RADIOLOGIE 1.OZmethoden 1.1.Stdradiografie = klassieke thoraxfoto = Rx thorax basisradiologisch OZ th 1.1.1.Achter-voorwaartse (pa) radiografie vd thorax - FF afstand: min 2m harde penetrerende straling = 130-150 KV - longen - mediastinum wekere straling = 70-80 KV - beenderige thoraxcomponenten - verkalkingen longen 1.1.2.Zijdelingse (profiel) thoraxradiografie bijkomende mog 1. lobaire/segmentaire lokalisatie 2. exacte lokalisatie in VA zin 3. betere visualisatie op mediaanlinie 4. extra info hili systematisch face + profiel bij 1e OZ fu ev enkel pa 1.1.3.Ev bijkomende opnamen A. lat decubitus kleine pleura-uitstortingen B. radiografie in exp stand bew diafr pneumoth 1.1.4.Bedradiografie vd thorax - z Buckeyrooster - relatief zwakke stralingsbron (generator) wekere straling & langere belichting digitale radiografie met stimuleerbare fosforen 1.1.5.Thoraxradiografie bij zuigeling optillen aan beide armen soms liggend 1.2.Doorlichting (fluoroscopie) vd thorax Nut 1. AHdynamiek 2. Begeleiding bijzondere radiologische OZmethoden (angiogr) 3. topografische begeleiding transcutane FNA intrathor afwijkingen cyto OZ (msl CT) 1.3.CT = 2e lijns OZ th 1. dwars: bijzondere anatom & topogr info 2. in 1afb: th wand – mediastinum – long a. weke delen venster b. longvenster c. botvenster 3. kwantitatieve bepaling graad röntgenabsorptie: Hounsfield a. samenstelling b. aard 4. spiraalCT: passage contrastbolus a. aortadissectie b. thrombi in AP 5. dunne sneden CT = HRCT: kleine details 1.4.Echo long nt toegangkelijk 1. pleurale vochtuitstorting 2. afwijkingen diafragma 3. pleurale vochtcollecties 4. biopsiename vaste pleuraletsels 1.5.Angiografie 1.5.1.Pulmonalis angiografie Zelden Vroeger voor LE verdenking/twijfel op Rxth en/of scintigrafie Nu scintigrafie – spiraal CT vandaag 1. tegenstrijdigheid tss klin verdenking & CT en/of scintigrafie 2. vermoeden AVM a. bevestiging b. embolisatie 1.5.2.Bronchiale arteriografie a. aortografie aorta thor b. selectieve angiografie bronch aa Ind 1. herhaalde of levensbedreigende hemoptysis bronchiëctasieën 2. BV afwijkingen dr recid inf lokalisatie & embolisatie 1.6.MRI Beperkte ind 1. artefacten 2. geringere spatiële resolutie aanvullend als CT 1. nt adequaat kan 2. onvoldoende info 2.Radiologische semiologie 2.1.Inleiding 2.1.1.Vijf elementen 1. uitzicht 2. Lokalisatie 3. geassocieerde afwijkingen 4. evolutie 5. klinische informatie 2.1.2.Uitzicht & lokalisatie Uitzicht Hoe presenteert zich een afwijking? 1. afwijkingen in de nl anatomische verhoudingen a. ligging b. vorm c. grootte d. aantal 2. toegevoegd/verdwenen Wat zijn de karakteristieken vd afwijkingen? 1. radiodensiteit a. toename = verdichting b. afname = pathologische opklaring = verhoogde doorschijnbaarheid = translucentie 2. grootte 3. vorm 4. begrenzing a. anatomisch vs nt anatomisch b. scherp vs onscherp c. glad vs onregelm d. gelobuleerd vs spiculair 5. solitair, multipel, diffuus (patroon) 6. homogeniteit Lokalisatie waarvan uit verhouding tov kleine structuren CT: doorsnede: gemakkelijker te lokaliseren hrCT: submacroscopisch niveau 2.2.Thoraxwand en pleura 2.2.1.Std radiografie 2.2.1.1.Pathologische verdichtingen Wand 1. inflamm of tumorale processen 2. artefacten 3. abnl verkalkingen 4. osteomen 5. osteochondromen Pleura pleura-uitstorting - gering o verdichting sinus costodiafragmaticus - belangrijk o verdichting longbasis concaaf zeer overvloedig verdichting volledige hemithorax verplaatsing