DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. HET

advertisement
DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
HET DEKOLONISATIEPROCES
5
1
Nelson Mandela en Mahatma Gandhi rekenen
we tot leiders van de
A
B
C
D
eerste dekolonisatiegolf.
tweede dekolonisatiegolf.
derde dekolonisatiegolf.
vierde dekolonisatiegolf.
2
Wat beeldt dit embleem uit?
Wat rekenen de kolonies tot de radicale fase
van het dekolonisatieproces?
A Een hechtere samenwerking met de
metropool.
B Het streven naar staatkundige
onafhankelijkheid.
C Het streven naar politieke hervormingen
voor de koloniale elite in het bestuur.
D Het verbreken van de neokoloniale banden.
3
Wanneer de Derde Wereldlanden hun eigen
waarden, normen en zeden gaan waarderen,
spreken we van
A
B
C
D
culturele dekolonisatie.
economische dekolonisatie.
politieke dekolonisatie.
sociale dekolonisatie.
A Het streven naar rust onder de lidstaten.
B Het streven naar vrede in de wereld.
C Het streven naar een rechtvaardige verdeling
van de welvaart in de wereld.
D Het streven naar evenwichtige
politiekvoering tussen de lidstaten.
6
Een politiek gevolg van de problemen in de
Derde Wereld na hun onafhankelijkheid is
A het analfabetisme en ontwetendheid.
B een bevolking die snel groeit.
C de lage prijs die zij krijgen voor hun
grondstoffen.
D hun parlementaire instabiliteit.
7
Ons land en de andere Derde Wereldlanden zijn
sterk afhankelijk van het buitenland, omdat ze
4
Na de staatkundige onafhankelijkheid kregen de
ex-kolonies te maken met economische
bevoogding.
Welk begrip past het best bij de bovenstaande
bewering?
A
B
C
D
globalisatie
kolonialisme
liberalisme
neo-kolonialisme
A
B
C
D
een groot kindersterftecijfer hebben.
een gebrek aan arbeiders hebben.
een gebrek aan grondstoffen hebben.
een gebrek aan kapitaal hebben.
8
10
Wat is niet juist?
Een democratisch bestuurd land heeft o.a. als
kenmerk
Deze tekening stelt de wereld voor, verdeeld in
twee helften.
Wat wordt door middel van deze tekening tot
uitdrukking gebracht?
A De mislukte Noord-Zuid dialoog.
B De ongelijke verdeling van de welvaart in
de wereld.
C De strijd van de arme landen om een eind te
maken aan het neo-kolonialisme.
D Het streven van de rijke landen om de
wereldeconomie te blijven beheersen.
POLITIEKE EN STAATKUNDIGE
ONTWIKKELINGEN NA 1945
9
Bij het onafhankelijk worden van ons land,
kregen we van het voormalige moederland een
gouden handdruk.
Hiermee wordt bedoeld dat
A ons land financiële hulp zou krijgen om de
goud-sector tot ontwikkeling te brengen.
B ons land goede betrekkingen onderhield
met het Nederlands koninklijk huis.
C Nederland en Suriname samen de
goudsector tot ontwikkeling zouden brengen.
D Nederland zich garant stelde voor een
bepaald bedrag aan ontwikkelingshulp.
A vrijheid om te denken, zeggen en schrijven
wat men wil.
B waarborg voor de bescherming van iedereen.
C vrije en geheime verkiezingen volgens het
censuskiesrecht.
D de regeerders moeten regelmatig hun beleid
verantwoorden.
11
Welke van de onderstaande districten vaardigen
de meeste leden af naar De Nationale Assemblee?
