Mattheus evangelie een overzicht Jaap G. Fijnvandraat - Ehv Amerongen, 20 februari 2008 De 4 evangeliën De Heer Jezus als Mattheüs: de Koning Marcus: de dienstknecht Lukas: de Zoon des mensen Johannes: de Zoon van God Indeling Mattheüs 1-4:1 introductie van de Koning 4:12-12 de dienst van de Koning in Galilea 5-7 13-20 13 21-25 24 25 26-28 grondwet van het koninkrijk de dienst van de verworpen Koning gelijkenissen van het koninkrijk de dienst van de Koning in Jeruzalem toespraak over de laatste dingen gelijkenissen over dienen en uitzien de vervulling van de dienst de Koning zie ook presentatie Kees Fieggen in 2004 Bij U is vergeving! over vermanen en vergeven Jaap G. Fijnvandraat Amerongen, 20 februari 2008 Mt 18:15-35 Verbindende schakel: (als) mijn broeder <tegen mij> zondigt 15-20: als uw broeder zondigt, bestraf hem (Lk 17:3a) 21-35: als hij berouw heeft, vergeef hem (Lk 17:3b) 15-17: 3 stappen 1. ga er (alleen) heen – overtuig hem als hij luistert gewonnen luistert hij niet stap 2 2. 1 of 2 getuigen – vaststaat geeft hij geen gehoor stap 3 3. de gemeente geen gehoor als heiden en tollenaar 18-20: gezag … en meer 18: u=gemeente: gezag om te (ont)binden heiden&tollenaar | broeder 19: uitbreiding: 2 of 3 die overeenstemmen welke zaak ook mijn Vader geeft het 20: basis: 2 of 3 vergaderd in mijn naam Ik ben in hun midden 21-35: vergeven: veel / van harte 21-22: hoe vaak vergeven 23-34: gelijkenis: principe van vergeven motief voor vergeven 35: de conclusie 21-22: hoe vaak vergeven? 21: tegen mij daar zit de moeite 22a: niet 7 maal (menselijk maat) 22b: wel 7*70 maal (Goddelijke maat) 23-34: wat is wat? de koning God, de Vader de slaven wij (brs/zrs) in Gods koninkrijk de schuld de zonde(n) tegen iemand afrekening/’betaal’ confronteren met de zonde(n) die begaan is (zijn) smeken om geduld berouw/belijden kwijtschelden vergeven motief: erbarming 23-34: wat gebeurt er … de slaaf was eerst kwijtgescholden hij wilde daarna zelf niet kwijtschelden zijn medeslaven werden bedroefd zijn heer riep hem weer op het matje hij moest de schuld alsnog betalen hij blijkt een ‘boze slaaf’ te zijn Zo zal ook mijn hemelse Vader u doen, als u niet ieder zijn broeder van harte vergeeft Zo zal ook de hemelse Vader mij doen, als ik niet mijn broeder van harte vergeef Begripsvragen 16: getuigen: waarvan? 16: elk woord vaststaat: strekking? 17: de gemeente: synagoge of NT-gemeente? 17: heiden en tollenaar: zelfde als ‘boze’ (1Ko 5)? 18: (ont)binden: op aarde in hemel: wat betekent dat? 18+20: u (mv), 2 of 3: zelfde als gemeente? 20: vergaderd in mijn naam: betekenis? 23: afrekening: eindoordeel … ? 26+29: geduld | alles betalen: toepassing ? 27+34: kwijtschelden en weer laten betalen: eerlijk? 35: hoe verhoudt deze conclusie zich tot Mt 6:14-15 en tot Ef 4:32 & Ko 3:13? Pastorale vragen 15: hoe ga je naar je broeder toe? 16: wie neem je mee als getuige(n)? 18: overeenstemmen+vragen ten deel vallen: en nu de praktijk … ? 31: welke taak hebben medebrs/-zrs in zo’n situatie (waarin iemand niet wil vergeven)?