mediastinum & hart Afgekapseld meer gelokaliseerd ovale of spoelvormige vorm (interlobair) Resten vroegere 1. afgestompte sinus costodiafragmaticus 2. Tentvormige optrekking diafragma 3. diffuse weinig dense verdichting gans onderveld primaire pleurale tumoren 1. pleurale lipoma 2. goedaardig pleuraal fibreus mesothelioma 3. maligne mesothelioma goed – glad kwaad – onregelm pleurale verdikkingen Visc blad v costale pleura tangentiële projectie: vert verlopende lijn- of bandvormige verdichtingen loodrecht of schuin: minder dens & inhomogeen diafr pleura: hor of convexe lijnvormige verdichtingen (asbest) 2.2.1.2.Pathologische opklaringen (verhoogde translucentie) Wand 1. hypotrofie thoracale spieren a. congenitaal b. poliomyelitis 2. radicale mastectomie Pleura - pneumothorax o extra opname in expiratiestand - spanningspneumothorax o verplaatsing mediast of hart nr overkant - hydropnemothorax o hemothorax o pyopneumothorax 2.2.2.CT 2.2.2.1.Pathologische verdichtingen wand gn superpositie 1. ingroei longtumor? 2. uitbreiding thoraxwandtumor pleura Pleuravocht ind - vrije: afgekapseld: dependente thoraxgedeelten randstandig of in fissuur - complexe afgekapselde pleura-uitstortingen pleurale tumor vermoed o lipoma o mesothelioma o M 2.2.2.2.Pathologische opklaringen = toename in doorschijnbaarheid - hypertrofie borstkasspieren - mastectomie - pneumothorax 2.2.3.Andere radiologische OZmethoden MRI a. na CT nog vragen (vb Pancoast) b. CT nt mog Echo a. opsporen pleuraal vocht b. begeleiding moeilijke pleurale puncties zuiver vocht hyposonant beweeglijkheid complexe pleura-uitstortingen reflexies / ev septa - bloed - empyeem 2.3.Diafragma Rxth Fct afwijkingen op doorlichting Echo Diafragbew (als rxth nt mog) CT Complexe peridiafragmatische pathologie SpiraalCT Verhouding tss letsels & diafragma MRI Als CT onvoldoende info 2.3.1.Vormveranderingen Convexe uitbochting nr craniaal - verhoogd segment diafragma - lokale vetophoping (vetkwabje) (dD vergroting R hartschaduw) getrapte vorm - zeer mager - longemfyseem aanhechtingsbundel zichtbaar Verdikking basale pleura met hoogstand diafragma Na genezing - pleuritis - hemothorax - thoracotomie soms tentvorm (thv uiteinde interlobaire scissuur) msl afstompen sinus costodiafragmaticus 2.3.2.Veranderingen in stand Bilat hoogstand - uitgesproken obesitas - uitgesproken ascites - verlamming n phrenicus Unilat hoogstand - acute longAD - acute pleuraAD - intra-abd RIP onmiddellijk onder diafragma o hepatomegalie o levertumor o splenomegalie o milttumor o subdiafragmatisch abces - verlamming n phrenicus Bilat laagstand - hyperinflatie longen Unilat laagstand - compensatorisch postobstructief unilat emfyseem extreme spanningspneumothorax 2.3.3.Beweeglijkheid fluoroscopie echo - L grotere excursie dan R - Unilat hoogstand: o AH bew assymm of paradoxaal verlamm n phrenicus 2.4.Mediastinum 2.4.1.Rx th 2.4.1.1.Afwijkingen in de ligging mediaan - Abnl drukveranderingen pleurale ruimte o Pneumothorax o pleurauitstorting - abnl V verandering 2.4.1.2.Afwijkingen in de vorm - verbreding mediastinale schaduw - uitzicht & verloop mediastinale lijnen Zij: abnl weke delen schaduw 2.4.1.3.Afwijkingen in densiteit toename - tumoraal proces Verkalkingen - verkalkte lk - intratumorale verkalkingen vermindering: opklaringen - pneumomediastinum enkel of meervoudige vert opklaringslijnen: aanw lucht tss struct o trauma trachearuptuur bronchusruptuur ribfractuur met longperforatie - o