Rekenspelletjes

advertisement
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | Mijn Malmberg
Rekenspelletjes
1
Samen naar 1000.
Speel samen met een klasgenoot. Schrijf een getal kleiner dan 100 in het eerste vak. Laat de ander
een getal kleiner dan 1000 in het tweede vak zetten. Reken zelf de som uit. Laat de ander weer
een getal opschrijven. Maak zo de rekenslang af. Kom precies op 1000 uit.
+
..................
..................
=
..................
+
Eigen antwoord.
..................
=
1000
=
..................
..................
=
–
..................
..................
+
=
=
..................
2
–
..................
..................
–
=
..................
+
..................
..................
Sommetje prik
Prik met je pen om de beurt een getal in het dartbord. Maak met de getallen 2 sommen:
twee erbij en twee eraf.
bord 1
bord 2
145 258
444 567
123
548
bord 3
543 559
234
150 157
222
101
177 389
350
455 333
Eigen antwoord.
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
......................
+
......................
=
......................
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 1 van 7
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | Mijn Malmberg
3 Wat is er gegooid?
Kijk bij opdracht 2.
Se m :
Ik gooi op bord 1 en 3.
Ik had 713 punten
Mirthe:
Ik gooide
Ik gooi op bord 1 en 2.
258
.................
en
455
.................
Ik had 765 punten.
Ik gooide
543
.................
en
222
.................
Se l i na:
Ik gooi op bord 2 en 3.
Ik had 555 punten.
Ik gooide
222
.................
en
333
.................
Kar l i j n:
Ik gooi op ieder bord 1 pijl.
Ik had 450 punten.
Ik gooide
123
.................
en
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
en
177
.................
150
.................
blz. 2 van 7
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | Mijn Malmberg
4 Speel het computerspelletje
Op het scherm staat wat je moet doen. Vul de antwoorden in op de lege plekken.
c. Een hulplijn ingeschakeld.
a. Wauw, 21 keer je tegenstander
134 strafpunten.
verslagen binnen de tijd.
Je krijgt 230 punten
en 254 bonuspunten.
Totaal
484
......................
Totaal
punten.
822
......................
punten.
b. Super, weer 30 bloemen
verzameld. Je krijgt 472 punten.
Totaal
956
......................
punten.
d. Drie dagen achter elkaar
gespeeld. 66 bonuspunten.
Totaal
888
......................
punten.
e. Jammer niet gehaald binnen de
tijd, 532 punten gaan eraf.
Totaal
356
......................
punten.
f. Fantastisch. Een megaklapper.
Je hebt het level uitgespeeld.
Je krijgt 644 punten.
Totaal
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
1000
......................
punten.
blz. 3 van 3
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | 5
Mijn Malmberg
Maak samen tafelsommen
Prik om de beurt een getal in het vak. Schrijf dat getal bij een som. Maak zo 8 sommen. Reken om
de beurt een som uit.
1
5
8
4
6
7
3
2
9
×
=
......................
×
=
......................
×
=
......................
×
=
......................
×
=
......................
×
=
......................
×
=
......................
×
=
......................
Eigen antwoord.
Gooi de tafelsommen
Gooi om de beurt met een dobbelsteen.
Schrijf de getallen die je gooit op de kaartjes.
Maak 6 verschillende keersommen met de kaartjes.
Doe dit 3 keer.
....................
....................
....................
....................
....................
....................
....................
....................
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
×
=
....................
Eigen antwoord.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 4 van 7
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | Mijn Malmberg
6 Hersenkraker
Maak tafelsommen met de getallen op de kaartjes. Het antwoord moet groter zijn dan 300 en
kleiner dan 310.
305
5
1
6
5
×
6
1
=
....................
7
5
4
4
×
7
5
=
....................
4
9
3
9
×
3
4
=
....................
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
of
5
1
6
6
×
5
1
306
=
....................
300
×
=
....................
306
×
=
....................
blz. 5 van 7
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | Mijn Malmberg
7 Vul de kwartetkaarten in
Kies uit centimeter, meter, gram of kilogram.
35 cm
60
60 cm
m / cm
......................
40
50
m / cm
......................
He t k on i j n
70
De hond
10
20
30
40
50
60
0
10
20
30
0
50
3000
50
30 kg
40 ......................
10
......................
gr / kg
20
2000
20
30
1500
0
10
9
50
20
40
30
7
De pa rk i e t
520
4
2
40
3
50
8
7
50
1
2
60
40
3
6
30
10
18 cm
......................
70
30
200060
4
5
100
90
10
3000
80
500 20
2500
40
1000
50
1500
20
100
10
3000
20
500
2500
90
80
m / cm
70
30
60
401000
2000
50
1500
15
30
6
10
9
1
10
gr / kg
35
10
1000
1500
De k at
8
2000
1000
30
30
2000 gr
500
25
10
2500
20
40
3000
500
2500
10
50 cm
......................
0
5
m / cm
9
10
1
8
7
6
5
9
10
90
1
2
6 kg 2
8......................
80
3
7
gr / kg
70
4
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
6
5
4
3
60
100
50
10
90
20
80
30
70
40
60
100
50
10
40 gr
20
......................
30
gr / kg
40
blz. 6 van 7
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 5 | Werkbladen | Mijn Malmberg
8 Vul de kwartetkaarten in
Kies uit centimeter, meter, kilometer, gram of kilogram.
De leeuw
De ol i fa n t
0
0
50
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
100 150 200 250 300 350 400
300 cm
......................
8,5 m
......................
500
400
100
500
3000
30050
400
6000
4000
5000
350
600
10000
9000
1000
8000
400
7000
400
De gi ra ff e
600
350 cm
......................
2000
200
3000
6000
4000
5000
10000
9000
1000
8000
400
7000
2000
200
3000
6000
4000
5000
0
0
50
100
7000 kg
......................
300
1000
900
100
200
800
200
700
150
600
2000
7000
250
300
50
8000
3000
200
210 cm
2000
7000
150
De beer
1000
900
100
200
800
......................
200
8000
6000
4000
5000
100
100 150 200 250 300
100
160 kg
......................
50
150
10000
9000
1000
100
50
150
700
150
600
10000
9000
1000
200
50
200
1000
900
100
800
700
600
500
200
750 kg 200
800
......................
300
700
400
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
600
1000
900
100
600
300
500
400
600
500 kg
.....................
400
200
400
200
blz. 7 van 7
Download