A
B
C
D
Commewijne en Sipaliwini
Nickerie en Wanica
Paramaribo en Nickerie
Paramaribo en Wanica
12
Plaats de onderstaande gebeurtenissen in de
juiste volgorde
I
de overgangsregeling
II
de totstandkoming van het Statuut
III onze eerste sluitende begroting
IV de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht
door de VN
A
B
C
D
I, III, II, IV
II, I, III, IV
III, IV, I, II
IV, I, II, III
13
Om zitting te kunnen nemen in De Nationale
Assemblee moet men volgens onze grondwet
van 1987 door:
A
de bevelhebber van het Nationaal Leger
aangewezen worden.
B de functionele groepen afgevaardigd
worden.
C de president benoemd worden.
D het volk gekozen worden middels het
algemeen kiesrecht.
14
DE SOCIAAL-ECONOMISCHE
ONTWIKKELINGEN NA 1945
Lees onderstaande beweringen nauwkeurig.
17
I
Na de onafhankelijkheid werd ons land een
parlementaire democratie, omdat wij deze
bestuursvorm hebben geërfd van Nederland.
II Na de onafhankelijkheid werd ons land een
parlementaire democratie, omdat we de
Nederlandse grondwet overnamen.
Van bovenstaande beweringen
A
B
C
D
is alleen I juist.
is alleen II juist.
zijn I en II juist.
zijn I en II onjuist.
15
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd
de bevolking geconfronteerd met het begrip
‘zwarte markt’.
Welke van de onderstaande omschrijvingen
past bij dit begrip?
A Goederen importeren met toestemming van
de overheid.
B Goederen opslaan zonder toestemming van
de overheid.
C Goederen verhandelen op een wijze die door
de overheid verboden is.
D Goederen verhandelen buiten de reguliere
werktijden van de overheid.
Grondrechten behoren o.a. tot de voornaamste
grondwettelijke waarborgen van de burgers.
Welke van de onderstaande rechten kunnen we
rekenen tot de economische rechten?
A Geen enkele burger mag algehele
verbeurdverklaring als straf worden opgelegd.
B Elke burger heeft recht op een woning.
C Niemand mag op grond van zijn ras en
seksuele geaardheid gediscrimineerd worden.
D De media mag vanwege de overheid niet
belemmerd worden in de uitoefening van
zijn werkzaamheden.
16
In Suriname is het streven naar natievorming
voor de opbouw van het land erg belangrijk.
18
Er is sprake van welvaart in een land wanneer
A de mensen kosteloos voedsel mogen halen
bij particuliere instanties.
B het nationaal inkomen stijgt en de export
toeneemt.
C de overheid de naschoolse opvang instelt.
D de overheid een nieuwe kliniek voor de
Regionale Gezondheid Dienst opent.
19
Welke van de onderstaande gebeurtenis is een
gevolg van de andere drie?
I
afvloeien van arbeiders in de bauxietsector
Welke van de onderstaande zinsdelen
belemmeren deze natievorming?
II
dalende prijzen van grondstoffen op de
wereldmarkt
A de gehechtheid aan ons grondgebied en de
gemeenschappelijke geschiedenis
B het Sranan en de gemeenschappelijke
geschiedenis
C de verschillende politieke partijen en het
Sranan
D de vele culturen en de verschillende talen
III verlaging van de salaris van bauxietarbeiders
IV verminderde investeringen in de
bauxietsector
A
B
C
D
I is een gevolg van II, III en IV
II is een gevolg van I, III en IV
III is het gevolg van I, II en IV
IV is een gevolg van I, II en III
20
I
1947
II
24
III
1955
1967
Welke combinatie van vakorganisatie en
vakbondsleider is niet juist?
IV
1975
Deze tijdsbalk heeft betrekking op de sociaaleconomische ontwikkeling van ons land.
Welke van de volgende projecten passen bij
periode II?
A Brokopondoproject ‒ Academisch Ziekenhuis
B Volkskredietbank – oprichting Planbureau
C Oost-West verbinding – Victoria
Palmolieproject
D West-Suriname – scholenbouwproject
21
A.
B.
C.
D.
A
B
C
D
A.V.V.S. Moederbond
C.L.O.
