- Scholieren.com

advertisement
WERKSTUK BIOLOGIE
Inhoudsopgave:
Pag.1
Titelpagina.
Pag. 2
Inhoudsopgave.
Pag. 3 + 4
Het biologisch akkerbouwbedrijf.
Pag. 4 + 5
Waarom een biologisch akkerbouwbedrijf?
Pag. 5 + 6
Wat betekend biologisch?
Pag. 7 + 8
Bestrijding van ziektes, plagen en onkruid.
Pag. 8 + 9 + 10
Biologische producten, beter of niet?
Pag. 10 + 11
Welke producten worden verbouwd?
Pag. 11 + 12
Waarom moet men kiezen voor biologisch?
Pag. 12
Conclusie + bronnen
Pag. 12 t/m 18
Open dag + foto’s
Pag. 19 t/m 22
Welk beroep en welke opleiding? + bijlages
Het biologisch akkerbouwbedrijf.
Akkerbouwbedrijf kasteelhoeve Puth ligt in Voerendaal, in Zuid-Limburg aan de
Oude Romeinse heerweg van Coriovallum (Heerlen) naar Mosea Trajectum
(Maastricht).
Al sinds de jaren tachtig wordt op dit bedrijf zo milieuvriendelijk mogelijk
gewerkt en in 2001 is het bedrijf omgeschakeld naar biologische akkerbouw.
Rondom de typische Limburgse kasteelhoeve liggen de akkers van het bedrijf,
met een totale oppervlakte van 45 hectare. Elk jaar worden er op biologische
wijze aardappelen, suikerbieten, grasklaver, winterwortelen, witlof, tarwe, gerst,
spelt (oud soort graan), witte en rode kool en gele en rode uien geteeld.
Biologische akkerbouw wil zeggen, dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen
en geen kunstmest wordt gebruikt bij het telen van de gewassen.
Ook worden er geen genetisch gemanipuleerde gewassen gebruikt.
Biologische akkerbouw is veel beter voor de natuur op en rondom het bedrijf en
veel minder belastend voor het milieu dan de meer gebruikelijke manier van
akkerbouw.
Alle producten zijn officieel biologische producten, gecertificeerd door SKAL,
de organisatie die in Nederland toezicht houdt op biologische landbouw.
Wat doet SKAL?
Een product mag je niet zomaar biologisch noemen.
Daarom houdt SKAL streng toezicht op de biologische productie in Nederland.
Ze doet dat door middel van inspectie, certificatie en sancties bij overtredingen.
SKAL is een onafhankelijke controle-instantie in opdracht van de overheid.
Waarom een biologisch akkerbouwbedrijf?
Puth.
Norbert Huijts, de bewoner van Kasteelhoeve
Norbert Huijts is geboren en getogen op een boerderij in Voerendaal, waar zijn
vader een gemengd bedrijf had. Doordat hij opgroeide op een boerderij, kwam
hij voortdurend in contact met de natuur. Als boer ben je veel bezig met en in de
natuur. Na een opleiding op de middelbare landbouwschool werd hij akkerbouwer,
eerst in maatschap met zijn vader en broer, later op zijn eigen bedrijf. Hij zocht
naar manieren om zijn bedrijf zo milieuvriendelijk mogelijk te leiden, en eind
jaren tachtig nam hij deel aan een nieuw project; geïntegreerde akkerbouw. Doel
hiervan was om zo weinig mogelijk gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest te
gebruiken en toch een zo hoog mogelijke opbrengst te halen. Door dit project
kon het gebruik van de chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest halveert
worden en de natuur op en rond het erf bloeide op. In 2002 ontving dhr. Huijts
de RIWA-Maasprijs voor zijn inspanningen voor een milieuvriendelijkere
landbouw. Deze prijs wordt uitgereikt door RIWA-Maas, het internationale
samenwerkingsverband van drinkwaterbedrijven die Maaswater gebruiken als
bron voor de drinkwaterbereiding.
Het RIWA-Maas logo.
