO F OcXF 2° Via de componenten ( M O Fi ) x ( yFi ) Fiz ( z Fi ) Fiy ( M O Fi ) y ( z Fi ) Fix ( x Fi ) Fiz ( M O Fi ) z ( x Fi ) Fiy ( yFi ) Fix y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) MO F OcXF 2° Via de componenten ( M O Fi ) x ( yFi ) Fiz ( z Fi ) Fiy ( M O Fi ) y ( z Fi ) Fix ( x Fi ) Fiz ( M O Fi ) z ( x Fi ) Fiy ( yFi ) Fix met xFi, yFi, zFi de coördinaten van een willekeurig punt gelegen op de werklijn van Fi. q y a r1 F b r2 c x HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) MO F OcXF 2° Via de componenten ( M O Fi ) x ( yFi ) Fiz ( z Fi ) Fiy ( M O Fi ) y ( z Fi ) Fix ( x Fi ) Fiz ( M O Fi ) z ( x Fi ) Fiy ( yFi ) Fix met xFi, yFi, zFi de coördinaten 2 van een willekeurig punt gelegen O werklijn i i x op de van FO i. M F (M F ) q y a F r1 2 ( M O Fi ) y b r2 c x 2 ( M O Fi ) z HET MOMENT moment van een kracht( F ) t.o.v. een punt O ( F is gelegen in het x-y vlak) MO F OcXF q 2° Via de componenten ( M O Fi ) x ( yFi ) Fiz ( z Fi ) Fiy ( M O Fi ) y ( z Fi ) Fix ( x Fi ) Fiz ( M O Fi ) z ( x Fi ) Fiy ( yFi ) Fix M O Fi ( M O Fi )2x ( M O Fi )2y ( M O Fi )2z ( M O Fi ) x cos M O Fi cos ( M O Fi ) y M O Fi y a r1 O F b c r2 x ( M O Fi ) z cos M O Fi met x , y , z de coördinaten van een willekeurig punt gelegen op de werklijn van F HET MOMENT tov een as moment van een kracht( F ) t.o.v. een as Is het moment van de kracht rond een willekeurig punt gelegen op de as en deze vector (moment tov q een punt) projecteren op deze as y M x as ( MoF ) x i (OcXF ) i M y as ( MoF ) y j (OcXF ) j r 1 M z as ( MoF ) z k (OcXF ) k O M x as F b c x ( y ) F (z ) F M (z ) F (x ) F M (x ) F ( y ) F Fi iz Fi iy z as Fi y as iy Fi Fi ix ix Fi iz Het bepalen van de componenten van het moment van een kracht t.o.v. een punt via matrices en determinant m.b.v. de rekenmachine MaF ab X F ( MaF ) x (ab ) y (ab ) z Fy Fz F ( MaF ) y (ab) z (ab) x Fz Fx b x a x ( MaF ) z (ab ) x (ab ) y Fx Fy