108 W. R. MENKMAN rijk werd er o.a. mede geconfronteerd toen rijke plantagehouders zich in het moederland gingen vestigen met hun Westindische huisbedienden, en jonge vrije kleurlingen er hun opvoeding kwamen voltooien. Bleef een slaaf, eenmaal op Europees grondgebied aangekomen, een slaaf? Ook Nederland, waar slaven en slavinnen uit Oost- en West-I ndië met hun meesters medekwamen, kende het probleem. De uitspraak van rechter MANSFIELD in Engeland (1765) — waar juist de Quakers begonnen met hun strijd tegen de slavernij — dat een slaaf, eenmaal in het Europese grondgebied van het Koninkrijk aangekomen, een vrij man was, kan als een mijlpaal gelden op de weg naar de abolitie. Toch komt aan Frankrijk — het land van de Rechten van den Mens en van de Amis du Noir, en van MONTESQUIEU — de eer toe het eerst de slaven in de koloniën vrijverklaard te hebben, al werd het betreffende decreet van de Convention spoedig door het Consulat herroepen. Emancipatie, vrijverklaring van individuele slaven, was ook in de Amerikaanse koloniën bijna zo oud als de slavernij zelf. Steeds zijn er meesters geweest die, hetzij bij hun leven, hetzij bij testamentaire beschikking, slaven, of bij slavinnen verwekte kinderen, uit de slavernij verlosten. Soms ook waren slaven in staat zich zelf vrij te kopen. De „manumissie", zowel in vreemde als in de Nederlandse koloniën, kon aanleiding geven tot misbruiken en werd aan wettelijke bepalingen en aan belastingheffing onderworpen, om te voorkomen dat de meesters zich door de vrijverklaring aan hun verplichting tot onderhoud der slaven zouden onttrekken. Welke overwegingen ook golden, humanitaire of andere, met de verwerping van de instelling der slavernij als onchristelijk, had in de regel de vrijverklaring niet te maken. Het is niet de Goddelijke wet geweest — schreef een Frans auteur — die de emancipatiegedachte heeft doen zegevieren. In Nederland en de Nederlandse koloniën hielden velen in de achttiende eeuw zich bezig met de gedachte aan een geestelijke emancipatie der slaven, onder behoud van de lichamelijke onvrijheid. Kerstening, onderwijs en erkend huwelijk waren vooral voor missie en zending de wensen, welke naar voren gebracht werden; aanvankelijk niet, tot in de negentiende eeuw zelfs niet, was het de vrijverklaring der slaven waarnaar gestreefd werd. Nog in 1790 werd in Nederland, in een Nutslezing, de slavernij verdedigd en in de ontworpen, maar nooit in werking getreden koloniale charters der Bataafsche Republiek werd van de slavernij niet gerept. De in Engeland tot een politieke agitatie gegroeide beweging