Het is maar om te lachen: Humor als en tegenover vrije

advertisement
Het is maar om te lachen: Humor als en
tegenover vrije meningsuiting
Inhoudstafel
1. Beginsituatie
2. Hermeneutische knooppunten
3. Links met het leerplan
4. Achtergrondinformatie
5. Impulsen en didactische tips
6. Bronnenlijst en achtergrondliteratuur
1. Beginsituatie
Ik ken er nog een goeie
Wat voor halsstarrige mensen we ook tegenkomen in ons leven, het zal voor
iedereen bijna onmogelijk zijn iemand voor de geest halen die nog nooit heeft
gelachen of echt absoluut niets grappig vindt. Iedereen vind wel iets grappig. Maar
wat? En waarom? Hoewel het van alle tijden en plaatsen is, is het fenomeen humor
door de eeuwen heen heel verschillend geïnterpreteerd en gebruikt. Het is bovendien
hard aan verandering onderhevig: waar men 20 jaar geleden mee schaterlachte,
vindt men nu oubollig.
Humor wordt ondermeer gebruikt om het ijs te breken, om mensen op te vrolijken,
maatschappelijke wantoestanden aan te kaarten enz.
Echter, al deze verschillen in smaak kunnen er toe leiden dat, wat de ene hilarisch
vindt, blasfemisch is voor de andere. Wat alledaags is voor de andere, is dan weer
taboe voor de ene.
Tegenwoordig struikelen we in onze maatschappij steeds vaker en vaker over een
vraag die veel mensen bezighoudt: Waar ligt de grens tussen humor en beledigen of
provoceren? Maar waar ook ligt de limiet van de vrije meningsuiting en de kritische
vrije geest? Is er wel een limiet?
In deze ‘In De Kijker’ willen we eens wat dieper ingaan op het fenomeen humor en in
het verlengde daarvan ook stilstaan bij het begrip ‘vrije meningsuiting’.
2. Hermeneutische knooppunten
A) Is lachen met iets of iemand een gebrek aan respect ? Kunnen we humor dan
zien als iets wat we ons kunnen veroorloven wanneer we een compleet beeld over
iets hebben of is het eerder een gevolg van niet weten waarover je praat?
Is het mogelijk om een grens te stellen aan humor en als die grens bestaat, wat dan
met onze vrije meningsuiting? Is humor en vrije meningsuiting los van elkaar te
denken? Is er humor überhaupt mogelijk zonder vrije meningsuiting? Kan je onder
het mom van vrije meningsuiting iemand beledigen?
B) Als we ons beledigd voelen door humor is dat dan een reden om het onderwerp
uit de weg te gaan of juist om de dialoog aan te knopen?
Als we weten dat humor beledigend is voor iemand, moeten we dit dan op de spits
drijven of eerder inperken? Wat is beledigen eigenlijk? Als je je beledigd voelt is dit
dan een excuus om bepaalde onderwerpen te verbieden of te vergelden? Misschien
is dit dan weer beledigend voor iemand anders en moeten we vervolging vrezen (en
valt dat dan goed te praten)? Of gaan mensen daar dan ook weer grappen over
maken en dat weer beledigend vinden?
C) Bestaat er zoiets als een universeel grappig onderwerp of bijgevolg iets dat
universeel niet grappig wordt bevonden? Is het mogelijk een wereld te hebben
zonder humor? Hoe zou een humorloze maatschappij eruit zien en zou dit geen
beperking zijn van het kritisch denken? In welke zin is humor, als kritiek op de
maatschappij, nodig voor zowel individuele personen als voor groepen?
3. Links met het leerplan
Eerste leerjaar van de eerste graad
2.3.2 Verhalen
2.3.2.4 De impact van het christelijk verhaal/levensbeschouwingen in het eigen
verhaal aangeven.
2.3.2.5 In vele concrete verhalen, christelijke e.a., de rode draad, dynamiek of sleutel
aanduiden.
2.3.3 Groepen/Gemeenschappen
2.3.3.1 Verwoorden en beluisteren wat het betekent bij een groep te behoren.
2.3.3.2 Verduidelijken welke betekenis een groep kan hebben voor andere groepen
en de samenleving
2.3.3.3 Het verband aangeven tussen levensbeschouwing en groepsvorming.
2.3.3.5 Bespreken wat het betekent voor een christen in de actuele samenleving tot
een minderheid te behoren.
Tweede leerjaar van de eerste graad
2.4.1 Pijn
2.4.1.1 Het omgaan met pijn als een belangrijke levensopdracht herkennen en
uitleggen.
2.4.1.3 In concrete situaties zichzelf als aanleiding of oorzaak voor pijn durven
bevragen.
2.4.3 Innerlijkheid
2.4.3.1 Aangeven hoe mensen leven van innerlijkheid en hoe ze bronnen van leven
zoeken.
2.4.3.2 Luisteren en opstaan voor wat mensen beroert.
4. Achtergrondinformatie
1.
Wat valt er nu te lachen? - Humor als hersenactiviteit
De Wikipedia definitie van humor luidt: “Humor is het vermogen om iets wat grappig,
amusant of geestig is aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen.
