1 sv_feniks_HO_h3.docx 3.1 Leven in de Sovjet-Unie Rusland voor 1917 armoede, analfabetisme, feodalisme (als in ME), begin industrialisatie. Hoe regeert Tsaar Nicolaas II? (= keizer, familie Romanov) (Zie overeenkomsten met regering van communisten!) 1. Tsaar = absoluut heerser 2. Tsaar maakt gebruik van Geheime Dienst 3. Tegenstanders van Tsaar worden vermoord 4. Er zijn gevangenkampen in Siberië 5. Doema = Volksvertegenwoordiging heeft weinig macht 1917 Rusland kent hongersnood + het gaat slecht in WO1. Lenin = leider communisten belooft “land aan de boeren”, “brood en vrede!” Marx’ ideeën in de praktijk brengen. “Door revolutie zal het beter worden voor de gewone man” # Oktober 1917 = Russische Revolutie. Sovjets = raden van boeren, soldaten en arbeiders willen gaan besturen. Communisten (Marxisten, roden, Bolsjewieken) aan de macht. Productiemiddelen / bedrijven van de staat. Winst van bedrijven naar de staat. Staat moet zorgen voor goedkopen / gratis basisvoorzieningen. 1e leider = Lenin 1917 – 1922/ 1924, 2e leider = Stalin 1924 – 1953! Revolutie leidt tot burgeroorlog. Fr. + GB. helpen anticommunisten = witten = Mensjewieken. Gevolg = SU vertrouwt in rest van 20e eeuw Fr. + GB niet meer. 1922 Rusland heet USSR (SU) “Dictatuur van het proletariaat” = alle macht in handen van de vertegenwoordigers van het volk = de communistische partij Jaartallen: 1917 (3x) | 1917 – 1922/1924 | 1922 | 1924 - 1953 1918 – 1939 Interbellum = tijd tussen de (wereld)oorlogen De onderstreepte woorden gelden ook voor de dictatuur van Hitler! Stalin = dictator van SU (dictatuur = totalitaire staat = politiestaat) 1. Stalin = dictator met alle macht 2. Stalin = onfeilbaar, maakt geen fouten = god 3. Gebruik van terreur. Bevolking angst aanjagen zodat ze doen wat Stalin zegt. 4. Gebruik van Geheime Politie. Je kon letterlijk voor niets worden opgepakt. Belangrijke loyale volgeling van Stalin? Ook dan kon je worden opgepakt 5. Werkkampen in bv, Siberië. 6. Showprocessen = rechtspraak waarbij de uitkomst van te voren vast staat. Doel = laten zien wat er met tegenstanders van Stalin gebeurt. Waarschuwing voor burgers. 7. Propaganda = politieke reclame voor communisme 8. Censuur = media mogen alleen maar publiceren wat de overheid wil 9. Indoctrinatie = hersenspoelen 10. Zuiveringen = (mogelijke) tegenstanders uitschakelen # 1928 Invoering planeconomie = Staat beslist wat en hoeveel alle bedrijven (industrie + landbouw) moeten gaan produceren. Streefcijfers zijn zeer hoog. Streefcijfers worden bijna nooit gehaald, maar productie stijgt wel sterk! © Jan Methorst | 19 - 07 - 2017 | 17:57:34 uur http://www.xs4all.nl/~jmethors/ [email protected] sv_feniks_HO_h3.docx Hoe komt staat aan geld om te industrialiseren? Boerenbedrijven worden GECOLLECTIVISEERD = kleinere boerenbedrijven worden samengevoegd tot grote landbouwbedrijven. Dan kun je makkelijker mechaniseren, dan kun je de productie vergroten. Sommige boeren verzetten zich. Gearresteerd en bestraft door Geheime Politie. Hongersnoden. Scheldwoord voor boeren die zich verzetten = KOELAK. 2 Productie van landbouw verkopen aan het buitenland. Geld dat daarmee wordt verdiend gebruiken voor opbouw en uitbreiding van Sovjet-industrie Nadruk op ontwikkeling ZWARE INDUSTRIE = mijnen, ijzerproductie, stuwdammen, elektriciteitscentrales DAARMEE WORD JE EEN MACHTIG LAND! SU wordt na de VS het machtigste land ter wereld. Jaartallen: 1918 – 1939 | 1928 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3.2 Crisis en ontevredenheid Jaren ’20: Duitsland moet aan herstelbetaling doen (verdrag van Versailles). Het gaat goed in VS, VS leent Duitsland geld. 1929 Beurscrash / beurscrisis van Wallstreet. Door o.a overproductie gaan bedrijven productie beperken. Werkgelegenheid daalt. Werkloosheid groeit. Lage of geen uitkeringen, mensen kopen steeds minder. Steeds meer werklozen. Velen in VS kunnen leningen aan banken niet afbetalen. Banken gaan failliet. Crisis uit VS slaat over naar andere landen. Econ. wereldcrisis VS kan geen geld meer aan Duitsland uitlenen. Ook in Duitsland zijn gevolgen van economisch crisis groot. Duitsland 1918/1919 – 1933 = Republiek van Weimar. Democratisch, volksvertegenwoordiging = RIJKSDAG, verkiezingen, grondwet. Wel onrustig door groepen die ontevreden zijn door verdrag van Versailles + herstelbetaling + slechte economische omstandigheden, na 1929 grote werkloosheid. Duitsers roepen om een “sterke leider”. Fascisme = Italië = Mussolini krijgt veel aanhang. Waarom? 