mediastinitis achalasia o breed uitgezette soms tortueuze SD o bandvormige opklaring 2.4.1.4.Afwijkingen in fct v hun lokalisatie in mediastinum bep afwijkingen bep deel mediast voorste 1. duikend kropgezwel a. verkalkingen b. kaliberverandering trachea c. verplaatsing trachea 2. vergroting thymos/thymus tumor a. zuigeling: pa i. asymm verbreding mediastinum met caudaal hor begrenzing ii. schuin nr med & craniaal oplopende lat boord iii. exp stand zij iv. cran in voorste mediast b. abnl verbreding bovenste mediast 3. teratoom of dermöid cyste (embryogene tumoren) a. meer caudaal b. intratumorale been- & tandvorming c. vetweefsel of sebum middelste - adenopathie o lymfoma - o M bronchogene cyste: spec in middelste mediast achterste - tumoren v neurogene oorsprong 2.4.2.CT - opsporen - topografische lokalisatie - natuurD/ densiteitsbepaling aard reële pathologie? o Tumor o Aneurysma Varianten nl? o Paracardiale vetkwab o Elongatie vasc struct Tumoraal proces: aard o Lokalisatie o Densiteit o CM IV Afwijkingen met vooral lipomateuze samenstelling 1. lipomatose a. obese b. na lang CS 2. kiemceltumor 3. lipoma 4. liposarcoma Spontaan hypodense (vochtinhoud) afwijkingen (geheel of gedeeltelijk) 1. congenitale cysten a. bronchogene b. duplicatie c. meningocoele dunne wand homogeen dense I 2. cystische componenten in tumoren a. deel tumor b. ontstaand dr necrose i. thymoma ii. lymfoma iii. kiemceltumoren iv. goiter Spontaan hyperdense afwijkingen 1. calcificaties a. lk b. mediastinale tumoren i. kiemceltumoren ii. goiter c. wand aneurysmata 2. mediastinale bloeding a. zwaar thoracaal trauma Afwijkingen die sterk CM capteren 1. vasc afwijkingen – aneurysmata 2. vasc anomalieën & varianten 3. duikende krop 4. hypervasc tumoren 2.4.3.Andere radiologische OZmethoden Echo slechts beperkte toegang: ontoereikend voor uitbreiding als CT nt kan MRI - cystisce letsels letsels in verbinding met spinaal kanaal enkel als CT onvoldoende of nt mog Angiografie verdere exploratie & ev R/ : vasc structuren 2.5.Longen 2.5.1.Rx th 2.5.1.1.Pathologische verdichtingen - gelokaliseerd - verspreid 1. parenchymatelectase V verkleint a. resorptieatelectase b. passieve athelectase c. adhesive athelectase 2. parenchymconsolidatie V nl a. exsudaat b. transsudaat c. celproliferatie in luchtholten i. bact ii. vir iii. longoedeem iv. longbloeding 3. verdikking interstitium a. lymfangitis carcinomatosa 4. neoformatief proces of celproliferatie a. benigne b. maligne c. granuloomvorming a)gelokaliseerde verdichtinge 1.Anatomisch begrensd * athelectase resorptie-athelectase 1. verplaatsing interlobaire fissuur 2. verplaatsing stand diafragma 3. aantrekking mediastinum & hart 4. compensatoire overinflatie 5. verplaatsing hilus 6. veranderingen borstkas: tssribafstand passieve athelectase - pleuraal vocht - hoogstand diafragma - bronchi open - luchtbronchogram * consolidatie luchtbronchogram: streep- en bandvormige opklaringen Path vnl in alv ruimten & minder in bronchiale ruimten aspec voor pneumonitis * neoformatief proces sommige type’s - BAC= broncho-alveolair celca - Pulmonair lymfoma 2.Nt-anatomisch begrensd - zeer polymorf - zelden pathognomisch A. grenzen verdichting a. scherp i. goed ii. kwaad iii. granuloom b. wazig i. pneumonitis ii. TBC iii. longoedeem B. vorm a. afgeronde of ovale verdichtingen: tumorale aard b. lineaire verdichtingen i. BWstrengen 1. drgemaakt infectieus proces gelokaliseerd of beperkt in # ii. vaatstructuren 