Humor kan ook een aanduiding zijn van de expressie van iets komisch of grappigs in
woord, daad of geschrift”.
De term humor is, evenals als het woord humeur, afgeleid van het Griekse woord
voor vocht of sap. De oude Grieken meenden namelijk dat de lichaamssappen het
menselijke temperament of stemming regelden.
Humor bestaat al zo lang als de mens zelf en is terug te vinden in elke uithoek van
de aarde. Maar hetgeen dat grappig wordt gevonden, verschilt ook van plaats tot
plaats. Humor is onderhevig aan factoren zoals geografische locatie, culturele
achtergrond, gender, leeftijd, onderwijs, opvoeding, maturiteit en context. Over de
eeuwen heen is er veel geschreven, gepraat en gedacht over wat humor nu exact is.
Sommigen benaderden het psychologisch, anderen zagen het als een gift van God,
weer anderen ervoeren het als een bijna mystieke ervaring. Het speciale aan humor
is wat we ‘de clou ’ of ‘de pointe ’ noemen, en dat is niet iets waar je zo je vinger kan
opleggen. De Amerikaanse schrijver E.B. White zei ooit: "Humor can be dissected as
a frog can, but the thing dies in the process and the innards are discouraging to any
but the pure scientific mind." (http://www.quotationspage.com/quote/984.html
(toegang 24.06.2011)).
Ondanks de grote variatie binnen humor, kunnen we wel vaststellen dat bepaalde
elementen terugkomen in wat mensen als humor omschrijven. Een paar voorbeelden
van elementen die overal ter wereld vervat zitten in humor:

Een onverwachte (of verrassende) wending of een onverwacht antwoord op
een bepaalde vraag of een ontknoping;

Een vorm van leedvermaak, dit wil zeggen als anderen fouten maken, zich
dom of onhandig gedragen of pech hebben;

sterke incongruentie, dit wil zeggen: als twee gedachten of zaken op een lijn
worden geplaatst, die qua betekenis of emotionele inhoud sterk van elkaar
verschillen;

Plotselinge
opluchting
of
vermindering
van
spanning.
Wat deze eigenschappen gemeen hebben is dat ze allemaal een afwijking of inversie
ten op zichte van een bepaalde verwachting, een bepaald patroon hebben. De
hersenen verwachtten een bepaalde reactie op een actie en wanneer deze wending
toch niet wordt vervolledigd, is dit op psycheneurologisch niveau humor.
Zo blijkt uit onderzoeken dat het op zich niet de inhoud van de humor is, maar wel de
onderliggende patronen zijn die ons er toe aanzetten humor te appreciëren. Dit zien
we bvb. in stand-up comedy: het is de zogenaamde “dat is helemaal waar” humor:
het brein herkent een tweedelig patroon van herhaling in de acties van de komiek en
in het opgeslagen mentaal beeld van gekende situaties of percepties van fenomen.
Zo verklaart patroonherkenning deels de verschillen in smaak tussen alle humor,
omdat immers de ene inhoud niet inherent grappiger is dan de andere (1).
2. Vrouwen hebben geen gevoel voor humor - Humor en
gender
Wat de titel van dit deel ook mag beweren, er zijn natuurlijk voorbeelden genoeg om
te bewijzen dat vrouwen vanzelfsprekend wel humor hebben. Maar dat is het punt
niet, wat hier centraal staat zal door velen bevestigd worden: er is wel degelijk een
verschil in de smaak van humor tussen mannen en vrouwen. Hoe komt dit?
Onderzoekers hebben dit fenomeen proberen te verklaren door in de richting van de
evolutie en culturele bagage te wijzen.
Het culturele is te verklaren vanuit de idee dat vrouwen altijd als toonbeeld van
beheerstheid, zedelijkheid en kuisheid werden bekeken. Vanuit deze optiek werd
grappig zijn niet als ‘damesachtig’ beschouwd. Volgens de maatschappij zouden
vrouwen mooi, bescheiden en netjes moeten zijn. Zij moesten in een patriarchale
samenleving vooral de grappige man, vader of broer toelachen, terwijl zij zelf niet
geacht werden een grap te produceren. Dit is een stempel die tot op vandaag zijn
invloed laat spreken.
De tweede invloed zou te maken hebben met de wil om voort te planten: het
uitkiezen van de seksuele partner met de best mogelijke genen om door te geven
aan de nakomelingen. In deze optiek is de humor van de vrouw vooral vrij zacht en
zal ze zelden tot nooit agressieve humor tegenover haar ‘ soortgenoten’ gebruiken.
Haar humor zal ook haar eigenbeeld temperen.
Bij mannen is de tendens net andersom, de humor is veel agressiever, seksueler
getint. Hij zal ook sneller zijn ‘ soortgenoten’ voor schut zetten dan dat zoiets bij
vrouwen het geval is. Omgekeerd zal hij, door zogenaamde ‘schuine moppen
’zichzelf
in
een
beter
daglicht
stellen
dan
zijn
concurrenten.
Dit duidt op ‘alfa mannetje gedrag’, bovendien geeft hij door gevatte humor blijk van
een betere cognitieve ontwikkeling wat voor de vrouwelijke soort dan weer
aantrekkelijk is omdat het de kans verhoogt op nakomelingen met een gezonde
hersenactiviteit (3).
