Opdracht 1/2

advertisement
Opdrachtenmap
vakdidactiek geschiedenis 1
Lector: Jan Van Schaftingen
Sonny Coddens-Cornelis
1 OSO 12
Pagina
1
Groep: A.
Inhoud
Opdracht 1/1
4
Opdracht 1/2
5
Opdracht 1/3
6
Opdracht 1/4
7
Opdracht 1/5
8
Opdracht 1/6
9
Opdracht 1/7
10
Opdracht 2/1
11
Opdracht 2/2
12
Opdracht 2/3
13
Opdracht 2/4
14
Opdracht 2/5
15
Opdracht 2/7
16
Opdracht 2/8
17
Opdracht 2/9
18
Opdracht 2/10
19
Opdracht 2/13
20
Opdracht2/14.
21
Opdracht 2/16
22
Opdracht 2/17
23
Opdracht 2/19
27
Opdracht 2/21
28
Opdracht 2/22
29
Opdracht 2/23
30
Opdracht 2/24
31
Opdracht 2/25
32
Opdracht 1
33
Opdracht 2
34
Opdracht 3
35
Opdracht 4
35
Opdracht 5
36
Opdracht 6
36
Opdracht 7.
36
2
33
Pagina
Internetopdracht.
Internetopdracht, normantwoorden met de hand ingevuld.
37
Opdracht 1
37
Opdracht 2
38
Opdracht 3
39
Opdracht 4
39
Opdracht 5
40
Opdracht 6
40
Opdracht 7.
40
Opdracht2/26
41
Opdracht 2/28
42
Iets over Xenophon.
44
Iets over Solon.
46
Mijn brontekst.
47
Stap 1
47
Moeilijkheden
47
Leerinhouden
47
Kernvraag
47
Ordenen
47
Stap 2
47
Translatie
47
Interpretatie
48
Toepassen historische kritiek
48
De creatieve toer op:
48
Actualiteitsextra
49
Opdracht 2/29
52
Prent.
54
Stap 1.
54
Kernvraag:
54
Context:
54
Stap 2.
55
De creatieve toer op:
58
Opdracht 3/3
61
3
58
Opdracht 3/7
62
Pagina
Naar verder in de les toe:
Opdracht 1/1
Geef voor elk van de opgesomde rubrieken een paar voorbeelden en geef aan hoe je zelf in
de voorbije manden met dergelijke vormen van geschiedenis in contact kwam. Verzamel in
de loop van het jaar interessante aankondigingen van dergelijke nieuwe activiteiten.







Historische computergames.
o Age op Empire, Spore.
Historische strips, tekenfilms.
o Papyrus, Asterix
Historische boeken en tijdschriften.
o European history for dummies.
Historische verenigingen en lezingen.
4

Historische roman, jeugd- en kinderboeken.
o De stam van de holebeer.
Historische films, series.
o De serie Rome, de film der Untergang.
Historische documentaires.
o INFAMOUS ASSASSINATIONS op Canvas.
Historische vragen in quizzen.
o Vragen uit de canvascrack.
Historische sites, open monumentendag, erfgoeddag.
Pagina

Opdracht 1/2
Illustreer elk van de vier definities met een eigen voorbeeld. Zoek ook telkens een voorbeeld
in Historia 2.
Pagina
5
Geschiedenis.
1. Wat gebeurd is => voorval, gebeurtenis, ….
- Eigen voorbeeld: deze ochtend stond ik op.
- Vb Historia 2: p14 Document 3: Troy is gebaseerd op de Ilias van Homerus.
2. Verhaal van iets dat gebeurd is.
- Eigen voorbeeld: vorig jaar met kerst vertelde mijn oom over een voorval bij
hem op het werk.
- Vb Historia 2: p15 Document 9: de Grieken verspreiden de teelt via olijven en
wijn over heel het Middellandse Zeegebied.
3. Het geheel van kennis en het geregeld verhaal van hetgeen in vroeger tijd is
gebeurd.
- Eigen voorbeeld: Walking met Caveman gaat over hoe de eerst mensachtigen
zouden geleefd hebben.
- Vb Historia 2: p69 document 5
4. Wetenschap die het verleden bestudeert aan de hand van geschreven bronnen =>
geschiedkunde.
- Eigen voorbeeld: In “ An european history for dummies” geeft men een
overzicht van alle belangrijke oorlogen in Europa.
- Vb Historia 2: p68 document 2
Opdracht 1/3
Informatie over archeologische vondsten in Vlaanderen kan je opzoeken in de Centrale
Archeologische Inventaris ( http://cai.erfgoed.net/; zie onder ‘Publiek’). Ga na welke
archeologische vondsten er in de omgeving van jouw woonplaats gedaan zijn (VD1:
prehistorie en oudheid). Specificeer de periode waaruit de vondsten stammen en de aard er
van.
Aard van de vondst.
Urnenveld
Crematiegraf
Bewoning
Grafheuvel
Grafveld
Muntschat
6
Periode.
1100 tot 800 v. Chr.
750 tot 475 v. Chr.
51 v. Chr. tot 476 n. Chr.
51 v. Chr. tot 476 n. Chr.
51 v. Chr. tot 476 n. Chr.
51 v. Chr. tot 476 n. Chr.
Pagina
Plaats.
Destelbergen
Destelbergen
Destelbergen
Destelbergen
Destelbergen
Destelbergen
Opdracht 1/4
Zoek in Storia1/Historia 2 telkens enkele voorbeelden van elke bronnensoort. Geef ook aan
welke bronnensoort je eventueel niet aantrof in de handboeken.
7
-
Overblijfselen.
o Archeologische resten.
Historia 2, p68, document 1.
o Monumentale resten.
Historia 2, p69, document 4.
o Landschappelijke resten.
Storia 1, p56, document 3.
o Iconografische bronnen.
Historia 2, p69, document 6.
Overleveringen.
o Schriftelijke overleveringen.
 Bewust gecreëerde getuigenissen voor het nageslacht.
Historia 2, p59, document 4.
 Literaire teksten.
Historia 2, p14, document 3, de Ilias van Homerus.
 Religieuze teksten.
Historia 2, p46, document 2.
 Juridische teksten.
Niet gevonden.
 Administratieve teksten.
Niet gevonden.
o Mondelinge overleveringen.
 Volksverhalen en sagen van primitieve volkeren.
Niet gevonden.
 Volksliederen.
Niet gevonden.
 Interviews.
Niet gevonden.
Pagina
-
Opdracht 1/5
Bekijk in Historia 2 in minstens vijf hoofdstukken, gespreid over het hele boek, de
aangeboden bronnen en noteer voor elke bron of het een primaire of secundaire bron is en
leg uit waarom.
Hoofdstuk 6. p20-21.
1. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
2. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
3. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
4. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
5. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
Hoofdstuk 11. p30-30.
1. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
2. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
3. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
4. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
5. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
6. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
Hoofdstuk 19. p46-47.
1. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
2. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
3. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
4. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
5. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
Hoofdstuk 22. p54-55.
1. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
2. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
3. primaire en secundaire bron, het gekleurde stuk is niet gecreëerd in de periode waar
we info over zoeken.
4. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
5. primaire bron, gecreëerd in de periode war we info over zoeken.
Pagina
8
Hoofdstuk 38. p90-91.
1. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
2. primaire bron, gecreëerd in de periode waar we info over zoeken.
3. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
4. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
5. secundaire bron, gecreëerd na de periode waar we info over zoeken.
Opdracht 1/6
Ga in Storia 1 en Historia 2 na hoe de handboeken omgaan met de problematiek van de
periodisering over de lange termijn.
Storia 1.
De tijd wordt opgedeeld in 7 tijden en in elke tijd worden er 3 domeinen behandeld.
De 7 tijden zijn: Prehistorie, Stroomculturen, Klassieke Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe
Tijd, Nieuwste Tijd en Eigen Tijd.
De 3 domeinen zijn: politiek, socio-economisch en cultureel.
Pagina
9
Historia 2.
In Historia 2 wordt de periodisering over de lange termijn uitgedrukt in golven.
De eerste golf ook wel de agrarische revolutie genoemd.
De tweede golf ook wel de industriële revolutie genoemd.
En de derde golf ook wel de postindustriële revolutie genoemd.
Opdracht 1/7
Geef aan de hand van concrete voorbeelden uit Storia 1 en Historia 2 aan in welke mate de
huidige handboeken voor het secundair onderwijs beantwoorden aan de hier gestelde eisen
voor het geschiedenis onderwijs ‘nieuwe stijl’.
Pagina
10
 ook prehistorie + algemeen chronologisch kader
De prehistorie wordt uitvoerig behandeld in Storia 1, er gaan meerdere hoofdstukken over.
Historia 2, hier zit de prehistorie niet in de lesinhoud, maar ze wordt wel nog eens vermeld
bij het kaderen van de tijd.
 Europees standpunt gerelativeerd; exemplarisch andere culturen
In Storia 1, het aan geven van de parallelle stroomculturen.
In Historia 2, vind ik dit eerder afwezig zijn. Het draait hier steeds weer over de Romeinen,
de Grieken en de Kelten.
 vaderlandse geschiedenis slechts omwille van herkenbaarheid
De link tussen de democratie in België en het ontstaan van de democratie in Griekenland in
Historia 2.
 alle domeinen + materiële en mentale aspecten + niet elitair
Storia 1, ook de gewone mens staat in de kijker bij de hoofdstukken over Egypte. Alle
domeinen worden behandeld.
Historia 2, ook de gewone romein komt voor in het handboek, het gaat niet enkel over de
hogere elite maar ook over de gewone boer, handelaar.
 procedurele aspecten van geschiedenis + basisvaardigheden
Storia 1 laat het indelen in domeinen goed inoefenen in hoofdstuk 3.
Bij Historia 2 is volgens mij het hoofdstuk over het kritisch bekijken van de Asterix verhalen
een heel goede methode om de leerlingen kritisch te leren omgaan met informatie die ze
voorgeschoteld krijgen.
 meerzijdig perspectief; geschiedenis is nooit objectief
In Storia 1 geeft men naast Egypte ook nog andere stroomculturen aan.