1. na TBC: uitgesproken BWvorming C. densiteit tumoraal hoger dan inf b)Diffuus verspreide verdichtingen gevolg v pathologische veranderingen: hfz in interstitium - exsudaat - transsudaat - celproliferatie luchtholten - meerdere consolidatiezones Nodulair patroon 1. hematogeen uitgezaaide infectieuze a. TBC b. schimmel 2. tumorale a. longM bereikt via bloed 3. bilat intersitiële granuloomvorming a. sarcoïdose b. inhalatieziekte (pneumoconiose) Lineair patroon (reticulair) = abnl netwerk v lijnvormige verdichtingen die mekaar overkruisen: Kerley B lijntjes (loodrecht op pleura) - verdikking interstitium o best nabij costale pleura lat & basaal - aanw fibreuze strengen 1. lymfangitis carcinomatosa - langsheen interlobulaire (septale) lymfevaten - borstklierca - maagca - bronchusca 2. idiopathische pulmonaire fibrose + retractie & distorsie/destructie nl longstructuren 3. L hartoverbelasting en interstitieel longoedeem c)Pathologische verkalkingen A. trachea & bronchus Ca neerslag in KB ringen Oudere lft B. hilaire lk 1. TBC 2. pneumoconoiose 3. sarcoidose C. longparenchym a. inf 1. TBC 2. abces b. tumoren 1. goed - hamartoma - granulomen 2. kwaad: M osteogeen sarcoma 2.5.1.2.Pathologische opklaringen (verhoogde translucentie) A. Veralgemeende toename vd doorschijnbaarheid Techn factoren? diffuus longemfyseem 1. abnl laag/horizontale stand diafragma 2. vermeerderde VA doormeter thorax 3. hor verloop axillaire en ventrale ribsegmenten 4. abnl kleine hartschaduw 5. verplaatsing nr cran beide longhili 6. verminderde ongelijkmatige perifere vaattekening B.Omschreven (anatomisch begrensde) toename vd doorschijnbaarheid valse oorz - lichte asymm stand o med boord claviculae op gelijke afstand v middellijn trachea/wervel? echte oorz 1. unilat aplasie of hypoplasie AP & vertakkingen - congen - verworven (McLeod) 2. longweefsel groter V dan nl abnl wijd uit elkaar spreiden nl longvaatbeelden hart & mediast verdringen: volledige longcollaps of pneumectomie C.Omschreven (nt anatomisch begrensde) toename vd doorschijnbaarheid 1. vernietiging longweefsel 1. TBC 2. longabces 3. bulleus emfyseem 4. longcyste 2. necrose centrale gebieden tumor 3. necrose na infarct of bij vasculitis 4. abnl uitzetting bronchi (bronchiëctasie) - msl rond - wand: dikte belangrijk holtebeeld Binnenin opklaring een verdichting * vloeistof vloeistofspiegel - etter - mucus * fungusproliferatie: aspergilloom Polycyclische omtrek Verplaatst bij houdingsverandering 1. longtuberculose a. evolutief: 2. 3. 4. 5. dikwandig ev onscherp begrensde parenchymverdichtingen en/of verkalkingen b. steriel: dunwandig ev omgeven dr parenchymverkalkingen longabces a. evolutief dikwandig, ev midden in +/- grote parenchymverdichting b. steriel (na AB) dunwandig genecroseerde kwaadaardige longtumor en vasculitis dikwandig onregelm inw afgrenzing enkel of meervoudig longcyste a. dunwandig (als nt geïnf) b. soms verkalkt (ringvormig) emfyseembullae a. zeer dunwandig b. verdringing BVn in nt-aangedane longgedeelte 2.5.2.CT 2.5.2.1.Pathologische verdichtingen Onderscheid 1. parenchymatelectase 2. parenchymconsolidatie 3. abnl celproliferaties 4. abnl verdikking interstitium focaal of diffuus lokaliseren in dwarse vlak dD Goed- en kwaadaardige nt anatomisch begrensde verdichtingen n altijd mog HrCT 1. vroegtijdiger 2. beter oordeel uitzicht & kenm 3. lokalisatie Uitzicht a) nodulair patroon a. multipele nodulaire opaciteiten b) lineair patroon a. reticulair