3.
Flauwe
plezante
-
Humor
als
maatschappijkritiek
Hoe men het ook probeert in zachte termen uit te drukken of niet, soms kan humor
als beledigend overkomen. Hoe komt dit? De eerste instantie van humor is toch
mensen aan het lachen brengen? Lijkt het dan niet raar dat het soms het compleet
tegenovergestelde effect teweegbrengt?
Zoals we in hierboven al hadden aangehaald is humor in bepaalde mate te herleiden
tot een neurologische activiteit, waarin verwachting- en herkenningspatronen een rol
spelen. We hebben gezien dat afwijkingen hierop humor in de hersenen vorm geven.
Met andere woorden kun je dus stellen dat de kritische geest hier hiaten opmerkt.
Het is diezelfde kritische geest die humor ook in staat stelt als maatschappijkritiek te
fungeren. Mensen kijken naar de wereld en zien dat er verscheidene dingen niet
gaan zoals ze zouden moeten gaan. Of dat het verschil tussen theorie en praktijk
opmerkelijk is. Om aan dit gevoel uiting te geven heeft de mens al heel zijn leven
vormen van humor gebruikt, van Romeinse satire tot hedendaagse zwarte humor.
In deze multiculturele wereld zijn er meer mensen van verschillende achtergronden,
wat meer meningen betekent, en dus ook onvermijdelijk meer botsingen tussen
meningen. Voeg daarbij nog de Westerse neiging naar politieke correctheid en
humoristen hebben een onuitputtelijke voorraad gratis en voor niets. Maar misschien
is dat ook niet waar, we horen immers vaker dat deze of die komiek zich moet
excuseren voor gedane uitspraken. In hoeverre begrijpen we de mensen die dat
eisen en in welke mate moeten we kunnen lachen met bepaalde onderwerpen?
Of om het met de woorden van Hans Teeuwen, zelf een allesbehalve onbesproken
komiek, te zeggen: “Alles wat enige status heeft, heeft namelijk ook een vorm van
macht. En macht corrumpeert altijd. Het moet geridiculiseerd worden. Als dat niet
meer kan, dan krijg je enge toestanden, dictaturen en zo van die dingen…” (2).
Vandaar de eeuwige vraag: waar lig de zo wonderbaarlijk dunne grens tussen
vrijheid van meningsuiting en belediging, tussen humor en provocatie?
De bekendste controverse die hierdoor ontstond in de laatste jaren, is ongetwijfeld
die van de cartoons over de profeet Mohammed. Deze verschenen op 30 september
2005 in de Deense krant Jyllands- Posten, als onderdeel van een gaand debat over
criticisme van de Islam en zelfcensuur. In de dagen en weken die erop volgde barstte
er een immense controverse los over de publicatie van de cartoons. Moslims over de
hele wereld uitten hun verontwaardiging en veroordeelden de afbeeldingen als
racistisch en godslasterlijk. Voorstanders van de cartoons beriepen zich dan weer op
artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Afghaanse betogers verbrande de Deense vlag
Overal ter wereld protesteerden moslims tegen de cartoons, met op sommige
plekken uitbarstingen van geweld als gevolg. De Deense ambassades in Iran, Syrië
en Libanon werden in brand gestoken en op meerdere plekken werden gebouwen
van de EU bestormd, wereldwijd vielen er meer dan 100 doden (4). Verscheidene
medewerkers van de krant werden met de dood bedreigd. Daartegen werden de
cartoons in meer dan 50, voornamelijk Westerse, landen herdrukt.
twee van de bewuste cartoons
(http://www.google.be/imgres?imgurl=http://www.vuijlsteke.be/michel/mohammed_20
cartoon_20danish_2Dthumb.jpeg&imgrefurl=http://blog.zog.org/2007/10/een-late-tvavond.html&usg=__38oibluW8cZvtvy2QfFrhcEVeMI=&h=296&w=329&sz=22&hl=nl&
start=0&zoom=1&tbnid=xR_5t3yCHahcgM:&tbnh=153&tbnw=170&ei=mTkUTsqXM8
KgOpqW_LEL&prev=/search%3Fq%3Dcartoon%2Bmohammed%2Bdanish%26um%
3D1%26hl%3Dnl%26sa%3DN%26biw%3D1600%26bih%3D805%26tbm%3Disch&u
m=1&itbs=1&iact=rc&page=1&ndsp=29&ved=1t:429,r:0,s:0&tx=95&ty=76&biw=1600
&bih=805 (toegang 24.06.2011).
4.
De jeugd van tegenwoordig – Humor door de jaren heen
Hoewel humor de tand des tijds heeft doorstaan heeft het wel een grote evolutie
doorgemaakt.
Dat humor tijdloos is in de menselijke cultuur werd in 2008 aangetoond door een
onderzoek in Egypte. Er werd een mop gevonden die bijna 4000 jaar oud is.
De mop gaat als volgt:
“Wat is er sinds mensenheugenis nog nooit gebeurd? Een jonge vrouw liet geen
wind in de schoot van haar man.”