Historia 2 vind ik eigenlijk nogal eenzijdig. Het verhaal komt naar mijn mening altijd vanaf de
kant van de antieke culturen (Rome en Athene).
Opdracht 2/1
Selecteer in een opgegeven hoofdstuk (Storia 1, Hoofdstuk 7) van Storia 1/ Historia 2 de in
de lestekst en in de documenten vermelde feiten. Geef aan welke feiten volgens jou voor de
leerlingen belangrijk zijn om te onthouden en welke niet. Geef bij de geselecteerde feiten
aan of het om referentiekennis of om tijdelijke functionele kennis gaat.
Gemaakt in de les.
Pagina
11
Belangrijke feiten om te onthouden.
- Ontstaan van de eerste mensachtige, 6 à 7 miljoen jaar geleden.
- Gemeenschappelijke voorouders.
- Australopithecus, 3.5 miljoen jaar geleden.
- Homo habilis.
- Homo erectus.
- Homo sapiens.
- Wieg van de mensheid ligt in Afrika.
- Ontstaanstheorieën.
Opdracht 2/2
Selecteer in een opgegeven hoofdstuk (Storia 1, Hoofdstuk 7) van Storia 1/ Historia 2 de in
de lestekst en in de documenten vermelde begrippen. Geef aan welke begrippen volgens jou
voor de leerlingen belangrijk zijn om te onthouden (referentiebegrippen) en welke niet
(tijdelijke functionele begrippen). Geef bij de geselecteerde begrippen aan of het om
historische of om structuurbegrippen gaat.
Gemaakt in de les.
Referentiebegrippen.
- Prehistorie.
- Materiële bronnen.
- Homoniden.
- Australopithecus.
- Homo sapiens.
- IJstijd
- Eeuw, jaar
- Klimaat.
- Chronologisch.
- Oerknal.
- Jagers, aaseters.
- Overblijfselen.
- Evolutietheorie.
Pagina
12
Tijdelijke functionele begrippen.
- Darwin.
- Geleidelijke evolutie.
Opdracht 2/3
Selecteer in een opgegeven hoofdstuk (Storia 1, Hoofdstuk 7) van Storia 1/ Historia 2 de in
de lestekst en in de documenten vermelde relaties.
13
Evolutie.
Verspreiding van de mens, ijstijden.
Pagina
-
Opdracht 2/4
Selecteer in Storia 1/ Historia 2 telkens twee hoofdstukken waarin historische structuren
worden aangebracht. Licht toe.
Storia 1.
- Hoofdstuk 9; Een vaste verblijfplaats en de landbouw veranderen de samenleving
grondig. P39.
o Het type samenleving veranderd, de samenleving is nu afhankelijk van het
klimaat en het land.
- Hoofdstuk 14; Het ontstaan van de Stroomculturen. P64.
o Irrigatie zorgt er voor dat de samenleving minder afhankelijk is van het
klimaat. Er is nood aan organisatie, dus er ontstaan leiders met een bepaalde
macht.
Pagina
14
Historia 2.
- Hoofdstuk 30; Rome koos voor de republiek. P70.
o Ontstaan van een samenleving gebaseerd op het republikeins principe.
- Hoofdstuk 50; Het verval van het uitgestrekte keizerrijk. P114.
o Door de val van het keizerrijk verandert het bestuur in geheel Europa.
Opdracht 2/5
Selecteer in Storia 1/ Historia 2 telkens twee hoofdstukken waarin historische processen
worden aangebracht. Licht toe.
Storia 1
Hoofdstuk 9, een vaste verblijfplaats en de landbouw veranderen de samenleving.
Door het ontstaan van landbouw ontstaat er sedentairisme. Dit heeft invloed op alle 4 de
domeinen van de samenleving.
Hoofdstuk 23, de evolutie van het schrift.
Het schrift heeft heel de maatschappij veranderd, men kan nu kennis opslaan en doorgeven
aan de volgende generaties. Een wereldwijde handel is mogelijk. Het begin van
geschiedschrijving ontstaat gelijk met het schrift.
Pagina
15
Historia 2
Hoofdstuk 18, bloei van de Atheense democratie.
Griekenland was de eerste democratie, zij waren een groot voorbeeld voor de rest van de
wereld, ook nog vandaag de dag proberen landen democratie na te streven.
Hoofdstuk 53, van polytheïsme naar monotheïsme.
De Romeinen nemen het christendom onder de arm, dit wordt later een van de grootste
godsdiensten in Europa en nood Amerika.
Opdracht 2/7
Ga in Storia 1, Historia 1 en minimaal nog twee andere handboeken voor het eerste jaar
secundair onderwijs na hoe de leerlingen geïnitieerd worden in het werken met de tijd. Wie
doet het volgens jou het beste en waarom? Bekijk ook eens de aanpak van Chronometer1.
Storia 1
De verschillende tijdsrekeningen worden aangehaald. Ook weer de basis begrippen zoals
jaar, eeuw, decennium worden uitgelegd. Het feit dat men een tijdsband gebruikt om tijd
visueel te maken.
De klassieke indeling van de geschiedenis in de 7 perioden word naar voor geschoven.
Anno 1
De verschillende tijdsrekeningen worden aangereikt, ook word er weer de klassieke indeling
in perioden aangegeven. Begrippen zoals jaar, eeuw, decennium worden uitgelegd.
Er wordt een mooi overzicht gegeven van vele verschillende invalshoeken.
Memo 1
Tijd wordt hier aangebracht als een natuurverschijnsel,ook worden verschillende
instrumenten om tijd te meten naar voor gebracht. Tijd kan men ook uitdrukken in termen
van levenscycli en generaties.
Er wordt verschil gemaakt tussen het individuele en het collectieve geheugen.
Chronometer, werken met tijd
Dit is heel simpel opgebouwd met veel oefeningen. De nadruk ligt meer op het juist
gebruiken en minder op de theorie dan in de andere handboeken.
Het is een goede aanpak voor het onder de knie krijgen van de vaardigheid omgaan met tijd.
Pagina
16
Memo en chronometer hebben de beste aanpak vind ik.
1
Guy DELESPAUL, chronometer. Werkboek historische vaardigheden, averbode educatief, 2003.
Opdracht 2/8
Bekijk grondig de tijdlijnen in Storia 1 en Historia 2 en ga na of ze beantwoorden aan de
hiervoor opgegeven criteria.
Pagina
17
Storia 1
Er is maar 1 horizontale tijdsbalk in Storia(p28). Er staat geen looprichting op en geen ijking.
Historia 2
Hier staan meer tijdsbalken in, ondanks dat eigenlijk niet overal een tijdsbalk nodig was,
voor sommige onderwerpen was een tijdslijn afdoende geweest. Dit is naar mijn
veronderstelling gedaan om consequent te zijn in hun manier van situeren in de tijd.
De tweede tijdsbalk op pagina 6-7 heeft geen ijking en geen epoche.
Opdracht 2/9
Pagina
18
Maak voor een opgegeven onderwerp (De Myceense cultuur) (opgave op Dileahs) een
tijdbalk die voldoet aan de opgegeven criteria. Zie ook tips onder c.
Eerder al afgegeven. Taak in bijlage
Opdracht 2/10
Ga in Storia 1 na hoe het algemene chronologische referentie kader (periodisering en
golven) wordt aangebracht en vergelijk deze aanpak met die in Historia 1 (bekijk hierbij ook
het werkboek) en minstens één ander handboek voor het eerste jaar. Welke aanpak lijkt jou
de beste? Argumenteer bekijk in Historia 2 hoe het chronologische referentiekader in het
tweede jaar herhaald wordt en vergelijk de aanpak ook met minstens twee andere
handboeken voor het tweede jaar.
Storia 1.
In Storia 1 geven ze niet weer hoe het kader i.v.m. de golven in elkaar zit. Wel geven ze de
klassieke 7 perioden van de geschiedenis aan.
Aanpak Historia 1.
Ze beginnen met uit te leggen dat tijd relatief is, hangt er van af hoe je de tijd indeelt. Alsook
dat er naast de christelijke tijdrekening ook nog een islamitische tijdrekening is.
Ook zeggen ze dat het mogelijk is om de geschiedenis van de mens op een tijdlijn te plaatsen
en dat historici de lange geschiedenis van de mens hebben opgedeeld in “historische
perioden”; oudste tijden, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd,
nieuwste tijd, eigen tijd. Dit is echter in de oudere uitgave. De nieuwe versie heeft een veel
uitgebreidere behandeling over periodisering en golven. Daar word het indelen in historische
periodes naast het indelen in golven gelegd. Een ruimere visie wordt zo aangeboden.
Anno 1. (handboek) p10-11
Hier beginnen ze met het aanhalen van (meerdere) verschillende tijdrekeningen; de
christelijke, joodse, oud Griekse (eerste Olympische spelen), Romeinse (stichting Rome) en
islamitische.
Ook de verschillende indelingen worden aangehaald; one ‘klassieke indeling’ (tijdsperioden)
en de Amerikaanse indeling volgens Alvin Toffler (drie belangrijke revoluties).
Beide indelingsmethoden worden vergeleken op tijdsbalk.
Ook word er uitgelegd uit hoeveel jaar een decennia, eeuw en millennium omvat. Ook het
praktisch werken hiermee word behandeld.
Historia 2. (handboek) p136-137
In de laatste hoofdstukken van Historia 2 word aandacht geschonken aan de verschillende
golven van de beschaving. Dit werd in Historia 1 niet aangehaald in het oude handboek.
Beide indelingsmethoden worden vergeleken op een tijdsbalk.
Pagina
Conclusie.
De aanpak van Historia 1 lijkt mij het beste. Daar gaan ze er het diepste op in en geven ze de
meeste alternatieven.
19
Anno 2. (handboek) p4
Hier word niet veel aandacht besteed aan het herhalen van het chronologische referentie
kader. er word enkel de klassieke oudheid gesitueerd in de tijd.
Opdracht 2/13
Illustreer aan de hand van enkele voorbeelden de mondiale aanpak van de prehistorie in
Storia 1. Doe ook een concreet voorstel om het regionale niveau hierbij te betrekken.