patroon Rx c) consolidatie a. nl struct nt meer zichtb d) matglas a. vervangen lucht in alveoli dr mr nt volledig i. exsudaat ii. transudaat iii. cellen b. daling relatieve # lucht-weefsel dr verdikking interstitium Lokalisatie Via lymfewegen interlobulaire septa/subpleurale regio/langs bronchovasc struct 1. sarcoïdose 2. lymfomen 3. tumorcellen lymfangitis carc Via bronchi 1. bronchiolitis Via BVn 1. miliaire M Vroeger calcificaties hamartoma : vet + kalk ZZ maligne 2.5.2.2.Pathologische opklaringen * subjectieve evaluatiefactor * oorzakelijk afwijkingen rechtstreeks aangetoond * gn superpositie: pulm vaten: abnl vermindering/spreiding? * wand & I holtebeelden 3.Indicaties voor radiologie bij enkele ziektebeelden 3.1.Resp infecties Rx th 1. klin D/ bevestigen 2. fu R/ CT 1. complexe beelden op Rx 2. vermoeden complicaties 3. verder OZ hrCT 1. immuungecompromitteerden met nl Rx & klin verdenking 3.2.LongTBC Rxth 1. D/ CT 1. complexe beelden op Rx 2. vermoeden complicaties hrCT 1. miliaire CT 2. diffuse bronchiale verspreiding 3.3.Neoplasiën Pleura RxTh 1. vorming verdenking CT 1. vermoeden dr Rxth 2. vermoeden dr kliniek - uitbreiding - ingroei (benige structuren) KST 1. info over ingroei in weke weefsel Longen CT 1. preop staging 2. fu onder R/ mediastinale lk: mog vergroot dr inflamm ingroei of enkel tgaan nt altijd duidelijk hrCT 1. lymfangitis carcinomatosa 3.4.Astma en COPD beeldvorming bij verandering S/ Rx th 1. D/ 2. fu 3. astma: vaak nl CT 1. meest gevoelig voor emfyseem 2. astma : vaak nl 3.5.LongAD dr milieu- en beroepsfactoren, dr medicatie of dr bestraling Rx th: vaak voldoende 1. D/ 2. fu CT hrCT bij twijfel 3.6.Diffuse interstitiële longAD v ongekende etiologie hrCT = meest gevoelig voor opsporen interstitiële longAD v ongekende etio 1. soms tamelijk zekere D/ 2. graad fibrose 3. activiteit proces 4. biopsieplaatsbepaling 5. sneller dan rx th: tgspraak tss klin & longfct bevindingen en rx th 3.7.AD v pleura CT 1. verdenking pleurale tumorale pathologie 2. (aard nt mog tenzij hemothorax) 3. begeleidend OZ bij transthoracale evacuerende punctie (eerder echo) 3.8.Pulmonale circulatie angiografie invasief CT spiraal CT 1. oa thrombi in AP-takken 3.9.AD v mediastinum en thoraxwand Mediastinum Rx th zeker V vereist CT 1. aanvulling op Rx a. dwarse doorsnede b. aankleuringspatronen na CM c. densiteit KST 1. geselecteerde gevallen vocht in kystische structuren Thoraxwand CT & KST 1. meer detail e vingroei tumor in thorax wand 2. uitbreiding thoraxwandtumor 3.10.Verworven immuunstoornissen, aids CT 1. opsporen lymfoma HrCT 1. longinf 3.11.Congenitale stoornissen Rx th nt genoeg CT 1. congen stoornissen in longontwikkeling KST of echo 1. congen ontwikkelingsstoornissen hart en grote vaten 4.Radiologische termen gebruikt bij thoracale beeldvorming Atelectasie Pathofys = gebrekkige ontplooiing v (een deel v) de long 1) resorptie lucht dr LW obstructie 2) compressie ‘collaps’ - ernstige vorm - duidelijk verhoogde opaciteit Rx th & CT: - verhoogde densiteit & attenuatie - abnl verplaatsing 1. fissuren 2. bronchi 3. BVn 4. diafragma 5. hart 6. mediastinum - distributie 1. lobair 2. segmentair 3. subsegmentair - omschrijving 1. lineair 2. schijfvormig 3. bordvormig Bronchiëctasie Path = onomkeerbare plaatselijke of diffuse uitzetting bronchi 1. chron inf 2. prox LW obstructie 3. congen LW afwijking Rxth & CT CT 1. abnl uitzetting bronchi in vgl met begeleidende longaa (zegelring) 2. onvoldoende