Het keerpunt van de industriële revolutie is gemarkeerd door de

advertisement
Volwassen sociologie:
Een probleemgerichte discipline die tegelijkertijd theoretisch (gebeurtenissen worden
met behulp van algemene beginselen verklaard en voorspeld) en empirisch beoogd te zijn.
De 3 grondregels van sociologie: Stel een probleem fromuleer een theorie en verricht onderzoek
De 3 hoofdvragen van de sociologie:
1 het ongelijkheidsprobleem
2 het cohesieprobleem
3 het rationaliseringsprobleem
stratificatieproblematiek: ongelijkheden in de vorm van gelaagdheid
Cohesieprobleem is niet altijd een ordeprobleem.
Logische volgorde bij het stellen van problemen :
Beschrijvingsvraag
Trendvraag /vergelijkingsvraag
Verklaringsvraag
Toetsingsvraag
Toepassingsvraag
Theorieën: die gedachtenconstructie met behulp waarvan wordt getracht sociale verschijnselen te verklaren
Verklaring: de afleiding van bijzondere uitspraken die het te verklaren verschijnsel beschrijven (explanandum)
uit een aantal uitspraken die te zamen de verklaring leveren (explanans)
Wetmatigheden: klassieke universele uitspraken
Specifieke omstandigheden of condities: aanvangsvoorwaarden of bijkomende veronderstellingen
Wetten  hypothesen
Sociologisch onderzoek: De vaardigheid om sociale verschijnselen zo waar te nemen om vast te leggen dat ze
iets zeggen over de houdbaarheid van sociologische theorien (bekrachtinging of weerlegging)
Kern van het historisch materialisme
-
welke produktiewijze een samenleving ook kent
elke ongelijkheid in die samenleving
berust op een of andere vorm van dwang
deze dwang leidt tot een bepaalde vorm van strijd
en soms resulteert deze strijd in de afschffing van de oude dwangmiddelen en het verdwijnen van de
oude ongelijkheden
en onder bepaalde omstandigheiden tot de komst van gelijkheid
Kale kern: Dit wordt zo genoemd omdat er in deze kern termen als vaag en ‘een of ander’ voorkomen.
Deze vage bewoordingen zijn langzamerhand vervangen door nauwkeurige aanduidingen.
Grondgedachte is van marx is historisch materialisme.
Revisionisme: (Bernstein) is herziening theorie Marx
Zolang arbeiders geen inspraak krijgen d.m.v. vakbonden en zolang het parlement de ministers van een regering
niet naar huis kan sturen zullen de lonen van de arbeiders dalen. (niet absoluut)
Orthodoxie: (Frank en Wallerstein) Nationale staten zijn geen op zichzelf staande samenlevingen.
Scheiding van eigendom en beheer (Berle en Burnham en Means)
Structureel functionalisme\ Hobbes’ probleem: Hoe is het mogelijk dat mensen vreedzaam met elkaar
samenleven
Cohesie: 2 dingen:
Wanhorde
Zelfdoding
DURKHEIM:
- iedere samenleving vertoont een bepaalde samenhang
- voor zover ze bepaalde algemeen gedeelde waarden en normen kent
- en uit bepaalde intermediaire groeperingen bestaat (structuur heeft)
- en naarmate de leden van zo’n samenleving hechter in deze groeperingen zijn geïntegreerd, leven ze die
waarden en normen meer na
- wat in meer samenhang resulteert
Comte: Algemene gelijkgestemdheid, zonder consensus is geen orde mogelijk
Tussen het individu en de staat bevinden zich allerlei groeperingen
De Tocqueville: Het belang van lagere overheden en vrijwillige vereniging voor het slagen van het democratisch
bestel
Durkheims integratietheorie:
Integratie in een godsdienstige groeperingen
Integratie in andere intermediaire groeperingen
Integratie in groeperingen de zelfdoding niet volledig afkeuren
Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepen van de samenleving,
des te groter is de kans dat zij deze norm over zelfdoding naleven
Naarmate intermediaire groeperingen hun leden de waarden en normen duidelijker hebben voorgehouden en
dwingender hebben opgelegd en de leden deze normen meer eigen hebben gemaakt des te groter is de kans dat
ze deze normen naleven.
(Parsons’ socialisatie- en internaliseringshypothese)
Rationalisering:
-
technische vernieuwingen
de opkomst van de natuurwetenschappen (empirisch-theoretisch)
kunst berustend op steeds meer technieken
formalisering van de staat
overgang van een traditionele naar een kapitalistische economie
Rationalisering
Opkomst kapitalisme
Opkomst bank en
Geldkapitalisme
bedrijfskapitalisme
opkomst
gebruik van
wetsregels van het
bedrijfskapitalisme.