Het toont aan dat er ook toen ook al gelachen werden met winden. Hoewel we niet
weten of het een populaire mop was toch werd er wel degelijk mee gelachen.
Ook nu is de zogenaamde ‘schetenhumor’ nog steeds in. Het komt wel steeds
minder voor in de vorm van een echte grap en meer in het practical joke genre. Kijk
naar eender welke humoristisch getinte film van Amerikaanse makelij en ik durf
ervoor te wedden dat er een scène in voorkomt waar er een wind wordt gelaten.
Als we verder uitweiden over oude moppen kunnen we ook eens gaan kijken bij de
Grieken.
Een bekend voorbeeld is die van de cycloop:
“Odysseus zegt tegen de cycloop dat hij ‘Niemand’ heet. Vervolgens laat hij de
cycloop aanvallen door mijn mannen en hem zijn ene oog uitsteken. De cycloop
roept: “Help, Niemand valt mij aan.” En niemand hielp de cycloop.
Het wijst hier op een vorm van ironische en misschien zelfs sadistische humor. De
sadistische humor maakt de laatste jaren ook bij ons zijn opmars mee. Op dat gebied
kan je zeker zeggen dat de grens verlegd is maar daarover later meer.
De elementen van de humor zijn zeker al aanwezig maar de context is in de loop der
tijd duidelijk veranderd. Daaruit kunnen we misschien concluderen dat de context de
mop of de humor op zich grappig maakt.
De humor in moppenvorm van oudere generaties is ook anders dan die van de
jongere generaties. Natuurlijk verandert de context weer maar ook de set-up van de
mop verandert. Vroeger had je ongelooflijk veel ‘Jantjes-moppen’. Ze behoren
ongetwijfeld tot de klassiekers maar worden tegenwoordig vaak afgedaan als flauw.
Humor betrekt vaak de actualiteit in de context vandaar dat het zo verschilt van tijd
tot tijd. Het lijkt daarom ook een logisch gevolg dat de moppen vulgairder zijn
geworden met de jaren omdat de maatschappij vaker naakt en seksualiteit promoot
dat vroeger.
Moppen van tegenwoordig zijn ongetwijfeld donkerder geworden. Meer en meer
worden taboethema’s aangehaald. Denk bijvoorbeeld aan lachen met kanker of
lachen met mensen met een handicap.
Hoewel er ongetwijfeld vroeger ook wel zwarte humor was, werd die vaker in kleine
kringen tot uiting gebracht. Waarom wordt hier dan nu wel openlijker meegelachen?
Het internet is hier een zeer groot hulpinstrument. Met één klik kan je bij wijze van
spreken de vulgairste, zwartste moppen anoniem versturen en openbaar maken voor
iedereen in cyberspace.
Het is dus niet zozeer de gedachtengang die verschilt, want de basiselementen van
de humor zijn ongeveer hetzelfde gebleven, maar het is vooral de maatschappelijke
context die verschilt en de hulpmiddelen die helpen om de humor te verspreiden.
Met die hulpmiddelen wordt dan vooral internet bedoeld maar ook tv.
Mensen zien graag grappige zaken op tv maar niet als het 20 keer hetzelfde is. Het
logische gevolg is dus dat de programmamakers de mensen willen choqueren door
telkens de nieuwe grens op te zoeken en te overschrijden. Op die manier wordt
sadistische en zelfs zwarte humor de nieuwe maatstaf.
Toch verschillen de grenzen nog van plaatst tot plaats. Dat terwijl het internet toch
bijna door de hele wereld wordt gebruikt.
5. Mag ik lachen alstublieft?- De grenzen van humor in de
verschillende culturen.
De grens van humor is een redelijk abstract en denkbeeldig begrip. Je kan natuurlijk
niet zomaar even een grens tekenen en zeggen met alles onder de lijn mag je lachen
maar met wat er boven staat daar mee mag je niet lachen.
Is er in de westerse humor trouwens nog een grens te trekken?
Door het westerse egocentrisme zijn we misschien al snel geneigd te denken dat
oosterse of zuiderse culturen geen gevoel voor humor hebben, omdat er daar zaken
zijn waar niet mee gelachen kan worden.
Een goed voorbeeld is de Deense cartoonist die een afbeelding van Mohammed met
een bom op zijn hoofd de wereld in stuurde. In de moslimwereld was dit not done en
er kwamen dan ook vele oproepen van extremisten om de cartoonist te vermoorden.
Dat er in de Islamitische cultuur geen afbeeldingen getoond worden van Allah of
Mohammed is alom gekend. Dat het ook hun gevoel voor humor aantast is iets dat
pas de laatste jaren publiekelijk duidelijk is geworden.
Na het incident met de Deense cartoonist werd een paar jaar later door
extremistische moslims ook een oproep gelanceerd voor het lynchen van de makers
van South Park. Matt Stone en Trey Parker, de makers van de populaire
Amerikaanse tekenfilm South Park, hadden in een dubbelaflevering de profeet
Mohammed in een berenkostuum laten zien. Je zag de profeet niet maar wel het
berenkostuum dat hij aanhad. Het leek de gulden middenweg maar het was niet
genoeg.
In de Islamitische cultuur zijn er duidelijke regels omtrent humor.