Gezuiverd Maaswater is het drinkwater voor meer dan 6 miljoen mensen in onder
andere Den Haag, Rotterdam, Antwerpen, Brussel en de provincie Limburg. Eens
in de vier jaar reikt RIWA-Maas de Internationale Maasprijs uit aan een
instelling en/of persoon die zich verdienstelijk maakt voor een
kwaliteitsverbetering van het Maaswater.
Wat betekent Biologisch?
'Biologisch' betekent in wezen: zo natuurlijk mogelijk tot stand gekomen, met zo
min mogelijk kunstgrepen. In de biologische landbouw worden daarom geen
kunstmest en geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen gebruikt.
Daarnaast worden dieren onder zo natuurlijk mogelijke omstandigheden
gehouden, ook wat hun voeding betreft. Verder worden geen genetisch
gemodificeerde organismen toegepast.
Veel biologische landbouwproducten worden verwerkt tot voedingsmiddelen (bijv.
bakkerij, zuivelfabriek). Daarbij worden geen kunstmatige hulpstoffen gebruikt.
Doel van de biologische landbouw is het in stand houden van het natuurlijke
evenwicht tussen mens, plant en dier. Het gaat daarbij niet alleen om de
landbouw maar ook om onze leefomgeving als geheel.
Om een product "biologisch" te mogen noemen, moet de productie aan bepaalde
wettelijke regels voldoen. Op de naleving daarvan vindt toezicht plaats.
Biologische producten zijn niet alleen herkenbaar aan de aanduiding "biologisch",
maar vaak ook aan een keurmerk.
Dit zijn de meest gebruikte keurmerken in Nederland voor biologische
producten.
In Nederland houden diverse organisaties en bedrijven zich bezig met de
biologische productie in het algemeen. Zij geven ook veel informatie over
biologische productie.
Hieronder volgen de meest bekende:
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV, publieke
regelgeving)
www.minlnv.nl
Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA)
www.vwa.nl
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
www.biologischinhetschap.nl
Voedingscentrum
www.voedingscentrum.nl
LTO-Nederland (agrarische belangenorganisatie)
www.lto.nl
Bestrijding van ziektes, plagen en onkruid
In de biologische akkerbouw wordt dus geen gebruik gemaakt van chemische
bestrijdingsmiddelen. Onkruid, planten ziektes, schadelijke parasieten en
insecten moeten op een andere manier bestreden worden. Om het onkruid tegen
te gaan, worden machines en menskracht ingezet, zoals bijvoorbeeld het
ouderwetse schoffelen met de hand, of de mechanische eg.
De eg wordt gebruikt om onkruid te verwijderen uit
de gewassen.
Ook kan het onkruid weggebrand worden met behulp van een speciale machine.
gewassen te beschadigen.
Jong onkruid kan ook weggebrand worden zonder de
Insectenplagen en ziektes worden bedtreden door meer soorten gewassen te
telen en die op een goede manier te laten wisselen over de verschillende
percelen. Dit noemen we vruchtwisseling en wordt al sinds oudsher toegepast
door de boeren. Om het ontstaan van ziektes en plagen zoveel mogelijk tegen te
gaan, worden op dit bedrijf veel verschillende soorten gewassen geteeld, die elk
jaar weer op een ander perceel staan. In 2004 stonden er bijvoorbeeld
aardappelen op een bepaald perceel. Op dit perceel nam in dat jaar het aantal
aardappelparasieten en -ziektekiemen toe. In 2005 staan er op dit stuk land
bijvoorbeeld gerst en tarwe. Deze zijn niet gevoelig voor de aardappelziektes en
–parasieten en kunnen goed groeien. De aardappelen worden pas over zes jaar
weer op datzelfde perceel geteeld, wanneer het grootste deel van de
ziektekiemen en aardappelparasieten eruit verdwenen is.
De schadelijke insecten worden door de natuur zelf bestreden door het gebruik
maken van de natuurlijke vijanden van de schadelijke insecten. In de natuur
komen natuurlijke vijanden voor van veel van de ziektes, onkruiden en parasieten
die de gewassen bedreigen. Doordat biologische akkerbouw de natuur niet
aantast en biodiversiteit stimuleert, komen deze natuurlijke vijanden in grote
getale voor in de buurt van dit bedrijf, en helpen ze de boer bij het bestrijden
van de plagen die zijn gewassen bedreigen.