Webers wereldbeeldentheorie:
sterker aan tot
De wording van de wetsregels
het toenemend
van het bedrijfskapitalisme
de
Naarmate en godsdienst een activistischer wereldbeeld heeft, spoort ze
Een praktisch-rationele levenswijze en leidt ze tot meer benutting van
efficientere manieren om goederen voort te brengen.
Seculariseringsprobleem:
En dat het
godsdienst neemt een minder centrale plaats in het maatschappelijke leven in.
Protestantisme de desacralisering van heilsmiddelen tot een eindpunt heeft
gebracht.
VS minder seculier dan Europa omdat in het Amerikaanse godsdienstige leven is de ‘American way of life’
geïntegreerd.
Webers oplossting van het rationaliseringsprobleem wordt interpretatieve sociologie genoemd vanwege die
bepaalde betekenis, of, met andere woorden, omdat de mensen aan hun handelen een bepaalde interpretatie
verbonden..
Het keerpunt van de industriële revolutie is gemarkeerd door de overgang van hoofdzakelijk agrarische naar
hoofdzakelijke geïndustrialiseerde economieën.
Industrialisatie is gevormd door technologische ontwikkelingen maar ook in nieuwe manieren van het
organiseren van het productieproces en nieuwe typen van sociale controle.
Het arbeidsproces (dus de overgang naar de fabriek) wordt meer en meer gekarakteriseerd door rationele
strategieën die de efficiency en de controle over de arbeid verbeterde. (Vb. Het invoeren van werkklok)
Taylorisme: rationalisering van het productieproces de tirannie van de klok, tijd
De “winnaars” van de industrialisatie waren de eigenaren van de industriële bedrijven en de financiers hiervan.
De verliezers waren de landeigenaren en aristocraten.
In deze tijd is de sociologie ontstaan, omdat intellectuele zochten naar een manier om de veranderingen te
verklaren.(West-Europa)
MARX
In Duitsland filosofische orientatie, in Frankrijk zijn begin in het begrijpen van het socialisme en in Engeland
zijn economisch denken.
Zijn doelen:
Hij zocht naar een wetenschappelijke manier om de onderliggende dynamiek van het
kapitalisme te geven.
Hij zocht naar een theorie om te helpen bij een radicale transformatie van de maatschappij.
Hij wilde met zijn theorie en de omvorming van de maatschappij bereiken dat de geïndustrialiseerde
maatschappij bevrijd zou worden van de beperkingen die in het kapitalisme opgesloten liggen.
Alhoewel het kapitalisme de voorwaarde schepte voor een samenleving waar er van alles genoeg was
(postscarcity) en economische uitbuiting afnam, brengt het ook weer beperkingen met zich mee voor het
bereiken van zo’n samenleving.
Daarom was het volgens marx noodzakelijk om na de volle ontwikkeling van het kapitalisme een nieuwe vorm
van een industriële maatschappij te creëren die hij socialisme of communisme noemde.
Verehlendung: Toenenmende verpaupering en toenemende klassentegenstellingen tussen arbeiders en kapitaal
(bourgeoisie)
Het probleem van het kapitalisme is de vervreemding van het produkt. (zie begrippen)
Doordat de arbeiders zichzelf verkopen voor geld verliezen ze de band met het produkt en vormen zo het
produkt zelf omdat de kapitaalbezitters winst willen maken.
Prive-bezit (winst) + kapitalisten staat tegenover loonderving en arbeiders.
Volgens marx was winst alleen te halen uit arbeid en niet uit machines.
Marx “nieuwe” economische systeem waarmee hij het kapitalisme wou vervangen (veranderen) was dat van een
klasseloze maatschappij. ( hij vond dus niet dat alle mensen gelijken zouden worden )
Het proletariaat zag zichzelf niet als een sociale klasse. Als dit doorzet dan is het de basis voor een klasseloze
maatschappij.
Joseph Schumpeter’s achilleshiel.
Verschil marx en schumpeter: marx zag de val van het kapitalisme als een gevolg van zijn gebreken/fouten en
schumpeter als gevolg van het succes van het kapitalsme.
Bij schumpeter speelde de arbeidersklasse geen rol in de val van het kapitalisme en de voortgang in het
socialisme. Hij zag de fabriekseigenaren als de verantwoordelijke, omdat zij de risico’s namen op de vrije markt
en daarmee de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde goederen uitbreidden. Zij zijn de motor van de
economische vooruitgang.
