Onze bescheiden vonkenmaker. De verschillende warmtegraden van bougies. De bougie. De bougie, een van de belangrijkste onderdelen van het ontstekingssysteem, maar vaak toch een beetje onderschat, en ook mede daardoor soms verwaarloosd. Eigenlijk moet je eerst beginnen bij de ontstekingsinstallatie, om te vertellen hoe de vonk opgewekt wordt, maar dat komt een volgende keer wellicht nog wel eens. Door de bobine (ontstekingsspoel) wordt een hoogspanning opgewekt van wel zo'n 10.000-12.000 volt, door deze hoogspanning springt er een vonk over tussen de elektroden van de bougie, deze vonk is nodig om het door de carburateur gemaakte gasmengsel in de cilinder te laten ontbranden.Een zogenoemde “ionisatie-spanning”. Hoe ziet een bougie er van binnen uit? Simpel gezegd een metalen omhulsel met de schroefdraad, daarin een isolator van zeg maar porselein, en daar binnen de centrale elektrode. Wat gebeurt er nou precies in de bougie? De door de ontstekingsspoel opgewekte hoogspanning wordt aangesloten op de geïsoleerde stift van de bougie, de hoogspanning wil langs de makkelijkste weg naar massa lopen, en kan dat eigenlijk alleen doen via deze centrale elektrode, waar hij aan het einde wel een sprongetje moet maken. En dat is het hem nu juist, want daardoor ontstaat de door ons benodigde vonk. Als alles goed gaat tenminste, want er liggen een aantal gevaren op de loer voor ons vonkje. Het vooral vroeger beruchte "Pareltje", wat meestal veroorzaakt werd door het lood in de benzine, het loodpareltje maakte kortsluiting tussen de bougie elektroden en de vonk was weg, oplossing even het bougieborsteltje er langs halen. Komt nu bijna niet meer voor, omdat er bijna geen loodhoudende benzine meer gebruikt wordt. Kortsluiting via de isolatorneus van een door olie en/of roet sterk vervuilde bougie. Een breuk in de isolator, ook dan ontstaat er een kortsluiting met als resultaat geen vonk. Heel soms, (maar het gebeurt nog steeds), kan zelfs een splinternieuwe bougie het niet (meer) doen. Wat is er nu belangrijk om te weten over je bougie? Een paar belangrijke punten zijn. De elektrode afstand, ca 0,7 mm (voelermaatje, volgens fabriek). De warmtegraad of warmtewaarde van de bougie. De algemene toestand van de bougie. De elektrode afstand. 1. Deze afstand moet men regelmatig, al naar gebruik van de brommer controleren, en afstellen op de juiste waarde. Wordt de afstand door slijtage te groot, dan is er meer spanning nodig om de vonk te laten overspringen, en dit geeft vooral bij het starten moeilijkheden, want de spanning blijft door een laag toerental van het vliegwiel gering. Is de elektrode afstand echter te klein, dan wordt ook de vonklengte te klein, waardoor het gasmengsel slechter ontstoken wordt. De warmtegraad. 2. Bij de diverse merken staan er gegevens op hun bougie, en dat is meestal de aanduiding van de warmtegraad van de betreffende bougie. Door de bromfietsfabrikant wordt meestal een bepaald type en merk voorgeschreven, die je dan ook vaak het best kunt aanhouden. Wil je echter een ander merk gebruiken, dan is het probleem welk type van dat andere merk is gelijk waardig qua warmtegraad aan het voorgeschreven type? Maar voordat we deze lijst bekijken, moet ik eerst nog even iets vertellen over het verschil tussen een warme en een koude bougie. Kort gezegd, bij een warme bougie gaat het deel van de warmte die de motor via de bougie aan de cilinder afstaat, via een langere weg dan bij een koude bougie, (dus de motor blijft daardoor wat warmer) Dit betekent bv. dat een alleen door rijwind gekoelde motor (vliegtuig) een kouder type bougie nodig heeft, dan bv. een met geforceerde luchtkoeling aangedreven motor (heli), die dus een warmer type nodig heeft. In de praktijk gebeurt het heel vaak, dat een totaal verkeerd bougietype gemonteerd is, omdat men het type niet weet, die bougie toevallig nog had liggen, of dat de handelaar zomaar wat gaf, omdat hij het ook niet wist. Vandaar dit stukje. Wat kan er nou gebeuren als je een verkeerde (te koude) bougie monteert? Bijvoorbeeld een geforceerde motor op een benzineheli. Nou hij zal niet echt niet stuk gaan of zo, dat niet, maar deze motor is zoals je weet geforceerd gekoeld, dus hij wordt lekker gekoeld door een fris briesje van de ventilator, tevens doet de bougie ook zijn best om de warmte lekker vlot af te voeren. Wat gebeurt er dus, de motor komt niet lekker op temperatuur en dat is in het algemeen niet goed voor een verbrandingsmotor. De bedrijfstemperatuur van de bougie bv. moet bij onze 2-taktjes zo ongeveer tussen de 400-800 graden C zitten. Blijft de temperatuur van de bougie (de zg. zelfreinigingtemperatuur) onder deze waarde dan zal deze gaan vervuilen door olie en roet aanslag. Wordt echter in bv. een rijwindgekoelde motor die een kouder type bougie gebruikt, een te warme bougie gedraaid, dan kan deze bougie te heet worden met als gevolg parelen en inbranden, en misschien wel (bv. bij wind mee) een oververhitte motor (vastloper). Je ziet wel dat het gevaar , om een te koud type bougie te nemen, iets minder risicovol zal zijn dan bij het andere voorbeeld, maar motorslijtage door een te koud blijvende motor is ook niet alles. De algemene toestand. 3. De algemene toestand tenslotte, betreft vooral het niet beschadigd zijn, en dan met name de porseleinen isolator, het niet te sterk ingebrand zijn van de elektroden, en het niet te veel vervuild zijn van de bougie.