Umar ibn al-Khattab, één van de belangrijkste compagnons van de grote profeet
Mohammed, zei het volgende over humor: “Iemand die te veel lacht of te veel
grappen maakt verliest te veel respect, en iemand die volhard in iets zal hiervoor
bekend staan.”
Hiermee wordt bedoeld dat als je te veel zaken, serieuze zaken ridiculiseert je geen
respect meer kan op brengen voor deze zaken. Het wordt hier dus beschreven als
een vorm van respect om met bepaalde zaken niet te lachen.
De profeet Mohammed zelf zei: “ Lach niet te veel want te veel lachen maakt het hart
dood.”
Ook hier gaat het hoofdzakelijk over respect maar ook over gevoelens. Als je te veel
gevoelige zaken ridiculiseert, weet je misschien niet meer wat het oorspronkelijke
gevoel is dat je eigenlijk moet voelen bij zulke zaken.
Omdat de Islam bepaalde regels heeft voor hun humor, zijn moslims misschien
geneigd om de grenzen ervan te verdedigen.
De doorsneemoslim zal zelf geen ongepaste moppen maken over zijn geloof maar
zal misschien geen openlijk bezwaar maken als niet-moslims dit wel doen.
Extremistische moslims maken er duidelijk wel openlijk bezwaar tegen, alhoewel de
Deense cartoon ook zeer veel niet als extremistisch bestempelde moslims op straat
bracht.
Natuurlijk wordt er ook wel in de Islam gelachen.
De meest geaccepteerde humor in de Islam zijn de verhalen van Nasruddin of
Nasreddin Hodja. Hij was een Islamitisch filosoof die leefde rond 1300. Het is niet
bekend of hij echt geleefd heeft alhoewel er een mausoleum van hem bestaat. Hij is
vooral bekend van zijn grappige anekdotes terwijl hij rond reisde.
Op de volgende site vind je veel van zijn verhalen, de site is wel in het Engels:
http://www.nasruddin.org/pages/storylist.html#humble (toegang 24.06.2011).
Joodse humor is ook een geval apart. Hoewel joden over het algemeen een gesloten
gemeenschap hebben en een streng uiterlijk, is hun humor toch vooral gebaseerd op
zelfspot. Het lijkt misschien moeilijk te geloven maar de joodse cultuur heeft een zeer
kleurrijke en lange traditie van humor. Het is dus absoluut niet verboden om als jood
te lachen met de joodse cultuur.
Er zijn bijvoorbeeld wel wat joodse moppen over de joodse wetten.
Zo is er een mop over de sabbat:
“Mag je op de sabbat met een vliegtuig reizen? Ja, je moet gewoon heel de tijd je
gordel aanhouden, dan draag je het vliegtuig en doe je niets verkeerd.”
Als we ons wat meer verdiepen in de joodse humor kan je zeggen dat er in veel
moppen zelfspot aan bod komt. Zo heb je moppen waar gelachen wordt met de
wetten, je hebt er waar ze lachen met hun vrouwen, die zijn in de Westerse cultuur
ook populair, of over stereotiepen die over hen bestaan.
Joden kennen ze ook veel grappen over de Katholieke kerk. Hierin bekritiseren ze
vooral de gemakkelijke vorm van het geloven en verwijzen ze vaak naar het
afstammen van hun geloof, zoals deze grap:
“ Een rabbi vraagt aan een oude vriend van hem, een katholieke priester, het
volgende: “Kan je promoveren in jullie kerk?”
“Ik kan bisschop worden bijvoorbeeld,” zegt de priester.
“En daarna?” vraagt de rabbi.
“Daarna kan ik eventueel kardinaal worden,” zegt de priester.
“En daarna?” vraagt de rabbi.
“Daarna kan ik eventueel paus worden,” zegt de priester.
“En daarna?” vraagt de rabbi.
Licht geërgerd vraagt de priester: “Wat wil je dat ik daarna wordt? God zelf?”
“Eén van onze joodse jongens is het geworden.” zegt de rabbi.”
Nog een voorbeeld:
“Een priester vertelt aan een rabbi waarom hij wel varkensvlees eet.
“Als een varken rondloopt op de aarde dan wil dat toch zeggen dat God toch zou
willen dat wij varkensvlees zouden eten, niet rabbi?”
“Akkoord,” zegt de rabbi. “Ik zal varkensvlees eten… op jouw trouwfeest.”
Joden gebruiken humor vaak om moeilijke situaties de relativeren. Ze zien het als
een soort verwerkingsproces. Hiervoor gebruiken ze vaak veel sadistische humor.
Hoewel je niet snel een mop zal vinden over naaktheid, staan de joden wel open
voor sadistische en andere soorten van humor. Vaak is het wel zo dat deze vorm van
humor circuleert in de joodse gemeenschap en dus enkel aanvaard wordt als het
verteld wordt door een jood zelf.
Ook in de Aziatische landen heeft men een apart gevoel voor humor.
Laten we eerst en vooral naar de Chinese cultuur kijken.