De boerenzwaluw nestelt op het bedrijf en
verorbert veel schadelijke insecten.
Biologische producten, beter of niet?
Zondag 5 februari: Consumentengids meldt: Biologisch voedsel is niet
gezonder dan gangbaar voedsel. Maar klopt hun onderzoek wel?
In de Consumentengids van februari is een artikel verschenen, waarin wordt
beweerd dat biologisch voedsel niet gezonder is of hoeft te zijn dan gangbaar
voedsel. 15 stuks van 15 verschillende groenten zijn onderzocht op verschillende
voedingswaarden (vezels, vitaminen en mineralen) en op resten
bestrijdingsmiddelen.
De eindconclusie van de Consumentenbond is, dat biologische groenten ongeveer
even gezond en veilig zijn als gangbare groenten. Uit hun onderzoek bleek dat
biologische groenten ongeveer dezelfde voedingswaarde hebben als gangbare
groenten, maar dat er op gangbare groenten wel meer restjes
bestrijdingsmiddelen te vinden zijn. Deze restjes zouden echter niet schadelijk
zijn voor de gezondheid.
Wanneer men echter het hele artikel in de Consumentengids leest, rijzen er heel
wat vragen. Is het onderzoek namelijk wel goed opgezet? Waarom is er geen
tabel die ons per groente de resultaten laat zien, zodat we onze eigen mening
kunnen vormen? Kan er met dit onderzoek (van slechts 15 stuks van elke soort
groente) überhaupt wel een verschil gevonden worden?
Het verhaal over bestrijdingsmiddelen, dat de Consumentengids vertelt, rammelt
aan alle kanten. Hun redenering lijkt logisch, maar is dat, als je even beter leest,
uiteindelijk gewoon niet.
De Consumentenbond trekt uit hun onderzoek wel erg graag de conclusie dat
biologisch voedsel niet gezonder is dan gewone voeding.
Tegenstander hierin is Biologica. Biologica is de ketenorganisatie voor
biologische landbouw en voeding. Gezamenlijk werken biologische boeren,
handelaren, verwerkers en detaillisten aan het vergroten van de bekendheid van
het biologische product, de groei van de markt en de kwaliteit van de biologische
productiemethode.
Daarnaast werkt Biologica nauw samen met een groot aantal maatschappelijke
organisaties, zoals de Dierenbescherming, Stichting Natuur en Milieu,
Greenpeace, De provinciale Milieufederaties, Milieudefensie, Wakker Dier en
Natuurmonumenten.
Hieronder volgt de officiële, gezamenlijke reactie van Biologica en Louis Bolk
Instituut. op het onderzoek van de Consumentengids.
Biologisch en gezondheid
De voordelen van biologische landbouw voor biodiversiteit, schone bodem en
drinkwater, ofwel een gezond milieu zijn onomstreden. De biologische sector
heeft duidelijke aanwijzingen dat er ook meer ‘gezonde stoffen in biologisch
geteelde producten zitten’ maar heeft daar nooit een directe gezondheidsclaim
aan verbonden. Belangrijk is wel dat de biologische landbouw geen chemische
bestrijdingsmiddelen gebruikt en dat er daardoor praktisch geen
pesticidenresiduen in biologische producten zitten. Dit wordt ook in de
Consumentengids erkend. Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat kinderen
die gangbare groenten en fruit eten, pesticidenresiduen in hun urine hebben.
Zodra de kinderen biologisch gingen eten, verdwenen de sporen bijna meteen uit
hun urine. Vielen de kinderen vervolgens terug op hun normale dieet, dan kwamen
de pesticiden ook terug.