De klasse van fabriekseigenaren werd in de 20e eeuw overgenomen door een klasse van managers (zie
begrippen)
The Iconoclastic Social Theory of Thorstein Veblen
Veblen zag de fabriekseigenaren (the leisure class zie begrippen) niet als motor van vooruitgang en vernieuwing
maar als een dominante klasse die moet vechten om te overleven.
De kapitaalbezitters leefden dus niet in maar van de industriële samenleving en werden daarom de leisure class
genoemd.
Conspicuous consumption/ conspicuous leisure: De consumptie patronen van de leisure class zijn meer gericht
op het bereiken en behalen van prestige dan dat van hun eigenlijke behoeften.
In de industriële maatschappij moesten de managers het volgen Veblen meer en onafhankelijk voor het zeggen
krijgen om dat zij weten wat de afnemers wensen. De eigenaren zijn enkel maar uit op pure winst. Dus daar treed
vervreemding van de maatschappij op en dus ook de verkwistende werking van de industriële maatschappij en
producten.
C.Wright Mills: The Academic outlaw
De leiders van de arbeiders zagen geen revolutie maar waren blij met inspraak in het systeem.
De traditionele oude middenklasse (zelfstandigen) werd vervangen door een klasse van white-collar
class.(administratief)
De komst van de post-industriële samenleving van Bell
Kennis en het bezit hiervan wordt steeds belangrijker voor de innovatie en de sociale verandering. Daarom was
een goed opgeleide klasse nodig.
Industrieeel
Postindustrieel
Key Resource
Machinery
Knowledge
Key institution
Business firm
University
Key decision makers
Businessperson
Professional/expert
Power base
Property
Role of politics
Laissez-faire
Knowledge/skill
Government/corporate partnership
Hoofdstuk 3 DEMOCRACY from the fall of the bastille to the fall of the Berlin Wall
Max Weber nam als uitgangspunt dat politiek en economie met elkaar verweven zijn.
Vier vormen van sociaal handelen:
- emotioneel
- traditioneel
- waarderationeel
- doelrationeel
De middenklasse was belangrijk en sterke leiders noodzakelijk.
De spirit van het kapitalisme is de geworven winst te investeren om daar weer meer winst mee te maken. (ze
genieten dus niet van hun leven maar denken alleen aan winst winst wintst)
Luther: het aardse leven is belangrijker en niet het terugtrekken in een klooster e.d.
Calvijn: Als ze geboren zijn is hun na-aardse lot al bepaald. Dit bracht onrust onder gelovigen en die gingen
zoeken naar tekenen of ze naar hemel of hel gingen. Economisch succes was een van die tekenen.
Niet alleen het materialistische was belangrijk voor de winst maar ook de organisatievorm werd aangepakt, dit
was ondenkbaar in eerdere tijden.
De meest significante dreiging voor de democratie is de bureaucratie.
Dit komt omdat in de bureaucratie vastgehouden word aan bepaalde procedures en regels en er daarop geen
inspraak mogelijk is.
Democratie volgens Weber is het politieke systeem waarin deelnemen van de bevolking in de beleidsvorming
Het burger zijn is voor Weber de mogelijkheid hebben te participeren in de besluits- en beleidsvorming en het
kiesrecht.
(directe democratie is alleen mogelijk op lokaal niveau (weber))
Weber vond dat de arbeidsomstandigheden moesten worden verbeterd door de socialisten door middel van
inspraak via vakbonden e.d. maar wilde dus niet die socialistische revolutie van marx omdat die sommige
centrale problemen niet op zou lossen.
Weber Contra Michel’s Iron law of Oligarchy
Volgens Michels zijn democratieën onmogelijk omdat het altijd zal uitmonden in een oligarchie
Het politieke systeem van plebicitary democracy (weber) is de enige mogelijkheid om de ontstellende effecten
van de bureacrtatic domination te verminderen:
Een systeem met charismatische leiders die hun gekozen
positie gebruiken om activiteiten te ontplooien die verschillen van de aanwezige bureaucratische procedures.
Hiermee moeten ze niet uit het oog verliezen dat ze moeten opereren binnen het parlementaire systeem.
Talcott Parsons on the democratic Prospect
Zijn intellectuele ontwikkeling werd bepaald door de russische revolutie de grote depressie en het ontstaan van
het fascisme in Duitsland.