De Chinese humor is soms zeer primitief. Sarcasme en ironie is hen niet zo bekend
en als er gelachen wordt, is het vooral met slapstick. Uitglijden over een
bananenschil of een deur tegen je neus krijgen, zulke dingen worden als grappig
beschouwd door veel Chinezen. Met andere woorden, mocht men een Chinese
versie maken van Laurel en Hardy, de dikke en de dunne, het zou een regelrechte hit
worden.
Het gebeurt vaker dat wanneer een westerse politicus of geleerde een toespraak
komt geven in China en opent met een grap dat de tolk dit vertaalt als: “De man
maakte net een grap, iedereen lachen alstublieft.”
Als je dus in China komt en je wilt een mop vertellen, back to the basics.
Misschien heeft het – in onze ogen – beperkte gevoel voor humor van de chinezen te
maken met het strenge regime dat de Chinezen hebben gekend.
In het communistische regime van Mao was er geen plaats voor platvloerse, volkse
humor. De nadruk inde huidige Chinese maatschappij ligt vooral op productief zijn,
werken en de economie vooruit helpen.
Humor verschilt dus duidelijk van cultuur tot cultuur. De ene cultuur kent echte regels
over waarmee je wel en niet kan/mag lachen, de andere cultuur heeft geen grenzen
of taboes.
Laat ons gewoon optreden met respect voor elkaars gewoonte en humor.
Er blijft natuurlijk de kwestie over het al dan niet lachen met Mohammed of Allah. Je
kan de islamitische cultuur wel begrijpen dat er absoluut niet mee kan gelachen
worden. Maar net omdat er in onze westerse samenleving geen taboes meer zijn
rond humor, daagt net dat ‘verbodene’ ons uit. We willen toch de grenzen proberen
te overschrijden. Je zou wel kunnen stellen dat je met alles moet kunnen lachen. Een
zaak uitsluiten, omdat het op verzet zou kunnen stuiten, is dan weer gevaarlijk.
Misschien moet de islamitische cultuur het gewoon massaal negeren, zoals al veel
van hun volgelingen doen, dan wordt het vanzelf minder grappig en zal er veel
minder mee gelachen worden. Door extreem te reageren plaats je de topic in de
spotlights.
Dat is toch niet wat ze willen. Laten we dus gewoon elk met onze eigen humor
lachen maar die van elkaar respecteren... en als het niet grappig is dan verplicht er
niemand je om te lachen.
5. Impulsen en didactische tips.
a) Hans Teeuwen en de meiden van Halal
http://www.youtube.com/watch?v=JcCOktdsz-0
http://www.youtube.com/watch?v=PSN7R5By4Zo&feature=related
Je kan het eerste fragment, met de meiden van Halal, en daarbij vragen of het echt
over belediging gaat. Schetst hij gewoon een grappige context of beledigd hij
expliciet iemand? Je kan ook praten over de stellingen die ze naar voren brengen.
In het tweede fragment hoor je dat hij uithaalt naar meerdere groepen en personen.
Hij doet dit op een gebeurtenis ter eren van de vermoorde Theo van Gogh.
Hier kan je de vraag stellen of het nu wel grappiger of aanvaardbaarder is omdat hij
meerdere groepen beledigt en niet slechts één groep viseert.
Werkvorm:
Je kan hierbij een stellingenspel spelen.
Enkele mogelijke vragen:
Waarmee kan gelachen worden? Wanneer gaat humor te ver? In hoeverre is humor
persoonlijk? Mag je lachen met iets wat zo belangrijk is voor iemand anders? Hoe
zou jij reageren als er gelachen werd met iets wat jij erg belangrijk vindt? Is
deze
vorm van humor discriminerend/racistisch? Hoe sta je tegenover de reacties die de
mensen geven?
Levensbeschouwelijke vaardigheden:
1. Attent worden voor de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid.
2. Je eigen levensbeschouwelijke ervaringen kunnen uitdrukken.
3. Leren opstaan voor, je leren verbinden en je confronteren met de vele
‘levensbeschouwelijke verhalen’ om je heen om zo je eigen standpunt op het spoor
te komen.
5. Je eigen standpunt t.a.v. levensbeschouwelijke ervaringen en vragen
genuanceerd leren motiveren.
B) Koekelberg vindt het niet grappig
http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/476425/2008/11/04/AlleHumo-s-moeten-uit-winkel.dhtml
Werkvorm:
Opnieuw een stellingenspel:
Is het gevaarlijk om lachen met mensen die machtsposities bekleden.
Ging men hier te ver door privé zaken publiekelijk te maken of moeten personen met
zulke status maar accepteren dat hun minder leuke kanten ook in het nieuws komen.
Corrumpeert macht?
Levensbeschouwelijke vaardigheden:
1. Attent worden voor de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid.
2. Je eigen levensbeschouwelijke ervaringen kunnen uitdrukken.
3. Leren opstaan voor, je leren verbinden en je confronteren met de vele
‘levensbeschouwelijke verhalen’ om je heen om zo je eigen standpunt op het spoor
te komen.
5. Je eigen standpunt t.a.v. levensbeschouwelijke ervaringen en vragen
genuanceerd leren motiveren.