Wereldwijd zijn er honderden onderzoeken* gedaan naar het verschil in
voedingswaarden tussen biologische en gangbare producten. Uit meer dan de
helft van deze onderzoeken blijkt dat biologisch geteelde groenten en fruit
meer gezonde stoffen, zoals vitamine C, bevatten dan gangbaar geteelde
producten. Recente onderzoeken laten zien dat in biologische zuivel meer
gezonde vetzuren (CLA en omega-3 vetzuren) zitten. Nu dus een onderzoek van
de Consumentenbond waar de voordelen van meer gezonde stoffen niet duidelijk
uitkomen. Natuurlijk jammer, en we zullen het onderzoek goed bekijken. In het
licht van de tientallen onderzoeken die de voordelen van biologisch aangeven en
het kleine aantal indicatoren waarop onderzocht is, is een genuanceerde
conclusie op zijn plaats.
Bert van Ruitenbeek, directeur Biologica
Welke producten worden verbouwd?
Dit jaar worden op de akkers van het bedrijf aardappelen, tarwe, spelt,
brouwgerst, suikerbieten, bospeen en winterpeen, witte en rode kool, pompoenen,
suikermaïs, erwten, spinazie en rucola verbouwt.
Dhr. Huijts met enkele van zijn producten.
De producten die op het biologische akkerbouwbedrijf worden verbouwd, worden
in de boerderijwinkel verkocht, samen met andere producten van biologische
bedrijven zoals:














Aardappelen zoals Nicola, Terra Gold en Bio Gold
Speltmeel, speltbloem en speltgraan (oude graansoort)
Tarwemeel, tarwebloem en tarwegraan
Rode en witte kool
Winterpeen
Limburgs Land bier (van biologische grondstoffen uit het Limburgse land)
Speltpasta
Diverse groentes
Appels
Eieren
Appel/perenstroop
Honing
Rijst
Vruchtensappen.
Een kijkje in de winkel.
Waarom moet men kiezen voor biologisch?
De belangrijkste reden is het behoud van milieu, natuur en landschap, en het
welzijn van dieren.
Er wordt natuurlijke mest gebruikt en een biologische bestrijding van ziekten en
plagen. Dieren krijgen voldoende frisse lucht, daglicht, stro en ruimte. Daardoor
krijg je tevreden dieren die goede producten zullen leveren, en door de
biologische akkerbouw zie je een terugkeer van veel diersoorten als vlinders en
vogels.
Op veel biologische bedrijven heeft de boer in het weiland
of langs de akker een kikkerpoel gegraven. Hier vinden bijzondere
planten, libellen en water diertjes een plekje om te leven. Bovendien eten de
kikkers en padden insecten en slakken, waardoor insecten- en slakkenplagen
voorkomen kunnen worden.
Conclusie.
Er moeten in Nederland veel meer biologische bedrijven komen. Op dit moment is
maar 2% van de landbouw biologisch, en door dit meer te stimuleren kunnen we
er met zijn allen voor zorgen, dat Nederland weer schoner, mooier en
diervriendelijker wordt. Mensen moeten meer biologische producten kopen, ook
al zijn deze producten iets duurder. Ook de regering kan door middel van meer
subsidie zorgen dat meer bedrijven biologisch worden.
Bronnen.
www. RIWA-Maas.org
www. SKAL. Com
Kasteelhoeve Puth
Consumentengids
www. aoc-limburg.nl
www. hasdenbosch.nl
www. wageningenuniversiteit.nl
Open dag.
Op zondag 17 augustus 2006 was er een groot oogstfeest en open dag op de
kasteelhoeve. Er waren ploegwedstrijden met oude trekkers, paard en wagen en
er waren biologische streekproducten die je kon proeven en kopen, net zoals
ouderwets gebakken brood en vlaai uit het bakkes (bakhuisje waar men vroeger
altijd het brood bakte). Ook de oude ambachten waren vertegenwoordigd. Hier
heb ik een paar foto’s van gemaakt.
Het Bakkes.
van een oude tractor met combine.
Het graan wordt geoogst met behulp
Van het stro worden pakken geperst
die makkelijk opgestapeld kunnen worden in een schuur.
Het graan wordt tot meel gemalen.
Een jury kijkt of het recht gaat.
recht ploegen hoor!
De oude tractors kunnen nog goed
De akkers worden zo alvast bewerkt.
er ook wat van.
De paarden van Ton Noterman kunnen
Na gedane arbeid mogen ze lekker
uitrusten!