kleiner w bronchi 3. identificatie bronchi <1cm v longopp vormen 1. cilindrisch 2. spoelvormig 3. zakvormig rest 1. verdikking bronchiale wand 2. mucus impactie 3. afwijkingen kleine LW Bulla Path = luchtholte >1cm, scherp afgelijnd dr dunne met epitheel bedekte wand v max 1mm dikte Msl + emfyseem nabijgelegen long Rxth & CT rond focaal helder zwart >1cm Omgeven dr dunne wand Vaak meerdere andere tekens longemfyseem Caviteit (holte) Rxth & CT = met gas gevulde holte binnenin - long consolidatie - massa - nodulus ° msl dr verwijdering genecroseerd deel letsel via LW soms vocht Consolidatie Path = exsudaat of ander materiaal dat de alveolaire lucht vervangt & long er dens doet uitzien Rx th & CT homogene toename pulmonale parenchymale attenuatie verdwijnen BVn & randen LWn mog luchtbronchogram attenuatiekenm zelden helpend bij dD Cyste Path = elke ronde, omlijnde ruimte die omgeven is dr een met epithelium bedekte of fibreuze wand v variabele dikte Rxth & CT - ronde, heldere zwarte vlek - welomschreven grensvlak met nl long - wanddikte: var, msl <2mm - msl z longemfyseem - - I o o bij oa o o o LUCHTPOST vl vast lymfangioleiomyomatosis Langerhans cel histiocystosis ‘honinggraat’ cystes Dikkere wand Term fibrosis Emfyseem Path = permanent vergrote luchtholtes distaal vd terminale bronchiole met destructie v alveolaire wanden Classificatie nr meest getroffen deel lobulus 1. proximaal = centrilobulair 2. distaal = paraseptaal 3. geheel = panlobulair CT focale zone’s met extreem lage attenuatie msl z zichtbare wanden panlob: vermindere attenuatie meer diffuus Honinggraatstructuur Path = vernietigd & fibreus longweefsel met talloze cyste-achtige luchtholtes met dikke fibreuze wanden - gevorderd stad verscheidene longziekten - longarchi totaal verloren variabele afmeting: enkele mm tot verscheidene cm var wanddikte afgelijnd dr epitheel Rxth = schaduw v ringen die dicht tg elkaar staan - 3à10mm diameter - Wanden 1à3mm - terminale longziekte CT - geclusterde cyste-achtige luchtholtes o 3à10mm mog tot 2,5cm msl subpleuraal duidelijk zichtbare, veelal dikke wanden kenmerkend voor pulmonaire fibrose crit in D/ usual interstitial pneumonia Infiltraat Rxth & CT Oude term verdichting toegenomen densiteit Interstitium Anatomie = continuüm v los BW verspreid over gehele long 1. bronchovasc (axiale) interstitium a. bronchi b. slagaders c. aders omgeeft d. tot niv resp bronchioli 2. parenchymale (acinaire) interstitium a. rondom acini 3. subpleurale interstitium a. direct onder pleura Lob Anatomie = hoofdindeling longen : 3R – 2L = kwab - omgeven dr visc pleura behalve aan hilus & onvoll fissuur Lobulus Anatomie = sec pulmonaire lobulus = kleinste eenheid in long omgeven dr BWsepta zoals gedefinieerd dr Miller en Heitzman - variabel # acini - - onregelm polyedrisch v vorm diameter 1 à 2,5cm centrilobulaire structuren = kernstructuren o bronchioli o pulmonaire arteriolen o lymfevaten interlobulaire septa = BWsepta rondom pulmonaire lobulus o best ontwikkeld in periferia v ant lat & juxtamediastinale gebieden bovenste & middelste kwabben CT hrCT 3basiscomponenten onderscheidbaar 1. interlobulaire septa 2. centrale lobulaire regio = centrilobulaire structuren 3. lobulair parenchym perifere meer uniform & pyramidaal dan centrale Luchtbronchogram Rxth & CT = patroon doorzichtige, met lucht gevulde bronchi tg achtergrond ve dichte long z lucht 1. doorgankelijkheid prox LW 2. evacuatie alv lucht dr a. absorptie