Deel B van Storia gaat over de prehistorie overal op de wereld. Je kunt dit merken aan de
situeringkaartjes bovenaan links bij elk nieuw hoofdstuk. Bij hoofdstuk 7, 8 en 10 is dit de
wereldkaart.
Deel C van Storia gaat over de prehistorie in Noordwest-Europa. Zelfs hier zijn bij hoofdstuk
12 en 13 de situeringkaartjes niet enkel Noordwest-Europa, men bekijkt het in een iets
groter kader.
Pagina
20
Men zou om het regionale niveau meer te betrekken bronnen kunnen aanbieden die bij ons
gevonden zijn. Een concreet voorbeeld zijn de grotten van Spy, de goudschatten van de
Kelten die gevonden zijn in Nederland.
Opdracht2/14.
Ga in Historia 2 na hoe het nationale/regionale niveau betrokken wordt. Doe zelf een
suggestie om de geschiedenis van de klassieke oudheid in een breder continentaal of
mondiaal perspectief te plaatsen.
Ik vind dat het in Historia 2 vooral om het Romeinse rijk en Griekenland draait, de Kelten
worden echter ook vermeld dus voor ons is dat het nationale/regionale niveau.
Pagina
21
Om dit veel breder open te stellen zou het behandelen van andere gelijktijdige culturen het
best zijn. De Zuid-Amerikaanse culturen die toch ook een groot hoogte punt hebben gekend
mogen wel vermeld worden.
Ook is de Aziatische (China/Japan) cultuur een interessant onderwerp van een thema les ter
uitbreiding van het ruimtelijk kader.
Opdracht 2/16
Zoek in Storia 1 en Historia 2 indien mogelijk van elk type kaart een voorbeeld.
Historia 2
Niet gevonden
P 12; document 1
Niet gevonden
22
Storia 1
P 26; bron 1
P 34; bron 5
P 27; randinfo
Pagina
Soort kaart
Aardrijkskundige kaart
Geschiedkundige kaart
Historische kaart
Opdracht 2/17
Zoek in een algemene atlas (gedrukt of digitaal) een landschapskaart van Egypte en een
reliëfkaart van Griekenland. Zoek op Google Earth een satellietfoto die je bruikbaar acht
voor de les over Egypte, Griekenland of Rome. Geef duidelijk aan bij welke les deze foto kan
worden gebruikt en wat je leerlingen hiermee precies wil bijbrengen.
Pagina
23
2
2
http://bbsnews.net/images/egypt.jpg
3
Kaart 1.
Bij de les over de grenzen van Egypte. Je ziet duidelijk de woestijn en de gebergtes.
Pagina
24
Kaart 2.
De perfecte kaart om uit te leggen dat scheepvaart heel belangrijk was voor Griekenland.
3
http://www.lib.utexas.edu/maps/europe/greece_rel_1984.gif
Pagina
25
Hier kun je duidelijk op zien dat de Nijldelta een groen, dicht begroeid gebied is, dit kan
worden gebruikt bij een les over landbouw in Egypte.
Pagina
26
Hier kun je zien dat de berghellingen vruchtbaar zijn, dit kan worden gebruikt bij een les over
de landbouw in Griekenland.
Opdracht 2/19
Zoek in Storia 1 en Historia 2 enkele voorbeelden van reconstructietekeningen en/of
maquettes die toelaten om ruimtelijke aspecten van het verleden te verkennen.
27
Historia 2
P 79
P 114
Pagina
Storia 1
P 53; bron 3
P 72
Opdracht gemaakt in de les.
Opdracht 2/21
Beoordeel aan de hand van de hiervoor gegeven criteria de kaarten in Storia 1 en Historia 2.
Vaste reeks kaarten
Ja, men gebruikt hetzelfde
kaartontwerp in een
onderwerp.
Oriëntering
Titel
Legende
Detailkaarten en
contextkaarten
Normaal
Ja
Evenwicht aan gegevens in
functie van duidelijkheid
Projectie mogelijkheden
Schaal
Mogelijkheid tot inzichtelijke
vragen
Opdracht gemaakt in de les.
Er is iedere keer bij het begin
van het hoofdstuk een
contextkaart aanwezig
Staat niet te veel op de kaart
Soms lastig om in te scannen
wegens plooi in het boek.
Zelden aanwezig
Ja, de uitleg staat niet op de
kaarten maar in de tekst.
Historia 2
Ja, maar soms lijken de kleuren
te veel op elkaar. Zoals bij P72
document 2
Hier gebruikt men een iets
gevarieerder aanbod van kaart
reeksen, maar op de
verschillende schalen na stoort
dit niet.
Normaal
Ja
Ja, contextkaartje in de kader
van de kaart
Soms staat er te veel op een
kaart. P98 document 1 is
overgeladen met informatie.
Soms lastig om in te scannen
wegens plooi in het boek.
Overwegend aanwezig
Ja, als je sommige dingen weg
wist. Bij kaart p 24 document 1
zou het handiger zijn geweest
als de verhandelde producten
een pictogram hadden
gekregen zodat je de legend
maar moest afdekken voor
inzichtvragen over de handel.
28
Storia 1
Ja, kleuren zijn duidelijk
Pagina
Criteria
Duidelijke en goed
vormgegeven kaarten
Opdracht 2/22
Ga na hoe in Storia 1 (handboek én werkboek) en minstens één ander handboek voor het
eerste jaar secundair onderwijs de domeinen van de samenleving worden aangebracht.
Gebeurt dit volgens jou voldoende duidelijk voor leerlingen van het eerste jaar secundair
onderwijs?
Boek
Storia 1
Aanbrenging
Er wordt in het boek maar gesproken over 3 domeinen, men voegt het
economische en sociale domein samen. Er wordt echter niet zo veel over
verteld.
Er worden veel oefeningen in het handboek gegeven op het categoriseren in
de 3 domeinen.
Er wordt ook niet gesproken over de wisselwerking tussen de domeinen,
althans niet voldoende.
Er is een overzichtelijk schema aanwezig in het werkboek.
Historia 1
In Historia spreekt men van 4 domeinen, wat het meest logische is. Er wordt
ook op een iets theoretischere manier naar gekeken, er zijn minder oefeningen
maar de oefeningen die er staan zijn wel iets moeilijker.
Er is ook verschil in de nieuwe druk en de oude druk van het handboek.
Oude versie (2002)
Nieuwe versie (2005)
Elk domein wordt apart uitgelegd en er
De domeinen staan door elkaar, dit is
worden iedere keer enkele voorbeelden nogal verwarrend, er is ook niet ieder
bij gegeven.
maal een voorbeeld voor elk domein.
Conclusie: in de oude druk wordt er meer en beter aandacht geschonken aan de
verschillende domeinen van de samenleving.
Pagina
29
Ja het word voldoende duidelijk uitgelegd wat de verschillende domeinen zijn van de
samenleving, maar ik denk dat het toch nog aan de leerkracht is om een eenduidige definitie
voor elk domein aan te reiken.
Opdracht 2/23
Pagina
30
Leerlingen vertrouwd maken met de vier domeinen van de samenleving kan het beste met
voorbeelden uit de actualiteit. Verzamel in kranten en tijdschriften koppen en prenten die
leerlingen moeten rangschikken volgens de domeinen van de samenleving. Let erop dat de
voorbeelden voldoende duidelijk zijn. Voorzie per domein minimaal 4 (!) items en zorg
ervoor dat er, ook binnen de domeinen, voldoende variatie is. Zoek daarnaast ook nog eens
minimaal 4 (!) items die minstens tot twee domeinen behoren.
Opdracht 2/24
Geef zelf telkens een voorbeeld van de wisselwerking tussen de domeinen van de
samenleving uit de oudste tijden (!) voor volgende 5 (!) gevallen:
 de wisselwerking tussen het economische en het sociale domein
 de wisselwerking tussen het economische en het politieke domein
 de wisselwerking tussen het economische en het culturele domein
 de wisselwerking tussen het sociale en het politieke domein
 de wisselwerking tussen het sociale en het culturele domein
Pagina
31
De wisselwerking tussen het economische en het sociale domein
Door het economisch surplus ontstaat er een omgeving waar ambachten zich kunnen in
ontwikkelen.
De wisselwerking tussen het economische en het politieke domein
Men gaat oorlog voeren om vruchtbare gronden. Men voert oorlog voor grondstoffen.
De wisselwerking tussen het economische en het culturele domein
In de ruilhandel worden goed gemaakte beeldjes ook als betaling van goederen
aanvaard.
De wisselwerking tussen het sociale en
het politieke domein
Door het ontstaan van gelaagdheid
komen leiders naar voor. De groep is
nu niet meer evenwaardig, de leider
staat aan het hoofd van de groep.
De wisselwerking tussen het sociale en
het culturele domein
Iemand de prachtige beeldjes kan
maken zal respect krijgen van de
anderen in de groep.
Opdracht 2/25
Ontwerp voor de leerlingen van het 1ste jaar SO of het 2de jaar ASO een concrete
internetzoekopdracht (met betrekking tot het jou toegewezen onderwerp voor de
didactische documentatiemap). Besteed bij het geven van de opdracht voldoende aandacht
aan de zoekstrategie. Laat de leerlingen hierover ook rapporteren. Besteed daarnaast ook
aandacht aan de uitwerking (eventuele oplijsting) van de normantwoorden (de antwoorden
die jij van de leerlingen verwacht).
Pagina
32
TIP
Om te kijken of de opbouw goed is kun je het best zelf eerst invullen met de hand.
Internetopdracht.
Opdracht 1
Pagina
33
Duid op de blinde kaart met geel het verspreidingsgebied van de neanderthaler aan. De
te gebruiken bron hiervoor is: https://www.kuleuven.be/vesaliusonline/Decorte.pdf
Opdracht 2
Vul in met cijfers/plaatsen of ja/nee/misschien, de grijze gebieden moet je niet invullen.
Site 1
Site 2
Site 3
http://nl.wikipedia.or http://www.neander https://www.kuleuve
g/wiki/Neanderthaler thalers.nl/
n.be/vesaliusonline/
Decorte.pdf
Leefden van …tot …
Kunst bij de
neanderthaler?
Herseninhoud
Aanwezigheid van
taal
Vindplaatsen.