De rustige weg, die deze dag niet zo
rustig was.
zondag die een kijkje kwamen nemen.
Er waren heel veel mensen op deze
Er kon veel gekocht en geproefd
worden en dat deden de mensen dan ook.
Een deel van de producten die
geteeld worden op het bedrijf.
Het kasteel moet opgeknapt worden.
binnenplaats van de hoeve kunt zien. Mooi toch?
De slotgracht die je vanuit de
De oude werktuigenberging.
eeuwenoud.
Het kasteel en de hoeve zijn al
Een oude luchtfoto van kasteel en hoeve Puth
Deze afbeelding laat zien hoe de hoeve en het kasteel er vroeger uitzagen.
Welk beroep en welke opleiding ?
Akkerbouwer is het beroep wat met dit onderwerp verbonden is.
De vooropleiding voor akkerbouwer wordt gegeven op het AOC (Agrarisch
Opleidings Centrum) op verschillende locaties in Limburg.
Op het VMBO van deze school kun je uit de verschillende praktijkvakken dan het
vak Plant kiezen. Je krijgt dan praktijkles in de kas van de school, waar e dan
verschillende (sier)planten moet stekken, zaaien en uitplanten. Het theoretische
gedeelte van dit praktijkvak houdt zich bezig met herkennen en bestrijden van
onkruiden, bestrijdingsmiddelen en milieu.
Hierna kun je kiezen voor de beroepsopleiding Akkerbouw. Dit kan als BOL en
ook als BBL opleiding. BOL is 5 dagen school, BBL is 1 dag school en 4 dagen
werk.
Deze opleiding duurt 3 jaar en kies je voor deze opleiding, dan leer je alles over
de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van teelt, techniek en economische
ontwikkelingen, veiligheidsregels en milieueisen.
Na de MBO opleiding, of als je een HAVO/ VWO diploma op zak hebt, kun je ook
naar het HAS, dit is de Hogere Agrarische school in Den Bosch.
Hier kun je de opleiding Tuinbouw en Akkerbouw volgen. Deze opleiding duurt 4
jaar en je kunt je oriënteren in het tweede jaar uit de volgende vakgebieden
zoals:




Onderzoek
Teeltmanagement
Techniek
Commercie
Uit deze vakken kies je dan je specialisatie en na je afstuderen kun je dan ook
uit andere beroepen kiezen zoals bijvoorbeeld teeltmanagement.
Dit geeft je de mogelijkheid om je verder te verdiepen in de bedrijfsvoering op
een teeltbedrijf (organiseren van productie en logistiek, leidinggeven aan
personeel, veranderprocessen aansturen enz.)aar is opgebouwd uit 4 blokken van
elk 10 weken.
De afstudeerrichting Research en innovation geeft je de gelegenheid om je voor
te bereiden op een werkplek vooraan in de sector: daar waar nieuwe rassen
worden ontwikkeld en nieuwe teelttechnieken worden geïntroduceerd. Als HBOer sla je de brug tussen lab en praktijk.
Trefwoorden: veredeling, teeltkundig onderzoek, kwaliteitszorg, maar ook:
creativiteit, innoveren, systeemdenken.
De eerste twee jaar volg je de basis:
Na het tweede jaar
Land- en tuinbouw zijn tegenwoordig zeer kapitaalsintensieve ondernemingen,
niet in het minst door investeringen in machines, installaties en kassen en
bedrijfsgebouwen. Maar niet alleen vanwege de hoogte van de investeringen,
maar ook omdat de toegepaste technologie vaak het verschil maakt tussen winsten verlies, is er in de Nederlandse land- en tuinbouw zeer veel aandacht voor de
technische bedrijfsuitrusting.
Binnen de afstudeerrichting Agrotechnology krijg je de kans je verder te
verdiepen in techniek en mechanisatie, automatisering en robotisering. Waardoor
jij later, als bruggenbouwer tussen teelt- en techniek mee kan werken aan
innovaties en de introductie hiervan op tuin- en akkerbouwbedrijven
Als je een hogere vooropleiding hebt gehad kun je ook nog kiezen voor een studie
aan de Universiteit Wageningen. Hier worden diverse agrarische vakken
onderwezen en wordt er veel onderzoek verricht.