1. ’t Gaat economisch slecht, 2. Niet alle gebieden gekregen die in WO1 beloofd waren, 3. Werkloosheid, honger onrust bij arbeiders en landarbeiders Mussolini: 1. Anticommunistisch 2. Nationalistisch 3. Sterke leider 4. Gebruikt geweld 5. Maakt van Italië dictatuur 6. Eerst: geen antisemiet = iemand die Joden haat. Jaartallen: jaren ’20 | 1929 | 1918/1919 - 1933 © Jan Methorst | 19 - 07 - 2017 | 17:57:34 uur http://www.xs4all.nl/~jmethors/ [email protected] 3 sv_feniks_HO_h3.docx 3.3 Adolf Hitler aan de macht NSDAP = Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij = Nazi’s | Leider = Hitler, 1923 = poging tot staatsgreep. Mislukt. Hitler in gevangenis. Schrijft “Mein Kampf” = mijn strijd Denkbeelden: 1. Weg met verdrag van Versailles 2. Lebensraum = gebieden in O-Europa veroveren, ruimte voor boeren en grondstofwinning 3. Rassenleer = Duitsers = Ariërs = beste ras ter wereld 4. Antisemitisme = Jodenhaat | Joden zijn de schuld van alle kwaad 5. Nationalisme 6. Geweld is mooi 7. Er moet één Leider zijn 8. Anti democratisch + anti communistisch 9. Andere partijen verboden 10. Gelijkschakeling = de hele maatschappij moet Nat. Soc. worden 11. Indoctrinatie, Hitlerjugend (Bund Deutscher Mädel) 12. Gestapo = geheime politie 13. Concentratiekampen, vervolging van Joden en andersdenkenden 14. 1935: Neurenberger rassenwetten Een Jood mag a niet trouwen met een niet-Jood, b geen seks hebben met een nietJood, c kan geen Duits staatsburger zijn. 1938 “Kristalnacht” = Joodse eigendommen worden aangevallen. 1930 + 1932: Hitler succes bij verkiezingen. 1933 Rijkskanselier, 1934 Rijkskanselier en president = “Führer” Hitler is populair omdat: 1. Hitler wijst verdrag van Versailles af 2. Hitler belooft werk en welvaart tijdens economische wereldcrisis 3. Hitler is uitstekend spreker 4. Werkloosheid verdwijnt (wegenbouw, opbouw leger, wapenindustrie) 5. Succes in buitenlandse politiek | begin WO2 Jaartallen: 1923 | 1930 + 1932 | 1933 | 1934 | 1935 | 1938 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3.4 Nederland in het interbellum Jaren ’30 = economische crisis. Bedrijven sluiten, kleine 20% is werkloos, nauwelijks sociale voorzieningen = “steun”, stempelen, schaamte, werkverschaffingsprojecten = werken met behoud van uitkering. (Aanleg parken, kanalen, Amsterdamse bos, Afsluitdijk, NEC- stadion) Na 1936: het gaat beter. Minister–president Colijn (voor velen “vaderfiguur”) aanpassingspolitiek = staat geeft niet meer uit dan ze binnenkrijgt verlaging lonen ambtenaren, verlaging steunuitkeringen. Nederland: 4 zuilen, men leeft in eigen zuil, weinig kontakten met mensen uit andere zuilen. © Jan Methorst | 19 - 07 - 2017 | 17:57:34 uur http://www.xs4all.nl/~jmethors/ [email protected] sv_feniks_HO_h3.docx (Economisch) slechte tijden “De democratische partijen kunnen de crisis niet oplossen”. Meer mensen stemmen op niet-democratische partijen = extreem rechts = fascisme, Nationaal Socialisme + extreem links = communisme). 4 Waarom krijgt in Ned. fascisme | Nat. Soc. niet zo veel aanhang? 1. Velen vinden dat eigen zuil econ. problemen wel zal oplossen 2. Onvrede in Ned. was minder groot omdat Ned. niet problemen van WO1 had meegemaakt 3. “Colijn is onze sterke leider” Nationaal Socialistische Beweging = NSB (Mussert). Toppunt = 1935 = 8% van de stemmen. Hoe om gaan met oorlogsdreiging? Nederland wil neutraal blijven en zo buiten de oorlog blijven. Jaartallen: jaren ’30 | 1935 | 1936 © Jan Methorst | 19 - 07 - 2017 | 17:57:34 uur http://www.xs4all.nl/~jmethors/ [email protected]