Min 3 verschillende.
Kannibalisme
Wordt er vermeld of
ze zijn uitgestorven?
Vermeld hoe dit zou
zijn gebeurd.
Welke van deze sites vind jij persoonlijk de beste? Argumenteer dit.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Pagina
Tip.
Ombepaalde woorden op een internet site te vinden kun je gebruik maken van de
zoekfunctie. De sneltoets voor deze zoekfunctie is voor de breedverspreide browsers altijd:
“Ctrl+F”.
34
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 3
Bepaal aan de hand van de tijdlijn
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/6c/Hominin_species.png ) met welke
andere menssoorten de neanderthaler samen heeft geleefd.
Opdracht 4
Leid uit nevenstaande stamboom
af wie de voorvaderen van de
neanderthalers waren. Ga twee
takken terug.
………………………………………………………
………………………………………………………
Pagina
35
…………
Opdracht 5
Gebruik voor volgende 2 vragen deze pagina(http://www.neanderthal.de/nl/kidsco/feuer-machen/index.html) en de zich daarop bevindende links.
Kende de neanderthaler het vuur?
Wat zou de neanderthaler moeten hebben om een nieuw vuur te maken? Vermeld
minstens 5 dingen.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Opdracht 6
Ga na of de informatie over de neanderthaler op wikipedia betrouwbaar is.
Opdracht 7.
Pagina
36
Maak een koptekst met jouw naam in, je klas en de datum.
Internetopdracht, normantwoorden met de hand ingevuld.
Opdracht 1
Pagina
37
Duid op de blinde kaart met geel het verspreidingsgebied van de neanderthaler aan. De
te gebruiken bron hiervoor is: https://www.kuleuven.be/vesaliusonline/Decorte.pdf
Opdracht 2
Vul in met cijfers/plaatsen of ja/nee/misschien, de grijze gebieden moet je niet invullen.
Site 1
Site 2
Site 3
http://nl.wikipedia.or http://www.neander https://www.kuleuve
g/wiki/Neanderthaler thalers.nl/
n.be/vesaliusonline/
Decorte.pdf
Leefden van …tot …
Kunst bij de
neanderthaler?
Herseninhoud
Aanwezigheid van
taal
Vindplaatsen.
Min 3 verschillende.
Kannibalisme
Wordt er vermeld of
ze zijn uitgestorven?
Vermeld hoe dit zou
zijn gebeurd.
Welke van deze sites vind jij persoonlijk de beste? Argumenteer dit.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Pagina
Tip.
Ombepaalde woorden op een internet site te vinden kun je gebruik maken van de
zoekfunctie. De sneltoets voor deze zoekfunctie is voor de breedverspreide browsers altijd:
“Ctrl+F”.
38
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 3
Bepaal aan de hand van de tijdlijn
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/6c/Hominin_species.png ) met welke
andere menssoorten de neanderthaler samen heeft geleefd.
Opdracht 4
Leid uit nevenstaande stamboom
af wie de voorvaderen van de
neanderthalers waren. Ga twee
takken terug.
………………………………………………………
………………………………………………………
Pagina
39
…………
Opdracht 5
Gebruik voor volgende 2 vragen deze pagina(http://www.neanderthal.de/nl/kidsco/feuer-machen/index.html) en de zich daarop bevindende links.
Kende de neanderthaler het vuur?
Wat zou de neanderthaler moeten hebben om een nieuw vuur te maken? Vermeld
minstens 5 dingen.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Opdracht 6
Ga na of de informatie over de neanderthaler op wikipedia betrouwbaar is.
Opdracht 7.
Pagina
40
Maak een koptekst met jouw naam in, je klas en de datum.
Opdracht2/26
Ontwerp voor één hoofdstuk uit Storia 1 een schema bij de lestekst. Herwerk dit schema
vervolgens tot je een basis structuur hebt die de leerlingen zelf kunnen aanvullen. Geef aan
hoe de leerlingen moeten te werk gaan.
Schema uitgeschreven op papier.
In bijlage.
Basisstructuur.
De werktuigen van de prehistorische mens.
Pagina
41
Vuur.
- Nut.
o ………………………………………………………….
o ………………………………………………………….
o ………………………………………………………….
o ………………………………………………………….
- Hoe gemaakt/verkregen?
o In den beginne, ……………………. Jaar geleden.
 Het was …………………… vuur, dat ontstaan was door……………….
verschijnselen.
o Een beetje later, ………………….. jaar geleden.
 Men maakt het vuur nu zelf. Met behulp van:
 Vonken gemaakt door………………………..
 Wrijving gemaakt door …………………………..
Werktuigen.
- In de steentijd gemaakt uit……..
o Bekendste was de vuistbijl.
- In de kopertijd gemaakt uit…………..
o Voordeel tenopzichte van steen: ……………………..
- In de bronstijd gemaakt uit …………….
o Voordeel tenopzichte van het vorige materiaal: …………………………….
- In de ijzertijd gemaakt uit ……………………
o Voordeel tenopzichte van het vorige materiaal: ……………………………….
Opdracht 2/28
Werk voor een gegeven brontekst (Historia 2, les 9, bron 5) het volledige stappenplan uit.
Duid bij de concrete vragen/opdrachten aan waar het om translatie (T) en waar het om
interpretatie (I) gaat.
Translatie van een tekst: standaardtypes
• tekstpassages in eigen woorden laten navertellen
Pagina
stap 1 = voorbereiding door de leerkracht = eerste lectuur van de tekst
• lees de tekst grondig
• duid (eventuele) moeilijkheden aan
• selecteer in de tekst de leerinhouden die belangrijk zijn
• structureer die leerinhouden
• zoek naar een kernvraag
• stel deze kernvraag (inspelend op reeds verworven leerinhouden)
• orden de inhoudelijke gegevens (inspelend op antwoord op de
kernvraag)
Wat halen we uit deze tekst?
Kernvraag?
Context?
Hoe structureren we deze leerinhoud?
• stap 2 = didactische verwerking voor de leerlingen
• => hoe komen ook de leerlingen tot dezelfde inzichten ?
• => hoe kunnen we hen daartoe brengen ?
• opsplitsen in:
• lectuur: niet evident ! (ook grondig voorbereiden)
• translatie
• = omzetten in de eigen taal van de leerlingen => bevattelijker
maken
• via vragen en opdrachten lezen de leerlingen de tekst
grondiger en bevatten ze de inhoud ervan !
• standaardtypes (= voorbeeldtechnieken)
• om te zetten in concrete vragen en opdrachten
• met concrete werkvorm (zie later) voor ogen
• interpretatie
• = contextualisering en verankering
• leerlingen moeten…
• de essentie vatten
• samenhangen kunnen verklaren (ook met elementen
buiten de tekst)
• voorbeelden kunnen geven van andere, gelijkaardige
gebeurtenissen en samenhangen
• actualiseren
• standaardtypes (= voorbeeldtechnieken; evenwel niet zomaar
toepasbaar)
42
•
•
•
•
•
•
moeilijke woorden of uitdrukkingen in eigen woorden laten omzetten
informatie in een schema laten onderbrengen
tussenkopjes laten maken
elementen uit of situaties in een tekst laten tekenen
bij een tekst vragen laten formuleren
Translatie van een prent: tips bij het vragenstellen
WEL
•
•
voorbereiding:
 zorg voor een goed vragenlijstje
 noteer je vragen in logische en chronologische volgorde
 noteer ook het verwachte antwoord
 controleer vervolgens goed en zelfkritisch of de door jouw
geformuleerde vragen de leerlingen effectief naar het antwoord
voeren
uitvoering:
 formuleer eerst de vraag, geef dan bedenktijd en duid dan een leerling
aan om te antwoorden
 indien er geen of geen correct antwoord komt, herformuleer dan de
vraag
 denk bij foute antwoorden steeds na waarom de leerling dit antwoord
geeft (eventueel fout geformuleerde vraag?) en geef de leerling de
kans om het antwoord te verklaren en eventueel bij te sturen
 laat leerlingen een antwoord van een medeleerling herhalen,
aanvullen, herformuleren …
•
•
•
•
•
vermijd taalkundig onjuiste formuleringen
 'van wat' i.p.v. 'waarvan'
 'met wat' i.p.v. 'waarmee'
vermijd te vage en te algemene vragen
 Wie kan mij eens zeggen waarover de tekst gaat?
 Wat kenmerkte de Grieken?
vermijd vragen met ja/nee als antwoord
 Hadden de Grieken gemeenschappelijke heiligdommen?
vermijd suggestieve vragen
 Zouden de Grieken en de Perzen dezelfde taal gesproken hebben?
vermijd combinaties van meerdere vragen
 Wat hadden de Grieken gemeen op het vlak van afstamming, taal en
religie?
maak er geen quiz van (indien het (juiste) antwoord uitblijft)
 Ik zoek een antwoord dat begint met een …
Interpretatie van een tekst: standaardtypes
Pagina
•
43
NIET
•
•
•
•
•
•
leerlingen vragen naar de betekenis van wat ze lezen en naar wat ze
daaruit concluderen
leerlingen vragen van welk begrip of verschijnsel X of Y een goed
voorbeeld is
bij leerlingen informeren naar de afloop van een gebeurtenis of naar
eventuele impact van het optreden daarbij van X of Y
leerlingen vragen of een bepaald fenomeen meer voorkwam en hen
polsen of wat ze lezen toen normaal was
leerlingen tekstballonnetjes laten invullen (wanneer er uitspraken
moeten worden bedacht en deze niet direct in de tekst te vinden zijn)
… (zie de vragen van de historische kritiek (zie vroeger))
Iets over Xenophon.
Dit is mee gestuurd in pfd. Pdf afprint in voor de leerling veel visueler dan een copy-paste
van een site in Word.
Xenophon - Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Xenophon[13/12/2008 11:49:15]
Nu doneren »
Xenophon
Dit artikel gaat over de schrijver Xenophon van Athene. Voor een andere schrijver met dezelfde naam, zie Xenophon van Efese.
Xenophon van Athene, Grieks: Ξενοφῶν (Erchia, ca. 430 v.Chr. Korinthe, 355 v.Chr.) was een Griekse schrijver en auteur van onder andere
de Anabasis.