b. vervangen c. combinatie Luchtholte/luchtruimte (airspace) Anatomie = gashoudend deel vd long (incl resp bronchioli) Z louter luchtgeleidende LW Rxth & CT opvullen met pathologisch materiaal - consolidatie - opaciteit - noduli Lymfadenopathie Anatomie & path = uitzetting lk = vergrote lk (!!) = adenopathie CT nl: variatie grootte tss 3,5 en 12mm arbitraire crit: nt betrouwbaar - mediastinale max korte as 1cm - hilaire max korte as 7mm Massa Rx th & CT = elk pulmonair, pleuraal of mediastinaal letsel zichtbaar als een verdichting met diameter >3cm impliceert msl solide of gedeeltelijk solide densiteit CT - omvang - locatie - attenuatie - andere kenm Matglasverdichting Rx th = (msl uitgebreide) zone met verhoogde densiteit vd long waarin longBVn duidelijk zichtbaar zijn CT = verhoogde dens long met behoud BVn en LWn verdwijning lucht 1. gedeeltelijke vulling luchtholtes 2. interstitiële verdikking a. vocht b. cellen c. fibrosis 3. gedeeltelijke collaps alveoli 4. verhoogd bloedV in haarvaten 5. combinatie Micronodulus CT = afzonderlijke ronde, focale densiteit met diameter <7mm msl kleiner dan 5 of 3mm Nodulair patroon Rx th = verzameling ontelbare, kleine ronde verdichtingen die los staan v elkaar & een diamater v 2à10mm grote opp z ndz = spreiding CT Anatomische distributie 1. centrilobulair 2. (peri)-lymfatisch 3. at random (willekeurig) Nodulus Rx th = ronde verdichting die (on)duidelijk omlijnd kan zijn & diameter <3cm 1. acinaire noduli a. rond of ei b. onduidelijk omlijnde pulmonaire verdichtingen met diam 4à8mm c. = anatomische acinus dr consolidatie dens 2. pseudo-nodulus a. gelijkenis met pulmonaire nodulus b. bij i. ribfract ii. huidletsel iii. vw op pt iv. anatomische varianten v. samengestelde zone verhoogde densiteit CT = ronde verdichting die (on)duidelijk omlijnd kan zijn & diameter <3cm 1. centrilobulaire nodulus a. enkele mm v pleurale opp, fissuren, interlobulaire septa b. dens of matglasverdichting c. msl nt duidelijk afgelijnd 2. micronodulus a. <7mm 3. matglasnodulus = nt-solide a. onduidelijk verhoogde attenuatie in long b. bronchiale & vasc begrenzingen nt verdwenen 4. solide noduls a. verhoogde attenuatie 5. gedeeltelijk solide nodulus = half-solide a. zowel matglas als solide attenuatie Pneumomediastinum Rxth & CT = aanwezigheid lucht in mediastinaal weefsel buiten - SD - Trachea - LW Pneumothorax (& spanningspneumothorax) Pathofys = aanw lucht in pleuraholte Kwalificatoren 1. spontaan 2. traumatisch 3. diagnostisch 4. spanning Rxth & CT Spannings verplaatsng mediast depressie hemidiafragma Lichte verplaatsing mog z spanning (Patm > Ppleur) Reticulair patroon Rx th = verzameling v ontelbare klene lineaire verdichtingen tezamen uitzicht net interstitieel longlijden CT hrCT Reticulonodulair patroon Rx th = combinatie v reticulair & nodulair patroon totaalbeeld v opelkaar geplaatste micronoduli CT Reticulair + nodulair patroon micronoduli mog in het midden reticulaire elementen over lineaire verdichten geplaatst = centrilobulair micronoduli = septale micronoduli Silhouetteken Rxth = afwezigheid beeld ve anatomische begrenzing zacht weefsen 1. Dr consolidatie/atelectase aangrenzende long dr 2. dr grote massa 3. dr aangrenzend pleuravocht juxtapositie structuren met =aardige radiologische densiteit afwezigheid silhouet Verdichting Rx th & CT = elke begrensde zone die bundel X-stralen verzwakt daardr denser dan omgevende zone nt-spec term nts over - omvang - pathologische aard