Waarden die Duitsland na WOII nodig had om weer terug te kunnen keren naar een stabiele democratie zijn:
- rational-critical spirit
- respect for the law
- constitional provision of civil liberties
- inclusive sense of what it means to be citizen
Marshall  citizenship
Citizenship in democratie bestaat uit 3 dimensies
-
politieke
sociale
beschaafde
Habermas
Bekritiseert kapitalistische geindustrialiseerde landen voor het falen van het realiseren van de verlichtingsideeën
zoals gelijkheid vrijheid, gerechtigheid en democratie .
Hij vind dat economische factoren invloed hebben op de rest van de samenleving, maar dit betekent niet dat
politiek en cultuur simpel de effecten van economische factoren zijn.
Democratie is de manier waarmee burgers collectieve en rationele beslissingen nemen, gebaseerd op
overeenstemming, gerealiseerd zonder enige vorm van dominantie.
Habermas onderscheidt twee types van rationele actie:
-
purposive rational action  mensen houden zich aan bepaalde technische regels
communicative action
 normen voor actie worden gecreerd door overeenstemming.
Public Sphere: arena waarin alle burgers toegang toe hebben gebaseerd op gelijkheid.
Voorwaarde is dat door een geïnstitutionaliseerd apparaat onbeperkte informatie en ideeën
kunnen krijgen.
De Tocqueville
Individualisme is niet zozeer egoïsme, als wel het zich terugtrekken in kleinere kreng, dus een grotere afstand
tussen het collectieve en het individu. Individualisme was volgens De Tocqueville onvermijdbaar in een
democratie.
H et gevaar van individualisering is dat iedereen op zichzelf is aangewezen en dan bestaat het gevaar van
egoïsme. Er is dus een geringe betrokkenheid bij de maatschappij en de collectieve belangen daarvan.
Voor emerson wat het probleem niet het individualisme maar de samenleving: mensen in hokjes en afhankelijk
geplaatst.
(self-reliance)
Tnnis
Tnnis maakte onderscheid tussen gemeinschaft en gesellschaft.
Gemeinschaft: sociale relaties gebaseerd op gewoonte, traditie, emotie (private sfeer)
Gesellschaft:
sociale relaties gebaseerd op doelrationaliteit, zakelijkheid (publieke sfeer)
Hier aan gerelateerd maakte hij het onderscheid tussen Wesenwille en Kurwille.
Wesenwille:
Kurwille:
Natuurlijke wil
hiermee bedoeld hij instrumentele rationaliteit.
De negatieve effecten konden worden beperkt door dwang van de staat
Emile Durkheim
Er trad een proces van arbeidsdeling op, dus specialisatie in termen van beroepen. Dit bracht ook
maatschappelijke differentia met zich mee. Verschillen tussen preïndustriële en industriële fase:
Preïndustriële:
- geringe arbeidsdeling
- geringe interdependentie
- gesegmenteerde samenlevingen (zoals in dorpen en clans e.d.)
- een sterk conscience collective
Industriële:
- toenemende arbeidsdeling, en dus
- toenemende interdependentie
- meer geïntegreerde samnelevingen
- zwakker conscience collective
Durkheim zette Tnnis op zijn kop door het invoeren van twee soorten sociale relaties die van
gemeinschaf/gesellschaft verschilden: Mechanische solidariteit en organische solidariteit.
Preindustriele samenlevingen: Mechanisch
Industriele samenlevingen:
Organisch
Mechanische solidariteit:
Organische solidariteit:
Gebaseerd op gelijkheid
Geringe interdependentie
Zwakke sociale band
Geringe bevolkingsdichtheid
Geringe morele dichtheid
Repressieve regels
Strafrecht dominant
gebaseerd op arbeidsdeling
sterke interdependentie
sterke sociale band
hoge bevolkingsdichtheid
hoge morele dichtheid
restitutieve regels
burgerlijk recht dominant
Conscience collective:
Conscience collective:
Hoge intensiteit
Bepaald
Collectief
Religieus
Groepsgericht
Concreet
Lage intensiteit
onbepaald
ruimte voor individu
seculier
individuele waardigheid en rechtvaardigheid
abstract en algemeen
Homo Duplex: Wezens verdeeld tussen een sociale en een asociale kant
High
egoisme/anomie
altruistisch/fatalistsch
Zelfmoord
cijfer
Low
High
Integratie/regulatie
De positieve kant die Durkheim zag in het individualisme was:
-
Individualisme was een belangrijk deel van de moderne samenleving
Individualisme wanneer in goede banen geleid kon leiden tot verbetering van organische solidariteit
Merton
Merton (micro) verschilt van Durkheim (macro)
Een samenleving verduidelijkt als deel van zijn systeem van nastrevenswaardige doelen welke individuen
aspireren en de acceptabele middelen hebben om deze doelen te realiseren (social strain zie begrippen)
Vijf ideaaltypes gebaseerd op de gevarieerde reactie op deze doelen en middelen:
- The conformist een individu waarvoor geld dat er geen beperking is tussen deze beiden
- The innovator accepteertde doelen maar bereikt deze door nieuwe negatieve middelen (criminaliteit)
- A ritualist respecteert de middelen maar is het niet eens met de uitkomsten
- A retreatist zondert zich af van de doelen en middelen
- The rebel Verwerpt de doelen en de middelen maar draagt nieuwe alternatieven aan voor beiden.