Pagina
Xenophon werd rond 430 v.Chr. (434? / 427?) geboren in de Attische deme
Erchia, in de buurt van Athene. Omdat hij stamde uit een welgestelde
aristocratische familie, werd zijn intellectuele vorming afgewerkt met
onderricht bij de sofisten. Zijn afkomst leidde ertoe dat hij zich steeds
onwennig heeft gevoeld in het democratische Athene, en er zich enigszins
als dissident gedroeg.
De twee gebeurtenissen die zijn schrijversleven hebben bepaald, zijn
enerzijds het contact met de wijze Socrates, tot wiens vriendenkring hij
toetrad en die hij levenslang bewonderde - via Xenophon kunnen we over
Socrates heel wat informatie vergaren, omdat hij zelf nooit iets opschreef -,
en anderzijds de Peloponnesische oorlog (431 tot 403 v.Chr.). In deze
verscheurende oorlog stond de jonge Xenophon, omdat hij een aristocraat
was en dus voorstander van een oligarchische staatsvorm, eerder aan de
kant van de Spartaansgezinden.
Toen er in 403 v.Chr. een einde kwam aan de Peloponnesische oorlog, en
Athene na een vernederend vredesakkoord ingenomen en bezet werd door
de Spartanen, kwam er een Spartaans gezinde oligarchie aan de macht, de "Dertig", die een antidemocratisch
schrikbewind
voerden. Xenophon kreeg een baan als administratief medewerker. Het was ook in deze periode dat hij terechtkwam in
de
filosofische vrienden-leerlingenkring rond Socrates.
Rond de eeuwwisseling ondernam de Perzische prins Cyrus een poging tot staatsgreep om zijn broer koning Artaxerxes
II
van de troon te stoten. Tijdens de Peloponnesische oorlog had deze Cyrus de Spartanen financieel gesteund, en dus
rekende hij voor zijn onderneming op een wederdienst vanwege Sparta. Ook een zekere Thebaan, Proxenus genaamd,
nam
deel aan deze Tocht van de tienduizend. Deze wist zijn vriend Xenophon er toe te overhalen om, na het herstel van de
democratie, als "waarnemer" deel te nemen aan de expeditie. Dat gaf Xenophon de gelegenheid om voor enkele jaren
uit
Athene te verdwijnen en een reis te maken door het Perzische binnenland. De veldtocht is uiteindelijk op niets
uitgedraaid.
Nadat Cyrus in de strijd gesneuveld was, nam Xenophon op algemeen verzoek de leiding van de ver van huis aan hun
lot
overgelaten Griekse huurlingen op zich, en bracht hen na jarenlange omzwervingen behouden terug in Griekenland. De
memoires van deze expeditie (401-399 v.Chr.) zou hij later neerschrijven in zijn beroemde boek "Anábasis".
44
Biografie
In Athene had men Xenophons optreden met lede ogen aangezien: hij werd dan ook door een verbanningsdecreet
getroffen. Maar dat bleek niets eens nodig: bij zijn terugkeer in Griekenland, besloot Xenophon, diep ontgoocheld door
de
gebeurtenissen tijdens zijn afwezigheid (o.a. het doodvonnis van Socrates en zijn eigen verbanning), voorgoed met zijn
vaderstad te breken en liep over naar de Spartanen, die hem gastvrij onthaalden. Hij bracht het tot persoonlijke vriend
en
raadsman van koning Agesilaüs II, die hij op diens militaire campagnes begeleidde, en voor wie hij nog een lijkrede zou
schrijven.
Voor bewezen diensten kreeg hij van Sparta een landgoed te Scillus (Grieks Σκιλλούς, nu Σκιλλουντία, nabij Olympia, in
de
Xenophon van Athene
artikel
zoeken
in andere talen
Български
Català
Česky
Cymraeg
Dansk
Deutsch
Ελληνικά
English
Esperanto
Español
Eesti
Suomi
Français
Gaeilge
Galego
‫עברית‬
Magyar
Íslenska
Italiano
日本語
Latina
Xenophon - Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Xenophon[13/12/2008 11:49:15]
[bewerk]
[bewerk]
landstreek Elis), waar hij zich in 390 v.Chr. terugtrok, en er leefde als herenboer en schrijver. Daar beleefde hij samen
met
zijn vrouw en zijn twee zonen de twintig gelukkigste jaren van zijn leven. Bijna al zijn boeken kwamen dáár tot stand.
Maar
het noodlot sloeg toe... Toen Sparta in 371 v.Chr. tegen de Thebanen een zware nederlaag leed in de slag bij Leuctra,
werd Xenophon door de politieke gevolgen van de nederlaag gedwongen Scillus weer te ontruimen. Zijn oudste zoon
Gryllos zou in dienst van Athene sneuvelen in de Slag bij Mantinea. Ondanks de amnestie die hij intussen in Athene had
gekregen, wenste hij er nooit meer terug te keren. Hij vestigde zich te Korinthe waar hij in 355 v.Chr. ook overleed.
Pagina
Overzicht van Xenophons belangrijkste werken:
de Anábasis (Grieks Ανάβασις, correcte uitspraak met klemtoon op de tweede –a-)
In dit verslag van de Tocht der Tienduizend beschrijft hij uitvoerig alle avonturen, de "ups en downs", die hij zelf heeft
beleefd samen met het huurlingenleger op tocht tot ver in het binnenland van Azië (de tocht leidde tot bij het huidige
Bagdad!). Letterlijk betekent Anabasis Tocht naar het binnenland, maar in de 7 boeken van dit werk wordt ook de
feitelijke katabasis (of terugkeer) verhaald.
de Hellenica (Grieks Ελληνικά, correcte uitspraak met klemtoon op de -a-)
Dit werk is de voortzetting van het (afgebroken!) historische werk van de schrijver Thucydides; het behandelt de
gebeurtenissen in Griekenland tussen de jaren 411 en 362 v.Chr., dus voor Xenophon eigentijdse geschiedenis,
uiteengezet in een aantal dramatische taferelen.
de "Memorabilia of Herinneringen aan Socrates (Grieks Απομνημονεύματα Σωκρατούς)
Uit deze herinneringen aan Socrates blijkt Xenophons verregaande bewondering voor de grote wijze. In een aantal
fictieve dialogen confronteert de auteur Socrates met vrienden en tegenstanders. Op die manier kan hij Socrates eer
bewijzen en hem postuum verdedigen, en tevens Socrates’ opvattingen in verband met politiek en openbaar leven
uiteenzetten.
de Cyropaedia (Grieks Κύρου Παιδεία)
Deze "historische roman" beschrijft de opvoeding en het (grotendeels fictieve) levensverhaal van Cyrus de Oudere, de
stichter van het Perzische Rijk en van de Perzische dynastie, die leefde in de 6e eeuw v.Chr. [Zie ook : Lijst van
koningen van Perzië]. Xenophon typeert Cyrus (niet dezelfde persoon als de gelijknamige hoofdfiguur in de Anábasis!)
als de ideale vorst, en gebruikt hem om zijn eigen opvattingen over opvoeding, politieke en militaire aangelegenheden
aan de man te brengen.
"Kleinere" werken van Xenophon:
de Agesilaüs
Dit werk schreef Xenophon naar aanleiding van het overlijden van zijn vriend koning Agesilaüs; het is een lofrede op de
Spartaanse koning
het Symposion
In dit werk speelt, net zoals in de veel befaamdere gelijknamige dialoog van Plato, Socrates een hoofdrol. Het is een
45
Literaire betekenis
weergave van gesprekken naar aanleiding van een in 422 gehouden feestje waarbij Socrates aanwezig was.
de Oeconomicus of Leiding van het huishouden (Grieks Οικονομικός)
In dit werk spreekt Socrates met een zekere Ischomachus over het beheer van diens bezit.
dat Xenophon een verwoed paardenliefhebber was blijkt o.m. uit zijn theoretische werkjes de Hipparchicus (Grieks
Ιππαρχικός), dat raadgevingen bevat voor een cavalerie-aanvoerder, en de Περί Ιππικής, een technisch werkje over het
houden en verzorgen van paarden.
de 'Poroi'
Dit werk, over de Atheense staatsinkomsten, suggereert een hervorming van het Atheense belastingsstelsel.
in de verhandeling Staat van de Spartanen (Grieks Λακεδαιμονίων Πολιτεία) wordt betoogd dat de wetgeving van
Lycurgus de basis van de Spartaanse machtspositie uitmaakten. Momenteel zijn deskundigen van oordeel dat het werk
wellicht niet van de hand van Xenophon is.
Vaak wordt zijn literatuur - vooral de technische werken - als saai beschreven, maar desondanks is hij nu nog steeds
even
vermaard als in de Oudheid vanwege de elegantie van zijn dialogen en de levendige schildering van de gebeurtenissen
in
de Anabasis - voor vele generaties gymnasiasten de eerste introductie tot het Attische Grieks.
Vertalingen
De Spartaanse maatschappij vert. Gerard Janssen, Leeuwarden 2000
Lietuvių
Norsk (bokmål)
Polski
Português
Română
Русский
Srpskohrvatski /
Српскохрватски
Slovenčina
Slovenščina
Српски / Srpski
Svenska
Türkçe
Українська
中文
Xenophon - Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Xenophon[13/12/2008 11:49:15]
Deze pagina is het laatst bewerkt op 14 nov 2008 om 17:37. De tekst op Wikipedia is zonder enige vorm van garantie beschikbaar
onder de GNU Free Documentation License.
Wikipedia® is een geregistreerd handelsmerk van de Wikimedia Foundation, Inc., een in de Verenigde Staten geregistreerde organisatie zonder
winstoogmerk.
Privacybeleid Over Wikipedia Voorbehoud
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Xenophon op Wikimedia Commons.
Bronnen die bij dit onderwerp horen, kan men vinden op de pagina Xenophon op Wikisource
Iets over Solon.
Pagina
46
Ook in bijlage in pdf.
Mijn brontekst.
“Een wijze leider
De sterksten onder de arme Atheners verenigden zich om de ellende van de sociale
ongelijkheid niet langer te dulden. Ze wilden een wijze man als leider kiezen om de schulden
van de armen kwijt te schelden, het akkerland te herverdelen en het huidige politieke
systeem grondig te veranderen. Daarom werd Solon als wetgever gekozen.”