Ravaksur
Fols
E. Snijders
R. Hooghart
M. Miskin
M. Nerkust
ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN
NA 1945
25
Op 1 januari 2004 is de Surinaamse gulden
vervangen door de Surinaamse dollar.
Lees de onderstaande tekst nauwkeurig.
Met behulp van leningen en ontwikkelingshulp
werd de infrastructuur verbeterd, zodat het land
aantrekkelijk werd voor de buitenlandse
investeerders.
In deze tekst wordt de nadruk gelegd op
A
B
C
D
de economische ontwikkelingsvisie.
de economische groeivisie.
de selfreliance-gedachte.
geen van allen.
22
“Sinds de transmigratie kunnen we niet meer
leven zoals we gewoon waren. We kunnen hier
niets doen; niet vrij jagen en vissen.
Er heerst grote armoede in ons dorp.”
In bovenstaande citaat wordt de nadruk gelegd op
A
B
C
D
welvaart
welzijn
welvaart en welzijn
geen van beide
23
Welke van de onderstaande vakbondsactiviteiten
vallen onder welzijnsverbetering?
A loonsverhoging en zwangerschapsverlof
B zwangerschapsverlof en veiligheidsmaatregelen op de werkvloer
C studietoelage en kinderbijslag
D vakantiegeld en kerstbonus
Een van de redenen voor het omwisselen was
A om onafhankelijk te staan tegenover
financiële instellingen.
B de geldhoeveelheid die in omloop was te
vermeerderen.
C om de economie van het land op te vijzelen.
D om de financiële transacties soepel te laten
verlopen.
26
Wat is niet juist?
In de Brokopondo-overeenkomst krijgt Alcoa tot
het jaar 2033 in ruil voor investeringen het recht
A om te beschikken over 90% van de
opgewekte energie.
B de eigenaar te blijven van de dam en
krachtcentrale.
C de aanleg en het onderhoud van wegen die
leiden naar de dam ter hand te nemen.
D om alle machines die nodig zijn voor de
productie zonder het betalen van
invoerrechten in te voeren.
27
ARABISCH-ISRAЁLISCH CONFLICT
Lees het onderstaande gedichtje nauwkeurig.
‘Verdorie! Welvaartsfonds, Tienjarenplan,
Vijfjarenplannen en ontwikkelingssamenwerking, dat noemen ze ontwikkelingshulp.
Hoe kunnen ze? Met ontwikkelingshulp
bouwen de regeringen bruggen, wegen, havens
voor al de buitenlandse geldwolven om al onze
goederen weg te dragen.’
Welke omschrijving geeft het meest volledig de
inhoud van dit gedichtje weer?
A Ontwikkelingshulp leidt tot grotere
afhankelijkheid van de donorlanden.
B Ontwikkelingshulp verhoogt de welvaart in
het land, omdat er geïnvesteerd wordt.
C Ontwikkelingshulp zorgt voor investeringen
en leidt tot werkgelegenheid.
D Ontwikkelingshulp zorgt voor de verbetering
van de infrastructuur.
31
Lees onderstaande zinnen nauwkeurig.
(1) In de oudheid hebben de Joden en
Palestijnen in Palestina gewoond.
(2) In de bijbel wordt melding gemaakt van de
strijd tussen de Israelieten en Filistijnen.
(3) Beide volkeren hebben daar eeuwen
gewoond.
Uit welke zin (zinnen) blijkt dat de Joden de
oudste rechten hebben op het land Palestina?
A
B
C
D
28
Ons land kent tot nu toe een importeconomie, omdat
A de infrastructuur weinig ontwikkeld is.
B er gebrek bestaat aan grondstoffen.
C onze industriële ontwikkeling nauwelijks op
gang is gekomen.
D we vanwege het Caricomlidmaatschap
moeten importeren uit het Caraïbisch gebied.
29
Een van de hoofddoelstellingen van het
tienjarenplan was
A het ontwikkelen van de economische
welvaartsbronnen van ons land.