C) Stand-upcomedy is te platvloers
http://www.demorgen.be/dm/nl/2909/tv/article/detail/1213427/2011/01/26/KristienHemmerechts-kan-niet-lachen-met-stand-upcomedy.dhtml
Werkvorm:
Na het lezen van de tekst en de verklaring van eventuele moeilijke/nieuwe woorden,
kan er een vragenronde volgen.
Heeft Kristien Hemmerechts gelijk? Is dit een onderwerp dat te platvloers is om als
grappig te worden bestempeld? Of moet dit ook bespreekbaar kunnen zijn als vorm
van besef dat het juist not done is? Als er minstens 1 persoon het grappig vindt of
juist niet grappig vindt, maakt dat het onderwerp dan grappig of niet grappig?
Levensbeschouwelijke vaardigheden:
1. Attent worden voor de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid.
2. Je eigen levensbeschouwelijke ervaringen kunnen uitdrukken.
3. Leren opstaan voor, je leren verbinden en je confronteren met de vele
‘levensbeschouwelijke verhalen’ om je heen om zo je eigen standpunt op het spoor
te komen.
5. Je eigen standpunt t.a.v. levensbeschouwelijke ervaringen en vragen
genuanceerd leren motiveren.
D) Lachen met geloof
Je legt hier het voorval uit tussen de Deense cartoonist en de wereldwijde
moslimbetoging (zie boven).
Waarom waren de reacties van katholieken op de onderste afbeelding minder heftig
dan die van de moslims op de 2 bovenste. Zijn katholieken minder sterk gelovig dan
moslims? Hebben moslims een groter eergevoel over hun godsdienst of beseffen zij
beter wat kan en wat niet kan?
Wat de 3 cartoons grappig maakt, is dat ze niet gaan over het wezen van de
godsdienst zelf maar wel over hoe mensen het ervaren en tegen komen in hun leven,
hoe de perceptie is t.a.v. die godsdienst. Er wordt één bepaald aspect uitgepikt en
als algemeen beeld van de godsdienst afgebeeld.
Werkvorm:
Opnieuw is hier de mogelijkheid om een discussie los te weken in de klas.
Levensbeschouwelijke vaardigheden:
1. Attent worden voor de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid.
2. Je eigen levensbeschouwelijke ervaringen kunnen uitdrukken.
3. Leren opstaan voor, je leren verbinden en je confronteren met de vele
‘levensbeschouwelijke verhalen’ om je heen om zo je eigen standpunt op het spoor
te komen.
5. Je eigen standpunt t.a.v. levensbeschouwelijke ervaringen en vragen
genuanceerd leren motiveren.
E) Alex Agnew ging te ver
Alex Agnew excuseert zich bij 'Joods Actueel' voor uitspraken
Stand-upcomedian Alex Agnew heeft zich verontschuldigd bij Joods Actueel. Het tijdschrift had een klacht
ingediend bij het Centrum voor Gelijke Kansen en Racisme vanwege uitspraken die Agnew deed over Joden in PMagazine.
Het was allemaal om te lachen, vond Alex Agnew, maar Michael Freilich, hoofdredacteur van het tijdschrift Joods
Actueel, zag dat anders. Het weekblad P-Magazine had aan de stand-upcomedian, die in de Antwerpse
Jodenbuurt woont, gevraagd zich eens flink te ergeren aan van alles en nog wat. De tirade van Agnew ging van
Patrick Janssens tot Brigitta Callens en ook over Joden. Bijvoorbeeld: "Ik woon tussen de chassidische joden in
Berchem. En ik denk soms: als die zich altijd zo hebben gedragen als vandaag tegen ons, verbaast het me niet
dat ze in de loop van de geschiedenis een paar keer gezegd hebben: 'Kom, we zullen hén eerst kapotmaken en
daarna beginnen we met de rest.'"
Twee passages gingen voor Freilich te ver. "Waarom moeten we aan de Joden maar sorry blijven zeggen voor
het feit dat ze zich hebben laten afmaken in concentratiekampen, in plaats van te sterven met een geweer in hun
handen zoals mijn overgrootvader?", zegt Agnew in het interview en even verder: "En als je hen per ongeluk
aanraakt, moeten ze zich gaan wassen omdat ze in contact zijn gekomen met een onreine mens."
Volgens Freilich worden hier de regels van het fatsoen overschreden. Hij stuurde een klacht naar het Centrum
voor Gelijke Kansen en Racisme. Intussen hebben Freilich en Agnew telefonisch contact gehad en is een en
ander opgehelderd.
"Voor mijn part mag Agnew zonder probleem lachen met Joden,", aldus Freilich. "Maar lachen met slachtoffers
van de Holocaust, daar heb ik het moeilijk mee. En dan nog zeggen dat ze het zelf gezocht hebben, kan voor mij
niet. Bovendien zijn nog veel mensen die het hebben meegemaakt in leven. Maar hij heeft zich verontschuldigd
voor die uitspraak."
De uitspraak over het wassen noemt Freilich een leugen die ontstaan is door nazipropaganda. "Dat is in de jaren
dertig gelanceerd om de Jodenhaat aan te wakkeren, maar het klopt absoluut niet. Alex Agnew vertelde me dat
hij dat niet wist en hij slecht geïnformeerd was."