Stap 1
Moeilijkheden
Er zijn geen moeilijkheden in deze tekst. Enkel sociale ongelijkheid kan worden uitgelegd; de
arm – rijk situatie is hier van belang.
Leerinhouden
Het vindt plaats in Athene, Griekenland.
De oorzaak is de sociale ongelijkheid.
Voor Solon was er sociale ongelijkheid en ellende.
Er werd gekozen voor Solon.
Het doel was schulden kwijt voor de armen, akkerland herverdelen en politiek systeem
veranderen.
Solon werd gekozen (dit is het middel).
Kernvraag
Beschrijf de totstandkoming van Solon zijn bewind.
Ordenen
athene -> sociale ongelijkheid
mensen wilden: kwijtschelden schulden, herverdelen akkers, nieuw politiek systeem.
Middel van de mensen -> Kiezen voor Solon.
Stap 2
Wie wordt als de oplossing beschouwd?
Athene
Sociale ongelijkheid
Door kwijtschelden schulden, herverdelen
akkers, nieuw politiek systeem
Solon
Pagina
Waar vind het beschrevene plaats?
Welk probleem wordt er aangehaald?
Hoe willen ze tot een oplossing komen?
47
Translatie
Interpretatie
In welk land heeft dit plaats?
Hoe is het daar nu?
Griekenland
Democratie, maar momenteel opstandjes (link
met actualiteit).
Dit stukje tekst beschrijft het ontstaan van iets, als je weet dat men hier iemand tot leider
kiest, hoe noem je dit dan?
Tot stand komen van democratie.
Toepassen historische kritiek
Dit kunnen de leerlingen zelf doen.
Na het lezen van de extra informatie over Xenophon en Solon zouden ze tot de volgende
bevindingen moet komen. (leeg overzicht kan leerlingen helpen).
Primaire/secundaire bron
Leefde in?
Afkomstig van
Objectief/subjectief
Betrouwbaar?
Xenophon
Secundair
430-355 v.C.
Athene
Hij wou objectief zijn maar is
door zijn afkomst subjectief
Zijn teksten zijn betrouwbaar,
maar men moet ermee
rekening houden dat hij geen
objectieve neerslagen geeft.
Solon
640-560 v. C.
Athene
De creatieve toer op:
Je kan de leerlingen een rollenspel laat naar voorbrengen.
Mogelijkheid 1
Enkele leerlingen zijn de armen, 1 leerling is Solon, de andere zijn het bestuur dat aan de
macht was voordat Solon is verkozen.
De leerlingen moet duidelijk maken aan het bestuur dat zij hen niet meer willen, dit behoort
beargumenteerd te worden.
Ook moeten zij Solon overtuigen om wetgever te worden.
Pagina
Een enkele leerling is Xenophon. De andere zijn gewone Atheners. Xenophon moet van de
gewone Atheners objectieve informatie loskrijgen voor zijn boek.
Je hebt echter tegen 1/3de Atheners opgedragen om Solon te verheerlijken, tegen 1/3de
opgedragen om Solon helemaal af te breken, tegen 1/6de heb je gezegd om Solon te
verwarren met een andere wetgever, en 1/6de moet de waarheid spreken.
Dit is om aan te tonen dat het niet gemakkelijk is om objectiviteit te bereiken.
48
Mogelijkheid 2
Actualiteitsextra
Als Athene brandt
Hoe een inwoner van Athene de rellen meemaakt: Bruno Tersago blogt vanuit de Griekse hoofdstad
Bruno Tersago (41), die vanuit Athene blogt voor De Standaard Online, wandelde vorige week zaterdag
nietsvermoedend naar huis. En zag daarna Athene een hele week branden.
ZONDAG 7 DECEMBER 2008 02.00 uur
Op de terugweg van een bezoek aan een vriend zien we onderweg brandende vuilniscontainers vlakbij de
Polytechnio, de polytechnische universiteit. In deze buurt gebeuren dit soort relletjes wel vaker. Op de radio
hoorde ik dat er een vijftienjarige jongen was doodgeschoten door een politieagent in de wijk Exarchia. Dus geen
gewone relletjes deze keer. Deze wijk is de uitvalsbasis van de Griekse anarchisten, de zenuwen van de politie
staan daar altijd strak gespannen.
MAANDAG 8 DECEMBER 2008 11.02 uur
Athene was het afgelopen weekend een slagveld. De juiste toedracht van het schietincident is nog niet bekend.
Feit is dat zowel de anarchisten als de politie zich meteen hebben gemobiliseerd. Meteen zat de vonk in het
kruitvat en begonnen de rellen zich uit te breiden. Er volgde een kleine oorlog waarbij brand werd gesticht en
werd geplunderd. Vanochtend was de volgende anekdote in het nieuws. Een handelaar die naar zijn uitgebrande
zaak ging kijken - dit weekend durfde hij dat begrijpelijkerwijze niet - kreeg een parkeerboete van 360 euro. Dit
zijn natuurlijk net het soort toestanden die voor frustratie zorgen. De overheid werkt niet, de politie slaagt er niet in
om rellen onder controle te brengen, en terwijl iedereen zijn wonden aan het likken is, schrijft men parkeerboetes
uit. De prioriteiten liggen duidelijk verkeerd.
14.58 uur
De rellen zijn nog niet voorbij. Vanmiddag is de havenwijk Piraeus aan de beurt. Zonet hebben relschoppers tien
politiewagens ondersteboven gekeerd en in brand gestoken. De brandweer durft niet uit te rukken, want ze vreest
voor aanvallen. Scholieren en studenten zijn de straat op gekomen. De scholen blijven gesloten.
19.42 uur
De rellen van het weekend maken vandaag plaats voor een ongelofelijk vandalisme. Een avondbetoging vertrekt
aan de Atheense Kapodistrias universiteit. Al gauw ontaardt die in een enorme chaos in het hart van Athene.
Relschoppers kunnen hun gang gaan, de politie komt gewoon niet tussenbeide.
Grote handelszaken gaan in de vlammen op en worden leeggeroofd. Op het centrale Syntagma-plein zijn de
kerstboom en het kerstdorp in brand gestoken. Het kantoorgebouw van Olympic Airlines staat in lichterlaaie, net
als het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook het bekende hotel Titania staat in brand.
21.46 uur
Het is om bang van te worden. Het hele handelscentrum van Athene staat in brand. Winkels zijn geplunderd. In
de buurt van Omonoia is een wapenhandel leeggeroofd. De politie heeft bevel gekregen een verdedigende
houding aan te nemen, om verdere dodelijke slachtoffers te vermijden. Het lijkt of een hele generatie van
gedesillusioneerde jongeren de straat is opgekomen om zich af te reageren.
Dit ontpopt zich tot een protest tegen een regering die niet in staat is om orde te scheppen, die verdrinkt in de
schandalen, en die niet optreedt in momenten van grote nood. Er is nu een ministerraad aan de gang en morgen
gaat premier Kostas Karamanlis de president en de andere politieke leiders informeren.
DINSDAG 9 DECEMBER 2008 12.50 uur
Deze namiddag wordt de gedode vijftienjarige Alexis Grigoropoulos begraven in de buitenwijk Paleo Faliro. Als
teken van rouw blijven vandaag alle middelbare scholen en universiteiten in Griekenland gesloten. Uit protest
volgt er een optocht door het centrum van Athene.
Pagina
Minister van Binnenlandse Zaken Prokopis Pavlopoulos komt een verklaring afleggen na de ministerraad. Hij
heeft het over de politie die doet wat ze kan en daarbij het leven en de eigendom van de burgers voorop stelt.
Morgen gaan de politici nog wat overleggen, maar voor vannacht is het blijkbaar goed geweest en gaan ze
slapen.
49
23.15 uur
De schade wordt opgemeten na de ongemeen zware rellen van maandagavond. De voorzitter van de Vereniging
van Handelaars van Athene was zeer kritisch voor de overheid, die er niet in slaagde om het handelscentrum van
de hoofdstad te beschermen. De rellen zullen een zware impact hebben op de lokale economie.
De rector van de Nationale Metsovio Universiteit heeft ontslag genomen. Zogezegd omdat hij er niet in slaagde
om de universiteit te beschermen, maar zijn ontslag is een onverhulde kritiek op de regering die weigert om
politieke verantwoordelijkheid op te nemen voor de rellen die nu al drieëneenhalve dag aanhouden.
14.43 uur
In het centrum van Athene is de sfeer zeer gespannen. Enkele jongeren proberen amok te maken en de politie
reageert met traangas. Midden in die wolken komen enkele jongeren uit de massa naar voren, met hun handen in
de lucht, en roepen: 'Stop, op dit ogenblik wordt Alexis begraven!' Op en rond het kerkhof in Paleo Faliro heerst
stilte. Jongeren staan er met opgeheven vuist.
18.02 uur
Na de begrafenis is het hek van de dam in de smalle straatjes van Paleo Faliro en Nea Smirni. Gemaskerde
relschoppers gooien stenen en molotovcocktails naar de politie. Die reageert met massa's traangasgranaten. De
zwaar getrainde Groep Z van de politie is aanwezig. Eén van de agenten schiet tien keer in de lucht. De
bewoners zijn furieus. Ook bij Polytechnio zijn er weer rellen en is er weer brand gesticht.
19.54 uur
De rellen zijn niet zo uitgebreid als gisteren, maar er lijkt echt wel geen eind aan te komen. Morgen is er een grote
algemene staking, die al weken geleden is aangekondigd. De regering heeft opgeroepen om die niet te laten
doorgaan. De vakbonden zijn daar niet op ingegaan. Met een bang hart kijkt men morgen de betogingen
tegemoet. Relschoppers zullen zich zeker weer mengen tussen het volk. Hoe lang gaat de politie dit nog
volhouden?
Oververmoeidheid gaat een rol spelen en de zenuwen staan erg gespannen. En dan gaat de vinger veel sneller
naar de trekker. Griekenland beeft en voelt zich totaal niet beschermd door de overheid.
