Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland, Geografie, economie en bestuur H2:§ 2.1, p38-40 geografie 3000 1000 – Ligging t.o.v. andere landen – Eigen gebied 1500 • Vragen aan de geografie 2000 geografie 700 200 – Voordeel: transport, visserij – Nadeel: beperkt gebied 400 • Voor- en nadelen 1 200 400 3000 1000 700 400 200 1 200 – Hierdoor ontstond op een centraal/strategisch punt in het landschap een (versterkte) plaats dat het economisch en bestuurlijk centrum werd – Hier werd het surplus (landbouwoverschot) opgeslagen (en weer herverdeeld) – Hier produceerde ambachtslieden hun producten – Hier woonden de soldaten 1500 • De macht in de Griekse gebieden lag bij een adellijke groep. Deze macht was gelegen in het bezit van grond en herverdeling (pacht) hiervan. 2000 Ontwikkeling van de Polis 1 400 3000 – Een nieuwe klasse ontstaat: de handelaren 400 200 • Handelaren worden door hun succes steeds belangrijker in de Griekse samenleving – Olijfolie (!), Wijn & Graan – Vanaf ca. 650 VC verandert de ruilhandel in handel met geld 700 • Bergen, zee, onvruchtbare stukken land & vervelende buren 1000 – de landbouwgronden konden niet worden uitgebreid 1500 • Deze vestigingen groeiden (welvaart) waardoor er een aantal problemen ontstonden 2000 Ontwikkeling van de Polis 2 – De andere oplossing voor het bovengenoemde probleem was 1 • Kolonisatie 200 400 3000 2000 Kolonisatie Middellandse Zeegebied 1500 1000 700 400 200 1 200 Deze poleis met hun markten barstte uit hun voegen: noodzaak kolonisatie (750-770 VC) gebieden buiten het Griekse 400 3000 700 400 200 1 200 • kon blijven eten • haar producten kon verhandelen – Versterking greep van de macht door de heersende klasse; ontstaan van een oligarchie: – Sparta of – Invoering democratie: Athene 1000 – Handelaren zorgden ervoor dat de stad • Hoe nu om te gaan met de veranderde economische macht? • Twee uitersten 1500 • Door de overbevolking en opkomst van de handelaren en hun groeide rijkdom én belangrijkheid kwam de macht van de adel onder druk te staan 2000 Verandering van bestuur 400 3000 • Maar besturen met z’n allen in een volksvergadering is niet zo handig. 1 200 Oplossing • Raad van 500 werd door loting gekozen en uit hen midden werd. • een aantal (vijftigtal) bestuurders voor de dagelijkse gang van zaken gekozen (1 jaar zitting); een Grieks jaar duurde dan ook 10 maanden. 200 • 400 • Vrij waren én mee konden helpen bij de verdediging van de polis 700 – – 1000 Door het volk, d.w.z. de officiële burgers van de stad, dat heet democratie (demos = volk) Burgers waren alle die mannen die 1500 • 2000 Democratie; bijvoorbeeld Athene 400 Huiswerk • Lezen – blz. 36 t/m 40 • Maken – opdracht 2 en 3a, p. 26 – Meenemen afbeelding (foto/print) van Oudgriekse kunst (vb. beeld, gebouw, vaas, zuil, fresco, enz.). Dit voor het Tijdvakkendossier! – eisen bij afbeelding: • Bronvermelding • Netjes uitknippen en verwerken