Je kunt bijvoorbeeld de opleiding Agrotechnologie volgen
De BSc (Bachelor of Science)
De opleiding Agrotechnologie is een brede technologische opleiding met een
duidelijk beta-gamma karakter. De opleiding richt zich op het ontwikkelen van
innovatieve duurzame technologie voor een gezonde landbouw.
Als student Agrotechnologie hou je je bezig met het ontwikkelen en toepassen
van nieuwe technieken. Maar ook de wisselwerking tussen techniek en dieren en
planten is van belang. En je moet ook rekening houden met de mensen die ermee
moeten werken en het effect op de leefomgeving.
Basisvakken
Als Agrotechnoloog moet je voldoende competenties op het gebied van de exacte
wetenschappen hebben en ook de nodige kennis van plant, dier en
leefomgeving, zodat je dat alles kunt toepassen op het gebied van de
agrotechnologie. Hierbij horen bijvoorbeeld de wiskunde- en natuurkundevakken
en de vakken op het gebied van het houden van dieren en het telen van planten.
Bedrijfskunde
Om mooie nieuwe technologie echt te kunnen implementeren moet je weten hoe
bedrijven functioneren. Een technologie kan nog zo goed zijn; als deze niet goed
binnen een bedrijf past is het voor dat bedrijf geen goede technologie. Een
voorbeeld is de melkrobot: ondertussen een beproefde technologie maar niet
voor ieder melkveebedrijf geschikt.
Communicatie en innovatie
Je moet je kennis op het gebied van technologie, management en maatschappij
kunnen integreren om het proces van technologieontwikkeling te begrijpen en te
kunnen beoordelen of je nieuwe technologie geaccepteerd gaat worden door de
afnemers. Een nieuwe technologie kan heel veelbelovend zijn maar als deze om
welke reden dan ook niet door de maatschappij of door de ondernemer wordt
geaccepteerd, kun je er niet veel mee.
Ben je aan deze opleiding afgestudeerd mag je jezelf ingenieur noemen.
Ook is er de opleiding Natuur & omgeving waar je als MSc (Master of Science)
kunt afstuderen.
Er zijn ontelbare richtingen die je uit kunt met deze opleiding.
 Bodemkunde
 Bos en natuurbeheer
 Geo-ecologie
 Internationaal land-en waterbeheer
 Landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning
 Milieukunde
En nog veel meer. De opleidingen duren verschillende jaren.
Als Biologische akkerbouwer ben ik niet in de wieg gelegd.
Het werk is vaak zwaar en ook de kans op slechte oogst is groot als het weer
slecht is (te koud, te heet, te droog, te nat).
Dit zijn dingen die je niet in de hand hebt, waardoor je niet een vast inkomen
hebt. Als de oogst mislukt, kan het zijn dat je dat jaar niet of weinig inkomsten
hebt, terwijl je toch hoge uitgaven hebt, denk maar aan poot en zaaigoed wat erg
duur is. Ook de loonwerker die de producten voor jou moet poten en zaaien moet
aan het einde van het jaar betaald worden.
Je producten moet je kunnen verkopen. Dit lukt ook niet altijd.
Maar er zijn niet alleen nadelen aan dit beroep er zijn ook voordelen.
Je bent veel buiten, waardoor je een beter inzicht krijgt voor de natuur. Je kunt
de mensen ook gezonde producten leveren zonder alle gif. En het allergrootste
voordeel van dit beroep vind ik toch wel dat je goed zorgt voor de natuur en de
dieren erin.
Toch geven de agrarische opleidingen wel een aantal studeerrichtingen die ik
erg interessant vind, zoals bijvoorbeeld milieukunde of land en waterbeheer.
Doordat de mensen steeds meer bewust worden van het belang van mooie natuur,
schoon grondwater, schone lucht, gezonde producten zonder
bestrijdingsmiddelen, en gezonde en tevreden landbouwdieren, denk ik dat je in
deze richting best een goed beroep met een goede toekomst kunt kiezen.
Download