21.08 uur
In twee andere Griekse steden, Thessaloniki en Patras, wordt er gevochten in de straten. In de buurt van de
universiteit van Thessaloniki is de elektriciteit uitgevallen. Nu zie je niet meer vanwaar de stenen op je af komen.
Handelaars nemen het recht in eigen handen en beschermen zelf hun winkels, want de politie doet het niet.
WOENSDAG 10 DECEMBER 12.07 uur
Algemene staking vandaag tegen de besparingspolitiek van de regering Karamanlis. Er zijn opvallend veel
jongeren aanwezig, die samen met de gemaskerde relschoppers stenen gooien naar de politie, die eens te meer
chemische spray gebruikt en traangasgranaten gooit. Het verkeer, voor zover het al door het centrum kon, zit
volledig in de knoop.
Aan het hotel Grande Bretagne wordt marmer losgemaakt en naar de ordediensten gegooid. Overal klinkt het:
'Flikken, varkens, moordenaars!'
13.21 uur
We hebben weer rellen, in het hele centrum van Athene. De politie maakt weer rijkelijk gebruik van traangas en
chemische spray. Tegen de gemaskerde relschoppers die met stenen en stukken marmer gooien, lijken ze niet
opgewassen, dus arresteren ze jongeren van vijftien of zestien jaar die wat staan te roepen. Mensen die
daartegen protesteren, krijgen chemische spray over zich heen. Blijkbaar wil of kan men de echte relschoppers
niet aanpakken.
De minister van Buitenlandse Zaken, Dora Bakoyiannis, verklaart misschien nog wel het belangrijkste: de
regering draagt zeker de verantwoordelijkheid voor de hele toestand. Premier Karamanlis kondigt financiële
maatregelen aan om de handelaars te helpen om de schade te boven te komen.
Pagina
De ministerraad is geëindigd. De minister van Binnenlandse Zaken verklaart weer hetzelfde: de burgers en hun
eigendommen worden beschermd. Betogingen zijn toegestaan, maar blind geweld niet. Hij zegt ook dat de
ordediensten zullen optreden. We zien dat voorlopig nog niet.
50
16.15 uur
17.48 uur
De verklaring van de advocaat die de beide politieagenten verdedigt die werden opgepakt na de dood van Alexis
Grigoropoulos, zorgt voor deining. Hij beweert dat het allemaal om een jammerlijk misverstand ging. De kogel is
volgens hem afgeketst (we hebben nog geen officieel resultaat van het ballistisch onderzoek).
Hij speelt ook een klassenverschil uit: het verwende rijkeluiszoontje dat in Exarcheia rel komt schoppen tegenover
een agent uit een arme wijk. Een verontschuldiging tegenover de familie van Alexis Grigoropoulos krijgt hij niet
uitgesproken.
DONDERDAG 11 DECEMBER 10.03 uur
De studenten en scholieren komen vandaag op straat en blokkeren de straten, overal in de stad. Scholieren
geven aan waarom: ze zitten in schoolgebouwen van ondermaatse kwaliteit. Ze krijgen les van leraren die niet
gemotiveerd zijn en ze leren eigenlijk niets, zodat ze tot laat in de avond nog naar de privé-scholen (de
zogenaamde frontistiria) moeten om te leren wat ze eigenlijk op school hadden moeten leren.
Nadien geraken ze, met wat geluk, op een Griekse universiteit binnen om daarna jaren te wachten tot ze een job
met een wedde van 700 euro bruto per maand vinden. Als ze geluk hebben, kan een politieke connectie een
plaatsje vinden in de openbare sector. Politici verrijken zich intussen op een obscene manier via corrupte
praktijken.
VRIJDAG 12 DECEMBER 12.48 uur
Athene likt zijn wonden na de rellen van de voorbije dagen. Als de wonden niet goed worden verzorgd, zullen ze
snel gaan zweren en weer openbarsten.
Hoe is de situatie op dit ogenblik? De beide politieagenten die bij het dodelijke schietincident waren betrokken,
zitten in voorlopige hechtenis. Ondertussen is bekend geworden dat de kogel die de jongeman doodde, sporen
vertoonde van andere materialen, wat erop wijst dat hij is afgeketst. De advocaat van de agenten wordt vervolgd
door de Vereniging van Atheense Advocaten om zijn gebrek aan respect (het is niet de eerste keer dat hij met die
vereniging in aanvaring komt). De advocaat had gezegd dat 'God het leven van de jongeman heeft genomen'.
Jongeren betogen vandaag weer in het centrum. De minister van Openbare Orde neemt maatregelen om de
politie efficiënter te laten werken. Voortaan moeten de agenten jaarlijks een psychologische test ondergaan.
16.01 uur
Hoe is het eigenlijk toch zo ver kunnen komen? De uitbarsting was niet geheel onverwacht. Ik heb zelf drie jaar in
Exarcheia gewerkt, en heb er zeer regelmatig relletjes gezien. Anarchisten treiteren constant de permanente
politiepatrouilles en maken misbruik van het asiel dat geldt op het grondgebied van de Polytechnio. Bewoners
klagen steevast van overlast.
Waar ik wel van geschrokken ben, is de brutaliteit waarmee dit keer wordt gevochten en vooral ook van de
omvang van het protest. Het is duidelijk dat er in Griekenland een uiterst gedesillusioneerde jonge generatie
rondloopt die geen hoop ziet op een toekomst.
Het politieke systeem zelf is veeleer een 'familiecratie': het politiek leven wordt al decennia lang beheerst door
drie families die er vooral op uit zijn om financieel voordeel voor hen en hun aanhangers te verzekeren. Zij zijn
ervoor verantwoordelijk dat Griekenland economisch ter plaatse blijft trappelen, terwijl de veel armere buurlanden
Griekenland voorbijracen in deze tijden van globalisering. De onbekwaamheid van de politici om krachtdadig op
te treden, werd deze week blootgelegd voor de hele wereld.
Pagina
Bruno Tersago blogt op: www.standaard.be/elders
51
Premier Karamanlis verklaart vanavond dat hij vervroegde verkiezingen uitsluit. De rellen blijven intussen
voortduren.
Opdracht 2/29
Werk voor een gegeven iconografische bron (met betrekking tot het onderwerp van jullie
didactische documentatiemap) het volledige stappenplan uit. Duid bij de concrete
vragen/opdrachten aan waar het om translatie (T) en waar het om interpretatie (I) gaat.
•
stap 1 = voorbereiding door de leerkracht = eerste 'lectuur' van de prent
• zorg voor een goed leesbare weergave van de afbeelding en verken ook de
mogelijkheden van hedendaagse ICT-technieken
• 'lees' en bekijk de prent grondig; als het ware met de ogen van de leerlingen
• duid (eventuele) moeilijkheden aan
• selecteer in de prent de leerinhouden die belangrijk zijn
• structureer die leerinhouden
• zoek naar een kernvraag
• stel deze kernvraag (inspelend op reeds verworven leerinhouden)
• orden de inhoudelijke gegevens (inspelend op antwoord op de
kernvraag)
stap 2 = didactische verwerking voor de leerlingen
• => hoe komen ook de leerlingen tot dezelfde inzichten?
• => hoe kunnen we hen daartoe brengen?
• opsplitsen in:
• lectuur: bij voorkeur zonder onderschrift of commentaartekst
• translatie
• = omzetten in de eigen taal van de leerlingen => bevattelijker
maken
• via vragen en opdrachten lezen de leerlingen de prent
grondiger en bevatten ze de inhoud ervan!
• standaardtypes (= voorbeeldtechnieken)
• + 'zoek de verschillen' (bij voorkeur zo veel of zoveel mogelijk)
• om te zetten in concrete vragen en opdrachten
• met concrete werkvorm (zie later) voor ogen
• interpretatie
• = contextualisering en verankering
• leerlingen moeten…
• de essentie vatten
• samenhangen kunnen verklaren (ook met elementen
buiten de tekst)
• voorbeelden kunnen geven van andere, gelijkaardige
gebeurtenissen en samenhangen
• actualiseren
• standaardtypes (= voorbeeldtechnieken; evenwel niet zomaar
toepasbaar)
Pagina
•
52
Stappenplan:
Translatie van een prent: standaardtypes
• laten beschrijven wat er gebeurt of wat er te zien is
• onderdelen laten benoemen
• de prent in stukken laten verdelen en deze stukken laten schrijven
• met een raster werken
• werken met contourtekeningen
• tekst bij beeld laten zoeken
• beeldelementen laten kleuren
Translatie van een prent: tips bij het vragenstellen
WEL
•
•
voorbereiding:
 zorg voor een goed vragenlijstje
 noteer je vragen in logische en chronologische volgorde
 noteer ook het verwachte antwoord
 controleer vervolgens goed en zelfkritisch of de door jouw
geformuleerde vragen de leerlingen effectief naar het antwoord
voeren
uitvoering:
 formuleer eerst de vraag, geef dan bedenktijd en duid dan een leerling
aan om te antwoorden
 indien er geen of geen correct antwoord komt, herformuleer dan de
vraag
 denk bij foute antwoorden steeds na waarom de leerling dit antwoord
geeft (eventueel fout geformuleerde vraag?) en geef de leerling de
kans om het antwoord te verklaren en eventueel bij te sturen
 laat leerlingen een antwoord van een medeleerling herhalen,
aanvullen, herformuleren …
•
•
•
•
•
vermijd taalkundig onjuiste formuleringen
 'van wat' i.p.v. 'waarvan'
 'met wat' i.p.v. 'waarmee'
vermijd te vage en te algemene vragen
 Wie kan mij eens zeggen waarover de tekst gaat?