Freilich is blij contact te hebben gehad met Agnew. "Hij is een groot voorstander van de vrije meningsuiting, net
als ik. En hij vindt ook dat iedereen het recht heeft om te reageren op zijn uitspraken."
Het Centrum bekijkt nu of er daadwerkelijk een klacht ingediend kan worden tegen Agnew en zal een advies
formuleren. "Zelfs als dat advies positief is, zullen we het hierbij laten", aldus Freilich.
In een persbericht bevestigt Agnew zijn excuses, maar zegt als komiek geen uitzonderingen te willen maken. "We
hebben allemaal onze fouten, laten we er gewoon eens mee lachen", besluit hij. (Wilfried Eetezonne)
(uit: De Morgen, verschenen op 21/02/08)
Werkvorm:
(5)
In hoeverre zijn deze opmerkingen te beschouwen als een aanval op Joden? In
hoeverre zijn ze beledigend? Moet men altijd de context erbij denken, en niet enkel
op de uitspraken zelf afgaan? Dezelfde zin kan in verschillende contexten ook een
heel andere betekenis krijgen.
Levensbeschouwelijke vaardigheden:
1. Attent worden voor de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid.
2. Je eigen levensbeschouwelijke ervaringen kunnen uitdrukken.
3. Leren opstaan voor, je leren verbinden en je confronteren met de vele
‘levensbeschouwelijke verhalen’ om je heen om zo je eigen standpunt op het spoor
te komen.
5. Je eigen standpunt t.a.v. levensbeschouwelijke ervaringen en vragen
genuanceerd leren motiveren.
Het gevaar bestaat juist uit het feit dat men het onderscheid tussen perceptie van
een object en het object zelf gaat wegdenken. Wat hij, als komiek, doet, is het
gezond verstand laten redeneren en kritische vragen stellen in de vorm van humor,
die dan beledigend kan overkomen. Of niet?
Hoe lastig het ook mag zijn om telkens weer in discussie te treden over wat x of y
heeft gezegd, is dit juist de grote verdienste van de humor: het daagt uit tot denken!
Wanneer dat in het gedrang begint te komen, raken we ook aan onze kritische
ingesteldheid. En wanneer die wegvallen, ligt de weg naar dogmatiek volledig open.
Het kan geen toeval zijn dat grote dictaturen gekenmerkt werden door een gigantisch
gebrek aan humor.
6. Bronnen
Artikels
http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/476425/2008/11/04/AlleHumo-s-moeten-uit-winkel.dhtml (toegang 24.06.2011).
http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/179035/2008/02/21/Alex
-Agnew-excuseert-zich-bij-Joods-Actueel-voor-uitspraken.dhtml
(toegang
24.06.2011).
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/man-en-vrouw/35733-humor-mannen-versusvrouwen.html (toegang 24.06.2011).
http://www.demorgen.be/dm/nl/2909/tv/article/detail/1213427/2011/01/26/KristienHemmerechts-kan-niet-lachen-met-stand-upcomedy.dhtml (toegang 24.06.2011).
(1)
http://www.eurekalert.org/pub_releases/2008-06/ph-maf062708.php
(Public
release date: 27-Jun-2008 Mechanism and function of humor identified by new
evolutionary theory (toegang 24.06.2011).
http://www.gva.be/nieuws/in-de-rand/oudste-mop-al-4-000-jaar-oud.aspx
24.06.2011).
(toegang
Videofragmenten
http://www.youtube.com/watch?v=JcCOktdsz-0 (toegang 24.06.2011).
http://www.youtube.com/watch?v=TMqzK9OcQcc&NR=1
Overige
(toegang
internet
http://nl.wikipedia.org/wiki/Humor
informatie
(toegang
http://www.islamcan.com/cgibin/increaseiman/htmlfiles/static/113159680730468.shtml
http://en.wikipedia.org/wiki/Jewish_humour
24.06.2011)
24.06.2011).
(toegang
(toegang
24.06.2011).
24.06.2011).
http://mycupofchineset.blogspot.com/2010/02/humor-kloof-tussen-oost-en-west.html
(toegang 24.06.2011).
http://www.google.be/imgres?imgurl=http://www.vuijlsteke.be/michel/mohammed_20
cartoon_20danish_2Dthumb.jpeg&imgrefurl=http://blog.zog.org/2007/10/een-late-tvavond.html&usg=__38oibluW8cZvtvy2QfFrhcEVeMI=&h=296&w=329&sz=22&hl=nl&
start=0&zoom=1&tbnid=xR_5t3yCHahcgM:&tbnh=153&tbnw=170&ei=mTkUTsqXM8
KgOpqW_LEL&prev=/search%3Fq%3Dcartoon%2Bmohammed%2Bdanish%26um%
3D1%26hl%3Dnl%26sa%3DN%26biw%3D1600%26bih%3D805%26tbm%3Disch&u
m=1&itbs=1&iact=rc&page=1&ndsp=29&ved=1t:429,r:0,s:0&tx=95&ty=76&biw=1600
&bih=805 (toegang 24.06.2011).
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nasreddin_Hodja (toegang 24.06.2011).
http://www.nasruddin.org/pages/storylist.html#humble
(toegang 24.06.2011).
Download