Theorie van de “role-set”: een persoon is meerdere ‘personen’ op een dag, zoals vriend, vader, werknemer,
burger enz.
Hoofdstuk 5 Modernity
Als traditie naar het verleden kijkt dan kijkt de moderniteit naar de toekomst.
Postmoderisme: geeft de aan dat het modernisme tegen het einde loopt (uitputting), verschuiving van optimisme
naar pessimisme.
Georg Simmel
Twee belangrijke uitgangspunten:
- Geld
- Stad
Geld heeft geen waarde van zichzelf maar functioneert als gereedschap om handel en goederen en diensten te
vergemakkelijken. Het is abstract en onpersoonlijk. Promoot een rationele oriëntatie t.o. de wereld. Deze
rationaliteit kan voor sommige individuelen die geld irrationeel , dus als doel en niet als middel.
Met geld kan je loskomen van je primaire groep (familie) dat leidt tot individualisme en dus een individualistisch
wereldbeeld.
Stad:
-
Individuele indentiteit is groeps identiteit
Moderne mensen verkeren in vele sociale groepen (pluralistische samenleving)
Resultaat: sterkere scheiding publiek – privaat
Stad staat model voor dergelijke sociale relaties
Moderne cultuur
Dubbel: rationeel, bureaucratisch en individualistisch ( wens te ontsnappen aan dwang)
Er ontstaat een ‘realm of necessity’ en een ‘realm of leisure’
Realm of necessity: de verplichtingen van het dagelijks leven
Realm of leisure: De vrije mogelijkheiden in de eigen tijd
Park
-
fragmentatie, mobiliteit en sociale differentiatie van de moderne samenleving met name de stad
leidt tot een dubbele cultuur:
o enerzijds: tolerantie, kosmopolitisme en universaliteit
o anderzijds: risico’s van grote spanningen tussen verschillende sociale groepen: ras en klasse
Baudrillard
Hyperreality  iets dat op een bepaald moment niet echt is en echter dan echt
Simulacra  simulaties of reproducties van de waarheid die moeilijk zijn te onderscheiden van de echte
waarheid
Anthony Giddens
Structuration theory:
-
De sociale wereld is het product van actieve subjecten, niet een objectief gegeven
De productie en reproductie van de sociale wereld is het resultaat van bewust handelen
Mensen zijn echter niet vrij in hun handelen, ze zijn historisch en sociaal gesitueerd (=structuur)
Structuren leggen echter niet alleen begrenzingen op, ze faciliteren ook (enabling) = dualiteit van
structuren
Het gaat hierbij om (structuur) bestaat uit betekenissen, normen en macht
De theorie van het laat-modernisme
- 1e fase: simpele modernisering: vooruitgang, beheersing
- 2e fase: reflexieve modernisering:
o reflexieve modernisering is het product van drie maatschappelijke ontwikkelingen:
 globalisering
 de opkomst van een post-traditionele sociale orde
 de expansie van sociale reflexiviteit
 distanciation sociale relaties zijn niet langer verbonden aan bepaalde lokale
bevolking
 disembedding de sociale relaties worden uit het ‘lokale contest van
interactie’ gehaald en hun herstructurering, (globalisering)
4 risico’s van moderniteit:
-
de uitgebreide mogelijkheid van degene met macht om over informatie controle te hebben en de mensen
te controleren
Snelle escalatie van militaire macht (W.O.I)
Mogelijk instorten van de economische groeisystemen
-
Het vergaan van het ecologisch systeem (milieuprobleem)
Globale economie: Een economie waarin niet alleen bedrijven internationaal concurreren maar waarin ze ook
los komen van de banden van de landen waar ze oorspronkelijk vandaan komen.
Download