 Wat kenmerkte de Grieken?
vermijd vragen met ja/nee als antwoord
 Hadden de Grieken gemeenschappelijke heiligdommen?
vermijd suggestieve vragen
 Zouden de Grieken en de Perzen dezelfde taal gesproken hebben?
vermijd combinaties van meerdere vragen
 Wat hadden de Grieken gemeen op het vlak van afstamming, taal en
religie?
maak er geen quiz van (indien het (juiste) antwoord uitblijft)
 Ik zoek een antwoord dat begint met een …
Pagina
•
53
NIET
Interpretatie van een prent: standaardtypes
• leerlingen vragen naar de betekenis van wat ze zien en naar wat ze daaruit
concluderen
• leerlingen vragen van welk begrip of verschijnsel X of Y een goed voorbeeld is
• bij leerlingen informeren naar de afloop van een gebeurtenis of naar
eventuele impact van het optreden daarbij van X of Y
• leerlingen vragen of een bepaald fenomeen meer voorkwam en hen polsen of
wat ze zien toen normaal was
• leerlingen tekstballonnetjes laten invullen (om afgebeelde mensen te laten
denken of zeggen, of iets te laten voelen)
• … (zie de vragen van de historische kritiek (zie vroeger))
Prent.
Kopie bij gevoegd.
Het ontstaan der mensheid. De neanderthaler.
TimeLife 1973
P 102-103
Stap 1.
Te zien op de prent is:
- Vuur
- Begraven van doden, meegeven van grafgiften zoals bloemen
- Het vindt plaats aan de ingang van een grot
- Ze leven in groep, ongeveer 20 personen
- Zijn behaard, fors gebouwd
Moeilijkheid: prent is in zwart wit, beetje onduidelijk dus we kunnen geen extreem kleine
details aanduiden.
Opmerking: het is wenselijk om de commentaar tekst in de rechterbovenhoek af te dekken.
Zoeken naar kernvraag:
Welke aspecten van het leven van de neanderthaler komen hier allemaal aan bod?
Zijn er veel aspecten van hoe de neanderthaler leefde die hier niet aanbod komen?
Hoe leefde de neanderthaler?
Kernvraag:
Storia 1, hoofdstuk 7.
Pagina
Context:
54
Hoe leefde de neanderthaler volgens deze prent?
Stap 2.
Vragenlijst voor begeleiding leerlingen bij lezen van de prent. (Translatie)
-
-
-
De leerlingen herkennen de homo neanderthaler.
Ze weten ook dat er nog ander voorouders zijn zoals
de homo erectus, homo sapiens, etc
Leerlingen bemerken dat het onderwerp van de
prent de begraving is
Leerlingen sommen de verschillende dagelijkse
activiteiten op van de neanderthaler, op deze prent
kunnen ze volgende activiteiten vinden: begraven,
bloemen leggen, communicatie, voedsel verzamelen,
sociaal contact rond vuurplaats.
De leerlingen tellen, er zijn er 20 aanwezig.
Laat vergelijken met de klas groep, link met
eigensituatie is gelegd.
Ze beschrijven; behaard, lelijk, naakt, langhaar, fors
gebouwd.
Bij de ingang van de grot.
Ze doen tekens naar elkaar. Ander mogelijk
antwoord van een leerling zou kunnen zijn: de drie
meest linkse krijgen onder hun voeten door de
vierde.
55
-
Wat is er te zien op de prent?
o Wat soort mensen zien we op de
prent?
o Welke voorouders van de mens
kennen we nog?
Wat valt er op?
o Wat staat er centraal in de
prent? Waar ligt het
zwaartepunt van de prent?
Wat zijn de personen aan het doen?
o Is iedereen met hetzelfde bezig?
 Welke verschillende
activiteiten vinden er
plaats op de prent?
Hoe groot is de groep?
o Is dit kleiner of groter dan de
klasgroep?
Hoe zien de mensen eruit?
o Hoe verschillen wij met hen?
Waar situeer je het vuur?
Kijk eens naar het groepje links op de
prent, wat zie je?
Pagina
-
Vragenlijst voor begeleiding leerlingen bij het verstaan van de prent. (Interpretatie)
-
Waar kan het begraven op duiden?
o Wat doen ze ook nog behalve
hem begraven?
 Van wat is dit een
voorbeeld?
 Waar kunnen grafgiften
op duiden?
Welke problemen kan de grootte van de
groep met zich mee brengen?
o Moest deze klas nu samen
moeten wonen in zo een
omgeving in een grot wat zou
dan na enkele generaties het
probleem zijn?
 Kan het fenomeen incest
tot lichamelijke
problemen leiden?
Welke?
 Hoe noemen we
bloedarmoede
nog?
Waarom is het vuur aan de ingang van
de grot? Waarom is het niet achterin,
dat zou toch veel warmer zijn?
o Waar kan dit vuur voor dienen?
Wat is het belang van vuur?
Welke functies kan dit vuur
hebben?
 Welke functies heeft vuur
in het algemeen?
Waarom zouden ze in een grot leven?
Wat zijn daar de voordelen van ten
opzichte van tijdelijke kampen? Wat
zouden de nadelen kunnen zijn?
Het groepje links op de prent maakt
gebaren naar elkaar, waar kan dit op
duiden?
o Waarvoor kan deze
communicatie essentieel zijn?
Wanneer hangt hun leven van de
communicatie af? Bij welke
-
-
-
-
Leerlingen geven verschillende sterfteoorzaken
van de neanderthaler aan: jachtongeluk,
verkeerde bessen gegeten, vertrappelt door een
beer, ziek geworden.
Begraven kan duiden op een geloof in het
hiernamaals.
Ze geven bloemen mee.
Grafgiften
Hiernamaals, religie
Inteelt is het beoogde antwoord. Leerlingen gaat
dit echter niet meteen weten.
Bloedarmoede
Blauwbloed, de adelziekte.
Voor de rook.
Verwarmen,beschermen, koken.
Verwarmen, beschermen, koken, werktuigen
maken, plaats van sociale bijeenkomst.
Grot is beter beschermd tegen weer, dieren
Grot is stevig
Grot is frisjes in de winter, weinig licht, vochtig
Ze kunnen aan het communiceren zijn.
Jacht, maar hier is doorvragen waarschijnlijk
nodig.
56
Wat denk je dat er gebeurd is?
Pagina
-
Pagina
57
groepsactiviteit is communicatie
belangrijk voor het volbrengen
van de taak en voor de veiligheid
van de groepsleden? Wat is het
gevaarlijkste dat de
neanderthaler moet doen?
Waarom is het belangrijk dat hij Voor de tactiek, voor goede samenwerking in de
hierbij kan communiceren?
groep.
Naar verder in de les toe:
Je zou kunnen vragen om alle aspecten die je op de prent ziet te ordenen in de 4 domeinen
van de samenleving.
Zo kun je aantonen dat dit een redelijk simpele manier van samenleven was. (aangezien dat
de domeinen niet ver gaan kunnen worden uitgewerkt)
De creatieve toer op:
Pagina
58
Verdeel de leerlingen in 5 groepen.
Elke groep mag het leven van een persoon op die prent proberen te schetsen.
Groep 1 van de persoon die begraven word.
Groep 2 van het kindje dat op de schouders zit.
Groep 3 van de persoon die het kindje op zijn schouders heeft.
Groep 4 van de vrouw die bloemen in het graf legt.
En groep 5 van de persoon links in de prent die de handgebaren aan het doen is.
Later mogen ze dit dan vertellen aan de klas.
Deze opdracht geeft hen inzicht in hoe de neanderthalers leefden, hun levens-schets moet
geloofwaardig zijn. Dit is ook een evaluatie of de leerlingen wel mee zijn met de les.
Beoogd inzicht (Interpretatie)
Dodencultus
Men begraaft de doden, men geeft grafgiften
mee.(t)
Mogelijkheid tot vermoeden van religie.(i)
Vuur
Verwarmen (t)
Koken, bescherming, vervaardigen van
werktuigen, sociale functie,… (i)
De verschillende functies van vuur kennen en
kunnen opsommen. (i)
Het belang van vuur in die tijd kunnen
aantonen. (i)
Lichaamsbouw
Behaard, fors gebouwd. (t)
Groot voorhoofd, zware wenkbrauw bogen.
Vertoont nog veel kenmerken van
aapachtige. (i)
Woning
Ze wonen in een grot (t)
Ze begraven hun doden in de grot. (t)
Waarom grot? Is veiliger, minder last van het
weer. (i)
Groep
Ze leven in groep. (t)
Het is een redelijk kleine groep (t)
Genetische problemen door inteelt. (i)
Communicatie
Handgebaren. (t)
De neanderthaler communiceerde, dit was
goed voor de jacht. (i)
59
Translatie, bespreking
Pagina
Kernwoord leerinhoud
Pagina
60
Opdracht 3/3
Pagina
61
Uitgeschreven, in bijlage.
Opdracht 3/7
Vertel in de les van volgende week aan vier medestudenten een Griekse mythe of een
Romeins verhaal (Io en Zeus).
Bereid je verhaal grondig voor (zie vuistregels) en breng het met het nodige enthousiasme.
Mik op minimaal 5 en maximaal 10 minuten verteltijd. Zorg voor minimaal één afbeelding bij
jouw verhaal. Jouw medestudenten zijn aandachtige luisteraars en bespreken jouw optreden
(aan de hand van evaluatiefiche).
Maak, na afloop van deze vertelles, op basis van de reacties van je klasgenoten en je eigen
ervaringen, een korte zelfevaluatie. Noteer je sterke punten en je werkpunten. Je kunt
hiermee later rekening houden bij de voorbereiding van je praktijkoefeningen.
Evaluatiefiche verhaal
Inhoud Opbouw verhaal
Taal
++ + - --
Dosering
++ + - --
Animatie
++ + - --
Taalzuiverheid
++ + - --
Woordkeuze
++ + - --
Intonatie
++ + - --
Spreekritme
++ + - --
Mimiek en lichaamstaal
++ + - --
Ik moet vooral opletten dat ik geen namen vergeet van personages in het verhaal. Ook is het voor mij
belangrijk dat ik een chronologisch overzicht maken van welke personages wanneer verschijnen in
het verhaal want dit is een moeilijk iets voor mij.
Moet ook letten op dialect klanken, als ik vlot op gang ben gekomen met vertellen vergeet ik dit
soms.
Pagina
62
Bijgevoegd is mijn voorbereiding en evaluaties.
4
5
http://www.westmifflinmoritz.com/Greece_Folder/Web_Pictures_Greece_files/zeus.jpg
http://www.westmifflinmoritz.com/Greece_Folder/Web_Pictures_Greece_files/hera.jpg
Pagina
5
63
4
Download