B het ontwikkelen van de eigen natuurlijke en
menselijke hulpbronnen.
C het inventariseren van onze natuurlijke
hulpbronnen.
D het uitvoeren van grootschalige projecten
over het gehele land.
zin 1
zin 2
zin 3
geen van de zinnen
32
Welk gevolg heeft de nationalisatie van het
Suez-kanaal door Egypte gehad?
A De macht van Frankrijk in Noord-Afrika
werd vergroot.
B De oliebelangen van het Westen werden
bedreigd.
C Frankrijk werd een tegenstander van
Engeland.
D Het koloniaal gebied van Engeland in
Noord-Afrika werd vergroot.
33
Vanaf het begin van de burgeroorlog vluchten
ongeveer 500.000 Palestijnen uit hun
woongebied. Israël weigerde de vluchtelingen
terug te laten keren naar hun woongebied.
De bezittingen van de Palestijnen werden aan
de Joden gegeven.
30
De meest betrouwbare bron voor onze nationale
ontwikkeling is
Op welke oorlog van het Arabisch-Israëlisch
conflict heeft het bovenstaande betrekking?
A
B
C
D
A
B
C
D
donorhulp.
eigen besparingen.
hulp van het Internationaal Monetair Fonds.
kredieten van internationale
financieringsorganisaties.
de oorlog van 1948
de oorlog van 1956
de oorlog van 1967
de oorlog van 1973
34
Welke van de onderstaande feiten was een
gevolg van de olieboycot van 1973?
A De Westerse landen zijn niet meer zo proIsraël.
B Egypte sloot de Golf van Akaba voor alle
Israëlische schepen.
C Egypte weigerde lid te worden van het in
1955 opgerichte Bagdad Pact.
D In ruil voor hulp aan de frontlijnstaten
mocht U.S.S.R. de haven van Alexandrië als
marinebasis gebruiken.
35
38
De “Alliance for Progress” is mislukt, omdat
A de Noord-Amerikanen hun eigen belangen
op de voorgrond stelden.
B de prijzen van de landbouwproducten te
laag waren.
C er teveel nadruk werd gelegd op de
ontwikkeling van het platteland.
D het plan bedoeld was om de elite te
verrijken.
39
Bekijk de volgende policies van de VSA
Bij de verdeling van het Turkse Rijk na de
Eerste Wereldoorlog werd Rusland uitgesloten,
omdat dit land
I de inlijving van Puerto Rico
II het kopen van de Panamakanaalzone
III het bezetten van Nicaraqua door de VSA
A de Balfour-verklaring niet ondersteunde.
B het nationaal socialisme als bestuurssysteem
had ingesteld.
C niet wilde meewerken aan de terugkeer van
Joden naar Palestina.
D in 1917 vrede sloot met Duitsland.
Bij welke policy van de VSA horen deze
activiteiten?
LATIJNS-AMERIKA EN HET
CARAÏBISCH GEBIED
36
Ons land heeft op cultureel gebied veel gemeen
met andere Caraïbische landen.
Dit zien we o.a. aan de
A
B
C
D
The Alliance for Progress
The Big Stick Policy
The Carribean Basin Initiative
The Goodneighbour Policy
40
Het Platt Amendement werd door de VSA in de
grondwet van Cuba geplaatst.
Dit Platt Amendement zorgde ervoor dat
A de Cubaanse industrie bloeide.
B de natievorming onder de Cubanen op gang
kwam.
C de relatie tussen de VSA en Cuba hechter
werd.
D de soevereiniteit van Cuba werd ondermijnd.
creolentalen.
monocultuur.
religie.
wetgeving.
37
Op 4 juli 1995 werd ons land lid van de
Caricom. Dit gebeurde in de
A
B
C
D
A
B
C
D
eerste helft van de 19e eeuw
tweede helft van de 19e eeuw
eerste helft van de 20ste eeuw
tweede helft van de 20ste eeuw
Download